[{{mminutes}}:{{sseconds}}] X
Пользователь приглашает вас присоединиться к открытой игре игре с друзьями .
Короткие тексты на нидерландском
(1)       Используют 6 человек

Комментарии

Ни одного комментария.
Написать тут
Описание:
Короткие тексты на нидерландском языке
Автор:
Phemmer
Создан:
22 сентября 2017 в 21:10 (текущая версия от 3 февраля 2021 в 00:35)
Публичный:
Нет
Тип словаря:
Тексты
Цельные тексты, разделяемые пустой строкой (единственный текст на словарь также допускается).
Содержание:
1 Zijn zusje danste alsof ze door een horzel was gestoken. Dat deed ze vaker als mama niet onmiddellijk kwam opdagen.
2 Hij ging rustig door met het tellen van de schroeven. Op de doos stond dat het er honderd moesten zijn.
3 Op het ogenblik dat ze zich bezeerde, zou hij eerst vloeken en daarna verband en ontsmettingsmiddel halen.
4 Vijftien jaar huwelijk hadden hem volgzaam gemaakt. Vrouwen hielden van dat soort van onderdanigheid.
5 Een gewapende vrede was altijd leefbaarder dan een uitputtende oorlog. Toch kon hij niet echt klagen.
6 Zelfs een uit zijn voegen barstende stad als Brugge kan nog pronken met een paar lapjes ongerepte natuur.
7 Het contrast tussen zijn bleke huid en de zwarte strepen op zijn gezicht bezorgde hem een grimmige uitdrukking.
8 Versavel monsterde de schrale man. Vermast had een pezig lijf, jammer van de holle rug en de ingezakte borstkas.
9 Over de medische stand circuleerden de laatste tijd de meest waanzinnige verhalen. Vermast haalde opgelucht adem.
10 Stel je voor dat Tine het skelet van een schaap had opgedolven en dat hij daarvoor de politie had gebeld.
11 De brigadier nam de kus welwillend aan. Er waren van die momenten waarop hij liever hetero was geweest.
12 Na veel dreigementen en smeekbeden was ze er eindelijk in geslaagd het scheenbeen uit Tines handen te wrikken.
13 Het scheenbeen interesseerde hem niet. Hij kwam twee schroeven tekort en deze anomalie eiste al zijn aandacht op.
14 Ongelooflijk wat een kind met een spade kon aanrichten, dacht hij. De put was minstens een meter diep.
15 Als een volleerd archeoloog veegde hij het opdrogende zand van de schedel. Versavel fronste het voorhoofd.
16 Van In daarentegen voelde zijn onderbroek tegen zijn billen plakken en dat vond hij allesbehalve prettig.
17 Ik hoop alleen maar dat het uw schoonmoeder niet is, want in dat geval hoeven we de moordenaar niet ver te zoeken.
18 Hij was voorzitter van diverse culturele verenigingen en promotor van een lokale carnavalsvereniging.
19 Hij nam de schedel in zijn handen en liet het doodshoofd als een goedkope trofee aan zijn toehoorders zien.
20 Verder onderzoek zal moeten uitwijzen of het slachtoffer al dan niet een natuurlijke dood is gestorven.
21 Vandaele was een man van de oude stempel, wat echter niet betekende dat hij de moderne technologie schuwde.
22 Vandaele zette zijn computer aan en deponeerde het bericht in de elektronische brievenbus van Provoost.
23 Als jonge agent had hij hem ooit met een halfnaakte knaap op de achterbank van een geparkeerde auto betrapt.
24 Vandaele had hem tienduizend frank betaald en daarmee was de kous af. Baert kende het klappen van de zweep.
25 De oude vos zwichtte echter niet voor de chantagepoging, maar stuurde hem evenmin met lege handen naar huis.
26 Als daar nu plotseling een skelet opduikt, is dat hoogstens een fait divers. U denkt toch niet dat..
27 Misschien trok ze dan wel het kanten niemendalletje aan dat hij haar met Kerstmis cadeau had gedaan.
28 Hannelore installeerde zich in de tuin, met haar benen omhoog en een glas gekoeld groentesap binnen handbereik.
29 Van In keek begerig naar de twee resterende sigaretten, die als krijtjes contrasteerden met het houten tafelblad.
30 Baert was een achterbakse streber die het via allerlei slinkse wegen tot hoofdinspecteur had geschopt.
31 Hij probeerde die pijn te blussen met een slok lauwe thee. Linda reikte hem een beboterd sneetje toast aan.
32 Ze flirtte, liet zich betasten, lachte als haar opgegeilde slachtoffers stiekem het toilet opzochten.
33 De dag waarop dat gebeurde, vermoordde hij haar jeugd. Nu bekeken de vrienden van weleer haar met minachting.
34 Tijdens de vlucht gleden de spiegeleieren van het bord en spatten als geelwitte slijmbommen op de vloer uiteen.
35 Over een uur was de storm geluwd en dan kon ze terug naar beneden. Linda sloot de slaapkamerdeur af en luisterde.
36 In de linkerbovenhoek herinnerde een rouwlint aan de tragedie die hem zestien dagen geleden had getroffen.
37 Zijn schreeuwerige transistorradio vermoordde het geritsel van de bladeren en het gezang van een moedige lijster.
38 Ook voor de kinderen is het een unieke ervaring. Die wilden net als mama tot elke prijs weg uit de stad.
39 Waarschijnlijk maakte hij dat iedereen wijs die hier voor de eerste keer voet over de drempel zette.
40 Het jongetje was net geen autist en bijgevolg werd het neurotische meisje meteen tot wonderkind gebombardeerd.
41 Leen duwde met haar voet de keukendeur open. Ze torste een paar bruine zakken van de plaatselijke supermarkt.
42 Vroeger deed hij dat ook als iemand zijn nagels over het schoolbord haalde. Leen liet haar dochter uitrazen.
43 Ze haalde de keukenrobot uit de kast, scheurde een van de bruine zakken open en haalde er een bos wortelen uit.
44 Hij liep naar een ouderwetse buffetkast, waar hij achter een stapel oude tijdschriften een fles cognac bewaarde.
45 De sterke geestrijke drank brandde in zijn maag, maar dat vond hij geen voldoende reden om het aanbod af te slaan.
46 In de keuken hield het geraas van de keukenrobot abrupt op. Leen moest liters wortelsap hebben geperst.
47 Aan gadgets geef ik mijn geld niet uit. De afstandsbediening werd door de vorige eigenaar geïnstalleerd.
48 Het kreng barstte terstond uit in een hysterische huilbui, een geluid waar Leen prompt op reageerde.
49 Onaangenaam was het niet. Terwijl ze in die houding zat, moest hij constateren dat ze geen bh droeg.
50 De woonkamer was tot lokettenhal omgevormd, een groot woord voor een betralied hok waarin niemand zat.
51 Toch was dit een multifunctioneel bedrijf. Onroerend goed vormde slechts een gedeelte van het dienstenpakket.
52 Indien jullie het skelet vóór de verkoop hadden ontdekt, zat ik nu met een waardeloos goed opgescheept.
53 Alle fondsen worden rechtstreeks aangewend om de kansarmen op weg te helpen naar een betere toekomst.
54 Voor mij is het een kwestie van tijd om de identiteit van uw anonieme weldoener te achterhalen. Aan u de keus.
55 Mijnheer Vandaele heeft een hekel aan negatieve publiciteit en onze vzw is hem enorm veel verschuldigd.
56 Linda droeg een satijnen nachthemd. De gladde stof accentueerde genadeloos iedere vetrol om haar lenden.
57 William lag op een pluche matras. Zijn hoofd rustte op een geborduurd kussen met kwastjes aan de vier hoeken.
58 Hij ademde, maar dat ontging het publiek. Niemand zag de zilveren boeien waarmee hij aan de kist gekluisterd lag.
59 Ze reed langs de bank en keek opzij. Het gebouw, een kooi van staal en spiegelglas, reflecteerde haar beeltenis.
60 Plotseling sprong een nar voor het paard. Hij greep de teugels beet en graaide begerig naar haar dijen.
61 Hij had geen zin om met de hoofdinspecteur in de clinch te gaan. Baert genoot immers een kwalijke reputatie.
62 De naam Vandaele voerde hem terug in de tijd naar een periode waaraan hij bijzonder goede herinneringen bewaarde.
63 Obers met lange voorschoten voerden professioneel hun nummertje op. De toeristen knikten goedkeurend.
64 En als er al eens een verwensing in het Brugs wordt geuit, lachen de dames en heren toeristen gemoedelijk.
65 In tegenstelling tot de andere kroegen en restaurants op het plein werd er overwegend Brugs gesproken.
66 De geroosterde lendenbiefstuk, 350 gram zwaar en drie centimeter dik, was warm, sappig en boterzacht.
67 Hannelore verslond de augurken en de in zure mayonaise geweekte sla. Van het vlees bleef nog een klein stukje over.
68 Suzanne, die het tafereel had gadegeslagen, vond dit het ideale moment om de chocolademousse te serveren.
69 Leg mij dan maar eens uit waarom Vandaele zijn domein van een duur hek met afstandsbediening liet voorzien.
70 Ik wil weten waarom Vandaele in 1986 zijn boerderij in vruchtgebruik gegeven heeft aan een obscure vzw.
71 Zijn kleine, doffe ogen knipperden met regelmatige tussenpozen, maar dat kwam door de rook van de Davidoff.
72 Waarschijnlijk is hij bang voor represailles van onze kant. Hij had het lijk nooit op mijn terrein mogen begraven.
73 Dat was de afspraak niet. Aerts weet verduiveld goed dat ik hem voor zijn diensten ruimschoots heb vergoed.
74 In de rechtbank was hij een superieur wezen, een man die gevreesd werd om zijn scherpe replieken. Dat zei men toch.
75 De alcohol loste de angst in zijn ogen op. Vandaele schonk het glas weer vol en nam er zelf ook een.
76 Niemand heeft medelijden met een advocaat die in de beklaagdenbank belandt. Het plebs zal feestvieren.
77 De stuwkracht van vier gierende straalmotoren duwde hem met zijn rug tegen de zachte bekleding van de brede stoel.
78 Voor die ruimte had hij flink wat geld betaald. Van dit soort luxe had hij zijn hele leven al gedroomd.
79 Ostijn kwam een aantal coupons inwisselen, dagafschriften ophalen en een stapel facturen ter betaling aanbieden.
80 Hij schoof eerst de waardepapieren onder het loket door en vergewiste zich pas daarna van de toestand.
81 Denolf zoog in een paar seconden zoveel lucht door zijn neusgaten dat hij dreigde te hyperventileren.
82 Het zou van rooms katholieke schijnheiligheid getuigen van een doodzonde een dagelijkse zonde te maken.
83 Het was onze eerste vakantiewoning. Voorzover ik me herinner, heeft de barak er altijd bouwvallig uitgezien.
84 Het was zo warm dat we met zijn allen onder de blote hemel sliepen. Nu zou dat natuurlijk niet meer mogelijk zijn.
85 Hij zette zijn kopje op een bijzettafeltje neer en haalde een zakdoek boven. Tranen biggelden langs zijn wangen.
86 Thuis heb ik mijn garagepoort ook voorzien van afstandsbediening. Dat bespaart me een paar pijnlijke momenten.
87 Twijfel is immers een zaad dat vlug ontkiemt en dat de verdachte soms aanzet tot ondoordachte stappen.
88 Hij trok zich niets aan van de verkeerslichten en baande zich vloekend een weg door de propvolle straten.
89 Het mocht een klein wonder heten dat hij zijn klant ondanks alle obstakels veilig op zijn bestemming bracht.
90 Er was geroosterde eendenborst op een bedje van frambozengelei, geserveerd met een lauwe artisjokmousse.
91 Als tweede gang namen we een timbaal van zeeduivel met gevulde witlof en forelleneitjes en daarna lamszadel met.
92 Een op drift geslagen Versavel was immers even bruikbaar als een pastoor bij het sterfbed van een vrijmetselaar.
93 Ze trakteerde zich op een extra glas moezelwijn en vocht in stilte tegen de verterende drang naar een trek.
94 Ik heb me aan de afspraak gehouden: tien sigaretten per dag, rauwkost, flauwe vis en vezelbrood met zagemeel.
95 Haar hoofd tolde. Ze keek naar de sterrenhemel, slaakte een zucht en gooide de peuk tussen de rozen.
96 De zee was zo glad als een babybips, waardoor de futuristische boot als een ruimteveer over het water gleed.
97 Zijn longen zaten vol teer en zijn bloed bleef vloeibaar omdat hij het dagelijks met alcohol aanlengde.
98 Vroeger heb ik er zelf hartelijk om gelachen, maar gisteren stortte die zekerheid als een kaartenhuis ineen.
99 Leen ontfermde zich over de jongen, stopte hem onder, gaf hem een zoen. Daarna wendde ze zich tot haar dochter.
100 Morgen ging ze met haar vriendinnen paardrijden. De trut had het recht niet haar dat plezier te ontzeggen.
101 Amand zat net even uit te blazen op het winderige terras. Hij herkende zijn oude vriend onmiddellijk.
102 Baert slikte. Zijn op en neer bewegende adamsappel gaf duidelijk de gemoedsgesteldheid aan waarin hij verkeerde.
103 Linda stond tegen een keukenkast geleund. Haar kamerjas viel halfopen en onthulde een koppel plompe benen.
104 Ze wachtte met opzet tot beide mannen hun blikken hadden afgewend voor ze het kledingstuk fatsoeneerde.
105 Sinds ze drie jaar geleden was overleden, droeg hij haar foto als een kostbare talisman om zijn hals.
106 Hij begreep dat moegetergde mannen soms de gekste bokkensprongen maakten om hun noodlot te ontlopen.
107 Toen hij aan de Kruispoort door het rood licht reed, scheelde het maar een haar of ze ramden een twintigtonner.
108 Ronny was een goede vriend en het had niet veel gescheeld of het hysterische vrouwmens had hem een oog uitgekrabd.
109 Het kreng snakt naar een sigaret en een borrel. Dit is mijn enige kans om haar aan de praat te krijgen.
110 Over twintig minuten kwam hij thuis. Ze zette de pan op het vuur en liet de stukjes vlees aanbraden.
111 Hier en daar tekende een flauwe rookpluim boven een geïsoleerde hoeve zich af tegen de gewatteerde hemel.
112 In de open haard knetterden vier blokken eikenhout. De kostbare brandstof deed het vuur zachtjes loeien.
113 Hij is al tientallen keren bij haar weggelopen. Ik ben ervan overtuigd dat hij binnen een paar dagen weer opduikt.
114 Het lijk werd trouwens op mijn eigendom gevonden. Technisch gezien ben ik medeplichtig aan doodslag.
115 Dat Aerts het lijk tegen alle afspraken in op zijn grond had begraven, wilde hij door de vingers zien.
116 Om halfdrie stuurde hij een jonge agent om sigaretten naar de nachtwinkel. De tijd begon te dringen.
117 Ze kleedde zich aan als een zombie. De schokbehandeling had haar tijdsbesef compleet in de war gestuurd.
118 Het meisje was zo groen als een biljartlaken en in deze situatie was dat eerder een voordeel dan een nadeel.
119 De gedwongen onthouding begon zijn tol te eisen en de drankduivel zette meedogenloos zijn laatste offensief in.
120 Ze werd bijna gek van die gedachte, want iemand opsluiten is het ergste wat je een medemens kan aandoen.
121 Het begrip was in de jaren zeventig uitgevonden, toen gijzelingen om de haverklap het televisiescherm teisterden.
122 Maar sinds de meeste mannen op gecapitonneerde skeletten vielen, had William haar tot barmeid gedegradeerd.
123 Hij leunde achterover in zijn stoel, trok een lade open en haalde een fles whisky en een glas boven.
124 Daarna nam hij pen en papier. Naarmate het peil van de drank in de fles zakte, groeide de lijst met namen.
125 Hun houterige bewegingen stonden in fel contrast met de opzwepende beat van de ouderwetse discomuziek.
126 De volksjury, tien miljoen man sterk, pikte het niet langer dat argumenten doorslaggevender waren dan emoties.
127 In het verleden was meermaals gebleken dat die argumenten alleen het belang van de bezittende klasse dienden.
128 Met haar geruïneerde kapsel en zonder make up zag ze er nog minder appetijtelijk uit dan gewoonlijk.
129 Het publiek lag er niet van wakker dat de hooggeplaatsten in dit land af en toe een scheve schaats reden.
130 Geen enkele hoofdredacteur zou het in zijn hoofd halen de namen van de betrokkenen in een artikel op te nemen.
131 Als de commissaris een verband legde tussen de seksorgieën en het incident, zou hij doorgaan tot op het bot.
132 Hij maakte een vlugge berekening. In de loop der jaren had hij bijna een achtste van dat bedrag opgehoest.
133 Provoost haalde een pen uit zijn borstzak en trok de bovenste lade van zijn bureau open. Daar lag zijn chequeboek.
134 De aanklacht die Linda tegen hem had geformuleerd woog zwaarder dan het gestoei van een paar notabelen.
135 Ze zag er adembenemend mooi uit in haar turkooizen jurk. De zwangerschap leek haar iedere dag jonger te maken.
136 Door de gebeurtenissen van de voorbije dagen was de dieetrage een beetje naar de achtergrond verschoven.
137 Op de rechtbank ben je het gespreksonderwerp van de dag. Zelfs de receptionist vroeg smalend hoe het met je ging.
138 Van In liep naar de koelkast. hij nam een halfvolle fles moezelwijn en zette de kwartels van het vuur.
139 Ze vroeg zich af waarom hij uitgerekend op de dag dat ze pisnijdig was de heerlijkste gerechten voor haar kookte.
140 Als het ooit tot een rechtszaak komt, zal zijn naam genoemd worden in verband met zijn activiteiten in de Love.
141 Als iemand zijn goede bedoelingen in twijfel trok, kon hij exploderen als een partij illegaal vuurwerk.
142 Door de dreun tuimelde zijn wijnglas omver, rolde over het tafelblad en kletterde tegen de keukenvloer.
143 De opspattende wijn had haar jurk bevlekt. Ze liep naar de gootsteen en maakte een handdoek nat onder de kraan.
144 Dit was het ogenblik waarop hij de hele avond had gewacht. Hij haalde een vel kettingpapier uit zijn broekzak.
145 Een lijst met twintig voornamen bewijst niets. Je kan zelfs de identiteit van de vrouwen niet natrekken.
146 Hij voelde de loomheid toeslaan als een man die hem met een rubberen hamer een vriendelijke tik gaf.
147 De ex rijkswachter was zes jaar geleden voor zichzelf begonnen en hij verdiende nu tienmaal zoveel als vroeger.
148 Brouwers kende de oude aannemer als een man die altijd kreeg wat hij wilde en daarvoor geen enkel middel schuwde.
149 Ze verwelkomde de late gast met een tandeloze glimlach en zei dat mijnheer hem in de veranda verwachtte.
150 Vandaele begroette Brouwers met een weids gebaar, dat meer van autoriteit dan van gastvrijheid getuigde.
151 Virginie slofte naar de keuken en kwam terug met een schaal petitfours, een lekkernij waar Brouwers verzot op was.
152 Precies daarom bied ik je een bonus aan. Voor mij is het van vitaal belang dat je hem eerder vindt dan de flikken.
153 Hij liep naar een mahoniehouten serveerboy. Het was tijd om hun contract met een borrel te bezegelen.
154 Jos Brouwers was lichtjes aangeschoten toen hij tegen middernacht afscheid nam van zijn opdrachtgever.
155 Het was niet de eerste keer dat hij in een halfliggende houding kokend hete koffie op zijn hemd had gemorst.
156 Behalve de professioneel afgeborstelde gevel had hij ook de binnenkant grondig laten opknappen en aankleden.
157 Aan het einde van de gang maakte ze een vleugel van de dubbele, gecapitonneerde deur open en liet hem binnen.
158 Ze kwam een stap dichterbij en probeerde haar blik af te wenden van het naakte mannenlijf. Dat lukte amper.
159 Ze kon haar ogen niet afhouden van het lijk. Provoost was dikker dan zijn dure maatpakken lieten vermoeden.
160 De klap waarmee de benen van Provoost op de grond bonkten, was akelig om te horen en trok het lichaam op zijn zij.
161 Hannelore kneep hem bijna fijn, zo hard drukte ze zich tegen hem aan. Het was een eigenaardig gevoel.
162 Op minder dan een meter afstand regeerde de dood, maar in haar angstige lichaam voelde hij nieuw leven kloppen.
163 In dit geval ging het om een schoolvoorbeeld. De omgevingstemperatuur was constant en het lijk was kakelvers.
164 De rest zou hij later wel in het autopsierapport lezen. Plotseling voelde hij een ijskoude hand op zijn arm.
165 Het werd tijd dat hij de rest van het huis verkende. In de gang leidde een steile trap naar de eerste verdieping.
166 Voor een schets van een stapel beurs fruit op een porseleinen schaal werd al gauw honderdduizend frank neergeteld.
167 De lakens op het strak opgemaakte bed oogden een beetje vergeeld. Van het bloemetjesbehang was niet veel te zien.
168 De tweede slaapkamer zag er niet zo netjes uit. Dit was ontegenzeggelijk het nest van een vrijgezel.
169 Het nachtlampje, een bronzen onding uit de vorige eeuw, wierp een flauw schijnsel op het omgeslagen dekbed.
170 Een breedbeeldtelevisie fungeerde als een soort van scheidingswand tussen het bed en de rest van de kamer.
171 De mastodont rustte op een elegante consoletafel. Op het toestel torenden vier stapels videocassettes.
172 Hij stamde immers uit een familie van eminente rechtsgeleerden. De stiel was hem met de paplepel ingegoten.
173 In de kleerkast hingen diverse pakken, alle van onberispelijke kwaliteit. Daarna inspecteerde hij de commode.
174 Hannelore bleef op de achtergrond. Ze deed haar uiterste best om haar gezicht in de plooi te houden.
175 Als procuratiehouder kon hij zich een en ander permitteren. Binnen de bank was hij behoorlijk onschendbaar.
176 Indien Verhelst zich echter met internationale transacties ging bemoeien, nam hij een niet te onderschatten risico.
177 In de voorbije week was hij twee keer door een vrouw aan de deur gezet en dat lag hem zwaar op de maag.
178 De kans dat getuigen de moordenaar het huis van Provoost binnen of buiten hadden zien gaan, was bijzonder klein.
179 Hannelore bewonderde hem eigenlijk wel. De manier waarop hij de dingen observeerde, maakte haar een beetje jaloers.
180 Van In had geen last van de wetenschappelijke beperkingen waaronder het gros van de intellectuelen gebukt gaat.
181 Hij laat haar binnen. De vrouw overmeestert hem, slaat hem in de boeien en vermoordt hem een paar uur later.
182 Stel je voor dat ooit uitlekt dat Versavel zich al wederrechtelijk toegang heeft verschaft tot hun computer.
183 Er moest bijgevolg een verband bestaan tussen de stad Rome en de schuilplaats van de voortvluchtige.
184 De ex rijkswachter trok bedachtzaam het cellofaanpapier van een pakje kauwgom met pepermuntsmaak los.
185 Ze denken dat de oplossing van een probleem recht evenredig is met de complexiteit ervan. Niets is minder waar.
186 Jos Brouwers wist dat een correcte analyse van een probleem meestal de helft van de oplossing ervan vormde.
187 Ze waren beschaamd dat hun oudste broer slechts rijkswachter was geworden. Maar ieder drama heeft zijn keerpunt.
188 Als hij zo snugger is als iedereen beweert, weet hij duivels goed dat die transactie te traceren is.
189 Aerts rekent erop dat het gerecht hem over een paar maanden vergeten is. In zijn plaats zou ik hetzelfde doen.
190 Bij het op een na laatste reisagentschap had hij geluk gehad. Brouwers had zijn smoes met veel verve gebracht.
191 Van een grijze herfstlucht was daar niets te merken. De badplaats pronkte onder een azuurblauwe hemel.
192 Voorbij het gebouw van de reddingsdiensten sloegen ze linksaf in de richting van het Oosterstaketsel.
193 Aan het eind van de pier stond een houten loods die als café restaurant fungeerde. Het terras zat stampvol.
194 Versavel rolde zijn hemdsmouwen op en strikte zijn das los. Niemand had in hem nog een politieman herkend.
195 Het idee om hem het vuur aan de schenen te leggen door zijn epigonen uit te roken, klonk een stuk veiliger.
196 Dat bewees dat haar metamorfose geslaagd was. Carine bekeek zich in het spiegelglas van een etalage.
197 Muys reageerde alert. Hij drukte de knop van de intercom in en verzocht zijn secretaresse een asbak te brengen.
198 Kaderleden hadden immers recht op vijf eenheden per maand. Die werden per speciale koerier geleverd.
199 Tenzij uw vrouw er natuurlijk mee akkoord gaat dat haar man af en toe een katje in het donker knijpt.
200 Vandaele had de Love plotseling opgedoekt en er deden geruchten de ronde dat daar iets vreselijks was gebeurd.
201 Van In beschikte over geen enkel hard bewijs dat de vzw hulp verleende op basis van een ideologische voorkeur.
202 Ik walg van jullie soort en ik kan u één ding beloven: de dag komt dat ik u persoonlijk in de boeien sla.
203 Versavel keek zijn baas met grote ogen aan. Die grabbelde zijn laatste sigaret uit een verkreukt pakje.
204 Net bij de voet was het snoer doorgeknipt. De draad is duidelijk nadien weer onder de lamp geschoven.
205 Onlangs had hij op de televisie een film gezien waarin een gevangene op een bed met springveren werd vastgemaakt.
206 Hij voelde zich een beetje schuldig. Als hij eerlijk was, moest hij toegeven dat hij er toen van had genoten.
207 Een paar seconden later rolde een donderslag over de daken. Midden op de dag werd het plotseling nacht.
208 In een democratie kreeg de meerderheid altijd het laatste woord. Of die ook gelijk had, was een andere vraag.
209 Het kan me geen barst schelen, maar ik vind dat we ondertussen moeten roeien met de riemen die we hebben.
210 De moordenaar van Provoost heeft blijkbaar de tijd genomen om het huis grondig te stofzuigen en te dweilen.
211 Ze hoefde niet iedere passagier over dezelfde kam te scheren. De eerste hitte overviel hem als een droog saunabad.
212 Niet voor lang echter. Na twee minuten stroomde het zweet in dunne beekjes tussen zijn schouderbladen.
213 Het duurde amper een kwartier voor de bende ongeduldige vakantiegangers in kleurige busjes werd afgevoerd.
214 Het kantoor van Avis was nauwelijks groter dan de lichtbak met het bekende rood witte logo van de firma.
215 Gelukkig reageerden de autochtonen hoffelijk wanneer hij een bocht te ruim nam of te veel naar rechts uitweek.
216 Nog voor Versavel van zijn verrassing bekomen was, zwaaide het drie meter brede hek geruisloos open.
217 Joris was een bijzondere jongen geworden omdat een pientere scenarist een uitzondering tot norm had verheven.
218 De nauwe straatjes, de armtierige terrassen en de schreeuwerige reclameborden deden hem weer aan Napels denken.
219 Iets wat trouwens uiterst zelden gebeurde. De fiets paste in ieder geval bij haar nieuwe status van steuntrekkende.
220 Het frame zat onder de roestvlekken en de ketting piepte als een nest in de steek gelaten vogeljongen.
221 Vrouwen in nood vonden steeds vlugger de weg naar de Zorghe en dat scheelde een pak op haar jaarlijkse bonus.
222 Ze had een leuk snoetje, brede schouders en onder haar dunne jack tekenden zich twee perfecte borsten af.
223 Van In had daar geen aandacht aan besteed, maar plotseling bezorgde dat beeld hem een angstig visioen.
224 Hannelore liet zich een zoen welgevallen. Mannen zouden nooit begrijpen hoe ongerust vrouwen kunnen zijn.
225 In ruil voor die vriendendienst had de ex commando een commissieloon van duizend Maltese pond bedongen.
226 Het was zo heet dat zelfs de toeristen beschutting zochten in de schrale schaduw van een solitaire palmboom.
227 De stad was omringd met hoge vestingmuren die de mediterrane hitte opslorpten als oude woestijncactussen.
228 Normaal was hij zeer matig met alcohol. Bovendien had hij de voorbije week al twee keer zwaar gezondigd.
229 Hij antwoordde niet, maar hief zijn glas. Secondelang keek hij door de parelende wijn naar de diepblauwe hemel.
230 Dat had zelfs een olifant kunnen aanvoelen. Brouwers voelde nattigheid en probeerde wanhopig de brokken te lijmen.
231 Brouwers herinnerde hem aan zijn familie. De notoire oplichter genoot plotseling zijn volste sympathie.
232 Jane schortte haar jurk op en kruiste de benen. Brooks vond dat het stilaan tijd werd om op te stappen.
233 Versavel besnuffelde zijn oksel en trok een vies gezicht. Daarna concentreerde hij zich op het koffiezetapparaat.
234 Van In dacht even dat hij op een filmset was aanbeland waar de regisseur net cut geschreeuwd heeft.
235 Straks beschikte ieder gezin over zijn eigen privé flik. Van de zware criminaliteit daarentegen lag niemand wakker.
236 Zijn hersenen maakten een merkwaardige hormonencocktail aan die zijn bloed omtoverde tot een kolkende bergstroom.
237 Deze disharmonie tussen natuur en commercie bood echter ook een voordeel: toeristen meden de plek als de pest.
238 Een vijftiental gehandicapten met bijna evenveel begeleiders had het leeuwendeel van de tafels ingepalmd.
239 Ze vormen alleen het bewijs dat Herbert een transseksueel was en dat werpt een nieuw licht op de zaak.
240 Als vrouw daarentegen past hij perfect in het perfide circuit dat Vandaele en consorten hebben gecreëerd.
241 De Love fungeerde als een bordeel voor een uitgelezen elite, van wie verondersteld werd dat ze heteroseksueel was.
242 Naast haar zat de jongeman wiens gezicht onder de chocoladesaus zat. Een begeleidster veegde zijn mond schoon.
243 Van In stak zijn hand op toen de ijsjesverslindende jongeman hem op een kwijlende glimlach trakteerde.
244 Op de lijst die je me hebt bezorgd, staan namen van invloedrijke mensen. Het zou wel eens kunnen dat.
245 Aan zijn verstrakkende kaakspieren was duidelijk te zien dat hij zijn best deed om zich te beheersen.
246 Maar nu onze strategieën op elkaar afgestemd zijn, kijk ik met spanning uit naar de ontknoping van beide zaken.
247 Het gesprek had amper tien minuten geduurd en de uitkomst ervan was voor beide partijen bevredigend.
248 Carine gebaarde dat ze hem wilde spreken. In haar uniform zag de jonge agente er allesbehalve sexy uit.
249 Misschien is die Ilse een lesbienne die van haar functie profiteert om af en toe een liefje aan de haak te slaan.
250 Zijn voornaamste hoop lag in de identificatie van Herbert, maar ook die speurtocht had vandaag niets opgeleverd.
251 Van twee ziekenhuizen kregen ze morgen bericht. Als dat negatief was, stonden ze voor een onmogelijke opdracht.
252 We dansen met zijn allen op het slappe koord en proberen met alle middelen ons wankel evenwicht te bestendigen.
253 Hij was bijna vergeten dat ze vandaag naar de gynaecoloog was geweest. Een vruchtwaterpunctie was geen pretje.
254 Vanuit het raam hield hij iedere auto die het parkeerterrein van het restaurant opreed scherp in de gaten.
255 Indien het een olympische discipline was geweest, had William de oudjes met plezier hun medailles gegund.
256 William had twee dagen in een euforie geleefd, twee dagen die niet langer dan een nanoseconde hadden geduurd.
257 Penelope was een gesofisticeerde vrouw van rond de veertig met slappe, gladde borsten en grote, treurige ogen.
258 Brouwers had op zijn hotelkamer tweemaal na elkaar gemasturbeerd en dat was al een hele tijd geleden.
259 De kattenbak was in weken niet ververst en verspreidde een pregnante geur die haar de keel dichtsnoerde.
260 Ze herkende de platte geur van slappe kostschoolkoffie die te lang op een verwarmingsplaat heeft gestaan.
261 Mannen zien alles groots. Als ze een theelepeltje van hun smurrie kwijtraken, spreken ze al van een emmer.
262 Linda grijnsde breed. Haar gebit vertoonde veel gelijkenissen met een conglomeraat van zwarte lavastenen.
263 Hannelore gruwde van de blauwe spataderen en de harde, verschraalde huid die haar plompe kuiten omspande.
264 Na de eerste trek voelde ze zich als een communist die zijn joodse buurman aan de Gestapo heeft verlinkt.
265 De schurk laat nooit ofte nimmer zijn prooi los. Voor iedere dienst verlangt hij een tegenprestatie.
266 De vlammen likten aan haar dijen. Het is merkwaardig hoe traag toeschouwers soms op een noodsituatie reageren.
267 Een strook huid van tien bij twintig centimeter leek op een slordig aangebrachte strook behangselpapier.
268 Tien minuten later was ze bijna even doorweekt als Linda, die voortdurend schreeuwde dat het genoeg was.
269 De rijzende zon kleurde de oude stad met de tinten van het palet van een impressionistisch schilder in.
270 Deze regel wordt door vele advocaten handig aangegrepen om hun cliënten uit de gevangenis te houden.
271 De boterhammen met kwark, die Hannelore vanmorgen voor hem had ingepakt, lagen ongeopend in de papiermand.
272 De meeste mannen die in die tijd dat soort van metamorfose wilden ondergaan, waren ouder dan vijfentwintig.
273 Aan het frietkraam bestudeerde een Frans echtpaar van middelbare leeftijd luidkakelend de menukaart.
274 Hannelore wankelde en kon zich nog net vastklampen aan Gerard, die onmerkbaar dichterbij was geschuifeld.
275 Naast hen waren een paar Japanners neergestreken en die fungeerden als lokvogels voor de rest van de groep.
276 Door de glas in loodramen konden zij hem niet zien, als ze hun neus tenminste niet tegen het glas aandrukten.
277 Hij was argwanend geworden sinds hij vorig jaar door een stel mooipraters voor vijftigduizend frank was opgelicht.
278 Als hij die door het raam gooide, zou het glasgerinkel de buren alarmeren. Dat hoopte hij tenminste.
279 Mijn eigen oude onderwijzeres kan zich nog haarscherp herinneren wat voor jurkje ik op mijn eerste communie droeg.
280 Toen zijn vader stierf, heeft Lodewijk het onderwijs vaarwel gezegd en het familiebedrijf overgenomen.
281 De oude kon wel eens gelijk hebben. In de vakliteratuur had hij daar destijds een en ander over gelezen.
282 Als zijn pupil huwde, voelde de pedofiel zich superieur aan de echtgenote, die hij als een tweede keus beschouwde.
283 Tijdens de vakantie konden de kinderen twee keer in de week op de school terecht voor een spelnamiddag.
284 Zijn wangen werden strakker, waardoor de steel van zijn pijp in een hoek van vijftien graden kwam te staan.
285 De moordenaar van Provoost had zichzelf verraden door het ritueel te herhalen dat hij als kind had ondergaan.
286 Ze zette thee en wilde pas opstappen toen de oude onderwijzer haar tot driemaal toe verzekerd had dat hij oké was.
287 Warme toast met boter en smeerkaas, een niet te versmaden maaltijd voor wie vijf jaar kotstudent was geweest.
288 Daar had zijn geschreeuw echter niets mee te maken. Ze stond op omdat ze dacht dat het huis in de fik stond.
289 Toen het meisje Brouwers vijf minuten later een ticket overhandigde, wist hij dat zijn vermoeden klopte.
290 Via de internationale inlichtingendienst informeerde hij naar het nummer van de rijkswacht in Zaventem.
291 Toen hij inhaakte, straalde hij als een jonge renner die net zijn eerste kermiskoers heeft gewonnen.
292 Wroeging knaagde aan zijn ziel. Het zag ernaar uit dat hij een jonge meid in het verderf had gestort.
293 Toen dat niet lukte, bukte ze zich voorover. Haar armen werden gehinderd door een rinkelende ketting.
294 Ze had contacten met diverse bladen en die betaalden hun mannequins goed. Zwart natuurlijk, gniffelde ze.
295 De fotograaf die gisteren discreet op de achtergrond was gebleven, had haar nu geboeid en geblinddoekt.
296 Daarna waren de anderen gekomen. Carine had geschreeuwd toen ze voor de eerste keer werd opengescheurd.
297 Bovendien had ze haar undercoveropdracht verknoeid toen de stinkende man haar politiekaart had ontdekt.
298 Een stervormige flits op het scherm verschrompelde tot een onooglijk punt. Het werd stil in de woonkamer.
299 Hij voelde zijn krachten afnemen. Diep in zijn borstkas kreunden twee rotte longen als verweerde blaasbalgen.
300 Dat was niet goed voor hen, zei men. Toch had geen enkele van zijn pupillen daar een trauma aan overgehouden.
301 De onderwijzer haalde een zakmes boven en sneed het touwtje door waarmee de bundel was samengebonden.
302 Hoewel de bedrieglijke middagtemperaturen de illusie van een late zomer creëerden, viel de avond behoorlijk tegen.
303 Die beloofde dat hij zich persoonlijk met de zaak zou bemoeien. Tien minuten later kwam er een antwoord.
304 Hij had zich vroeger altijd afgevraagd hoe vrouwen erin slaagden hun mannen af te richten tot gedweeë aapjes.
305 Tussen de kieren van de gesloten overgordijnen sijpelden gelige slierten licht naar buiten. Brouwers belde aan.
306 Er was alleen het geluid van de wind, die huilde over de polder. De ex rijkswachter vloekte binnensmonds.
307 Hij liep naar zijn wagen. In het dashboardkastje bewaarde hij een kleine, platte doos met wat inbrekersgereedschap.
308 Zijn gezicht stond zorgelijk. Het voorbije jaar had het gerechtelijk apparaat flinke klappen geïncasseerd.
309 Het kabinet van de procureur was luchtig en fris. Hier geen stapels muffe dossiers in kromgetrokken rekken.
310 Als jij voor gefundeerd bewijsmateriaal zorgt, zal mijnheer de procureur generaal gauw een toontje lager zingen.
311 William Aerts werd geboeid en onder begeleiding van twee stoere gendarmes in gevechtskledij naar binnen gebracht.
312 Zoals alle ruimtes waarin mensen ondervraagd worden, blonk ook deze kamer niet uit door een knusse inrichting.
313 Aerts richtte zijn hoofd op. Hij wreef over zijn stoppelbaard en nam de politieman in een korte flits op.
314 Het andere was een schuldbekentenis voor datzelfde bedrag. Dat gold trouwens voor alle tussenkomsten van de vzw.
315 Het ging meestal om mensen die met een tijdelijk financieel probleem zaten en nergens anders terecht konden.
316 Het geld werd officieel weggeschonken aan de minderbedeelden, maar officieus gerecupereerd via renteloze leningen.
317 Hij wilde van Vlaanderen een modelstaat maken en om dat te verwezenlijken, diende eerst de discipline hersteld.
318 Alleen wie de verleiding van de dictatuur heeft geproefd, kan weerstand bieden aan de lokroep van uiterst rechts.
319 Aerts staarde wezenloos voor zich uit. De stress van de voorbije twee dagen begon zijn tol te eisen.
320 Toen Aerts op zijn achttiende besloot naar de universiteit te gaan, lieten ze hem vallen als een baksteen.
321 Nu mochten anderen scheten in brand steken, insecten vreten of in hun blote bast over het marktplein draven.
322 Een mooiere wraakneming voor het leed dat ze zijn tweelingbroer hadden aangedaan, had Dani zich niet kunnen wensen.
323 Toen hij Aerts begerig zag kijken, belde hij de meldkamer en stuurde een agent om een nieuwe voorraad rookgerei.
324 Neemt u rustig de tijd, want de kans dat u dit gebouw binnen de vierentwintig uur verlaat, is behoorlijk klein.
325 Hij had de indruk dat Aerts zijn vel probeerde te redden en alleen die dingen losliet die in zijn kraam pasten.
326 Uiteindelijk was hij de enige, echte moordenaar en voor politiemensen golden geen verzachtende omstandigheden.
327 Een uur geleden had hij het besluit genomen alles op te biechten. Eigenlijk was hij een beetje trots.
328 Alles was netjes opgeruimd. Het interieur leek op een plaatje uit een handboek voor binnenhuisarchitecten.
329 Hannelore trok voorzichtig de laden van de grenen commode open en woelde door de lingerie van de verdwenen agente.
330 In de hoek van de kamer prijkte op een houten rek een klein televisietoestel met een ingebouwde videorecorder.
331 Alle instrumenten lagen netjes op een rij. Het was immers niet de eerste keer dat hij in een snuff movie optrad.
332 De genodigden namen plaats op de klapstoelen die buiten het schijnsel van de spots stonden opgesteld.
333 Hij zag er vermoeid en bleek uit. Hannelore trakteerde hem op een flauwe knipoog en wees naar achteren.
334 Ze verstijfde bij het zien van de lederen kap die op minder dan dertig centimeter boven haar gezicht zweefde.
335 Ze wilde schreeuwen, maar toen dat niet lukte, sloot ze opnieuw de ogen. De man begon hitsig te pompen.
336 Carine sloeg voorzichtig haar oogleden op. Pas nu bemerkte ze de serveerboy met de folterwerktuigen.
337 Brys plaatste de nageltang op de rijpe tepel en wachtte tot Vervoort de perfecte kadrering had ingesteld.
338 Ik zie niet in waarom we de staat met een duur proces op kosten zouden jagen. Gerechtigheid is geschied.
339 In principe had hij gelijk, maar als substituut van de procureur moest zij ervoor zorgen dat de wet werd toegepast.
340 Hij heeft zich min of meer vrijwillig aangegeven en beroept zich op het principe van strafuitsluiting door dwang.
341 Twee weken geleden had ze haar koffers gepakt. Ze was het beu steeds in zijn schaduw te staan, had ze gezegd.
342 De verloren tijd kon nooit meer worden ingehaald. Gerda vond dat ze eindelijk recht had op een eigen leven.
343 Brouwers nam een slok van de cognac, duwde de loop van het pistool in zijn mond en haalde de trekker over.
344 Het tijdstip van de ondervraging was niet toevallig gekozen. De commissaris wist dat hij gelogen had.
345 William sleurde het lijk in de koffer van zijn wagen. Toen hij de klep wilde dichtslaan, hoorde hij gekreun.
346 Alles verliep vlekkeloos, tot Dani zes maanden later weer opdaagde en extra geld eiste voor een nieuwe operatie.
347 De manier waarop hij in uitzonderlijke omstandigheden met een apart gevoel voor humor kon reageren, beviel haar.
348 Er kwamen trouwens weinig mensen zo ver de onderkelders in. Haar weving pikte in de verte het gepiep van ratten op.
349 Met moeite trok ze zich van de drempel van hysterie terug. Ze moest aan iets anders dan ratten denken.
350 Omdat ze niet om wilde kijken, bleef ze naar de deur staren en over het onoplosbare raadsels piekeren.
351 Een kille woede maakte de olijfbruine huidskleur zo donker dat het litteken op haar wang bleek afstak.
352 Niemand wist waarvan hij was gemaakt, maar het was zo hard als staal, afgezien van het licht hellende bovenvlak.
353 Dat laatste zou niet gebeuren als hun verdenking juist was. Nee, geen verdenking, het was zekerheid.
354 Seaine mocht van geluk spreken als Saerin om haar mening zou vragen, laat staan haar advies, voor ze iets besloot.
355 Yukiri werd omgeven door de saidargloed en ze schermde de vrouw die op de Zetel zat zwijgend volkomen af.
356 Talenes gezicht leek een masker van doodsangst. Ze beefde en hijgde zo hard alsof ze spannen ver hard gerend.
357 Talene keek met uitpuilende ogen naar het plafond en kneep ze toen stijf dicht, maar ze schoten meteen weer open.
358 Talene krijste tot ze geen lucht meer in haar longen had en gierend lucht naar binnen zoog om verder te krijsen.
359 Iemand zuchtte hoorbaar en Seaine besefte dat zij niet de enige was die de wereld op de kop vond staan.
360 Saerin had harder moeten werken dan wie ook om de stola te winnen en daarmee het recht om in de Toren te blijven.
361 Ik zal jullie helpen en alles vertellen wat ik weet, maar ze zullen ons allen doden als we niet vluchten.
362 Donder en sneeuw, de ergste soort winterstorm, de allerwoeste. Het was niet echt koud in het vertrek, maar.
363 Ze at amper en was nauwelijks in staat om raad te verschaffen. De jacht op de moordenaar nam haar geheel in beslag.
364 Drie dagen eerder zou die gedachte Elayne hebben laten huiveren, maar nu was het slechts een van de vele gevaren.
365 Bloedvuur, ik heb honderden problemen, sommige zelfs vlak onder mijn neus in het paleis, en ik heb hen nodig.
366 Vreemd genoeg bevond de ereplaats van de koningin zich het verst van de hitte van het vuur. Nou ja, het zij zo.
367 Ze hielden slemppartijen en zochten ruzie en vielen vrouwen lastig die niet van hun uitsloverij gediend waren.
368 Wonder boven wonder reageerden de twee vrouwen voor haar vrijwel op dezelfde manier. Dyelin gromde van ergernis.
369 Elayne had haar bij hun aankomst in Caemlin een landgoed geschonken en dat schriftelijk laten vastleggen.
370 Beiden konden urenlang naar willekeur en nagenoeg over van alles, zelfs over de kleur van houtskool, bekvechten.
371 Dat valt slecht bij mensen van hoge en lage stand, heel slecht. En het laatste dat je hier wilt, is een opstand.
372 Iedere zuster kende dat gevaarlijke verlangen. Een gebaar naar de andere twee maakte dat die zichzelf inschonken.
373 Iemand die redelijk behoedzaam handelde en behoorlijk sluw was, zou dat pad volgen en kunnen slagen.
374 Elayne wilde met haar hand langs haar slaap wrijven, maar herstelde zich door haar haren te schikken.
375 Een ferme greep op allerlei zaken en een dapper hart zijn nutteloos als mensen je niet als koningin erkennen.
376 Elayne haalde diep adem. Ze had deze kwestie van alle kanten bekeken en zag geen andere mogelijkheid.
377 De donkerrode wijn spoot uit haar mond. Proestend trok ze een kanten doekje uit haar mouw en depte haar kin.
378 Hoe meer je uitlegde, hoe meer verklaringen er nodig waren, tot je je alleen maar daarmee bezighield.
379 Het paste goed bij de donderslagen buiten, ik heb alles op het spel gezet op de dag dat ik thuiskwam, Dyelin.
380 Er was maar weinig waar ze bang voor was, maar de verhalen over de Seanchanen hadden haar beslist angst aangejaagd.
381 Haar gezicht stond heel strak, maar boosheid streed met haar verlegenheid, waarbij de eerste de overhand kreeg.
382 Birgitte kwam naast haar staan en maakte een gepaste buiging om de beker uit haar hand over te nemen.
383 Het was net of ze zich doodgeschrokken was en erop rekende dat dit binnen enkele tellen opnieuw zou gebeuren.
384 Uw overeenkomst zal op de juiste tijd worden nagekomen. Nu hebben we echter belangrijker zaken af te handelen.
385 Ze griste een gouden reukdoosje van een van haar halskettingen, drukte dat tegen haar neus en ademde diep in.
386 Elayne wist zeker dat er een manier moest bestaan om hen te laten inbinden, maar ze had die nog niet gevonden.
387 Zaide fronste even en frunnikte wat aan het oogglas van de kijker, dat op dezelfde hoogte zat als haar hoofd.
388 Dit klonk niet goed. In de ogen van de golfvrouwe hadden ze zojuist blijkbaar een nieuwe overeenkomst gesloten.
389 Nu tenminste. Ze zouden tot hun eigen nadeel ondervinden wat het betekende om de huisvrouwe als vijand te hebben.
390 De mannen wisten natuurlijk dat iemand saidar had geput, ook al konden ze de gloed rond de drie vrouwen niet zien.
391 Elayne kreeg spijt dat ze aan haar impuls had toegegeven, maar ze was niet van de plan de Bron los te laten.
392 Reene wist niets van saidar of saidin. Ze had zich meteen bij hun binnenkomst met boze ogen tot de mannen gewend.
393 Nou, zijn gezag was hier niets waard. Rustig ging ze weer zitten waarbij ze de tijd nam om haar rok te schikken.
394 Maar de binding liet haar... concentratie voelen. Een aangelegde pijl, klaar om afgeschoten te worden.
395 Maar tenzij de koninginnegarde wordt toegelaten, beloof ik u dat er nog geen krielaardappel uw poorten binnenkomt.
396 Niettemin ben ik bereid bezoek toe te staan wanneer u dat vraagt. Overeengekomen bezoeken onder begeleiding.
397 Nog ietsjes meer en ze zou met saidar toeslaan. Met moeite bedwong ze haar woede tot een uiterlijke kalmte.
398 Eigenlijk was er helemaal geen keus. Ze liet de koppeling met de andere twee geleidsters gaan en liet saidar los.
399 Ze stonden schouder aan schouder en vormden een grimmige muur tussen haar en de mannen. Geen goede muur.
400 Ze hadden heel veel uitgelegd, maar het voornaamste was dat ze niemand mocht zeggen wat er ging gebeuren.
401 Zij had het graag exact willen weten, maar een kind werd geboren zonder voorkennis van wat er ging gebeuren.
402 Ze hield de dikke wol strak om zich heen en haar eerste gedachte was snel het vertrek uit te schieten.
403 Toen pas wandelde ze de kamer uit, gevolgd door Nadere, met de wens het nog beter afgehandeld te hebben.
404 Ik zou het verboden hebben als die man in de geborduurde jas niet had omgekeken om je billen te bewonderen.
405 Tamela met haar vierkante knokige gezicht en de knappe Viendre met haar arendsprofiel en blauwe ogen.
406 Ze voelt wellicht door jullie binding een deel van wat jullie met elkaar delen, maar slechts een beetje.
407 Monaelle ging sierlijk op de vloer zitten, met gekruiste benen, op twee pas afstand van de naakte vrouwen.
408 Als je weifelt of twijfelt, is je toewijding niet sterk genoeg. Dan stuur ik je weg en dat betekent het eind.
409 Ik zal vragen stellen en jullie antwoorden naar waarheid. Als je weigert te antwoorden, zul je worden weggezonden.
410 Natuurlijk mogen jullie op elk tijdstip uit jezelf weggaan. Waarmee dit alles ook voor eeuwig is afgelopen.
411 Je zult slap worden en je gekoesterde moed verliezen als je in het stof aan het huilen bent. Die dag zal komen.
412 Aviendha fronste eveneens en wilde wat zeggen, maar Tamela drukte haar schouders omlaag en begon te praten.
413 Ontken het en je ontkent jezelf. Je vond het prettig als mannen naar je keken en schonk hun een glimlach.
414 Stamhoofden zullen je niet langer serieus nemen en bij jouw woorden slechts de wind horen. Pas op nu het nog kan.
415 Wellicht zal je man jou nog zien zoals hij je de eerste keer zag, maar geen enkele andere man zal van je dromen.
416 Je vlees wordt zwak maar je bent ook hart en geest en die veranderen slechts door sterker te worden.
417 Opnieuw namen de wevingen hun woorden op en lieten ze tegelijk weer los. In hun stemmen klonk een lach door.
418 Mijn hart is een en al stof omdat ik naar zijn liefde verlang, maar ik weet niet of hij ooit van me zal houden.
419 Voorzichtig voelde ze aan haar wang en kromp ineen. De rest van de dag zou de handafdruk te zien zijn.
420 Laat die klappen gelden voor alle klappen die je elkaar nog wilt geven. Jullie hebben toh jegens elkaar.
421 Toh kun je niet terugbetalen en je zult het niet proberen, want elke vrouw is haar eerstezuster iets verschuldigd.
422 Iets van dien aard. Ze dacht niet aan zichzelf als ik, ze dacht in het geheel niet, maar ze was zich bewust.
423 Als ze had geweten hoe ze moest krijsen, als ze had geweten wat gekrijs was, zou ze hebben gekrijst.
424 En toen opeens licht, verblindend, vol wervelende patronen. Ze voelde zich zwaar, had nooit eerder zwaarte ervaren.
425 Hetzelfde geluid, dezelfde ruimte. Eenzaamheid overheerste, onherkenbaar, maar er was ook voldaanheid.
426 Dit kleine kamertje van zeil was de werkelijkheid. Ze had slecht geslapen en ze voelde zich zweverig en uitgeput.
427 Ze had zich ook verslapen en dus was er geen tijd meer voor het ontbijt. Met tegenzin gooide ze haar dekens opzij.
428 Jammer voor hem dat hij haar niet had bevolen te stoppen met denken. Ze kon hem voelen, achter in haar hoofd.
429 Ze liet haar ring in de kist liggen, verstopt in een fluwelen beursje onder vele andere dingen. Ook bevolen.
430 Ze had een dik gewaad uitgekozen van fijngeweven wol en het was zo donkerrood dat het bijna zwart leek.
431 Hier en daar spraken enkelen mompelend met elkaar, maar de rest meed elkaars blik, zelfs leden van dezelfde Ajah.
432 Een tiental kleinere stenen huisjes was gebouwd voor tien Toegewijden en ook daar was een huis in aanbouw.
433 Een heel scherp botje. Erger nog, ze had ruim een span door de bossen gezwoegd voor ze bij de muur was beland.
434 De ingeklonken grond was opgeruimd, een werktaak die de mannen in opleiding voor zonsopgang moesten uitvoeren.
435 Hoe een vrouw hier kon blijven in de wetenschap van wat haar man feitelijk was, ging Toveines begrip te boven.
436 Een in een roodwitte mantel afgezet met zwart bont en de ander... Toveines wenkbrauwen rezen hoog op.
437 De ander droeg een groene Kandoraanse broek en een jas in de stijl van de kapitein generaal van de garde.
438 Hij droeg een zilveren zwaardspeld op de hoge kraag en keek haar nieuwsgierig aan zonder echter in te houden.
439 Hij zou weldra naar buiten komen. Hij had haar gezegd gereed te staan wanneer hij naar buiten stapte.
440 Ruw geschreeuw van de mannen volgde haar in de straat en lachende kinderen wezen toen ze voorbijholde.
441 Ze sprong, tolde rond en schopte, maar de honden bleven haar aanvallen. Ze kon wel gillen van ergernis en woede.
442 Een schreeuwende vrouw in bruin wollen kledij zwaaide met een zware mand naar de hond die aan Toveines rok trok.
443 De emmer van een gezette vrouw trof de ribben van een gevlekte bruine hond en hij ging er jankend vandoor.
444 Telkens als ze het huis zag, verbaasde het haar. Andere huizen hier waren even groot en twee zelfs nog groter.
445 Een alledaags houten huis met een verdieping, hoewel de rode deur, de luiken en vensters vreemd aandeden.
446 Ze wachtten gewoon. Geen van hen droeg een mantel, hoewel hun adem bleke wolkjes voor hun gezichten vormde.
447 Zo was het elke ochtend geweest als ze zich kwam melden, hoewel er niet altijd dezelfde mannen stonden.
448 Vroeg of laat zou er op hen worden gejaagd en elke inlichting die kon helpen hen te vinden, zou nuttig zijn.
449 De rode deur ging open en de mannen richtten zich op, maar het was niet Logain die naar buiten stapte.
450 Ik prijs mezelf gelukkig dat het me slechts vier dagen kostte om hem ervan te overtuigen mij de kans te geven.
451 Hij rolde een zilveren muntstuk tussen zijn vingers door en leek er even nauwkeurig op te letten als op Logain.
452 Met het aantal waarmee hij is teruggekomen, verbaast het me dat hij niet ook de kippetjes en lammetjes meenam.
453 De Toren nam alleen meisjes van onder de vijftien op wanneer ze al een eerste begin met geleiden hadden gemaakt.
454 Logain knikte langzaam. De anderen keken elkaar zwijgend aan met gezichten die uit steen leken gehouwen.
455 Voortdurend had ze het gevoel dat hier kostelijke feiten verborgen lagen. Maar net buiten haar greep.
456 Toveine probeerde net te doen alsof ze niet had staan luisteren en de namen in haar geheugen had gegrift.
457 In plaats daarvan volgde ze de andere vrouw gedwee de rode deur in. Het had geen zin er tegenin te gaan.
458 Ze zal gauw komen en vindt hem haar zonnetje aan de hemel, dus kunnen we belangrijke zaken maar beter nu bespreken.
459 Wellicht zijn er nog andere groeperingen en er zijn beslist mannen die niet doorhebben dat er groeperingen bestaan.
460 Daarmee kan het, hoop ik, beginnen. Als we nog enkele anderen overhalen, zal dat zeker het begin zijn.
461 Ondanks de kou stroomden wagens, karren en mensen door de straten die de terrasheuvels van de stad bedekten.
462 Het kon niemand wat schelen wie er naast hem stond en zelfs de beurzensnijders beoefenden niet hun vak.
463 Verzamelpunten van kennis met geleerden en wijzen uit alle windstreken. De naam maakte geen verschil.
464 De drakenkop met gouden manen op de rug van zijn hand glinsterde metalig, maar leverde hier geen gevaar op.
465 Het open luik van die doos gloeide door het vuur erbinnen en uit een smalle hoge schoorsteen kringelde rook.
466 Minder dan de keren ervoor, maar nog steeds te veel en sommige namen verschenen reeds als hij even zijn ogen sloot.
467 Blauwwitte banen liepen over de voorkant van zijn donkere fluwelen jas vanaf zijn nek bijna tot aan zijn knieën.
468 De magere grijzende vrouw die geduldig naast hem stond af te wachten, leek evenmin bang uitgevallen te zijn.
469 En of dat nu vanuit hetzelfde geloof voortkwam, het was in elk geval pragmatisch en hij vond dat verder best.
470 Hij keek weer naar het raam en maakte opnieuw dat ene plekje ijsvrij. Misschien kon je met dat ding water koken.
471 Tenminste de wereld die vandaag voor hem van belang was. Cairhien was niet langer het slagveld voor een strijd.
472 Onder hem liet de kale man de anderen van de wagen afstappen, waarna hij zich vergenoegd in de handen wreef.
473 Hij was er zeker van dat Cadsuane haar aandacht volledig op hem had gericht, al deed ze net of dat niet zo was.
474 Ik zal het pas geloven als hij wat verder komt dan vijftig pas voor er stukken kapot gaan of vastlopen.
475 Hij herinnerde zich nu die Mervin weer, met zijn ontwerp dat op een tafel stond te schudden en niets deed.
476 De mannen onder hem liepen vastberaden rond alsof ze in het geheel geen mislukking hadden meegemaakt.
477 Er waren tijden dat de stem heel normaal klonk terwijl die de gekste dingen zei. Ze stonden hem aan te kijken.
478 Hij zou haar toestaan hem tot haar dood te laten volgen, want hij was niet sterk genoeg om haar weg te houden.
479 Ze was druk en overbodig bezig haar rok glad te strijken als een vrouw die onder zware druk haar mond moet houden.
480 Al klaagde ze zo nog zoveel over de dromers en wijsgeren, boven alles wilde ze een zo goed mogelijke School.
481 Haar eenvoudige bruine jas en kniebroek leken veel op wat ze bij hun eerste ontmoeting in Baerlon had gedragen.
482 Ze hadden al genoeg gezien en gehoord. Hij stuurde hen weg en bezwoer hen te zeggen dat hij er nooit geweest was.
483 Zijn knieën leken van water en hij wankelde. Een gezicht schemerde even in zijn hoofd en verdween weer.
484 Hij schoof de band van de leren tas over zijn vrije schouder. De mannen op het erf waren nog aan het werk.
485 Ze hield zich even in om haar rode handschoenen aan te trekken, waarna ze met haar voet op de vloer tikte.
486 Over zijn redenen, hoopte hij, en hopelijk over de waarheid. De duizeligheid en misselijkheid verdwenen langzaam.
487 Ze kreunde van inspanning, maar was niet van plan de andere tas met boeken in de sneeuw neer te zetten.
488 Je probeert iedereen in de war te brengen die probeert uit te zoeken waar je bent en wat je van plan bent.
489 En vervolgens uiteraard het echte spoor. Je pakt ze aan wanneer ze dat het minst verwachten, heb je gezegd.
490 Ik betwijfel of ik zomaar kan ophouden als Dashiva en die anderen opeens opduiken om te zien wat er gaande is.
491 In die herberg brandt een warm vuur. Ik hoop dat je mij en jezelf nog wat warm eten gunt voor we echt vertrekken.
492 Hij spoorde in een opstuivende wolk sneeuw zijn paard aan en haalde haar in. Zwijgend reden ze verder.
493 Er bleven slechts enkele nieuw aangekomenen in Tanchico, en die kon de stad gemakkelijk onderhouden.
494 Naar het oosten blies de wind, span na span, soms luwend en soms aanwakkerend, maar hij ging nimmer liggen.
495 Het was nog steeds een grens, maar nu slechts in naam. De grensposten waren verlaten en de grenswachten verdwenen.
496 Masema hij zou de man nimmer de Profeet noemen, nimmer – was waarschijnlijk een dwaas en overduidelijk gestoord.
497 Neald gaf Elyas de teugels van zijn muiskleurige ruin voor hij met verbeten mond op zijn eigen gevlekte paard klom.
498 Dat deden vrouwen natuurlijk altijd al, maar soms dacht hij dat hij de ene wervelwind voor de andere had verruild.
499 Haar uitschelden was al erg genoeg, als zij het eerst begon. Het was trouwens dwaasheid om daar nu aan te denken.
500 Hij wilde de beweegredenen niet nog eens horen, nu niet en straks niet. En het scheen ook overbodig.
501 Hun door de zon verweerde gezichten verrieden net zoveel als een standbeeld, maar ze roken naar stalen speren.
502 Hij zag Gradi altijd als een boer, ondanks zijn zwarte mantel en het zilveren zwaard op zijn kraag, maar nu niet.
503 Het ware grauwe mensen in grauwe kleren die meestal angstig naar de straatkant uitweken. Er waren geen kinderen.
504 Overal waadden groepen gewapende mensen door de enkeldiepe modder die de avond tevoren sneeuw geweest was.
505 Maar weinig volgelingen hadden paarden, en hoe meer er te voet meegingen, hoe langer de reis zou duren.
506 De opluchting was bijna net zo groot toen ze de brug en de laatste wachters achter zich hadden gelaten.
507 En dat liet hij merken zodra ze de stad achter zich gelaten hadden en midden tussen lage, beboste heuvels reden.
508 De meeste takken waren kaal, en de paar overgebleven bladeren of naalden vlamden groen op tegen het wit.
509 Ze hadden de weg voor zichzelf, maar de vastgevroren sneeuw in de karrensporen dwong hen langzaam te rijden.
510 Balwer keek opzij om Perijn gade te slaan terwijl ze naast elkaar doorreden, ik heb twee nieuwtjes voor u, heer.
511 Ze zullen snel tot struikroverij vervallen. Ailron zelf is gevangengenomen, tezamen met zijn hele hofhouding.
512 Dus Amadicia had geen leger meer, en geen edelen om een ander leger bijeen te krijgen of aan te voeren.
513 Niemand schijnt te weten waar ze naartoe zijn gegaan. Anders gezegd, iedere tong geeft een andere richting aan.
514 Perijn kon zich een tijd herinneren waarin hij even weinig zorgen had als die havik. Vergeleken met nu tenminste.
515 De kleine man wilde alles weten, maar er waren een paar geheimen die niemand ooit te weten zou komen.
516 Paarden stampten ongeduldig, de rode mantels en de lange rode banieren aan de speren wapperden in de koude wind.
517 En de top van de heuvel was omsingeld door mannen uit Tweewater, die hun voetbogen in de hand hadden.
518 De man schudde zo heftig met zijn hoofd dat de grote witte pluimen op zijn glinsterende helm trilden.
519 Haar merrie met de slanke benen stond te rillen. Op haar flanken bevroren de vlokken van een woeste galop.
520 Tot op heden is nog niemand anders van de groep teruggekeerd; wellicht hebben de Aiel gevangenen gemaakt.
521 We waren ongeveer tien span ten zuidoosten van hier, dus zouden ze tegen de avond met nieuws terug moeten zijn.
522 Nooit dichtbij genoeg om je er zorgen over te maken of uit te zoeken of het om meer ging dan geruchten.
523 Annoura wisselde haar medelijdende blikken af met onderzoekende blikken vanuit haar ooghoeken naar de Wijzen.
524 Gradi en Neald hadden hun hoofd naar hem gewend en wierpen snelle, grimmige blikken in zijn richting.
525 Een voor een vervaagden de beelden die zijn geest in woorden veranderde, tot er slechts een bleef hangen.
526 Neem je manschappen nú mee naar je kamp en zorg ervoor dat je klaarstaat om op mijn bevel uit te rijden.
527 Ze trokken zich niet terug en drongen ook niet op zoals hij verwacht had. Daar was hij dankbaar voor.
528 Hij had Arganda afgebluft, maar er was geen reden om aan te nemen dat de man van gedachten was veranderd.
529 Gradi was vroeger boer geweest, nooit jager of woudloper. Neald vond elke plaats zonder stenen muur een dorp.
530 Haar groene ogen zagen het mes in zijn hand en ze plantte met ratelende armbanden de vuisten in haar zij.
531 Ga naar je tent. Als je je gedachten niet kunt beheersen, bedrink je dan tot je niet meer kunt denken.
532 Toch besloot hij zijn mannen op wacht te laten staan. Arganda kon proberen hem zand in de ogen te strooien.
533 Zijn grote tent – die van hem en Faile – was al neergehaald en samen met alle meubels op een wagen gebonden.
534 Samen stonden ze op de rotsrichel terwijl de schemering viel, en in het besneeuwde woud voor hen bewoog niets.
535 Waarna ze in een kuil kon vallen en haar nek breken. Maar nu had ze dringender zorgen dan haar echtgenoot.
536 Een ervan hield haar ellebogen strak op de rug gebonden, terwijl de tweede als een riem om haar nek was gebonden.
537 Ze hielden de streek waar ze doorheen trokken waakzaam in het oog en trokken als stille spoken verder.
538 Het enige geluid was het zachte geknisper van de sneeuw onder hun zachte, tot de knie reikende laarzen.
539 Perijn zou zeker naar haar op zoek gaan, maar de gedachte aan redding kwam niet eens in haar overwegingen voor.
540 Rolan was net zo breed als Perijn en bijna een hoofd groter en hij trok haar gewoon aan een handvol haren omhoog.
541 Al struikelend bewoog ze alle voetspieren als ze haar voet naar voren zette en voortdurend bewoog ze haar vingers.
542 Als dat gevoel verdween, zou haar nog maar weinig tijd resten. Span de spieren en stap, span de spieren en stap.
543 Ze moest met haar trillende benen in beweging blijven en ervoor zorgen dat haar handen en voeten niet bevroren.
544 Half verdoofd, misschien wel meer dan half, had ze niet gemerkt dat hij en de anderen waren blijven staan.
545 Niemand anders droeg een riem om de hals, maar bij de meesten waren de armen op de rug vastgebonden.
546 Het donkere haar op Alliandres rug werd door de wind rondgeblazen en uitputting tekende haar gezicht.
547 Ze snakte naar adem, haar roodgouden haar zat in de war en haar blauwe ogen staarden nietsziend voor zich uit.
548 Niettemin lukte het haar op eigen kracht te blijven staan toen een broodmagere Speervrouwe haar voet optilde.
549 Haar donkere gezicht stond woest door hun gepor in haar voeten en misschien vanwege hun snelle handtaai.
550 Maighdin zette zelfs haar tanden in de hand van een onoplettende Aiel en hield die als een jachthond vast.
551 Alliandre werd schreeuwend en trappend plat op de grond geduwd. Faile wilde nogmaals een bevel roepen.
552 Nee, wat doorstaan kon worden, moest worden doorstaan. Ze was van plan te ontsnappen, niet om iets zinloos te doen.
553 De afranseling ging door tot beiden zwijgend schopten en huilden en toen nog wat langer om het ze af te leren.
554 Misschien was de verloren tijd amper de moeite waard, maar het kon het verschil betekenen tussen leven en dood.
555 Opeens huilde een enorme windvlaag door het vertrek, waardoor het vuur als een kaars werd uitgeblazen.
556 Alleen dat ze haar prachtige wolf tot echte boosheid had gedreven, tot het punt dat er met dingen werd gesmeten.
557 Ze wist echter ook dat ze moest vluchten, dat ze in beweging moest blijven, omdat ze anders zou sterven.
558 Het monsterachtige houtvuur reikte tot hoog boven haar. Een hoge stapel dikke blokken vormde een laaiend vuur.
559 De hitte van de vlammen nam toe tot ze zich er van terugtrok, maar de bittere kou bleef in haar vastzitten.
560 Ze begon te krijsen vanwege de brandplekken en de vlijmende pijn, maar van binnen bleef ze een en al ijs.
561 Haar tanden klapperden tegen de kom terwijl ze gretig de stroperige dampende vloeistof naar binnen gulpte.
562 Gedachten druppelden als schaduwen naar binnen, maar wanneer ze ze trachtte vast te houden, verdwenen ze.
563 Ze dacht echter alleen aan de warmte, niet aan gepaste kleding, hoewel ze van beide zaken weinig bezat.
564 Maighdin, Alliandre en de anderen, ineengedoken op hun knieën en rillend in een deken vol sneeuwvlokken.
565 De honing was erg dik, een andere keer zou daarvan gewalgd hebben, maar nu werd haar honger er iets door gestild.
566 Ze waren echter bang dat jullie dood zouden vriezen en ze konden jullie alleen maar in hun jassen wikkelen.
567 Nou, niemand zou het gevaar van bevriezing hebben gelopen als Rolan en de anderen er niet waren geweest.
568 Hij wist in elk geval dat hij naar een vrouw zat te kijken. Licht, ze bewoog zich even lomp als een blinde os.
569 Ze nam een grote slok hete thee en dwong zich te bedenken hoe duizenden Shaido in haar voordeel konden werken.
570 Zandkleurige haren stroomden overvloedig omlaag en werden uit haar gezicht gehouden door een brede donkere doek.
571 Faile wist opeens hoe iemand in een draaikolk zich moest voelen, wanhopig grijpend naar een houvast.
572 Iemand die elke uitdaging volkomen wilde neerslaan en reeds in een achteloze blik een uitdaging kon zien.
573 U kunt een grote losprijs voor ons verkrijgen, groter dan u zich kunt voorstellen, en vrijspraak voor uw misdaden.
574 Mijn leenvorstin en ik eisen een passend onderkomen tot alles geregeld kan worden, en zo ook voor haar dienstmeid.
575 De armbanden, die tot haar ellebogen reikten, verschilden op dezelfde wijze van de armbanden van de twee Wijzen.
576 De ijzige wind deed haar mantel rimpelen, maar ze leek het niet te merken, net als de sneeuw op haar hoofd.
577 De wereld leek voorbij te vliegen toen ze half en half opveerde. Uren verstreken of haar hartslag vertraagde.
578 Faile had het gevoel dat ze zelfs nog omkeek toen de vallende sneeuw al een gordijn tussen hen vormde.
579 Slechts een ervan was een Aiel, een slanke rossige met een smal wit litteken van haargrens tot kaak.
580 Terwijl ze op de kaas kauwde, knoopte ze de laatste laarsveter vast en stond op, waarbij ze haar kleren gladstreek.
581 Ze wist niet hoeveel Shaido zich nu verplaatsten, maar het leek een heel grote stad, zo niet een gehele natie.
582 Haastig nam ze de mensen die vlakbij liepen op om er zeker van te zijn dat niemand hen kon afluisteren.
583 Ze hoorden haar bevelen op te volgen, maar ze liet haar woorden wegsterven voor ze ze had uitgesproken.
584 Ze hield haar hoofd in de kap gebogen en zorgde ervoor de langere vrouw niet rechtstreeks aan te kijken.
585 Ik zie vuur in jullie alledrie. Sommigen proberen nooit te ontsnappen, maar alleen de doden slagen erin.
586 Natlanders zijn niet als de anderen in het wit. Jullie zullen niet vrij zijn aan het eind van een jaar en een dag.
587 Haar dunne lippen krulden iets en als er al iets van gevoel merkbaar was, was dat er een van voldoening.
588 Iedereen besteedde al zijn aandacht aan het lopen door de sneeuw. Ze zouden het misschien niet eens zien.
589 Jullie en honderd anderen, dus zullen jullie weinig om handen hebben en doen wat echt van belang is.
590 Faile opperde maar niet dat eigenlijk een van hen diende te ontsnappen, laat staan dat ze dat bevel gaf.
591 Als Sevanna honderd bedienden heeft, kunnen we nooit zo dicht bij haar komen om nog iets op te vangen.
592 Als we één woord weglaten van wat we hebben opgevangen, kun je er zeker van zijn dat ze dat te horen krijgt.
593 Onze omstandigheden vormen een beproeving, om het maar zo te stellen, maar je dient eraan te denken wie ik ben.
594 Ze konden zich zeker voorstellen waartoe Therava in staat was en hen doden was misschien niet eens het ergste.
595 Opeens bemerkte ze dat, bijna verborgen in de sneeuw, een andere in het wit geklede vrouw hen in het oog hield.
596 Het ging niet soepel en vlot, maar ze leek het lopen in de sneeuw meer gewend te zijn dan de andere drie.
597 Nu lag er echter niets deemoedigs in haar ogen. Haar ronde gezicht stond hard en haar ogen keken scherp rond.
598 Ze bleef voortdurend omkijken en wierp behoedzame blikken om zich heen om te zien wie er in de buurt was.
599 Haar gelaatsuitdrukking gaf aan dat ze redenen had om hier te zijn die anderen nooit zouden doorgronden.
600 Haar dienaren zijn allemaal edelen, rijke kooplui of mannen en vrouwen die weten hoe ze edelen moeten bedienen.
601 De eerste keer dat je probeert te ontsnappen, geselen ze je voetzolen net zo lang tot je niet meer kunt lopen.
602 In feite keek ze net zo vergenoegd als Therava eerder en eigenlijk op dezelfde manier, wat het nog erger maakte.
603 Als zij wist dat jij in haar handen was gevallen... O, wees maar niet bang, ze zal het van mij niet horen.
604 Ze was boos geweest op Alliandre omdat die haar naam had genoemd en daarmee de aandacht had getrokken.
605 Nog erger. En ik meende nog wel me te verschuilen door niet de naam van mijn vader te noemen, dacht ze verbitterd.
606 Ze zaten in drie vallen verstrikt en elk van die drie was dodelijk. Gered worden leek opeens heel aantrekkelijk.
607 Ze haalde haar hand van haar eigen kraag en vocht zich al plannen makend een weg door de sneeuwstorm.
608 Hij draafde met zijn neus in de wind over de besneeuwde vlakte en joeg op een geur, op die ene kostbare geur.
609 Ze is hier niet en je zult hier sterven als je hier nog langer blijft. Zoek haar in de ontwaakte wereld.
610 Hij was doodop en hij voelde zich leeg en hol, maar de honger was niets vergeleken met de leegte in zijn borst.
611 Binnen was het halfdonker en er waren vele schaduwen, maar het zonlicht lichtte het heldere tentdoek op.
612 Hij lag op een veren matras in een groot bed met massieve bedstijlen vol ingewikkeld verguld snijwerk.
613 Onder haar reukwater rook Berelain naar verbazing dat hij wist dat ze hier was, maar haar stem klonk beheerst.
614 Arganda heeft ook een grote groep ruiters klaarstaan en heeft verkenners weggestuurd. Tegen mijn raad in.
615 Ik weet niet of hij gelooft dat een ander hetzelfde probeert, maar hij gelooft beslist niet dat onze Aiel dat doen.
616 De kleren die hij gedragen had, lagen netjes opgevouwen op een weelderig versierde reiskist met goudbeslag.
617 Haar blik op zijn rug voelde aan als liefkozende vingers, maar hij dwong zich om door te gaan alsof hij alleen was.
618 Ze zou niet het genoegen smaken dat hij zich vanwege haar ogen ging haasten. Hij keek niet naar haar.
619 Voorzichtig, om niet om te vallen. Stevige wollen sokken en dikke leren zolen zouden zijn voeten gauw warm maken.
620 Toen hij haar aankeek, glimlachte ze vaagjes, maar in haar grote ogen lag een glinstering van woede.
621 Faile bezat echt een haviksgeest. Ze zou zelfs kunnen denken dat her leuk was om zelf ook te verspieden.
622 Nee, hij zou niet kwaad op haar worden, zeker nu niet. Licht, ze zou inderdaad denken dat het leuk was.
623 Maar ze was wie ze was. Hij zou dankbaar moeten zijn dat ze zich netjes had gedragen tot hij zich had aangekleed.
624 Haar geur... Het enige dat hem te binnen wilde schieten was een wolf die een hert zag in een braambos.
625 Net op dat ogenblik zeilde Rosene met een wapperende blauwe mantel op een wolk van ijzige lucht de tent in.
626 Er stonden twee mannen uit Tweewater op wacht, maar de tenten waren neer en hij kon gepakte pakpaarden ontwaren.
627 Waarschijnlijk hoe ze Masema konden ombrengen zonder dat hij erachter kwam dat zij verantwoordelijk waren.
628 Hij keek even naar Berelains tent, maar de gedachte om terug te gaan liet zijn nekharen overeind komen.
629 Wat verderop stond nog een andere tent overeind, de kleinere gestreepte tent van Berelains twee dienaressen.
630 Ze hadden gezelschap en dat was wellicht de reden waarom ze niet binnen om een vuurkorf zaten gebogen.
631 Ze waren heel gewoon gekleed en zo nietszeggend dat ze bij een botsing op straat niet eens zouden opvallen.
632 Hij probeerde de geur te negeren, maar zijn maag rommelde toch. De gesprekken stopten toen hij dichterbij kwam.
633 Het was moeilijk om zijn stem normaal te laten klinken met al die opgetrokken wenkbrauwen en meesmuilende lachjes.
634 Rosene zei dat haar meesteres had gezegd dat het niet meer dan twee span ver was. Of misschien drie.
635 Misschien waren het echt leeghoofden. Vermoeid sjouwde hij om de heuvel heen en bedacht wat hij moest doen.
636 De Cairhienin zaten op de geladen wagens en sommigen hadden de teugels om hun pols terwijl anderen erbovenop zaten.
637 Perijn zocht in de vallende sneeuw naar Danel en vond hem tussen de paarden bij een van de kampvuren.
638 De hoed ging meteen weer op tegen de sneeuw. Hij was een stadsmens en hij leed behoorlijk onder de kou.
639 Kenne kwam strompelend door de sneeuw terug en trok Stapper en zijn eigen magere ruin achter zich aan.
640 Ondanks de vallende sneeuw had ze haar mantel aan een kant teruggeslagen, zodat ze gemakkelijk bij haar zwaard kon.
641 Dat kleine vrouwtje had de rest van deze dwazen volkomen onder de duim, wat haarzelf niet minder dwaas maakte.
642 Een grom van Selande was naast hun boze blikken het enige antwoord dat hij kreeg, waarna ze wegstampten.
643 Als hij niet uitkeek, viel hij er zelf nog af. Het was tijd om de rit te gaan maken die hij niet wilde rijden.
644 Wagenmenners stonden rechtop en tuurden naar voren of sprongen op de grond en hurkten naast de wagen.
645 Een ervan voerde een groot wit paard mee. Achter hen reden drie mannen gehuld in een mantel met kap.
646 Een hand greep Perijns hart, tot hij besefte dat het pak lang niet groot genoeg was voor een lichaam.
647 De raven zouden bij de lichamen gewreest zijn, vossen, misschien dassen en het Licht mocht weten wat nog meer.
648 Misschien dachten ze dat ze hem zouden ontzien door niet mee terug te brengen wat ze gevonden hadden.
649 Hij voelde zich verdoofd rondom de pijn van het vasthouden aan die ene gedachte. Ze moest in leven zijn.
650 De Speervrouwen droegen grove sneeuwlopers gemaakt van wijnranken en veerkrachtige pijnboomtakken met naalden.
651 Dat was de reden waarom ze zo vreemd liepen. Jondien moest hun hebben geleerd hoe ze die moesten maken.
652 Hij probeerde zijn aandacht erbij te houden en dacht dat het gebons van zijn hart zijn ribben zou verbrijzelen.
653 Het was even duidelijk als Winters krulsnor dat ze er niet zeker van waren of dat wel goed nieuws was.
654 Het was verkeerd om natlanders te nemen, maar ik kan niet geloven dat ze de gewoonten zo erg hebben geschonden.
655 Ik weet zeker dat ze zelfs niet gestraft zullen worden als ze nederig kunnen blijven tot ze hersteld zijn.
656 Elke stam noemde ze op, behalve de Shaido, en ze liet de pijlen vallen tot bijna de helft om haar heen lag.
657 Ze hield de opengesneden rok open, pakte de overgebleven pijlen met beide handen vast en liet ze toen vallen.
658 Ze bevinden zich een aantal dagen ten zuiden van ons. Misschien meer dagen dan ik denk, in deze sneeuw.
659 Enorme monsters met geribbelde vleugels en mensen die ze berijden. En twee keer zagen we sporen die er zo uitzagen.
660 Het had hem verrast dat katten elders slechts vijf tenen hadden. Hij kon echter wel raden wat het was.
661 Maar zijn hoofd voelde warrig elke keer dat hij stukjes wilde grijpen die niet in elkaar wilden passen.
662 De vreemdelingen verschenen in een warrige lijn tussen de bomen, alsof ze wilden benadrukken met hoeveel ze waren.
663 Het waren er misschien honderd, met twee man in de voorhoede, en hun langzame nadering kwam dreigend over.
664 Hij haalde diep adem en zoog de koude lucht in zijn longen. Faile was belangrijker dan al het andere.
665 Zelfs nu de zon haar hoogste stand had bereikt, gaf ze ondanks een prachtige wolkeloze hemel geen warmte.
666 Dragers en wagenmenners trokken hun mantels berustend goed dicht, terwijl ze zich een weg door de menigte baanden.
667 In deze drukte konden zelfs de enkelingen te paard nauwelijks sneller vooruitkomen dan iemand te voet.
668 Ik zal hun lof verdienen. Vandaag deden de overvolle straten echter eenzaam aan tussen het verspreide gejuich.
669 De lange, breedgeschouderde jongeman had lichtblauwe ogen en korenblond krullend haar tot op de schouders.
670 Terwijl de groep zich een weg baande door de menigte, trokken de anderen rond Elayne ook veel aandacht.
671 Ze hadden allemaal met beide handen deze kans aangegrepen om in de koninginnegarde ingelijfd te worden.
672 De zusters werden zo goed als maar enigszins mogelijk was in het oog gehouden, al wist Sareitha daar niets van.
673 Haar ogen bleven even rusten op een vrouw met zwarte haren, die een blauwe mantel met teruggeslagen kap droeg.
674 De vrouw keek amper op voor ze een kaarsenwinkel binnenstapte. Over haar schouder hing een volle linnen zak.
675 Een goed gerichte steen en je bent een bewusteloos lichaam dat in de verwarring gemakkelijk weggedragen kan worden.
676 Tenslotte was het ontvoeren van mensen die aanspraken op de troon maakten bijna een Andoraanse gewoonte.
677 Er werden tegenwoordig nieuwe ambachten in de stad uitgeoefend. Vanochtend had ze al drie klokkenwinkels ontdekt.
678 Over het algemeen vertoonden ze trouwens minder littekens. Huurlingen vielen op als krenten in een koek.
679 Als ze niet wilde dat vreemden in de garde de overhand kregen, moest ze voldoende mannen zien te vinden.
680 Het was een behoorlijk brede straat, al was hij even bochtig als een rivier, en hij liep heuvel op, heuvel af.
681 Gelukkig kwam er een paard met het zadel onder het bloed terug, anders hadden we enige weken niets geweten.
682 Winkeliers die handel probeerden aan te trekken, maakten genoeg herrie om de woorden onverstaanbaar te maken.
683 Ze wist niet zeker hoeveel boosheid van haar was en hoeveel van Birgitte, maar het paste bij dit alles.
684 De Bruine zuster trok vragend een wenkbrauw hoog op en ze probeerde haar tanden niet op elkaar te klemmen.
685 Haar dienstmeid, een onaanzienlijke vrouw met haar armen vol pakjes, deed haar meesteres onhandig na.
686 Doet ze dat niet, dan wordt haar keel in een afgelegen stille kerker opengesneden en wordt haar lijk begraven.
687 Dus moeten we in de komende weken hopen op een bericht dat de landgoederen van Arawn in vuur en vlam staan.
688 Bij de buitenmuur stegen nog dertig gardisten op, klaar om in paren een rondgang door de Binnenstad te maken.
689 Hij was donker van uiterlijk en in zijn krullerige haren en baard was hier en daar wat grijs te zien.
690 Maar sommige gardisten bij de muur bleven staan, met een voet in de stijgbeugel, en keken naar de nieuwelingen.
691 De term stamde uit de tijd dat zwaardhanden niet altijd werd gevraagd of ze wel gebonden wilden worden.
692 Ze besteedde geen aandacht meer aan het tweetal toen ze Vuurhart wegleidden en keek niet om, al wilde ze dat wel.
693 De raamloze toegangshal achter de zuilen leek schemerig, ook al waren enkele staande spiegellampen aangestoken.
694 De verzameling hier was niet echt klein, al was die niets in vergelijking met een echt grote librije.
695 Hij droeg zijn zwaardhandmantel zorgvuldig opgevouwen over de arm. Zwaardhanden lieten die zelden uit het oog.
696 Er waren niet genoeg vloerkleden om gangen en hallen net als de vertrekken van tapijten te voorzien.
697 Die zouden trouwens binnen de kortste keren door het voortdurende geloop van schoonmakende dienaren verslijten.
698 Het zou niet de eerste stomme gedachte in jouw hoofdje zijn. Voor iemand die meestal zo helder en goed nadenkt.
699 Ze keek graag naar mooie mannen, al had ze een voorkeur voor mensen die zware klappen leken te hebben opgelopen.
700 Het was een gok geweest maar hij was te jong om een verspieder te zijn en te zenuwachtig om iets verbodens te doen.
701 Een vrouw en een man die allebei in dienst zijn genomen in de laatste maanden van uw moeders regering.
702 Mijn vrouwe heeft geen raad van mij nodig om hun te zeggen dat het voor iedereen moeilijke tijden zijn.
703 Hij leek door de gebeurtenissen van die dagen heel beledigd, al was dat op een wat bezadigde manier.
704 Er sliepen zelfs twee of drie mensen in een bed en het paleis had kelders voor de opslag maar geen kerkers.
705 Ze begreep echter niet waarom Elayne onderdak aanbood aan bijna honderdvijftig kooplieden en ambachtslieden.
706 Ze werden afgezonderd en mochten met niemand spreken behalve met de vrouw die hen door de zalen begeleidde.
707 Regeren betekende eindeloze weken van verveling en de uren waarin je kon doen wat je zelf wilde, waren zeldzaam.
708 Nou, haar eigen ontspanning vandaag was de tijd die ze kreeg om zich om te kleden en haastig iets te eten.
709 Die regels lagen verankerd in de wet van de Toren en hoe lang geleden dat gebeurd was, deed er niet toe.
710 Een teruggekomen wegloper zou voortaan voor altijd weten dat ze nooit maar dan ook nooit meer weg wilde lopen.
711 Ze moesten vrij veel uitgedokterd hebben, anders zou Vandene hen met een draai om beide oren hebben weggestuurd.
712 Al hadden ze het graag anders gehad, de moordenares was een van de drie vrouwen die ze allemaal graag mochten.
713 Of meerdere. Ze hadden uit alle macht geprobeerd dat feit geheim te houden totdat de moordenares was gevonden.
714 Ergens had ze een lange sjaal met gele franje opgedoken waarop bladeren en fleurige bloemen waren geborduurd.
715 Omdat haar dikke donkere vlecht over haar schouder en tussen haar borsten hing, was het net niet te gewaagd.
716 Elayne schrok toen ze Lan wat verderop zag, die om hen heen draaide en beide gangen scherp in het oog hield.
717 Hij was even lang als een Aiel in zijn donkergroene mantel en had schouders die een smid leken toe te behoren.
718 Als je die twee hun gang laat gaan, zullen ze binnen de kortste keren proberen uit te zoeken wie de moordenares is.
719 Elayne geloofde er geen klap van. Ze hadden al een heel leven lang geleerd hoe ze hun gevoelens moesten beheersen.
720 Ze zei maar niet dat wanneer Nynaeve iemand koppig noemde, ze op een haan leek die een fazant trots noemt.
721 Het is net of ze op de drempel van geleiden staat en een voet al opgetild heeft om eroverheen te stappen.
722 Er glinsterden onverwachte tranen in haar ogen toen ze zich met een ruk omdraaide om hem aan te kijken.
723 Misschien was hun huwelijksbed toch niet zo koud als ze had gedacht. Bij die gedachte voelde ze zich rood worden.
724 Elayne vermoedde dat de gewrichten van de oude vrouw pijn deden, maar ze had een aangeboden Heling afgewezen.
725 Twee dagen nadat vrouwe Harfor zich in de paleiselijke tabberd had gestoken, had hij dat ook gedaan.
726 Misschien was dat de reden waarom zijn woorden nooit van toon veranderden. Ze verhief haar eigen stem.
727 Dat deed hij altijd. Ze maakte het zich gemakkelijk, sloeg de benen over elkaar en schikte haar rok goed.
728 Toch zal er voldoende zijn om uw verlangens ten aanzien van de koninginnegarde te vervullen, mijn vrouwe.
729 Ze verweet hem echter niets. Hij was een behoedzame man en die goede eigenschap was voor zijn taak belangrijk.
730 Fronsend wreef ze met haar duim over de ring. Elaida had die ring al langer gedragen dan zij leefde.
731 De vrouw was hooghartig, had vreemde denkbeelden en een bord voor haar kop, maar ze was niet stom. Verre van dat.
732 Morland was niet ver weg en niet onbelangrijk, maar ditmaal aarzelde hij en kneep de lippen op elkaar.
733 Hij heeft ze in het geheim in dienst om daar te blijven en druk uit te oefenen als de andere legers zijn verdwenen.
734 Als je ze niet in de gaten hield, hadden schrijvers de macht om zelfs een koningin op haar knieën te dwingen.
735 Wat verloren stond in een hoekje van het blad haar gebruikelijke middagmaal van brood en een heldere soep.
736 De ochtend was zeer vermoeiend geweest, maar thee zou haar kracht geven. Dyelin schoot recht overeind.
737 Soms gedroeg Rhand zich net of hij de koning van de wereld was, maar zelfs hij zou toch niet... zeker niet.
738 Birgittes ergernis, wat minder opgewonden dan eerst, bevond zich nog steeds in een hoekje van haar geest.
739 Er werd geklopt en weifelend stak een bediende zijn hoofd om de deur. Elayne voelde een scheut van opluchting.
740 Dat had ook best gekund, als haar vingers rond het heft maar niet als houtblokken hadden aangevoeld.
741 Het drietal probeerde de stoel te ontwijken, maar een was te traag en de stoel klapte tegen zijn benen.
742 Zijn eigen lange dolk flitste en Dyelin struikelde met een gil achteruit, terwijl een hand haar maag greep.
743 Hij danste lichtvoetig naar voren en stak opnieuw toe. Zij gilde en viel als een lappenpop op de vloer.
744 Zijn grote blauwe ogen namen haar behoedzaam op, terwijl hij langzaam naar voren stapte. Natuurlijk.
745 Wankelend viel Elayne op haar knieën en ze kon nog net de tafelrand grijpen om een verdere val te voorkomen.
746 Haar dwalende gedachten leken van lood. Die tapijten zouden met al dat bloed nooit meer schoon te krijgen zijn.
747 Daar lag een andere moordenaar. Zijn hoofd stond in een vreemde hoek en zat nog maar half aan zijn nek vast.
748 Dat idee had ze ooit heel vreemd gevonden. Opeens schoot haar iets te binnen en kwam ze moeizaam overeind.
749 Ze zal echter tijd nodig hebben om haar krachten weer terug te krijgen. Ze heeft veel bloed verloren.
750 Ze wist niet welke kruiden Nynaeve haar gegeven had, maar ze voelde zich niet zwakker dan na de dolkwortel.
751 Ze meende best te kunnen lopen, zolang ze maar niet lang hoefde te staan en ver te lopen. En haar hoofd was helder.
752 De kleine vlammen maakten het vertrek ineens veel lichter, waardoor Birgitte even een hand voor haar ogen hield.
753 En het feit dat ze nu als een van de weinigen wist wie Birgitte eigenlijk was, had niet erg geholpen.
754 Birgittes gezicht veranderde niet, maar een heel klein vonkje van voldoening flitste door hun binding.
755 De meeste mensen denken dat wij voor de pracht en praal zijn, maar we zullen jouw eigen Speervrouwen zijn.
756 Die bloedvrouwen weten hoe ze bevelen moeten geven, maar ik weet niet zeker of die kerels de bloedorders kennen.
757 Ze zou Birgitte scherp in de gaten moeten houden om er zeker van te zijn dat het er geen vijftig zouden worden.
758 Zijn vaandel zal weer een stuk hoger wapperen. Tenzij je vindt dat we dit alles geheim moeten houden.
759 Natuurlijk, als jij er niet iets in gedaan hebt, als jij niet van plan was om mij om te praten dat op te drinken.
760 Tot ze besefte wat ze deed en waarom ze dat deed. De herinnering aan de dolkwortel in haar thee was nog heel vers.
761 Ze tilde de beker op voor nog een slok, maar hij leek erg zwaar. Uitdagend dronk ze de wijn in één teug op.
762 De troon was gemaakt voor een vrouw, maar nog steeds heel groot op zijn zware poten als Ieeuwenklauwen.
763 Een hand rustte licht op de leeuwenkop van de armleuning en ze wierp een koninklijke blik door de zaal.
764 De fraai bewerkte staande lampen die in rijen langs de muren stonden, leken te trillen tegen de hoge pilaren.
765 Elayne beeldde zich een grote passpiegel in en die verscheen vlak voor haar, waarin haar beeld werd weerspiegeld.
766 Ze lier de edelstenen in het haar verdwijnen en knikte. Dir was passend voor de erfdochter en niet al te pronkerig.
767 Haar bescheiden groenzijden gewaad veranderde in de strakke op het lichaam klevende kledij van Tarabon.
768 Als jij tegen ramen praat, zou je echt in slaap moeten zijn in plaats van hier. Ik ben half en half van plan jou.
769 Licht, ik ken niet eens de helft van de gebruiken en regels die Vandene en anderen als gewoon beschouwen.
770 Het lukte haar gewoon niet zo goed om zich te concentreren. De rode stip op haar voorhoofd verdween echter nooit.
771 De mouwen van haar gewaad liepen wijd uit en de lage halslijn was afgewerkt met geborduurde bloemen en pareltjes.
772 En zeg me niet dat ik niet over leeftijd hoor te praten. Dat is een belachelijke gebruik en dat weet je.
773 Ik ben zeer zeker van plan hen deel te laten uitmaken van de Toren en wil voorkomen dat ze hun eigen weg inslaan.
774 Ik neem aan dat als de behandeling door die vrouw goed is, dat de hoofdpijn inmiddels verdwenen moet zijn.
775 De gang was weer stil en verlaten. Ze zag slechts lampen, kisten en wandkleden die flikkerden en bewogen.
776 Ze wilde niet opnieuw half slapend worden afgeluisterd, ik denk dat die vorsten in Breemwoud zitten.
777 Asne wist dat als ze opstond, Chesmal haar heel gauw zou overladen met verhalen over hoe belangrijk ze was.
778 De twee bedienden wisten dat ze niet gestoord mochten worden en trouwens, de vrouw en haar man waren diep in slaap.
779 Hoe besmeurd en beschadigd de wereld deze dagen ook leek, alles zou goed komen, op wat voor manier dan ook.
780 De kleine voormalige Witte zuster met het vossengezicht droeg een mantel met geborduurde leeuwen op de schouders.
781 Omdat de mantel openhing, was haar roomkleurige zijden nachtpon zichtbaar, die onfatsoenlijk aan haar huid plakte.
782 Hij heeft het me niet rechtstreeks gezegd, maar ik denk dat Moghedien opspringt als hij met zijn vingers knipt.
783 Er was een grote kans dat beide vrouwen hierna moesten sterven. Shiaine hield niet van losse eindjes.
784 Hanlon was zwierig gekleed in een donkere mantel en stak een hand uit om die op Falions bil te leggen.
785 Hanlon was een deel van haar straf. Shiaine had echter geen zin om te zien hoe hij de vrouw ging opwarmen.
786 Hij wilde kokhalzen, zich vooroverbuigen en braken. Het kostte hem moeite om zich overeind te houden.
787 Hoog in de muur lieten spleten tussen de luiken van een paar kleine vensters wat licht naar binnen vallen.
788 Haastig gehaarde hij Min om hem te volgen van de open plek in het bos aan de andere kant van de poort.
789 Hij was nog wat draaierig, maar hij had niet meer het gevoel alsof hij moest braken of moest omvallen.
790 Je weet dat dit niet werkt, tenzij ik herkend word. En met dat gezicht van jou lukt het al helemaal niet.
791 Kennelijk was de opslagkamer niet helemaal vergeten; de scharnieren van de zware deuren piepten nauwelijks.
792 Ze wierp een snelle blik naar links en rechts, haastte zich naar buiten en gebaarde hem haar te volgen.
793 Ik wist dat er iets aan mijn aandacht ontsnapt was, maar ik kon me niet meer voor de geest halen wat dat was.
794 Rhand zuchtte. Dit was te belangrijk voor haar spelletjes, maar als hij het toeliet, zou ze dat blijven doen.
795 Maar zo zag zij het niet. Soms verschilde haar idee van wat belangrijk was aanzienlijk van het zijne.
796 Ze trok een wenkbrauw op vanwege haar kleding, of misschien vanwege het zolderstof, maar ze zei er niets van.
797 En hier kennelijk ook nog nooit geweest. In zijn hoofd tolden kleuren, bijna een beeld dat hij kon zien.
798 Ze dacht zeker dat hij dronken was. Min keek nadenkend en tikte met een vinger tegen haar kin, heel even maar.
799 Blijkbaar hadden Min en hij geluk gehad toen de gang leeg was op het moment dat ze de opslagkamer verlieten.
800 In plaats daarvan was zelfs zijn oorspronkelijke hoop op een stuk of tien zusters wel heel optimistisch geweest.
801 Geen enkele windvindster had het haar verteld en Nynaeve was er niet de vrouw naar om ernaar te vragen.
802 Het Zeevolk leek amper iets van haar te willen aannemen, tenzij ze het tien keer zei en twintig keer voordeed.
803 Ze haatten elkaar met een hartstocht die alleen maar uit bloedverwantschap kon ontstaan. Misschien was dat het.
804 Als ze een keertje onhandig deed, had Renaile er buitengewoon veel plezier in om haar te laten zweten.
805 Maar voor de stromen goed en wel verdwenen waren, schoten er zes nieuwe op Nynaeve af, sneller dan eerst.
806 Ze was op dit moment zeker niet op haar best. ik ben bang dat dit alle tijd is die ik vandaag heb, dus.
807 Twee dagen geleden had ze haar mening vrijelijk geuit en de gevolgen daarvan wilde ze niet nog eens ondervinden.
808 Ze had geprobeerd het te zien als een boetedoening voor het spreken zonder nadenken, maar dat hielp niet veel.
809 Talaans weving begon zich om haar heen te krullen en snel spon ze haar eigen weving om dat van Talaan op te vangen.
810 Opnieuw verdween saidar en drukten stromen Lucht haar armen tegen haar zij en snoerden haar knieën vast.
811 Haar zijden broek ritselde zacht boven haar blote voeten en de ingewikkeld geknoopte sjerp zwaaide tegen haar dij.
812 Ze weigerde om rond te schuifelen als een gebroken speelpop, en dat was behalve stilstaan alles wat ze kon.
813 Als aanmoediging... leerling, bereid je voor om haar ondersteboven te draaien als ik tot vijf heb geteld.
814 Kurin stond wijdbeens, met haar handen op de heupen, alsof ze zich op het dek van een schip in evenwicht hield.
815 Het was veel te precies in te veel dingen, ik weet zeker dat Merilille u iets over afschermen heeft verteld.
816 Ze hijgde alsof ze tien span had gehold en staarde in het niets. Het zweet rolde over haar gezicht en rug.
817 Ze dacht niet dat ze dat echt wilde weten. Tot ze de kamer had verlaten, was ze nog steeds de lerares.
818 Het was geen diepe buiging, maar dat was alles wat ze vandaag zouden krijgen. Wacht, twee buigingen.
819 Met opgeheven hoofd en rechte rug verliet Nynaeve de kamer met alle waardigheid die ze nog kon opbrengen.
820 Ze draaide zich om en veegde tevreden haar handen af. En schrok op toen ze zag wie haar in de gang opwachtte.
821 Ze was wat langer dan Nynaeve, met fijne rimpeltjes in haar ooghoeken en witte strepen in haar goudgele haar.
822 Met inbegrip van een paar waarover ze het allemaal eens waren dat die te gemeen waren om iemand aan te doen.
823 Behalve... Ze was er redelijk zeker van dat de ander haar ondanks al haar verzet gemakkelijk kon overweldigen.
824 Talaan had gelijk; iemand die zo sterk was als zij zou nimmer toestemming krijgen om naar de Toren te gaan.
825 Onder elkaar zijn we heel aanhankelijk hoor, maar in het openbaar moet ze alles vermijden waaruit voorkeur blijkt.
826 Nynaeve probeerde weer aan het woord te komen, maar de woorden bleven als een vloedgolf uit Talaan stromen.
827 En veerde weer met grote ogen op toen een dienaar zich voorbij haastte, wat haar weer terugbracht bij haar doel.
828 Het voelde heerlijk om op zijn kracht te steunen, al was het maar even, terwijl hij haar haren zacht streelde.
829 Hoe hij soms haar gedachten kon lezen terwijl een ander zijn binding hield, was haar niet duidelijk.
830 Ze weerstond het idee om zichzelf te vermommen, even maar, om hem te laten zien dat zij dat ook kon.
831 Ongelovig. Zelfs toen ze haar stola opzettelijk verschoof, zodat de gele franje heen en weer zwaaide.
832 Roddel en achterklap, daarover gingen negen van de tien mannenpraatjes. Vermoeid liet ze saidar los.
833 Misschien was die poging om hem te doden genoeg geweest om hem weer bij zijn verstand te laten komen.
834 Kijk naar jezelf. Ondanks je dappere praat heeft iemand je bijna gedood en je sluipt rond als een stalknecht.
835 Ze moest nadenken. Niet over haar beslissing, die had ze al genomen, maar over hoe ze die moest invullen.
836 Lan beslist niet. Nou ja, mannen wilden het altijd op hun manier doen en dat kon gewoon niet altijd.
837 Op dit moment was Birgitte druk bezig om vrouwen te ondervragen om er twintig voor de lijfwacht te kiezen.
838 Ze nam buiten haar plichten zelden tijd voor zichzelf. Elayne hoopte dat ze het bij die twintig zou houden.
839 Kennelijk wist iedere zuster met een zwaardhand dat je de binding kon versluieren, zelfs ongebondenen.
840 De man van wie ze elke nacht droomde, was aan de andere kant van die deur, en ze stond hier als een onnozel wicht.
841 Ze had zo lang gewacht en zo veel gewild, en nu was ze bijna bang. Ze wilde dit niet uit de hand laten lopen.
842 Even waren ze, ondanks hun grote onderlinge verschillen, bijna een spiegelbeeld geweest van vrouwelijke afkeer.
843 In haar droom had hij soms iets jongensachtigs gehad, maar dat was verdwenen alsof het weggebrand was.
844 Onder de gevlochten leren band om zijn hoofd waren zijn ogen ijsblauw. iedereen in zijn buurt is in groot gevaar.
845 Hij klonk alsof hij spijt had, maar niet zoveel; hij had het net zo goed over het koude weer kunnen hebben.
846 Hij had de schaamteloosheid om haar vragend aan te kijken, alsof hij haar niet begreep. En hij praatte gewoon door.
847 Nynaeves grote onschuldige ogen hadden haar schuld niet duidelijker kunnen maken dan een heraut onder het venster.
848 Rhand bestudeerde het drietal alsof hij nog nooit eerder een vrouw gezien had en hij zich afvroeg wat ze waren.
849 Ze sloot de deur zacht en sneed daarmee hun blikken af, maar ze had de deur wel dicht willen gooien.
850 Hij liep naar de tafel en leunde ertegenaan. De lucht om hem heen begon weer te rimpelen en hij werd weer zichzelf.
851 De zoete kruidenwijn was overgebleven toen haar ochtendmaal was weggehaald. Hij moest nu ijskoud zijn.
852 Dat deed Min ook, maar met een grijns die zei dat je dit soort dingen van tijd tot tijd moest verwachten.
853 Elayne voelde een klein steekje, maar niet echt van afgunst; op hen kon ze onmogelijk afgunstig zijn.
854 Ze boog zich iets voorover en probeerde hem zuiver door wilskracht haar woorden te laten aanvaarden.
855 Zusters binden zich niet aan dezelfde man vanwege een gewoonte, Rhand, maar omdat ze hem niet willen delen.
856 Maar er was geen tijd te verliezen. Zelfs nu nog zag ze hem er best voor aan te besluiten dat de prijs te hoog was.
857 Het was altijd een genoegen om met haar eerstezuster op een diepere manier gevoelens van geest en lichaam te delen.
858 Zodra de wevingen op hun plaats zaten, gaf ze de hoofddraad van de cirkel van twee over aan Aviendha.
859 Rhand keek hen met een behoedzame blik in zijn ogen na, alsof hij wist dat hun vertrek afgesproken was.
860 En die glinsterende gouden aderen. Vlinders ter grootte van wolfshonden bonsden dreunend met hun vleugels.
861 Deni haalde haar schouders op. Caseilles gezicht betrok, maar ze haalde haar hand van de grendel weg.
862 Min wilde graag geloven dat de forse figuur van de ander ook best uit vet kon bestaan, maar dat deed ze niet.
863 Ze kon ook geen beelden om hen heen zien, maar geen van beiden leken erg bang om te doen wat zij nodig vonden.
864 Aiel waren volgens iedereen gewend dat vrouwen een man deelden. Dat was heel wat meer dan zijzelf kon opbrengen.
865 Ineens besefte ze dat die bundeling van gevoelens en indrukken niet meer hetzelfde was. Er was een soort van.
866 Haar groene ogen staarden recht vooruit, ze had haar kaken op elkaar geklemd en zweet parelde op haar voorhoofd.
867 En mensen hielden er vaak niet van om iets over hun toekomst te horen, zelfs al zeiden ze dat ze dat wel wilden.
868 Lichtschijnsels dansten om haar heen en er flikkerden talloze beelden, meer dan Min ooit bij iemand had gezien.
869 Dienaren zagen haar kijken en besloten dat ze elders werk hadden, waardoor het drietal alleen achterbleef.
870 Laat ik je zeggen dat als ze doet wat ik denk dat ze doet, dat ik haar het hele bloedpaleis rondschop.
871 Geen wonder dat de Aielse zich gedroeg alsof ze bang was dat die bedreiging ter plekke zou worden uitgevoerd.
872 Dat vuur brandde nog steeds en was amper minder geworden, maar het Licht zij dank, hij was niet meer.
873 Ze had verliefd kunnen worden op een zakkenroller of een paardendief, maar ze moest hem zo nodig kiezen, de zottin.
874 Maar als ze gedaan heeft wat ze ook gedaan mag hebben, zal ze alles vergeten en zit ze weer in mijn hoofd.
875 Ze strekte zich behaaglijk uit onder de dekens en herinnerde zich hoe wild ze de avond tevoren geweest was.
876 Op het kussen naast haar lag een gouden lelie in volle bloei, met de dauw nog fris op de weelderige blaadjes.
877 Waar hij midden in de winter op zoiets zijn hand had kunnen leggen, kon ze zich onmogelijk voorstellen.
878 Dat maakte het haastig geschreven briefje van Nynaeve bij de andere angrealen des te verontrustender.
879 Nesune had een groot in hout gebonden boek uit de librije van het paleis op een lessenaar voor haar stoel.
880 Bij Kiruna en de anderen was hijzelf er tenminste bij geweest, toen ze gehoorzaamheid wilden zweren.
881 Het Zeevolk kon later misschien van nut blijken, maar voor nu moest ze proberen greep op hen te krijgen.
882 Nesune boog zich naar voren om naar haar boek te turen en leek op een vogel die met zwarte ogen een worm bekeek.
883 Een Bruine die een vat met een schorpioen zou instappen als ze wist dat ze daardoor iets nieuws kon leren.
884 Aanvaardbare en idiote redenen, maar ze had ze kunnen geloven als die anderen er niet waren geweest.
885 Zorg ervoor dat ze dat doen. En bij het eerste het beste onbeschaafde woord krijgen ze beiden een pak slaag.
886 Cadsuane betreurde het bijna dat ze dat lichtzinnige bevel had gegeven. Sarene zou het precies zo uitvoeren.
887 Haar ergernis moest opgelost worden, zodat ze haar aandacht aan echt belangrijke dingen kon schenken.
888 Sorilea was geen vrouw die je naar je toe liet komen. ledereen dacht dat ze een vriendschap ontwikkelden.
889 Vreemd genoeg had Verin haar eigen opgelegde leertijd opgepakt als een rondstappende reiger in een moeras.
890 Ondanks haar vierkante gezicht leek ze door die vreemd schuine stand van haar hoofd op een heel dikke mus.
891 Daaruit kwamen bijeenkomsten voort die tot vriendschap hebben geleid, en ten slotte deelden ze elkaars bed.
892 Toen de twee vrouwen na de aanval op het paleis waren ontdekt, lagen ze gebonden en gekneveld onder Ailils bed.
893 Toram Riatin kon nog steeds moeilijkheden veroorzaken, al leek zijn opstand in rook te zijn opgegaan.
894 Ik weet niet in hoeverre zij Harine zal verraden, ongeacht de gevolgen die het voor haar zal hebben.
895 Hoewel haar ogen gericht waren op een inktvlek op haar vinger, keek ze ergens in een ongeziene verte.
896 Hoewel ze hen vertrouwde, wilde dat niet zeggen dat ze van plan was deze zusters hun eigen gang te laten gaan.
897 Hoofden draaiden zich om naar de jongeman in de keurige blauwe jas die Merise voor hem had uitgekozen.
898 Ze had hem willen zeggen voort te maken, maar als ze nog iets sneller liepen, zou het hollen worden.
899 Ze waren in staat hun twee... gasten bij te staan, maar konden het niet opnemen tegen mijn wapenknechten.
900 De kamer was niet groot en leek zelfs kleiner door de donkere houten panelen waar de Cairhienin zo dol op waren.
901 Als hij niet zo kundig was geweest op sommige gebieden, zou hij nooit tot de Uitverkorenen hebben behoord.
902 Ze verborg haar afkeer ongeveer even goed als de bijna doorzichtige zilveren nevel van haar volle vormen.
903 Vuurdruppels in haar goudblonde haar, een grote robijn tussen haar borsten en fraaie gouden armbanden om de polsen.
904 Hij scheen vaak zelf te denken dat hij dat was en het jongensgezicht dat hij nu droeg had dat niet veranderd.
905 Ondanks zijn woorden keek hij grimmig en zijn onopgesmukte zwart deed zijn naam. Dood, alle eer aan.
906 Een vlinder beweegt op een takje de vleugels en aan de andere kant van de wereld stort een berg omlaag.
907 Midden in de lucht ontploften vlammen, iets wat heter was dan vuur, en de rat verdween. Moridin glimlachte.
908 De glimlach werd nog dreigender door de saa. De kleinere man slikte en beantwoordde de glimlach bevend.
909 Maar hij stond wel aan zijn kraag te rukken alsof die te strak zat en zijn ogen leken uit de kassen te rollen.
910 Maar de betekenis moest nog steeds dezelfde zijn. Voortekenen veranderden op een andere plaats niet van betekenis.
911 Het ochtendritueel met het scheermes van haar kamenierster was kalmerend, en vandaag had ze dat nodig.
912 De vorige avond had ze boos een bevel gegeven. Een bevel zou nimmer in boosheid mogen worden uitgevaardigd.
913 Als ze haar strenge trekken vergat te tonen, was haar hartvormige gezicht dat van een ondeugend kind.
914 Het laatste geschenk was het aanbod aan Selucia om de plaats van haar volgende aanstelling te kiezen.
915 En natuurlijk haar schaduw, hoewel dat feit niet openbaar gemaakt werd. Zijzelf was verrukt geweest.
916 Tot dusver waren twee tijdens die gevechten gesneuveld en drie hadden geprobeerd om haar om te brengen.
917 Een enkele misstap kon haar dood betekenen, of erger, ze kon uitgekleed worden en in het openbaar verkocht.
918 Selucia grinnikte en draaide zich om om het hoofdkapje van goudkant van de roodgelakte standaard te pakken.
919 Onder elkaar, zoals nu, was het haar toegestaan om vrijuit te spreken, maar ze wist wat ze kon zeggen en wat niet.
920 Charral had haren die even grijs waren als haar ogen, maar ze was nog steeds de meest ervaren geleidster.
921 En dat was maar goed ook, want de bemanning kon het schip niet al buigend en knielend varende houden.
922 Yuril, de man met de dunne neus van wie iedereen dacht dat hij haar schrijver was, ging door een knie.
923 Ze voegde zich bij de vrouw, greep de reling vast en moest haar handen ontspannen om geen nagel te breken.
924 Anath lachte grof en begon haar opnieuw te vertellen wat een dwaas ze was, deze keer met meer bijzonderheden.
925 Kapitein Tehan staarde recht voor zich uit, maar haar ogen vielen bijna uit haar gerimpelde gezicht.
926 Van een waarheidsspreker werd geëist dat deze de naakte waarheid zou zeggen, of je die nu wilde horen of niet.
927 Zij begrepen de gewoonten van haar familie net zo min als de kapitein met haar uitpuilende ogen deed.
928 De gezichten van de Doodswachtgardisten, half verborgen door de wangstukken van hun helmen, bleven onbewogen.
929 Ze luisterde genoeg om iets op te vangen, maar er werd niets gezegd dat ze al niet honderd keer eerder gehoord had.
930 Ze was bezig grof zwart poeder fijn te malen met een houten stamper die bijna net zo lang was als haar arm.
931 Hij wist niet echt hoe snel hij van dat krukje kon opstaan, ik wilde niet degene zijn die je het vertelde, maar.
932 Er werd gevochten, ze probeerden het in ieder geval, toen de soldaten zich toch een weg naar binnen baanden.
933 Ze staarde hem nog steeds aan en ze had nog steeds die rottige knuppel klaar om zijn schedel in te slaan.
934 Niet alle herinneringen van al die lieden die in zijn hoofd gepropt zaten, hadden met veldslagen te maken.
935 Maar misschien had hij wat vooruitgang bij haar geboekt, als hij tenminste haar raadsel kon oplossen.
936 Hij slaagde er meestal wel in om te vergeten wat voor kleding hij droeg, tenzij iemand het onderwerp aansneed.
937 De grond voelde soppig onder je voeten, zelfs als het droog was. Scheldend hobbelde hij van de wagen weg.
938 De wind greep zijn mantel en liet hem opbollen, maar hij was te veel in gedachten om er iets aan te doen.
939 Ze wierp zichzelf in de lucht en wist net voor ze naar de grond suisde, het touw met haar voeten te grijpen.
940 Misschien zou hij in staat zijn om hetzelfde te doen. Die ballen lieten je tenminste niet bloeden of iets breken.
941 En de anderen hadden de tijd van hun leven. Nynaeve voerde de scepter over iedereen die binnen haar bereik was.
942 En uiteraard het geheim van het vuurwerk meenemen. Maar hij zou beslist een ontsnapping boven dat geheim verkiezen.
943 Toen hij de vrouwen achter zich had gelaten, schold hij de jongen uit, die blij naast hem voorthuppelde.
944 Beheerst en misschien een tikkeltje verlegen. Leg je op die eigenschappen toe en het zal je goed vergaan.
945 Het is mogelijk dat ik weldra de eer heb om hoogvrouwe Suroth voor een besloten voorstelling te ontvangen.
946 Deze titel stond in voet hoge, rode letters te lezen op het doek dat russen twee hoge palen bij de toegang hing.
947 Als ze wel zou komen, zou ze waarschijnlijk de leeuwen opvreten. Of ze de doodsschrik op het lijf jagen.
948 Ze zal me uithuwelijken aan iemand die scheel kijkt en een snor heeft als een Taraboonse voetsoldaat.
949 Die rottige dobbelstenen waren zojuist opnieuw in zijn hoofd aan het rollen. Er kwam iets slechts zijn kant op.
950 De witgepleisterde gebouwen, de witte spitsen en torens en de witte paleizen blonken zelfs op een grijze winterdag.
951 Vandaag keek hij nauwelijks naar de haven. De dobbelstenen die in zijn hoofd tolden, donderden als onweer.
952 De mensen die stonden te wachten om naar binnen te mogen, waren vaak stadsbewoners of boeren uit de omgeving.
953 Hier en daar in de rij bevonden zich uitlanders, kooplieden met een kleine stoet door paarden getrokken wagens.
954 Mart was al zo vaak door de poort gelopen dat hij de tentoongestelde hoofden nauwelijks meer opmerkte.
955 Anders zouden die hoofden van jullie straks nog weleens buiten de poort te zien zijn, met dat van Tylin ernaast.
956 Je hebt opmerkelijk veel geluk, Mart, en je hebt een zekere smaak voor, laten we zeggen, het avontuur.
957 Suroth zegt dat ik iemand van het Bloed moet huwen en de zijkant van mijn hoofd moet scheren, en moeder luistert.
958 Deze gedachte zorgde ervoor dat hij een prikkeling tussen zijn schouderbladen voelde, alsof hij werd gadegeslagen.
959 Hij zorgde er terdege voor niet te dicht in de buurt te komen van de haven. Hij had zijn lesje geleerd.
960 Een ernstige misrekening, hoe leuk het toen ook was geweest. Ze was daarna twee keer zo erg geworden als eerst.
961 Hij had eigenlijk niet anders verwacht. Ook vóór de komst van de nieuwkomers was er niets vrij geweest.
962 Een paar keer gaf hij bijna toe, maar als ze hem eenmaal hadden gehoord, zouden ze hun geld teruggevraagd hebben.
963 Zijn maag was zo leeg als de herbergen vol waren en hij meende dat iedereen naar zijn opzichtige kleren gaapte.
964 Tien passen lang deed hij moeite door de menigte heen te komen, tot hij een smal, donker steegje in kon slaan.
965 Het witte pleisterwerk op de vensterloze muren was afgebladderd en op veel plaatsen waren de bakstenen zichtbaar.
966 Het steegje was helemaal verlaten, waardoor hij flink kon doorstappen. Of wat er deze dag voor doorging.
967 Hij bereikte het paleis in de tijd die het hem anders gekost zou hebben om drie straten ver te komen.
968 Met een vloek greep Mart zijn gevallen stok en smeet hem onbeholpen als een soort speer naar het wezen.
969 Na elke aanraking klonk er gesis en stonk het naar brand, alsof het wezen met een hete ijzeren staaf werd geraakt.
970 Hij wil jou evenzeer dood hebben als hij haar wil hebben, had het wezen hem grijnzend in de Rahad gezegd.
971 En hier stond hij, nauwelijks in staat om goed te blijven staan. Zijn been, heup en ribben brandden als vuur.
972 De straat was niet ver weg. Hij kon het geroezemoes van stemmen horen, nauwelijks minder geworden door de afstand.
973 Die stemmen in de straat waren zo verlokkend dichtbij, maar ze hadden net zo goed in Barsine kunnen zijn.
974 Het gleed een stukje weg in de modder, maar scheen nog steeds weg te vloeien tot het achter de taveerne verdween.
975 Hij zou niet hebben kunnen zeggen waarom, behalve dat het hem had proberen te doden en het opnieuw zou proberen.
976 De achterdeur van de taveerne stond op een kier en Mart kon het geluid van feestvierende mensen horen.
977 Mart verstijfde. Het wezen scheen nauwelijks wapens nodig te hebben, maar als het er daar een verstopt had.
978 Hij geloofde niet dat hij het zou overleven als hij zich moest verdedigen tegen dat wezen met een wapen.
979 Marts mond viel open. De borst van het wezen gleed erdoorheen, toen de benen, en toen was het verdwenen.
980 De spreker was een oude man met wit haar, gebogen schouders en een grote haakneus midden in een droevig gezicht.
981 Het is al moeilijk genoeg om iemand te horen. Hoe dan ook, ik dacht dat het wezen daardoor bang zou worden.
982 De hand was een en al knobbel, alsof elk bot tegelijk gebroken en slecht geheeld was. Maar de greep was sterk.
983 Hij had het zegel in een zak van zijn jak gepropt, waar hij het snel uit kon rukken als het nodig was.
984 Als je er goed over nadacht, had de man een tong als een rasp. En eigenlijk had hij ook weinig oog voor paarden.
985 Enkele verdwaasde vrouwen klampten zich vast aan de damane die met hen meeliep, alsof zij een reddingslijn was.
986 Ze had hem geen dienst bewezen, en misschien wel een paar slechte, maar dit wenste hij haar niet toe.
987 Maar Tylin mocht hem de rest van zijn leven onder de kin kietelen als dat hem van de brandstapel hield.
988 Trouwens, ik heb hier tijd om te lezen. Krijg ik weinig kans toe als ik moet werken als een hoefsmid.
989 In werkelijkheid was hij een paardendief en een stroper, de beste in twee landen, en misschien nog wel in meer.
990 Ze boden aan om een bad klaar te maken en schone kleren te halen zonder dat de koningin ervan zou horen.
991 Tylin was hun koningin, om maar iets te noemen, en wat hun betrof, mocht ze doen en laten waar ze zin in had.
992 Thom en Juilin deelden ergens midden in de bediendenvleugel een kamer, en hij had geen reden om hier te zijn.
993 Mart had hem nog nooit zo schichtig zien rondkijken, maar als een man zo deed, kon het maar één ding betekenen.
994 Juilin had behoorlijk zijn best gedaan om een dievenvanger te zijn, nooit en te nimmer een dievenpakker.
995 Mart gooide de deur van Tylins vertrekken open, wandelde naar binnen, slingerde zijn hoed de hele kamer door.
996 Golven glanzend zwart haar met wat grijs aan de slapen omlijstten een prachtig gezicht met ogen van een roofvogel.
997 Een gezicht dat op dit moment niet al te vermaakt was. Onbeduidende dingen schenen zomaar zijn aandacht te trekken.
998 Ze leek best knap, ondanks haar tot een opstaande kam gekapte haren, maar liet daardoor Tylin op een konijn lijken.
999 Ze had een sluier over haar hele hoofd – dat geheel geschoren leek – en droeg een fortuin aan robijnen.
1000 Al voelde Mart zich alsof hij met een hamer op zijn hoofd was geslagen, hij bleef mooie vrouwen opmerken.
1001 Maar het was niet de aanwezigheid van Suroth of die van de vreemdelingen waardoor hij met een ruk stil bleef staan.
1002 En met gewoon haar in plaats van die kale schedel. Haar ogen waren groot en glanzend, maar volkomen onpersoonlijk.
1003 Al haar lange vingernagels waren felrood gelakt, merkte hij op. Hij vroeg zich af of dat iets betekende.
1004 Ze reikte met een hand naar zijn gezicht en legde haar vingertoppen onder zijn kin en hij wilde terugwijken.
1005 Licht, hij had paarden gekocht na een minder grondig onderzoek. Nog even en ze zou zijn tanden willen zien.
1006 Hij had de ring toevallig gekocht maar hij was eraan gehecht geraakt. Hij vroeg zich af of ze de ring wilde hebben.
1007 Het zou het beste zijn als ik vertrok. Dat ding wil mij hebben, en het zal iedereen in mijn buurt eveneens doden.
1008 Hij had niet beseft dat hij ook modder op zijn gezicht had. Ineens was die adelaar weer in haar ogen aanwezig.
1009 Ze was het van die roze linten niet vergeten, waardoor hij behoorlijk lang al het andere mocht vergeten.
1010 De dagen na de moordpoging van de gholam vergleden in een regelmaat waar Mart zich hevig aan ergerde.
1011 Op straat werd gepraat over een man met een opengereten keel die niet ver van de stad door een wolf gedood was.
1012 Stedelingen mochten dan geloven dat een wolf zich vlak bij de stadsmuren waagde, maar hij wist wel beter.
1013 Maar geen van beiden had het over hun plannetjes, hoewel Thom nog zo beleefd was om beschaamd te kijken.
1014 Mart hoopte dat ze niemand de dood in zouden jagen, maar ze toonden weinig belangstelling voor zijn mening.
1015 Ze trokken noordwaarts in hun fel gekleurde wapenrustingen, en naar het oosten, over de rivier heen.
1016 Mart telde ze niet eens meer. Soms zag hij vreemde beesten, hoewel de meeste buiten de haven werden uitgeladen.
1017 Het waren enorme hagedissen die hun vleugels als vleermuizen konden spreiden en mannen op hun rug konden dragen.
1018 Dat leek haar gek genoeg niet al te best te bevallen. Het beviel de kerels uit de binnenlanden evenmin.
1019 De plattelanders en de groenwitte mannen van Mitsobar bekeken elkaar als vreemde katers in een klein hok.
1020 Altaranen hadden hun eigen manier om moeilijkheden uit te buiten en probeerden wraak te nemen op hun huurlieden.
1021 Mart had zo zijn twijfels over een dode Rhand of over het gerucht dat hij gehoorzaamheid had gezworen.
1022 Dat nieuws – en al zijn verschillende versies – wond de Seanchanen op, zoals een stok een mierennest.
1023 Hij verbrandde ook een roze jas die ze voor hem had laten maken, twee paar roze broeken en een roze mantel.
1024 Grijze zeemeeuwen en schaarbekken met zwarte vleugels wervelden rond in een loodgrijze lucht met nog meer regen.
1025 Op de helm onder zijn arm zaten drie dunne zwarte veren. Hij stond te wachten tot men zijn paard gebracht had.
1026 Ook al zag de man er aardig uit, hij was en bleef een Doodswacht gardist, en ook nog eens een baniergeneraal.
1027 Maar alle stoelen waren bezet door Seanchanen, sommigen in wapenrusting, anderen in lange, geborduurde jassen.
1028 Een aantal Seanchanen had het hoofd zo kaalgeschoren dat het leek of ze een kom op het hoofd droegen.
1029 Dit waren eenvoudige edelen, niet iets hoogs, maar dat deed er nauwelijks toe. Een edelman was een edelman.
1030 Het bleek dat ze dat had. Hij kon een plank in de kelder gebruiken die volgens haar het hele jaar droog bleef.
1031 En ze had nog de kleine ruimte onder de stenen vloer van de keuken, waar hij ooit zijn schatkist had bewaard.
1032 De huurprijs was voor hem blijkbaar het openhouden van zijn mantel en zich omdraaien, zodat ze een beter zicht had.
1033 Toen hij terugkeerde in Tylins vertrekken, kwam hij te weten dat hij nog steeds kleren had om op te bergen.
1034 Maar de magere, grijze Cairhienin zou al even treurig de gift van een zakvol vuurdruppels aangekondigd hebben.
1035 Ik betwijfel of er iemand in die kast is geweest nadat de prins zijn speelgoedsoldaatjes voorgoed opborg.
1036 Hij kon altijd nog een nieuwe boog maken, maar hij was niet van plan om de ashandarei achter te laten.
1037 Licht, het zou fijn zijn eindelijk eens te merken dat er meer was dan ongewilde littekens en veldslagen.
1038 De klokkenmaker was een broodmagere, ongeduldige kerel die zweette vanwege de hitte van zijn grote ijzeren oven.
1039 Hij legde nog twee bezoeken bij baas Sutoma af, maar na het tweede liet de klokkengieter de deur versperren.
1040 Tylin begon de twee nagels van haar beide handen groen te lakken, hoewel ze niet de zijkant van haar hoofd schoor.
1041 Hij vond het niet erg om Tylins bed te delen, ook al was ze koningin en even hooghartig als elke andere edelvrouwe.
1042 Tylin leek Tuon als een soort aangenomen dochter te beschouwen, al leek het omgekeerde evenzeer het geval.
1043 Anath viel het meisje echter meedogenloos lastig met messcherpe kritiek en noemde haar een dwaas en erger.
1044 Hij moest het verkeerd gehoord hebben. Selucia, die er kalm met gevouwen handen bij stond, vertrok geen spier.
1045 Nou ja, hij was er toch niet echt op gebrand geweest om onmiddellijk te vertrekken. Tuon maakte hem bezorgd.
1046 Hij zag zelden een volwassen vrouw zonder even te denken hoe het zou zijn om haar te kussen of met haar te dansen.
1047 Een man zou zijn beitels moeten breken om erin te komen. En hij had toen in de herberg zelf gewoond.
1048 Iedereen kon die vloertegel oplichten, als ze wisten waar ze naar moesten kijken. Hij moest er zelf zeker van zijn.
1049 Veel later, heel veel later ging hij zich afvragen waarom die stomme dobbelstenen hem niet gewaarschuwd hadden.
1050 De meesten aten hun ontbijt en keken soms achterdochtig in de kom, alsof ze niet wisten wat ze nu precies aten.
1051 Aan een tafel zaten drie mannen en een vrouw in hun lange geborduurde kleren te kaarten en pijp te roken.
1052 Met in zijn mond een in zilver gevatte pijpensteel zat hij als een roofdier naar zijn tegenstanders te grijnzen.
1053 Ze was een aardige, mollige jonge vrouw met mooie grote ogen in dezelfde kleur als die van haar moeder.
1054 Marah luisterde maar half en hield een voorbijlopend dienstmeisje tegen, een kattige meid die hij goed kende.
1055 Caira vulde de beker van de donkere kleine man en bood hem de zwoele glimlach die ze Mart ooit eens had geschonken.
1056 Hij wist niet waarom ze nu iets tegen hem had, maar hij had op dit moment al genoeg met vrouwen te stellen.
1057 De lekkere geuren in de gelagkamer die zich vermengd hadden met zoete pijprook, hadden de hele keuken doortrokken.
1058 De grijze vloertegel voor de bakstoven lag stevig op zijn plaats en verschilde niet van de andere in de keuken.
1059 Iemand in de gelagkamer kon wel even wachten, zei ze, en plaatste het bord aan het hoofd van de lange keukentafel.
1060 En als ze boos was vanwege de vroege storing, gaf ze hem misschien niet eens te eten. Zijn maag rommelde.
1061 Terwijl hij zijn mond afveegde met een linnen servet, glipte er achter vrouw Anan nog een vrouw de keuken in.
1062 Ze sloot haastig de deur achter zich en hield haar vochtige mantel aan en de kap diep over haar gezicht getrokken.
1063 Enid, ontruim de keuken alsjeblieft, en hou de deur in de gaten. Ik moet alleen spreken met dit heerschap.
1064 Met tientallen Seanchanen aan de andere kant van een deur die bewaakt werd door een kokkin met een pollepel.
1065 Joline trok haar mantel uit en hing hem aan een haak, en vrouw Anan maakte een geërgerd geluid in haar keel.
1066 Mart negeerde het protest van zijn been en bewoog sneller dan hij ooit in zijn hele leven had gedaan.
1067 Hij weerde de meeste slagen van Enid met zijn vrije hand af en scheen zich van de rest niets aan te trekken.
1068 En deze kerel had iets bekends. Waarschijnlijk weer een van die duizenden gezichten die allang dood waren.
1069 De kapitein geeft het bevel en de bemanning gehoorzaamt, maar op mijn dek laat ik nimmer iemand kruipen.
1070 Enid slaakte een diepe zucht en zakte tegen de werktafel aan alsof haar botten zacht geworden waren.
1071 Alsof er in honderd span geen Seanchaan te vinden was, stak ze een lamp op een plank naast de zware deur aan.
1072 Mart gehoorzaamde maar wachtte op de tweede trede, terwijl vrouw Anan de deur dichttrok en weer op slot deed.
1073 Er scheen weinig stof te zijn, maar de lucht had die droge geur die eigen is aan een goede voorraadkamer.
1074 Genoeg om ieders zenuwen het te doen begeven, neem ik aan. Maar ik betwijfel of ze hier komen zoeken.
1075 Nooit eerder had hij zoveel puur venijn in een stem gehoord, zelfs niet in al die oude herinneringen.
1076 Mart slikte hevig. Het bericht was in de zak van zijn jas gestopt en had helemaal niet op zijn kussen gelegen.
1077 De regen was op enkele plekken door zijn mantel heengedrongen en zijn jas was hier en daar vochtig. Vochtig.
1078 De verdieping daarboven bevatte de ruime, voor iedereen toegankelijke zalen en de krappe hokjes van de schrijvers.
1079 Mart bleef even staan aan de voet van een verborgen diensttrap, haalde diep adem en ging langzaam naar boven.
1080 De meeste ruimte in de kamer werd ingenomen door het bed, een wastafel met een lampetstel en een kleine spiegel.
1081 De gaatjes op de plaats waar haar oorringen en neusring hadden gezeten, hadden nog niet de tijd gehad om te helen.
1082 Hij sloot die deur zachtjes alsof hij probeerde een koek van vrouw Alveren onder haar neus weg te kapen.
1083 Een dozijn deuren verder haalde hij opgelucht adem, gleed naar binnen en trok de deur achter zich dicht.
1084 Haar donkere ogen keken priemend naar hem. Ze zei niets en leek gaten in zijn schedel te willen boren.
1085 Licht, hij had gehoopt dat zij het niet geweest was, dat iemand anders dat stomme papier in zijn zak had gestopt.
1086 Haar gezicht en haar stem veranderden niet. Ze had net zo goed iets eenvoudigs en onbelangrijks kunnen uitleggen.
1087 Het strenge gezicht dat het meisje altijd vertoonde, vervaagde tot een glimlach. Ze was echt heel mooi.
1088 Drie vrouwen die weleens ongeduldig zouden kunnen worden als het hem niet snel lukte hen in veiligheid te brengen.
1089 Vrouwen hielden van praten, en als ze genoeg praatten, verklapten ze zaken die beter onbesproken konden blijven.
1090 Nou ja, dat zat hij ook, en de nacht begon te vallen en de regen kwam met bakken tegelijk uit de hemel.
1091 Bethamin beklom de trappen tot helemaal boven in het Tarasinpaleis en hield haar schrijfplankje zorgvuldig vast.
1092 Ze werden geacht een toegewezen taak uit te voeren, niet om wat te kletsen. Dat was een van haar redenen.
1093 Renna was nog nooit aangewezen, hoewel ze eens Suroths beste oefenvrouw was geweest en overal gewaardeerd werd.
1094 De meesten waarmee ze gebonden was geweest, begroetten haar met een glimlach, zelfs als ze knielden.
1095 Of ze nu uit het keizerrijk kwamen of van deze kant van de oceaan, ze wisten dat ze streng maar eerlijk was.
1096 Behalve nu en dan wat snoepgoed werd aan het eten streng de hand gehouden; een ongezonde damane was verspilling.
1097 Ze moest altijd moeite doen om netjes te antwoorden en had gisteren nog straf gekregen vanwege een botte weigering.
1098 De meesten waren omgekomen bij aanslagen, vaak door de handen van hun eigen erfgenamen of volgelingen.
1099 Haar glimlach verdween half, maar kwam weer terug toen ze het zoete rode spul in haar mond had gepropt.
1100 In Abunai was het nooit koud geweest, en ze had er nooit aan kunnen wennen, hoe ver ze ook gereisd had.
1101 De blauwe kleding met het rode vlak en de bliksems was de enige die ze al die jaren gedacht had te zullen dragen.
1102 Haar eigen vlucht was dus overbodig geweest en dan, tja, dan zou ze niet in Tanchico terecht zijn gekomen.
1103 Heel toepasselijk, aangezien ze met hart en ziel verknocht was aan het bewaren van haar eigen vrijheid.
1104 En omdat de enige andere keus waarschijnlijk een hooizolder was, deelde ze maar al te graag een bed met een ander.
1105 De dienstmeisjes waren zogenaamde vrije vrouwen, maar ze sprongen slaafs overeind wanneer de herbergierster sprak.
1106 Geen jongen, maar ook niet erg oud. Iemand van u, en hij sprak zo traag dat ik hem amper kon verstaan.
1107 Ze keek nog steeds verontwaardigd toen Bethamin de trap opliep en deed of winkelen het enige in haar gedachten was.
1108 Ze verstijfde slechts een ogenblik. Toen trok ze haar mes uit de riem schede en wilde om hulp schreeuwen.
1109 In zijn vingers hield hij een goudgerande ivoren schijf waarin een raaf en een toren waren uitgesneden.
1110 Tot haar verbijstering beval hij haar niet gewoon hem te gehoorzamen, maar keek hij haar onderzoekend aan.
1111 Hij veroorzaakte enige opschudding toen zijn schip geënterd werd en hij werd tot eigendom verklaard.
1112 Ze was blij dat ze zat. Haar knieën trilden zo erg dat ze verbaasd was dat het onder de rok niet te zien was.
1113 Egeanin lag op bed met haar handen hoog, de handpalmen naar het plafond gericht en de vingers gespreid.
1114 En ze moest toegeven dat ze na eenmaal tot Voorloper te zijn gekozen, zelfs aan de kans op een nieuwe naam dacht.
1115 Ze betwijfelde echter of ze ooit het bevel zou krijgen over een grootschip, laat staan een flottielje.
1116 Zolang hij het echter bij waarnemen hield, mocht hij blijven staren tot zijn ogen rood zagen en verdroogden.
1117 Ze zwaaide haar benen buiten het bed, ging rechtop zitten en tikte de punten een voor een op haar vingers af.
1118 Ik twijfel er eigenlijk niet aan dat we zonder dat geluk aan de beulshanden zouden zijn overgeleverd.
1119 Dat laatste was altijd een eerste eis van haar geweest. Ze was echter niet bekend met zijn gewoonten.
1120 Er werd op de deur geklopt en ze duwde hem weg. Hij had inmiddels al wel zoveel geleerd om nu niet te protesteren.
1121 Ze koerste langs een kust aan lijzijde en Zielblinder zelf reed over de golven om haar ogen te stelen.
1122 In de waarheid van het Licht, het waren amper meer dan meisjes geweest, en ook nog eens zo onschuldig als wat.
1123 Het vuur had het vertrek nog niet echt verwarmd, maar de zweetdruppeltjes parelden op Bethamins voorhoofd.
1124 Ze was zo opgelucht dat iemand anders het gevaar zou afhandelen dat ze weer knielde en Egeanins hand kuste.
1125 De beker raakte de stenen, kaatste terug en rolde over het tapijt naar de stenen vloer. Met een flinke deuk.
1126 Als ze tenminste voor die tijd al niet tot eigendom zou zijn verklaard. Ze rilde bij die mogelijkheid.
1127 Eraan gewend dat iedereen gehoorzaamt. Hij zal er niet op rekenen dat iemand zijn magere nek wil breken.
1128 Je vertrekt op het eerste het beste schip. Scheer de rest van je hoofd kaal en je zult geen moeilijkheden krijgen.
1129 Het is nog steeds een schok om een kale man geen pruik te zien dragen, maar tot dusver schijnt niemand.
1130 Die dingen konden lang zo verschrikkelijk niet zijn als hij beschreef. Hij grinnikte hoofdschuddend.
1131 Opnieuw schudde hij zijn hoofd, legde een hand op de schoorsteenmantel en staarde fronsend in het vuur.
1132 Ze zou niet toestaan dat de Zoeker haar kwam ophalen, wat het ook mocht kosten om hem tegen te houden.
1133 In plaats daarvan bleef ze echter de hele ochtend in de donkere vloeistof staren, zonder er iets van te proeven.
1134 Maar soms kon je alleen kiezen tussen slecht en slechter. Rochaid liep voor hem uit, bijna binnen handbereik.
1135 De haarspelden van de mannen waren vaak versierd met stukjes gekleurd glas, soms parels of duurdere stenen.
1136 Hij kon hem morgen daar opwachten en op een nieuwe kans wachten, maar de anderen zouden vannacht kunnen komen.
1137 Rhand dacht dat hij er twee tegelijk kon doden, of misschien wel alle vijf, maar niet zonder lawaai.
1138 Tegen vijf tegelijk kon hij gewond raken en wellicht zijn zwaard kwijtraken, en dat zag hij niet graag gebeuren.
1139 Zijn oog ving een flits op van een rode mantel die wapperde in de wind en om een hoek verdween. Hij holde erheen.
1140 De knuppel werd weer aan de riem gehangen, de vangstaak weer tegen het trapje gezet. Hij keek niet meer om.
1141 Marskramers met spelden, naalden of kammen in hun bakken probeerden met hun geroep ieders aandacht te trekken.
1142 Er waren hier weinig mensen met borduursels op hun kleren en hij zag vaker een touwtje als haarband dan een speld.
1143 Rochaid was al uit het gezicht verdwenen, maar Rhand kon zijn laarzen horen op de vochtige, steenachtige grond.
1144 Ineens besefte Rhand dat de enige laarzen die hij hoorde die van hemzelf waren en hij bleef stokstijf staan.
1145 Hij zag hier drie nauwe steegjes die op het zijne uitkwamen. Hij haalde nauwelijks adem en luisterde gespannen.
1146 De draden van de vredesband waren doorgesneden en weer vastgemaakt, zodat ze bij een vluchtige blik nog heel leken.
1147 Hij bewoog naar achteren om ruimte te maken, zodat hij zijn zwaard helemaal uit de schede kon trekken.
1148 Rhand zette reeds een dodelijke slag onder het borstbeen in toen hij achter zich een fluisterzacht geluid hoorde.
1149 Rhand greep het heft van Rochaids zwaard, rolde verder en trok het wapen uit de schede toen hij op zijn rug rolde.
1150 Als de wachten hen hier aantroffen, zouden ze naar de kerkers onder de Zaal van de raadsleden worden gesleept.
1151 Ze werden geacht op de anderen te wachten nadat ze een voor een de stad waren ingeglipt om aandacht te vermijden.
1152 Zijn razernij kwam voor een deel voort uit zijn onzekerheid of ze inderdaad geacht werden om Altor te doden.
1153 Hij vermoedde dat wat ze onuitgesproken lieten, een man sneller kon doden dan een getekend bevel van een hoogheer.
1154 Het voelde niet aan als een diepe snede, en geen enkele beurzensnijder zou in zijn onderarm snijden.
1155 Iedereen was heel goed in het negeren van wat hij niet wilde zien. De wond klopte en begon te branden.
1156 Kisman liet zijn mantel los en drukte zijn hand tegen de bebloede mouw. Zijn arm voelde gezwollen en gloeiend heet.
1157 Hij meende de ratels van de wachten te horen, maar het kon ook het bonzende bloed in zijn oren zijn.
1158 Zijn laatste gedachte was dat een Uitverkorene had besloten hem te straffen, maar waarom, dat wist hij niet.
1159 Zelfs met slechts een dolk in zijn riem zag hij er gevaarlijk uit, maar daar kon niets aan gedaan worden.
1160 Ze dronken thee en praatten en lachten. Rhand klemde zijn kaken op elkaar bij het zien van de vroegere damane.
1161 De gewaden waren van het lijfje tot aan de kin en de schouders helemaal geborduurd met bloemen en vogels.
1162 Min draaide zich op haar stoel om en grijnsde, zoals ze elke keer deed als hij haar zijn vrouw noemde.
1163 Er zaten witte lokken in haar goudblonde haren en dunne lijntjes bij haar ooghoeken. Haar ogen stonden dwingend.
1164 Ze was kennelijk van plan om dat boek mee te dragen en het bij de eerste de beste gelegenheid te lezen.
1165 Dode lieden horen stil te zijn in hun graf, maar dat zijn ze nooit. Rhand hoorde de stem in zijn hoofd nauwelijks.
1166 Hij had vele gaven gekregen, maar onkwetsbaarheid tegen vergif of enig ander wapen hoorde daar niet bij.
1167 De pijnbomen, de enige bomen die ze kende, waren klein en krom, dus alleen voor teer en terpentijn te gebruiken.
1168 Diep verborgen sterke stromingen die alles konden veranderen wat aan de oppervlakte zo duidelijk leek te zijn.
1169 Ze zwaaide van links naar rechts door de bewegingen van het paard en dreigde bij iedere stap op de grond te vallen.
1170 Ze zaten in de weg en konden armen en benen in hun beweging belemmeren als je die nodig had om te overleven.
1171 Nesune Bihara, geheel in koperkleurige wol, reed de poort door en keek rond alsof ze iedereen tegelijk wilde zien.
1172 Harine zou nooit een minnaar nemen die van lagere rang was en dat betekende nu natuurlijk dat ze niemand zou nemen.
1173 Naar het noorden toe stegen de heuvels tot een gebergte dat van het noordoosten naar het zuidwesten liep.
1174 Ze hoopte dat Harine niet had gemerkt dat ze was geschrokken, ik heb al eerder nee tegen haar gezegd, golfvrouwe.
1175 Corele, mager maar knap, lachte en speelde met de manen van haar zwarte paard terwijl ze met Humira sprak.
1176 De landrotten leken helemaal geen plezier in kleuren te vinden. Zelfs haar donkere mantel was met wit bont afgezet.
1177 Bij Cadsuane rijden betekende in werkelijkheid achter haar rijden, zuidwaarts, tussen de bomen door.
1178 Als Shalon niet beter had geweten, zou ze hebben gedacht dat er meer verbittering in die blik lag dan kwaadheid.
1179 De inspanning die het nu kostte om haar woede te onderdrukken, moest haar inwendig op een kookpunt hebben gebracht.
1180 Ze had al een behoorlijk aantal zaken door waarneming opgestoken, al wist ze nog niet precies wat ze ermee kon.
1181 De wind begon op te steken. Windvlagen drukten haar mantel tegen haar rug en lieten hem aan beide kanten fladderen.
1182 In elk geval was de vraag niet hoeveel zwaardhanden er waren, maar of ze allemaal wel zwaardhand waren.
1183 Als ze kon bewijzen dat dat gebeurd was, was dat mes misschien scherp genoeg om haar van Cadsuane los te snijden.
1184 De wind blies haar mantel over haar hoofd, zodat ze die omlaag moest rukken voor ze weer rechtop kon zitten.
1185 Ze stonden aan de rand van een vlak stuk land waarop bruin gras zich als een bruine zee uitstrekte naar de einder.
1186 De weg was breed en de aarde hard als gevolg van het vele verkeer, maar op dit moment waren ze alleen.
1187 Ze moeten tijdens het Breken zijn gemaakt, toen de vrees voor krankzinnige geleiders zich op een hoogtepunt bevond.
1188 Harine wilde al wat zeggen, maar gebaarde toen naar Shalon dat ze de voor de hand liggende vraag moest stellen.
1189 Als haar moeder de wateren bevoer, was zij belast met het opvoeden van haar eerste kind en van Harine.
1190 Als je buiten een stedding een weving maakt, werkt die daarbinnen niet, al doet dat er niet zoveel toe.
1191 Op sommige werden de netten binnengehaald, terwijl andere langzaam voort bewogen met behulp van lange roeiriemen.
1192 Dorpsvrouwen liepen met grote manden haastig rond, maar stopten even om naar de groep ruiters te kijken.
1193 Bijna gewend. In elk geval trok de verdedigingsmuur aan de andere kant van het dorp al haar aandacht.
1194 Vanuit een grote met ijzer beslagen deur dicht bij de brug stroomden nog meer gehelmde soldaten de weg op.
1195 Ze trok een dikke beurs uit haar zadeltas en overhandigde hem die. Hij nam hem aan en stapte achteruit.
1196 Ze verschilde in het geheel niet van een ander, nu ze gedurende haar oponthoud hier van haar gave was beroofd.
1197 Zwaarden worden alleen toegestaan als ze verzegeld zijn met de vredesband, zodat ze niet getrokken kunnen worden.
1198 Nu en dan stopte hij, pakte een zegel uit zijn riem en vouwde een klein loden plaatje rond de draden.
1199 Nu en dan gleed er een boot onder hen door, wat ze niet hadden kunnen doen als ze masten hadden gehad.
1200 Nooit eerder was het tot haar doorgedrongen dat die onzichtbare aanwezigheid haar zoveel troost had geboden.
1201 De Bron was weg, maar die zou terugkomen – natuurlijk zou dat gebeuren – en ze moest haar plicht doen.
1202 Zijn blauwe jas leek van goede wol, met de grote gouden zwaard en hand links op de borst geborduurd.
1203 Een man in de koepel is al erg, maar een man met een zwaard zal elk raadslid een toeval bezorgen, zo niet meer.
1204 Harines gezicht leek een houten masker doordat ze de inspanning van het traplopen trachtte te verbergen.
1205 Boven haar steeg een blauwe koepel wel honderd voet de lucht in. Niets leek hem te dragen, alleen de koepel zelf.
1206 Ze waren echter alleen en dat leek Cadsuane plezier te doen, hoewel ze alleen kort in zichzelf knikte.
1207 Naast elke vrouw was een schijf van ruim twee pas doorsnee aangebracht die leek te bestaan uit gewolkt kristal.
1208 In elke schijf was een lange smalle wig van helder kristal geplaatst die het midden van de ruimte aanwees.
1209 Shalon wist het niet zeker maar de metalen rand onder haar leek van getallen te zijn voorzien. Dat was alles.
1210 Medelijden en wijsheid vulden haar grote donkere ogen, en je kon zien dat zij de zaken onder controle had.
1211 Ik heb een vleugel in mijn paleis voor u laten klaarmaken. Wanneer u hebt gerust en gegeten, kunnen we praten.
1212 Harine maakte een klein knikje met haar hoofd en er straalde enige voldoening in haar glimlach door.
1213 Ze richtte zich in al haar lengte op en keek recht voor zich uit, min of meer over Cadsuanes hoofd heen.
1214 Misschien voelde ze wel twaalf paar ogen in haar rug. De andere raadsleden plaatsten haar lot op de weegschaal.
1215 Ergens achter die deur bevond zich een kaart en weldra zou worden aangegeven waar die geleider zich bevond.
1216 Shalon wierp een blik over het hek en knipperde weer met haar ogen toen de kleine zwarte wiggen veranderden.
1217 Harine had haar naam niet meer gebruikt nadat ze zeilvrouwe was geworden, behalve zo nu en dan als ze alleen waren.
1218 Min stond hem met de armen over elkaar aan te kijken, trok toen haar rok goed en streek die glad op haar heupen.
1219 Ze wilde iets duidelijk te maken, en je zou als een hond worden afgemaakt als je er nu vandoor ging.
1220 Hij moest de winter indrinken, tot hij het hart van de winter tot iets gemaakt had wat op Zonnedag leek.
1221 Ze rolde om en hief haar hoofd op, en hij besefte dat ze probeerde zichzelf in de spiegel van de wastafel te zien.
1222 Ik denk wel dat ik jouw geheim kan bewaren, voorlopig althans. Niet iedereen weet dat je in de stad bent.
1223 Deze keer nam hij niet de moeite om zijn vloek in te houden en Cadsuanes klap ontwrichtte bijna zijn kaak.
1224 Dat hielp om de vlekken weg te jagen. Hij wilde aan zijn kaak voelen, maar hij hief zijn handen niet op.
1225 Toen hief ze boos de handen in de lucht en liep binnensmonds mopperend met grote stappen achter Cadsuane aan.
1226 Zelfs terwijl ik hier sta, kan ik nauwelijks zeggen of je ontdaan bent of niet. Hoe dan ook, hier is het beter.
1227 Dat besef is even sterk in mij verankerd als de eed die ik gezworen heb om je te gehoorzamen. Even sterk.
1228 Vertrouwen of geen vertrouwen, als het enigszins kon, zou nooit iemand antwoord op die vraag krijgen.
1229 De hele wereld wil dat weten. Ik wist dat je diep in het zuiden zat en dat je dagenlang niet had gereisd.
1230 Maar ik wist niet dat je hier was tot ik door de poort in de heuvels ten noorden van de stad stapte.
1231 Hij nam er twee dagen voor om het te aanvaarden, en ik heb nooit gemerkt dat ze hem onder druk zette.
1232 Zonder die steun zul je elk land moeten veroveren, en daar ben je tot dusver nog niet al te succesvol in geweest.
1233 De vrees dat de zusters hem zouden gebruiken voor hun eigen doeleinden had hem blind gemaakt voor al het andere.
1234 Over al het andere kunnen ze vrijelijk onderhandelen, zolang ze de opstand maar beëindigen. Daarna..
1235 Sorilea heeft haar op het hart gedrukt om als een moederkloek over ons te waken, en dat doet ze. Op haar manier.
1236 Ik zal het geheimhouden als je dat wilt. Ik kon nooit langer dan een paar dagen in een stedding blijven.
1237 De vochtige wind die over het meer naar de stad werd geblazen, werd kouder toen de schemering overging in de nacht.
1238 De wind speelde met haar mantel terwijl ze twee zilveren penners uit haar beurs pakte en aan de dragers gaf.
1239 Deze plek, die hoog en steil boven het water oprees, was de enige plek op het eiland die op een heuvel leek.
1240 Cadsuane zat met haar naaimandje op een tafeltje naast de marmeren schouw kalm op haar borduurraam te werken.
1241 Ze was niet alleen. Verin legde haar mantel over de rug van een stoel, ging op een andere zitten en wachtte.
1242 Naar andere zusters toe was Elza zich altijd heel goed van haar rang bewust, misschien zelfs wel te veel.
1243 Cadsuane hield haar hoofd over het borduurraam gebogen en bleef met haar naald kleine steekjes maken.
1244 Ik verslikte me bijna toen het bij me opkwam dat deze plaats de reden kon zijn waarom hij niet meer rondreist.
1245 Als je er ooit aan toekomt om die thee in te schenken, zal ik misschien nog wat mededeelzamer worden.
1246 De zon stond recht boven hun hoofd, al hoopte Elayne vurig dat het nog steeds nacht was in de echte wereld.
1247 Ze wilde echt wat slapen voor de ochtend aanbrak. Ze was de laatste paar dagen steeds vermoeid geweest.
1248 Deze stroom welde zo sterk op uit een bron onder een rots dat een man erdoor meegesleurd kon worden.
1249 Maar aan de andere kant van die grote rotsplaat stond een nieuwere herberg, vele malen groter, die bijna klaar was.
1250 Misschien stuurde ze zelf wel iemand naar Emondsveld, als ze tenminste iemand wist die ze kon vertrouwen.
1251 Toen ze haar tegen zich aanhield, verdween de sneeuw en was er op hun rok geen enkel nat plekje meer te zien.
1252 Ze kon maanden slapen. Ze had moeite met haar plicht, maar de plicht won, want het zou een drukke dag worden.
1253 Door het schuin naar binnen vallende licht kon ze zien dat de zon al een tijdje geleden was opgekomen.
1254 Met een ruk werd de ander wakker en reikte naar haar mes, dat op een klein tafeltje naast haar bed lag.
1255 De mannen waren niet al te erg, afgezien van her feit dat ze het wisten en dat zij wist dat zij het wisten.
1256 De met kant afgezette sjerp en het kant rond de nek en polsen versterkten de harde trekken op zijn gezicht.
1257 Geef me tien dagen en ik kan honderd man vinden die beter zijn en u met evenveel liefde in het harr dragen als ik.
1258 Maar steeds als ze opperde dat het er niet zoveel hoefden te zijn, zette Birgitte de hakken in het zand.
1259 Aviendha toonde hem haar tanden en hij knipperde met zijn ogen en kuchte toen achter een magere hand.
1260 Nu zou ze hen niet door gebrek aan goud kwijtraken voor Birgitte nieuwe mannen had geworven om hen te vervangen.
1261 Wanneer je een verspieder vindt, had Thom haar verteld, wikkel ze dan in zwachtels en voed ze met een lepel.
1262 Als ze inmiddels nog niet bekend waren met de verhalen over een aanslag op haar, moesten ze wel doof zijn.
1263 Het was heel vernederend dat Aviendha haar min of meer naar bed moest dragen, maar ze kon niet ophouden.
1264 Ze werd gevolgd door de gehelmde gardisten. Het was pas zeven dagen geleden dat ze waren vertrokken.
1265 Merililles terugkeer was belangrijk en aan haar haast te zien bracht ze ofwel goed of heel slecht nieuws.
1266 Vandaag droeg ze een ruim zittende groene broek bij haar rode jasje, een combinatie die pijn deed aan de ogen.
1267 Hij behoorde niet hier te zijn, maar ze liet hem blijven en schonk hem zelfs een heel warme glimlach.
1268 Elayne bleef glimlachen tot de deur dichtviel. Alles wat haar kind beschermde wras ze bereid te doen.
1269 Ze had gehoord dat hij Elaynes leven had gered, maar was al weg toen de geruchten over hen beiden begonnen.
1270 Ditmaal lag er geen glimlach op zijn smalle gezicht. Turend in zijn wijnbeker trok hij de schouders op.
1271 Zelfs het grootste leger ter wereld is zonder have of goed slechts een verzameling bewegende lijken.
1272 Birgitte keek strak en donker naar zijn rug, maar Elayne gebaarde haar dat ze zich rustig moest houden.
1273 Zeer veel zusters lijken zich afzijdig te houden tot de moeilijkheden in de Toren voorbij zijn, vrees ik.
1274 Geloof me, ik heb het op de harde manier moeten leren. Ze vinden altijd wel een weg om het je betaald te zetten.
1275 Nou ja, ze beende boos weg, al vloekend en tierend, terwijl ze de deur met een klap achter zich dichtgooide.
1276 Alles moest echter zo verschrikkelijk snel gebeuren dat Elayne een goede smoes had om er niet naar te luisteren.
1277 Essande werd opgetrommeld om gepaste kleding klaar te leggen, terwijl Elayne snel een vroeg middagmaal genoot.
1278 Blijkbaar had Monaelle ook gezegd dat het overslaan van maaltijden even slecht was als te veel eten.
1279 In vogelvlucht ongeveer vijftig roede ten noorden van Caemlin, maar voor haar slechts een stap door een poort.
1280 Ze droeg nog steeds haar Aielkleren, met als enige sieraden de zilveren ketting en de dikke ivoren armband.
1281 Toch gaf ze niet de indruk het koud te hebben, alhoewel ze haar doek strak om haar hoofd had geslagen.
1282 De binding bracht naast oplettende aandacht ook ergernis over. Elayne zuchtte en haar adem wolkte wit rond.
1283 Een dochter daarentegen stelde de opvolging veilig, terwijl een zoon alleen opzij geschoven kon worden.
1284 Moge de vrede me verlaten en de Verwording mijn ziel verteren indien u of de uwen in ons kamp enig kwaad geschiedt.
1285 Even later kon ze geharnaste schildwachten te paard onderscheiden en nog wat later reden ze het kamp in.
1286 Een leger werd altijd gevolgd door grote aantallen mensen, soms door evenveel mensen als het leger groot was.
1287 Ze weerstond de aandrang om de Bron te omhelzen en saidar te putten door de schildpadangreaal op haar borst.
1288 Zijn gelaat vertoonde geen enkele rimpel, al hing zijn knor lang en wit langs de zijkant van zijn gezicht.
1289 Haar donkere haar toonde al wat grijs, maar ondanks haar glimlach was er niets moederlijks aan haar te bespeuren.
1290 Hij was echter groot en breedgeschouderd, ging in het groen gekleed en zag er sterk uit. Zeker geen dwaas.
1291 Ethenielle schonk Tenobia wederom een snelle blik toen ze zelf plaatsnam en mompelde iets binnensmonds.
1292 En we hebben deze lange tocht ondernomen om slechts te ontdekken dat niemand weet waar we hem kunnen vinden.
1293 Elayne dwong zich rustig adem te halen en hun blikken zonder met de ogen te knipperen te beantwoorden.
1294 Hier was ze niet de erfdochter van Andor die moest strijden om de aanspraken op haar moeders troon of nog meer.
1295 In feite hoop ik van ganser harte dat jullie door Andor trekken zonder dat ergens een zwaard moet worden getrokken.
1296 Aviendha keek haar fronsend vanuit de ooghoeken aan. Zelfs nu wilden ze nog voor de aanstaande moeder zorgen.
1297 Ze zouden nu zeker naar het zuiden trekken, wist ze, maar zonder hun instemming zou er veel bloed worden vergoten.
1298 Ze geloofde nog steeds dat de dieren zouden blijven staan als ze niet voortdurend werden aangespoord.
1299 Ze dacht er pas aan toen de zilveren spleet verscheen en die uitzicht bood op een veld met bruin gras.
1300 De schemering viel snel in en de hemel werd donkergrijs; de schaduwen in de straten versmolten met elkaar.
1301 Een groepje van vier gardisten kwam te paard op hen af, maar reed hen zonder op of om te kijken voorbij.
1302 Haar mes stak in de bedstijl en ze lagen nog steeds op de verkreukelde linnen lakens en warrige dekens.
1303 Hij droeg slechts de zijden das die zijn litteken om zijn hals verborg, en zij had alleen maar haar vel aan.
1304 Hij had er op de een of andere manier nogal wat opgelopen, hoezeer hij ook had geprobeerd dat te voorkomen.
1305 Zijn geluk leek bij de paardenrennen niet te werken, maar hij zou tegen het hele stel op Pips hebben gewed.
1306 Hij had een goed idee om de man over te halen reeds voor de lente weg te gaan, als het erop aan zou komen.
1307 Een gevaarlijk idee misschien, maar hij had niet veel keus. De andere mogelijkheid was veel gevaarlijker.
1308 Hij reed niet alleen achteraan. Meer dan vijftig mannen en vrouwen stapten in twee rijen achter hem aan.
1309 Hij had geen enkele poging gedaan om tijd te rekken of zich te verbergen, laat staan de bestraffing te ontlopen.
1310 De mantelkappen hingen op de rug en de koude wind blies hun mantels omhoog, alsof de kou hen niet deerde.
1311 De meeste kooplieden zouden nog handelen met de moordenaars van hun moeder als het hun winst opleverde.
1312 Het grootste deel scheen opnieuw te zijn opgetuigd, met Seanchaanse geribbelde zeilen en ander soort tuigage.
1313 Niemand op de pier besteedde enige aandacht aan hem. Zodra de boten waren losgegooid, verdwenen de officieren.
1314 Ze staken hun neus in de boten die de aangemeerde schepen verlieten en niet van Seanchaanse afkomst waren.
1315 Zijn linkerbeen kon nog net zijn gewicht dragen. Misschien zou een heet bad de pijn iets verminderen.
1316 Luca moest verrast worden, maar voor hij naar Luca kon, moesten er nog wat probleempjes worden opgelost.
1317 Dat is begrijpelijk. Maar als ik je kwaad had willen doen, had ik die avond slechts weg hoeven lopen.
1318 Ik heb belangrijke mannen plannen zien beramen, en ook schurken die even duister zijn als de Doemkrocht.
1319 Als er nog iets is wat ik voor je kan doen, vraag het gerust. Maar nu ga ik op zoek naar een heet bad.
1320 Zoals altijd draaide ze zich om zodra hij haar zag en verdween. Haar witte plooirok ruiste zachtjes.
1321 De rode kleren had hij in de klerenkast gestopt, samen met alle andere opzichtige kleding die ze hem gegeven had.
1322 De jas die hij aan had, was het eenvoudigste dat hij bezat, een blauwe jas van fijne wol zonder borduursel.
1323 Het soort jas dat een man kon dragen zonder dat iedereen hem stond aan te gapen. Een fatsoenlijke jas.
1324 Ze grijnsden bij hoorbaar afgesloten weddenschappen over hoe snel hij zich weer zou verkleden als Tylin terug was.
1325 Een aantal vrouwen en bijna alle mannen beschouwden het omkleden als een teken dat hij ging vertrekken.
1326 Hoe meer mensen konden zeggen dat hij zijn vlucht voorbereidde tijdens Tylins afwezigheid, des te beter voor haar.
1327 Het gebeurde iets te vaak om zich gerust te blijven voelen. Maar ook niet zo vaak dat hij meende dat ze hem volgde.
1328 Hij betwijfelde of het meisje een tweede keer zou geloven dat hij zoetigheid voor een windvindster kwam brengen.
1329 Hij begreep toch al nooit wat vrouwen in een man aantrok, want ze leken bij de gewoonste kerel uit hun bol te gaan.
1330 Vrouwen logen om een man in bed te krijgen, en ze logen nog erger als ze hem daar eenmaal in hadden.
1331 Niet meer dan dat. Er was meer nodig dan enkele kletsende vrouwen of starende meisjes om hem te laten zweten.
1332 Er was elke nacht een nieuwe moord, hoewel niemand anders dan zij drieën de moorden met elkaar in verband bracht.
1333 Hij had hem in de keuken gevonden, waar hij met de koks zat te kletsen over hoe je kip in honing kon braden.
1334 Thom Merrilin had zijn eigen maniertjes waarmee hij geruchten kon opvangen en samenvoegen tot een volledig plaatje.
1335 Jammer genoeg had hij eerst aan de deur geluisterd en genoeg gehoord om niet het bos ingestuurd te kunnen w:orden.
1336 Mart had geen andere keus dan bij de deur te gaan staan om te voorkomen dat er nog iemand zou binnenkomen.
1337 Hij vermoedde dat als Beslan het teken gaf, hij en zijn vrienden de enige opstandelingen zouden zijn.
1338 Voor de rest leken ze twee stappen te zetten en dan tegen een stenen muur te botsen. Of een struikeldraad te raken.
1339 Het was beter dan staan, maar niet veel beter. De meeste mensen zouden op dit uur vast in slaap zijn.
1340 Schijnbaar vindt ze de zang van baniergeneraal Yamada goed genoeg om te besluiten dat ze met hem wil trouwen.
1341 Schrijven in een handschrift waarvan de bezitter zelf dacht het geschreven te hebben, dat was pas kunst.
1342 De vroegere speelman glimlachte alsof hij een nietszeggend praatje hield, maar hij hield zijn stem zacht.
1343 Mart wilde boos uitvallen, maar in plaats daarvan grinnikte hij zo ontwapenend mogelijk, en Narvin vertrok nijdig.
1344 De pijn was echt minder geworden. Hij had zijn wandelstok aan de kant gelegd en oefende om aan kracht te winnen.
1345 Hij meende twee of drie span te kunnen lopen zonder het been rust te moeten geven. Zonder al te veel rust, dan.
1346 De lijn kronkelde in zijn hand als een lange zilveren slang, glinsterend in het flakkerende lamplicht.
1347 Hij liet de kerel zijn tanden zien en hoopte dat de Shienaraan het als een glimlachend bedankje zag.
1348 Als je weg wilt, ga dan met een vissersboot van je man. Maar ik stel voor dat je een paar dagen wacht.
1349 Het ergste van alles was dat ze het zelfs nog moeilijker zouden maken om de stadspoort uit te komen.
1350 Zijn eigen ervaring was in dit geval meer dan voldoende. Fen pookte met een harde vinger in zijn linkerschouder.
1351 Mart voelde een spierknoop in zijn nek wat losser worden, ongeveer op de plek waar de beulsbijl zou treffen.
1352 Setalle klikte de armband om haar pols, wikkelde de lijn om haar onderarm en hield de open halsband omhoog.
1353 Hij moest de maat verkeerd hebben ingeschat: de halsband paste precies boven de hoge hals van haar gewaad.
1354 Ze kromp in elkaar en haar armen en benen en zelfs haar vingers trilden en bogen zich in vreemde hoeken.
1355 Toen hij de voet van het hoge standbeeld van koningin Nariene bereikte, viel een hand op zijn schouder.
1356 Een gevecht was niet de manier om onopvallend te blijven. Bovendien wist hij niet zeker of hij wel kon winnen.
1357 Domon zag er dik uit, maar dat vet lag over harde spieren heen. Een drankje zou trouwens best welkom zijn.
1358 Ze droeg een lichtgele plooirok, met daaroverheen een met bloemen geborduurd gewaad. Mart herinnerde zich haar.
1359 Als je anderen kent zoals jezelf, zal ik ze huren. Maar ze moeten in staat zijn om hun mond te houden.
1360 Domon gromde en schudde zijn hoofd, en even leek ze nog bozer, maar toen verloor haar gezicht de strenge trekken.
1361 Om iedereen hun plaats te wijzen, als het erop aankwam. Egeanin was heel wat minder taai dan ze eruitzag.
1362 U kunt altijd meer goud krijgen, maar eerst moet u proberen niet in handen van de Zoekers te vallen.
1363 Thom heeft me verteld dat ze zich ergens heel erg druk over maken. Over hete ijzers en de pijnbank klaarmaken.
1364 Nu was hij daar niet zeker van – ze fronste zelfs – maar één ding wist hij wel: het effect van zijn glimlach.
1365 Ze deinsde niet terug – hij vermoedde dat ze voor heel weinig dingen terugdeinsde – maar ze knikte bijna.
1366 Maar Juilin keek elke keer weer boos als hij naar het weggesmeten bundeltje in de hoek van de kamer keek.
1367 Ze zei alleen dat ze er drie wist die zouden doen waarvoor we ze nodig hebben, en ze kan ze morgen al hebben.
1368 We liepen uiteindelijk weg en lieten de munt staande op de tafel achter. Ik neem aan dat er van alles kan gebeuren.
1369 Als het verhaal de ronde ging doen dat zoiets bestaat, mag her Licht weten welke verhalen er dan zullen ontstaan.
1370 Verhalen hebben macht. De verhalen van speelmannen, de vertellingen van minstrelen, en ook de geruchten op straat.
1371 Als ze geloven dat hij een speelpop van de Toren is, hebben ze nog meer reden om zich tegen hem te keren.
1372 Een man wilde altijd de vijandelijke generaal laten geloven dat hij iets anders ging doen dan wat hij ging doen.
1373 Om dezelfde redenen werden oogsten vernietigd, waarna tienduizenden stierven tijdens de hongersnood die volgde.
1374 Ik denk niet dat we er morgenavond aan toe komen en ik wil graag minstens een van de twee nachten slapen.
1375 Die gedachte deed hem lachen, hoewel het te veel het geluid van hees gefluister had om leuk te zijn.
1376 Hij rolde het zegel over de rug van zijn hand heen en weer en probeerde te bedenken wat er fout kon gaan.
1377 In verhalen was dit niet het soort dag voor grootse reddingen en ontsnappingen. Het was een dag voor moordpartijen.
1378 Geen plezierige gedachte als je hoopte de dauw van de volgende dag mee te maken. Het plan was eenvoudig.
1379 Een gewone donkergroene jas. Een man wilde heel gewoon zijn terwijl hij zaken als die van vandaag afhandelde.
1380 Hij paste net zo goed op de veer als op de beurs waarin twintig goudkronen en een vuistvol zilver zaten.
1381 Maar Beslan had die reden geslikt als een eend vers kroos, en hij weigerde er buiten gelaten te worden.
1382 Op geen enkele manier kon natuurlijk geheim worden gehouden dat drie Roodarmen de paarden uit de stallen haalden.
1383 Een bosbrand kon niet zo snel van droge boom tot boom overslaan als de onderlinge praatjes van vrouwen.
1384 Alleen de wachters buiten zouden wakker zijn, maar hij wilde niet riskeren dat hij ermee gezien werd.
1385 Goed zwart taxushout was buiten Tweewater bijna onmogelijk te vinden, en ze sneden het bovendien altijd te kort.
1386 Geluk luisterde heel nauw, met de dobbelstenen. Elders op geluk vertrouwen kon een man zijn dood betekenen.
1387 Hij ging op het bed liggen, legde zijn gelaarsde benen over elkaar en bleef naar de boog en speer kijken.
1388 Het duurde zo lang voordat het donker werd dat hij bijna opstond om te zien of de zon was blijven hangen.
1389 Maar eindelijk vervaagde het grijze licht tot een purperen schemering, en toen tot volledige duisternis.
1390 Werklieden die het weer hadden getrotseerd, zouden hun gereedschap nu neerleggen en naar huis sloffen.
1391 Alles was nu in beweging. Olver zat veilig in die oude stal, waar nog een groot deel van het dak aanwezig was.
1392 Hij kwam overeind, liep al tastend door de inktzwarte kamer en sloeg het raam in een hoog venster open.
1393 De maan was achter wolken verborgen en de stad was een donkere massa in de in regen gehulde duisternis.
1394 Als ze tenminste echt in staat was geweest om er drie te vinden die volgens haar zouden doen wat ze beval.
1395 Misschien, in zulk weer. Zijn gezicht vertrok tot een grijns en hij trok zich verder terug in de voorhal.
1396 Na een paar tellen verschenen er vier gestalten in zware mantels, die zich naar de deuropening haastten.
1397 Dat deed er ook niet toe. Wat er wel toe deed, was dat ze hier waren en klaar stonden om te doen wat nodig was.
1398 Seta en Renna kenden uiteraard de weg, en hij werd geacht enkel zijn mantel en verdere eigendommen te pakken.
1399 Niet echt een beeld dat vertrouwen uitstraalde. Nou ja, als wensen paarden waren, zouden bedelaars rijden.
1400 Hij glipte even zacht de kamer uit als hij was binnengekomen en deed de deur dicht. En hapte naar adem.
1401 Ze doet het heel goed nu, vrouwe, maar... Mart hield nog steeds zijn adem in en liep op zijn tenen achteruit.
1402 Hij greep een zomertapijt om overeind te blijven, en de kleurige zijde scheurde half uit de kroonlijst.
1403 Daarna kon hij alleen nog strompelen. Maar hij strompelde zo snel als geen man ooit eerder gedaan had.
1404 Hij moest zich alleen om de vrouw voor hem bekommeren. En de enige manier was rechttoe, zonder omwegen.
1405 Tylin stond erop om zelf aan te geven hoe ze moest worden vastgebonden. Ze scheen er trots uit te putten.
1406 Mopperend trok hij zijn mantel om zich heen en wilde op een holletje door de stortbui naar de stallen rennen.
1407 Hij verwachtte dat ze op de vlucht zou slaan, maar in plaats daarvan liet ze een regen van slagen op hem neerkomen.
1408 Ineens gleed ze van hem weg en gebruikte beide handen om de diadeem te verschikken die haar sluier vasthield.
1409 Er stond nu beslist geen verrukking meer op haar gezicht te lezen, maar slechts intense concentratie.
1410 Hij begreep niet waarom ze niet om hulp had geschreeuwd, maar hij wist dat ze van plan was om hem te schoppen.
1411 Hij sprong op haar af en alles gebeurde tegelijk. Door een pijnscheut in zijn heup viel hij op een knie.
1412 Ze was op een pruilerige manier mooi, met een rozenmondje, maar zeker vijf of zes jaar ouder dan Mart verwacht had.
1413 Dat was de enige uitleg die hij voor zijn late komst gaf, voor hij zijn aandacht richrte op Noals gevangene.
1414 Noal sleepte Tuon naar de andere hoek en liet een arm los om een hand in zijn zak met lange messen te steken.
1415 Teslyn was echter een huiverend hoopje verlangen, dat haar lippen likte en naar de staldeuren staarde.
1416 Ze draaide haar hoofd zo snel naar hem toe dat haar paardenstaart rondzwierde en in haar gezicht sloeg.
1417 Ze bleef tussen hen in staan en kromp half ineen. Ze legde een hand op ieders schouder alsof ze bescherming zocht.
1418 Ze sloeg tenminste geen wartaal meer uit. Vreemd, hoe dat met vrouwen zomaar kon beginnen en verdwijnen.
1419 Het stond vol met kleine vierkante tafeltjes. Maar zelfs midden op de dag was slechts een op de vijf tafels bezet.
1420 Alle vreemdelingen in de gelagkamer waren mannen, aangezien de vrouwen meestal in de vrouwenkamer zaten.
1421 Soms werd met een kreet van een tafel een bediende geroepen die naast de anderen achterin stond te wachten.
1422 Hij nam de gekreukte tekeningen terug van een bediende met een vierkante kaak, die hij apart had genomen.
1423 Onder de gele boog naar de vrouwenkamer stond een magere vrouw met een grote ivoren kam in haar donkere knot.
1424 Twee grote haarden aan elke kant van de kamer verjoegen de kou, maar Rhand hield zijn handschoenen aan.
1425 Hij deed alsof hij in de wijnbeker tussen zijn handen staarde, terwijl hij een oogje op de buitendeur hield.
1426 Het moest wel. Er kwam een lange man binnen, gehuld in een vochtige mantel waarvan de kap zijn gezicht verborg.
1427 In Mins binding voelde hij dat ze deze dag alledrie de stad uit waren en de heuvels in waren gereden.
1428 Dat had hij aanvaard. Ze hebben geprobeerd me te doden, en daarom wil ik ze dood hebben, dacht hij.
1429 Het haar van de dragers plakte doorweekt op de rug en hun laarzen spetterden door de plassen op de kasseien.
1430 Ik denk dat ze zowat alle manieren kent om iets met de Kracht te vernietigen, maar helaas niets anders.
1431 Daarom lees ik niets over veldslagen. Ze schijnen op den duur weinig te veranderen, alleen maar de nabije toekomst.
1432 Veldslagen kunnen de geschiedenis veranderen. Hij leek uit die woorden geen troost te kunnen putten.
1433 De moeilijkheid is dat je soms niet kunt zeggen hoe de geschiedenis veranderd wordt, tot het te laat is.
1434 Ze vindt het veel belangrijker of mensen dwaas doen of niet. Als je aantoont geen dwaas te zijn, zal ze luisteren.
1435 Ik verontschuldig mij voor mijn gedrag in Cairhien en ik zal mijn best doen om mij in de toekomst te beheersen.
1436 Als ze je voorstel aanvaardt en jij geen echte dwaas bent, dan zul je luisteren naar haar raadgevingen.
1437 Ze was nog steeds ergens opgewonden over, een gevoel dat rees en daalde alsof ze het trachtte te onderdrukken.
1438 Er stroomde een koesterende warmte door de binding, hoewel ze haar opwinding nog steeds probeerde te onderdrukken.
1439 Denk aan haar als je tante, als iemand die niets van allerlei onzin moet hebben, en je zult het goed bij haar doen.
1440 Als de voorzieningen en het voedsel niet zo goed waren, zou ze misschien helemaal geen klanten hebben.
1441 In plaats van Rhand de boodschap te geven, verbrak ze met haar duim het zegel en vouwde de brief open.
1442 Hij sprong van de bank op en wist de brief uit haar hand te grissen voor ze hem in de vlammen kon gooien.
1443 Hij sloeg helemaal geen acht op haar. Het metalig rood en goud van de draken op zijn armen glinsterden.
1444 Haastig liet ze het ding op het bloementapijt vallen en schopte het met de zijkant van haar voet onder het bed.
1445 Haar gezicht hoorde op dat van een porseleinen pop te zitten, zo weinig gevoelens weerspiegelde het.
1446 Bijna. Rhand gordde zijn zwaard aan over zijn jas, deed zijn mantel om en wendde zich naar haar toe.
1447 Hij knikte, alsof hij het werkelijk begreep, en pakte zijn handschoenen van het tafeltje bij de deur.
1448 Rana leek altijd te weten als je iets had uitgehaald en zorgde ervoor dat je dat geen tweede keer flikte.
1449 Aan weerszijden van de straat stonden stenen winkels en huizen met leien daken, de meeste met een verdieping.
1450 Dat was de winkel van een kaarsenmaker, en vanaf het dak van deze winkel kon je gemakkelijk naar beneden springen.
1451 Een windvlaag blies de kap van het hoofd van de kleinere man. Hij greep ernaar, maar het kwaad was al geschied.
1452 Charl Gedwyn had de gewoonte overgenomen om zijn haar achter met een zilveren speld bijeen te houden.
1453 Op de speld zat een rode steen. De man had een hard gezicht en hij keek met uitdagende blikken de wereld in.
1454 Rhand liep Zerams winkel voorbij, bleef voor het lage huis staan en keek zo onopvallend mogelijk rond.
1455 Dat hij geen straatwachten zag, betekende niets; hij had de wachten die Rochaid waren gevolgd ook niet opgemerkt.
1456 De steenachtige bodem vertoonde de sporen van vuilkarren die er in de ochtenden langs werden getrokken.
1457 Zachtjes stappend zochten de twee mannen de vloerplanken af tot ze een tweede luik in de vloer vonden.
1458 Hij landde licht op de bal van zijn voeten in een kamer die in plaats van de zolder als opslagruimte werd gebruikt.
1459 Hij gebaarde Lan hetzelfde te doen als bij het luik en plaatste zich voor de deur, met zijn zwaard in beide handen.
1460 Hij draaide zich onhandig om en weerde de steken van de kromme dolk af. Elke beweging kostte hem inspanning.
1461 Een dolle wezel die zelfs een luipaard aan zou vliegen. Met die dolk kon hij een hele troep luipaarden doden.
1462 Torams gezicht stond vermoeid, maar hij ging de zwaarddans aan als een sierlijke zwaardmeester, die hij ook was.
1463 De grote robijn op de greep gloeide in het licht van de lampen die op de tafels in de vensterloze kamer stonden.
1464 Zodra Rhand de kamer inliep, raasden het vuur en ijs weer door zijn zij tot hij zijn hart voelde huiveren.
1465 Het was niet genoeg, maar hij moest het ermee doen. Rhand was het zat waar hij het allemaal mee moest doen.
1466 Op zolder sprong Lan omhoog om de rand van het luik te grijpen en trok zich op om op het dak te komen.
1467 Met Fajin was ook de verschrikkelijke pijn verdwenen, maar zijn zij voelde aan alsof die met bijlen was bewerkt.
1468 Hij vermande zich om het te proberen, en toen stak Lan zijn hoofd door het luik en stak een hand uit.
1469 Rhand gooide zich om en greep Lans pols, maar zijn gewicht trok hem over de gladde grijze helling omlaag.
1470 Tevergeefs grabbelden ze met hun vrije hand naar uitsteeksels, naar de rand van een lei, naar alles.
1471 Rhands gehandschoende vingers wisten iets te grijpen. Hij wist niet wat het was en het kon hem niet schelen ook.
1472 Wat zijn vingers hadden gegrepen, knapte met een scherp geluid, en de steeg kwam hen razendsnel tegemoet.
1473 Het kwam van de kant van het wachthuisje en het lawaai van de ratels van de straatwachten werd steeds luider.
1474 Ook Nynaeve perste zich snel tegen de stenen gevel, vlak naast de verkoopster, die met open mond rondkeek.
1475 Een menigte wachten vulde de hele straat en hun vangstaken en vechtstokken staken als pieken omhoog.
1476 Zeker honderd man riepen elkaar van alles toe alsof ze opeens twijfelden over wat ze hierna moesten doen.
1477 Ze trok de kap van haar mantel over het hoofd en liep naar de mannen toe die voor de laarzenmaker stonden.
1478 Je hebt de raadsleden de stuipen op het lijf gejaagd door te geleiden in een plaats waar niemand kan geleiden.
1479 Als ik tenminste iets kan klaarspelen. Maar ik heb de jongen iets beloofd en ik houd me aan mijn beloftes.
1480 Hij liet hem daar staan en dwong zich het hele rondje te lopen, helemaal rond tot aan de ijzeren deur.
1481 Ze liep statig en toonde geen haast. Bij haast namen mensen aan dat je bezorgd was en dat zij sterker stonden.
1482 Cadsuane zuchtte. Het was een lompenleger van niks, maar zelfs een leger in nood diende orde en tucht te bewaren.
1483 Hun hoofden draaiden tegelijk naar de goudblonde vrouw en het gekwetter ging over in heerlijke stilte.
1484 Maar het waren en bleven slechts klerken en boodschappenjongens. De schrijvers aarzelden in ambtelijke verbazing.
1485 Ze schoven over de vloertegels naar de zijkant van het vertrek en de schrijvers weken voor haar uiteen.
1486 Aleis zat aan het hoofd van de cirkel en keek fronsend hoe Cadsuane haar kleine stoet de kamer inleidde.
1487 Ik heb in de loop der jaren tegenover meer dan twintig geleiders gestaan. Hij jaagt mij geen angst aan.
1488 Ze had geoefend, het kleine gouden honingvogeltje kon lang niet zoveel saidar bevatten als Nynaeves gordel.
1489 Hij voelde de kou niet echt, alleen maar als iets dat ver weg was en eigenlijk niets met hem te maken had.
1490 De straatwachten die hem de avond ervoor uit de kerker kwamen ophalen, hadden verbaasd gezien dat hij glimlachte.
1491 Cadsuane boog zich half uit haar zadel, sprak enkele zachte woorden en overhandigde de man een opgevouwen papier.
1492 Harine wilde hem niet uit het oog verliezen en had daardoor de afgelopen nacht maar weinig geslapen.
1493 Je hebt een overeenkomst met ze gesloten, knaap, en dat is net zo geldig als een getekend verdrag of je belofte.
1494 Hij wist zeker dat zij hem even snel in de steek zou laten als de vier vrouwen, misschien nog sneller.
1495 De paarden hielden hun staarten strak tegen de wind, maar nu en dan stampte een hoef of werd een hoofd opgegooid.
1496 Nu het tijdstip was aangebroken gleed haar hand over de volle tas, een beweging die ze niet eens leek te merken.
1497 Lews Therin had ervoor gezorgd dat die naam in zijn hoofd verankerd was alsof die er altijd was geweest.
1498 Rhand stapte af en keek naar de boven de bomen uitstekende gebouwen van de stad die ooit Aridhol had geheten.
1499 Het kristallen zwaard met het lange doorzichtige gevest en de iets gebogen kling fonkelde in het bleke zonlicht.
1500 Het waren gladde witte beeldjes van een voet hoog, elk met een doorzichtige bol in een opgeheven hand.
1501 Een mannengezicht op het randje van herkenbaarheid. Licht, als dat ooit gebeurde wanneer hij saidin echt vasthield.
1502 Hij zag Nynaeve snel ademhalen, besefte dat het maar een tel duurde, maar voor hem leken het wel uren voor.
1503 Het was zo... anders. Vergeleken met het geweld van saidin was saidar een kalme rivier, een lieflijke stroom.
1504 Nynaeve had hem gezegd wat hij moest doen, maar het had zo vreemd geleken dat hij haar eigenlijk nu pas geloofde.
1505 Hij spande zich in en dwong zichzelf om de stromen niet te bevechten, en al snel was de rivier weer kalm en vredig.
1506 Alsof saidar een eigen wil bezat, vormde de weving zich tot krullen en spiralen die hem aan een bloem deden denken.
1507 Zo niet... Hij greep saidin, bestreed het en overmeesterde het in de dodelijke dans die hij zo goed kende.
1508 Temidden van de vuurstormen en de ijzige woede van saidin leek het of de smerigheid bewoog en veranderde.
1509 Ze kon voelen hoe saidar door Nynaeve stroomde in hoeveelheden waarvan niemand zelfs maar had kunnen dromen.
1510 Ze benijdde de wilder erom en bedacht tegelijk dat zijzelf waanzinnig zou zijn geworden van saidars pure vreugde.
1511 Zodra een groep zich had gevormd, verdween die van de heuveltop in verschillende richtingen tussen de bomen.
1512 Het was al laat in de winter en ze was misschien bereid tot de lente te wachten om beter spul te kopen.
1513 Met samengeknepen ogen tuurde hij door zijn vingers en zag een felgloeiende bal; het leek wel een tweede zon.
1514 Hij was van plan thuis te blijven, in zijn eigen huis, met alle deuren dicht, en die brandewijn zelf op te drinken.
1515 Tremalkin was een groot eiland en zo ver van de zee af was er nog maar weinig zilt in de wind te ruiken.
1516 Uit de grond rees een grote stenen hand op die een doorzichtige bol zo groot als een huis vasthield.
1517 Een stroom Lucht die zo dun was als een scheermes sneed de baard van de kerel doormidden toen zij hem onthoofdde.
1518 Ten zuiden van haar straalde dat baken genoeg saidar uit om in één klap een heel werelddeel in as te leggen.
1519 Hij kon niets zien, niets voelen. Hij zwom in woelige vlammenzeeën en klauterde over instortende ijsbergen.
1520 Als hij ook maar een tel de controle verloor, zou de smet hem verscheuren en hem door de buis meevoeren.
1521 Het leek een dun laagje olie op water, zo dun dat je het niet zou opmerken tot je het oppervlak aanraakte.
1522 Het bedekte echter alles, heel die vreemde uitgestrektheid van de mannelijke helft. Het was op zichzelf een oceaan.
1523 Een blik op de met puin bedekte straat deed hem echter van gedachte veranderen om alles om te keren.
1524 In de oorlog kwam de tegenstander altijd met iets onverwachts en je diende daar een antwoord op te hebben.
1525 Maar eerst moest hij dichterbij zien te komen. Opeens zag hij even verderop rechts van hem mensen tussen de bomen.
1526 Met een snauw trok hij zich terug, temidden van het gekraak van brandende bomen en donderende ontploffingen.
1527 Vroeg of laat moest die oude vent moe worden en dan kon hij zich weer bezighouden met het doden van Altor.
1528 Met de rok opgetrokken tot haar knieën rende Cyndane vloekend weg van haar derde poort zodra ze erdoorheen was.
1529 Ze kon horen hoe de ontploffingen de poort naderen, maar ditmaal had ze beseft waarom ze recht op haar afkwamen.
1530 Gelukkig waren enkele anderen er ook. Ze had gezien hoe die vuurfonteinen ook naar andere plekken waren gesneld.
1531 De ontploffingen die hem bijna hadden gedood, stierven weg en begonnen toen weer ergens anders, ergens verder weg.
1532 Niet dat hij erop rekende dat hout erg veel bescherming bood. Hij was eigenlijk nooit een echte soldaat geweest.
1533 Op een onopvallende manier, tenminste zo stelde hij zich dat voor. Hij sloop in de richting van de toegangssleutel.
1534 Ze gebruikte alle kracht van haar cirkel, weefde haar schild en zag tot haar afgrijzen hoe dat werd teruggekaatst.
1535 Ze kreeg geen tijd meer om iets anders te bedenken, want de goudblonde vrouw had zich al omgedraaid en geleidde.
1536 Golven ravenzwart haar omkransten een knap gezicht met groene ogen die fonkelden toen ze glimlachte.
1537 Het gevoel dat elders met de Kracht strijd werd geleverd, maakte haar voorzichtig maar gaf ook hoop.
1538 Ze was met opzet traag geweest in de hoop dat het voorbij zou zijn voor zij gedwongen werd iets te doen.
1539 Zwarte rook steeg in dikke pluimen omhoog van brandende bomen en donderende ontploffingen rolden rond.
1540 Ze kromp ineen toen er een rimpeling over het donkere oppervlak gleed en de koepel zich merkbaar hoger uitstrekte.
1541 Het was waanzin daar nog dichterbij te komen, wat het ook was. Moridin wist niet wat ze hier wel of niet deed.
1542 Ze ging zitten en deed wat ze in een ver verleden zo vaak had gedaan. Vanuit de schaduw toekijken en overleven.
1543 De smerige oceaan van de smet stroomde door hem heen en de snelheid van de stroom maakte een zwiepend geluid.
1544 De reden waarom hij nog steeds de Kracht beheerste, was de smet – een andere reden kon hij niet bedenken.
1545 Gelukkig waren de mannen zo verstandig geweest om te aanvaarden dat ze geen deel konden uitmaken van dit gevecht.
1546 Haar oogleden knipperden zwakjes en haar borsten gingen zwaar op en neer, alsof ze wanhopig lucht naar binnen zoog.
1547 Na zoveel door haar heen te hebben gekregen, en dat urenlang, moest ze wel bijna sterven van uitputting.
1548 Ze nam Nynaeves hoofd in beide handen en verminderde de hoeveelheid saidar die ze in het schild stuurde.
1549 Een vrouw deed langzaam de ronde over de heuveltop terwijl ze alle kanten opkeek, maar alle anderen zaten stil.
1550 Jahar hield het glanzende zwaard Callandor in zijn armen terwijl een vrouw haar hoofd op zijn knie had gelegd.
1551 Ze draaide haar hoofd langzaam om, maar niet helemaal naar de heuvel waar ze die flits had opgemerkt.
1552 Dat was haar zo verblindend duidelijk geworden dat het haar verbaasde dit niet eerder te hebben ingezien.
1553 Zwart leek niet meer het beste woord ervoor. Er was geen woord voor, maar zwart was hiermee vergeleken lichtgrijs.
1554 Vreemd genoeg voelde ze nog steeds geen vrees. Ze dacht dat als ze dit overleefde, ze nooit meer angst zou kennen.
1555 In het licht van de ondergaande zon kon ze nog net de andere kant zien, die in de aarde omlaag liep.
1556 De wonden in de zij van de jongen waren niet veranderd, al had Damer erop gerekend dat dat zou gebeuren.
1557 Na enkele jaren geleiden krijgen ze een leeftijdloos uiterlijk, waardoor hun leeftijd moeilijk te bepalen is.
1558 Leden van een krijgsgenootschap vechten niet onderling, zelfs niet als er een bloedvete tussen hun stammen is.
1559 De sterkste wilder in eeuwen, hoewel ze haar blokkering tegen geleiden alleen kon doorbreken als ze razend werd.
1560 Sindsdien noemt men hem heer, en Guldenoog, vanwege de gele ogen die duiden op zijn band met de wolven.
1561 Sinds het oversteken van de Drakenmuur zijn er groentinten aan toegevoegd om beter op te gaan in het landschap.
1562 Elke clan bezit eigen schepen. Aan het hoofd ervan staat een golfvrouwe, bijgestaan door een wapenmeester.
1563 Werd zelf ook belaagd, omdat een van de zegels van de kerker van de Duistere in zijn bezit was gekomen.
1564 De menselijke gardisten zijn als kind geselecteerd om de keizerin te dienen, wier persoonlijk eigendom ze zijn.
1565 Droomsters kunnen dromen verklaren en toekomstige gebeurtenissen specifieker duiden dan Voorspellers.
1566 Wie van die laatste groep de Kracht niet leert beheersen, sterft vrijwel altijd een verschrikkelijke dood.
1567 Zij mogen slechts huwen als ze het genootschap verlaten, en als ze zwanger zijn mogen ze niet vechten.
1568 Alle kracht die wordt uitgeoefend om hartsteen te breken, wordt door de steen opgenomen en maakt die sterker.
1569 Emon Valda, hun nieuwe kapiteinheer gebieder, is echter met een groot aantal legioenen naar het noorden getrokken.
1570 Los van deze uitzonderingen moet een cirkel met het minimum aantal mannen geleid worden door een vrouw.
1571 Voor elk van hen geldt dat buiten deze gebieden hun autoriteit slechts is gedelegeerd door de vrouwe die hij dient.
1572 Afgezien van hun vrees voor stromend water hebben ze maar weinig zwakten. Spiegels weerkaatsen hen slechts vaag.
1573 Ze hechten grote waarde aan kennis en hun boeken en verhalen gaan vaak over zaken die de wereld vergeten is.
1574 Ogier leven zeker drie tot viermaal zo lang als mensen. Ze zijn zeer vaardig in het bewerken van steen en hout.
1575 De tegenaanval van de Duistere veroorzaakte de smet op saidin en maakte elke mannelijke geleider krankzinnig.
1576 Edelen en geletterden worden geacht ze te beheersen, doch slechts weinigen komen verder dan enkele woorden.
1577 Voorwerpen uit deze stad binden hun bezitter waarna deze uiteindelijk wordt overgenomen door Mashadar.
1578 Uit de omliggende gebieden is er een grote toestroom van vluchtelingen die nieuwe gebruiken introduceren.
1579 Ze hebben groot gezag en veel invloed op de sibbe en stamhoofden, hoewel die hun vaak bemoeizucht verwijten.
1580 Ook de mindere overeenstemming vereist elf Gezetenen, maar slechts twee derde van hen hoeft op te staan.
1581 Er kwamen trouwens weinig mensen zo ver de onderkelders in. Haar weving pikte in de verte het gepiep van ratten op.
1582 Met moeite trok ze zich van de drempel van hysterie terug. Ze moest aan iets anders dan ratten denken.
1583 Omdat ze niet om wilde kijken, bleef ze naar de deur staren en over het onoplosbare raadsels piekeren.
1584 Een kille woede maakte de olijfbruine huidskleur zo donker dat het litteken op haar wang bleek afstak.
1585 Niemand wist waarvan hij was gemaakt, maar het was zo hard als staal, afgezien van het licht hellende bovenvlak.
1586 Dat laatste zou niet gebeuren als hun verdenking juist was. Nee, geen verdenking, het was zekerheid.
1587 Seaine mocht van geluk spreken als Saerin om haar mening zou vragen, laat staan haar advies, voor ze iets besloot.
1588 Yukiri werd omgeven door de saidargloed en ze schermde de vrouw die op de Zetel zat zwijgend volkomen af.
1589 Talenes gezicht leek een masker van doodsangst. Ze beefde en hijgde zo hard alsof ze spannen ver hard gerend.
1590 Talene keek met uitpuilende ogen naar het plafond en kneep ze toen stijf dicht, maar ze schoten meteen weer open.
1591 Talene krijste tot ze geen lucht meer in haar longen had en gierend lucht naar binnen zoog om verder te krijsen.
1592 Iemand zuchtte hoorbaar en Seaine besefte dat zij niet de enige was die de wereld op de kop vond staan.
1593 Saerin had harder moeten werken dan wie ook om de stola te winnen en daarmee het recht om in de Toren te blijven.
1594 Ik zal jullie helpen en alles vertellen wat ik weet, maar ze zullen ons allen doden als we niet vluchten.
1595 Donder en sneeuw, de ergste soort winterstorm, de allerwoeste. Het was niet echt koud in het vertrek, maar.
1596 Ze at amper en was nauwelijks in staat om raad te verschaffen. De jacht op de moordenaar nam haar geheel in beslag.
1597 Drie dagen eerder zou die gedachte Elayne hebben laten huiveren, maar nu was het slechts een van de vele gevaren.
1598 Bloedvuur, ik heb honderden problemen, sommige zelfs vlak onder mijn neus in het paleis, en ik heb hen nodig.
1599 Vreemd genoeg bevond de ereplaats van de koningin zich het verst van de hitte van het vuur. Nou ja, het zij zo.
1600 Ze hielden slemppartijen en zochten ruzie en vielen vrouwen lastig die niet van hun uitsloverij gediend waren.
1601 Wonder boven wonder reageerden de twee vrouwen voor haar vrijwel op dezelfde manier. Dyelin gromde van ergernis.
1602 Elayne had haar bij hun aankomst in Caemlin een landgoed geschonken en dat schriftelijk laten vastleggen.
1603 Beiden konden urenlang naar willekeur en nagenoeg over van alles, zelfs over de kleur van houtskool, bekvechten.
1604 Dat valt slecht bij mensen van hoge en lage stand, heel slecht. En het laatste dat je hier wilt, is een opstand.
1605 Iedere zuster kende dat gevaarlijke verlangen. Een gebaar naar de andere twee maakte dat die zichzelf inschonken.
1606 Iemand die redelijk behoedzaam handelde en behoorlijk sluw was, zou dat pad volgen en kunnen slagen.
1607 Elayne wilde met haar hand langs haar slaap wrijven, maar herstelde zich door haar haren te schikken.
1608 Een ferme greep op allerlei zaken en een dapper hart zijn nutteloos als mensen je niet als koningin erkennen.
1609 Elayne haalde diep adem. Ze had deze kwestie van alle kanten bekeken en zag geen andere mogelijkheid.
1610 De donkerrode wijn spoot uit haar mond. Proestend trok ze een kanten doekje uit haar mouw en depte haar kin.
1611 Hoe meer je uitlegde, hoe meer verklaringen er nodig waren, tot je je alleen maar daarmee bezighield.
1612 Het paste goed bij de donderslagen buiten, ik heb alles op het spel gezet op de dag dat ik thuiskwam, Dyelin.
1613 Er was maar weinig waar ze bang voor was, maar de verhalen over de Seanchanen hadden haar beslist angst aangejaagd.
1614 Haar gezicht stond heel strak, maar boosheid streed met haar verlegenheid, waarbij de eerste de overhand kreeg.
1615 Birgitte kwam naast haar staan en maakte een gepaste buiging om de beker uit haar hand over te nemen.
1616 Het was net of ze zich doodgeschrokken was en erop rekende dat dit binnen enkele tellen opnieuw zou gebeuren.
1617 Uw overeenkomst zal op de juiste tijd worden nagekomen. Nu hebben we echter belangrijker zaken af te handelen.
1618 Ze griste een gouden reukdoosje van een van haar halskettingen, drukte dat tegen haar neus en ademde diep in.
1619 Elayne wist zeker dat er een manier moest bestaan om hen te laten inbinden, maar ze had die nog niet gevonden.
1620 Zaide fronste even en frunnikte wat aan het oogglas van de kijker, dat op dezelfde hoogte zat als haar hoofd.
1621 Dit klonk niet goed. In de ogen van de golfvrouwe hadden ze zojuist blijkbaar een nieuwe overeenkomst gesloten.
1622 Nu tenminste. Ze zouden tot hun eigen nadeel ondervinden wat het betekende om de huisvrouwe als vijand te hebben.
1623 De mannen wisten natuurlijk dat iemand saidar had geput, ook al konden ze de gloed rond de drie vrouwen niet zien.
1624 Elayne kreeg spijt dat ze aan haar impuls had toegegeven, maar ze was niet van de plan de Bron los te laten.
1625 Reene wist niets van saidar of saidin. Ze had zich meteen bij hun binnenkomst met boze ogen tot de mannen gewend.
1626 Nou, zijn gezag was hier niets waard. Rustig ging ze weer zitten waarbij ze de tijd nam om haar rok te schikken.
1627 Maar de binding liet haar... concentratie voelen. Een aangelegde pijl, klaar om afgeschoten te worden.
1628 Maar tenzij de koninginnegarde wordt toegelaten, beloof ik u dat er nog geen krielaardappel uw poorten binnenkomt.
1629 Niettemin ben ik bereid bezoek toe te staan wanneer u dat vraagt. Overeengekomen bezoeken onder begeleiding.
1630 Nog ietsjes meer en ze zou met saidar toeslaan. Met moeite bedwong ze haar woede tot een uiterlijke kalmte.
1631 Eigenlijk was er helemaal geen keus. Ze liet de koppeling met de andere twee geleidsters gaan en liet saidar los.
1632 Ze stonden schouder aan schouder en vormden een grimmige muur tussen haar en de mannen. Geen goede muur.
1633 Ze hadden heel veel uitgelegd, maar het voornaamste was dat ze niemand mocht zeggen wat er ging gebeuren.
1634 Zij had het graag exact willen weten, maar een kind werd geboren zonder voorkennis van wat er ging gebeuren.
1635 Ze hield de dikke wol strak om zich heen en haar eerste gedachte was snel het vertrek uit te schieten.
1636 Toen pas wandelde ze de kamer uit, gevolgd door Nadere, met de wens het nog beter afgehandeld te hebben.
1637 Ik zou het verboden hebben als die man in de geborduurde jas niet had omgekeken om je billen te bewonderen.
1638 Tamela met haar vierkante knokige gezicht en de knappe Viendre met haar arendsprofiel en blauwe ogen.
1639 Ze voelt wellicht door jullie binding een deel van wat jullie met elkaar delen, maar slechts een beetje.
1640 Monaelle ging sierlijk op de vloer zitten, met gekruiste benen, op twee pas afstand van de naakte vrouwen.
1641 Als je weifelt of twijfelt, is je toewijding niet sterk genoeg. Dan stuur ik je weg en dat betekent het eind.
1642 Ik zal vragen stellen en jullie antwoorden naar waarheid. Als je weigert te antwoorden, zul je worden weggezonden.
1643 Natuurlijk mogen jullie op elk tijdstip uit jezelf weggaan. Waarmee dit alles ook voor eeuwig is afgelopen.
1644 Je zult slap worden en je gekoesterde moed verliezen als je in het stof aan het huilen bent. Die dag zal komen.
1645 Aviendha fronste eveneens en wilde wat zeggen, maar Tamela drukte haar schouders omlaag en begon te praten.
1646 Ontken het en je ontkent jezelf. Je vond het prettig als mannen naar je keken en schonk hun een glimlach.
1647 Stamhoofden zullen je niet langer serieus nemen en bij jouw woorden slechts de wind horen. Pas op nu het nog kan.
1648 Wellicht zal je man jou nog zien zoals hij je de eerste keer zag, maar geen enkele andere man zal van je dromen.
1649 Je vlees wordt zwak maar je bent ook hart en geest en die veranderen slechts door sterker te worden.
1650 Opnieuw namen de wevingen hun woorden op en lieten ze tegelijk weer los. In hun stemmen klonk een lach door.
1651 Mijn hart is een en al stof omdat ik naar zijn liefde verlang, maar ik weet niet of hij ooit van me zal houden.
1652 Voorzichtig voelde ze aan haar wang en kromp ineen. De rest van de dag zou de handafdruk te zien zijn.
1653 Laat die klappen gelden voor alle klappen die je elkaar nog wilt geven. Jullie hebben toh jegens elkaar.
1654 Toh kun je niet terugbetalen en je zult het niet proberen, want elke vrouw is haar eerstezuster iets verschuldigd.
1655 Iets van dien aard. Ze dacht niet aan zichzelf als ik, ze dacht in het geheel niet, maar ze was zich bewust.
1656 Als ze had geweten hoe ze moest krijsen, als ze had geweten wat gekrijs was, zou ze hebben gekrijst.
1657 En toen opeens licht, verblindend, vol wervelende patronen. Ze voelde zich zwaar, had nooit eerder zwaarte ervaren.
1658 Hetzelfde geluid, dezelfde ruimte. Eenzaamheid overheerste, onherkenbaar, maar er was ook voldaanheid.
1659 Dit kleine kamertje van zeil was de werkelijkheid. Ze had slecht geslapen en ze voelde zich zweverig en uitgeput.
1660 Ze had zich ook verslapen en dus was er geen tijd meer voor het ontbijt. Met tegenzin gooide ze haar dekens opzij.
1661 Jammer voor hem dat hij haar niet had bevolen te stoppen met denken. Ze kon hem voelen, achter in haar hoofd.
1662 Ze liet haar ring in de kist liggen, verstopt in een fluwelen beursje onder vele andere dingen. Ook bevolen.
1663 Ze had een dik gewaad uitgekozen van fijngeweven wol en het was zo donkerrood dat het bijna zwart leek.
1664 Hier en daar spraken enkelen mompelend met elkaar, maar de rest meed elkaars blik, zelfs leden van dezelfde Ajah.
1665 Een tiental kleinere stenen huisjes was gebouwd voor tien Toegewijden en ook daar was een huis in aanbouw.
1666 Een heel scherp botje. Erger nog, ze had ruim een span door de bossen gezwoegd voor ze bij de muur was beland.
1667 De ingeklonken grond was opgeruimd, een werktaak die de mannen in opleiding voor zonsopgang moesten uitvoeren.
1668 Hoe een vrouw hier kon blijven in de wetenschap van wat haar man feitelijk was, ging Toveines begrip te boven.
1669 Een in een roodwitte mantel afgezet met zwart bont en de ander... Toveines wenkbrauwen rezen hoog op.
1670 De ander droeg een groene Kandoraanse broek en een jas in de stijl van de kapitein generaal van de garde.
1671 Hij droeg een zilveren zwaardspeld op de hoge kraag en keek haar nieuwsgierig aan zonder echter in te houden.
1672 Hij zou weldra naar buiten komen. Hij had haar gezegd gereed te staan wanneer hij naar buiten stapte.
1673 Ruw geschreeuw van de mannen volgde haar in de straat en lachende kinderen wezen toen ze voorbijholde.
1674 Ze sprong, tolde rond en schopte, maar de honden bleven haar aanvallen. Ze kon wel gillen van ergernis en woede.
1675 Een schreeuwende vrouw in bruin wollen kledij zwaaide met een zware mand naar de hond die aan Toveines rok trok.
1676 De emmer van een gezette vrouw trof de ribben van een gevlekte bruine hond en hij ging er jankend vandoor.
1677 Telkens als ze het huis zag, verbaasde het haar. Andere huizen hier waren even groot en twee zelfs nog groter.
1678 Een alledaags houten huis met een verdieping, hoewel de rode deur, de luiken en vensters vreemd aandeden.
1679 Ze wachtten gewoon. Geen van hen droeg een mantel, hoewel hun adem bleke wolkjes voor hun gezichten vormde.
1680 Zo was het elke ochtend geweest als ze zich kwam melden, hoewel er niet altijd dezelfde mannen stonden.
1681 Vroeg of laat zou er op hen worden gejaagd en elke inlichting die kon helpen hen te vinden, zou nuttig zijn.
1682 De rode deur ging open en de mannen richtten zich op, maar het was niet Logain die naar buiten stapte.
1683 Ik prijs mezelf gelukkig dat het me slechts vier dagen kostte om hem ervan te overtuigen mij de kans te geven.
1684 Hij rolde een zilveren muntstuk tussen zijn vingers door en leek er even nauwkeurig op te letten als op Logain.
1685 Met het aantal waarmee hij is teruggekomen, verbaast het me dat hij niet ook de kippetjes en lammetjes meenam.
1686 De Toren nam alleen meisjes van onder de vijftien op wanneer ze al een eerste begin met geleiden hadden gemaakt.
1687 Logain knikte langzaam. De anderen keken elkaar zwijgend aan met gezichten die uit steen leken gehouwen.
1688 Voortdurend had ze het gevoel dat hier kostelijke feiten verborgen lagen. Maar net buiten haar greep.
1689 Toveine probeerde net te doen alsof ze niet had staan luisteren en de namen in haar geheugen had gegrift.
1690 In plaats daarvan volgde ze de andere vrouw gedwee de rode deur in. Het had geen zin er tegenin te gaan.
1691 Ze zal gauw komen en vindt hem haar zonnetje aan de hemel, dus kunnen we belangrijke zaken maar beter nu bespreken.
1692 Wellicht zijn er nog andere groeperingen en er zijn beslist mannen die niet doorhebben dat er groeperingen bestaan.
1693 Daarmee kan het, hoop ik, beginnen. Als we nog enkele anderen overhalen, zal dat zeker het begin zijn.
1694 Ondanks de kou stroomden wagens, karren en mensen door de straten die de terrasheuvels van de stad bedekten.
1695 Het kon niemand wat schelen wie er naast hem stond en zelfs de beurzensnijders beoefenden niet hun vak.
1696 Verzamelpunten van kennis met geleerden en wijzen uit alle windstreken. De naam maakte geen verschil.
1697 De drakenkop met gouden manen op de rug van zijn hand glinsterde metalig, maar leverde hier geen gevaar op.
1698 Het open luik van die doos gloeide door het vuur erbinnen en uit een smalle hoge schoorsteen kringelde rook.
1699 Minder dan de keren ervoor, maar nog steeds te veel en sommige namen verschenen reeds als hij even zijn ogen sloot.
1700 Blauwwitte banen liepen over de voorkant van zijn donkere fluwelen jas vanaf zijn nek bijna tot aan zijn knieën.
1701 De magere grijzende vrouw die geduldig naast hem stond af te wachten, leek evenmin bang uitgevallen te zijn.
1702 En of dat nu vanuit hetzelfde geloof voortkwam, het was in elk geval pragmatisch en hij vond dat verder best.
1703 Hij keek weer naar het raam en maakte opnieuw dat ene plekje ijsvrij. Misschien kon je met dat ding water koken.
1704 Tenminste de wereld die vandaag voor hem van belang was. Cairhien was niet langer het slagveld voor een strijd.
1705 Onder hem liet de kale man de anderen van de wagen afstappen, waarna hij zich vergenoegd in de handen wreef.
1706 Hij was er zeker van dat Cadsuane haar aandacht volledig op hem had gericht, al deed ze net of dat niet zo was.
1707 Ik zal het pas geloven als hij wat verder komt dan vijftig pas voor er stukken kapot gaan of vastlopen.
1708 Hij herinnerde zich nu die Mervin weer, met zijn ontwerp dat op een tafel stond te schudden en niets deed.
1709 De mannen onder hem liepen vastberaden rond alsof ze in het geheel geen mislukking hadden meegemaakt.
1710 Er waren tijden dat de stem heel normaal klonk terwijl die de gekste dingen zei. Ze stonden hem aan te kijken.
1711 Hij zou haar toestaan hem tot haar dood te laten volgen, want hij was niet sterk genoeg om haar weg te houden.
1712 Ze was druk en overbodig bezig haar rok glad te strijken als een vrouw die onder zware druk haar mond moet houden.
1713 Al klaagde ze zo nog zoveel over de dromers en wijsgeren, boven alles wilde ze een zo goed mogelijke School.
1714 Haar eenvoudige bruine jas en kniebroek leken veel op wat ze bij hun eerste ontmoeting in Baerlon had gedragen.
1715 Ze hadden al genoeg gezien en gehoord. Hij stuurde hen weg en bezwoer hen te zeggen dat hij er nooit geweest was.
1716 Zijn knieën leken van water en hij wankelde. Een gezicht schemerde even in zijn hoofd en verdween weer.
1717 Hij schoof de band van de leren tas over zijn vrije schouder. De mannen op het erf waren nog aan het werk.
1718 Ze hield zich even in om haar rode handschoenen aan te trekken, waarna ze met haar voet op de vloer tikte.
1719 Over zijn redenen, hoopte hij, en hopelijk over de waarheid. De duizeligheid en misselijkheid verdwenen langzaam.
1720 Ze kreunde van inspanning, maar was niet van plan de andere tas met boeken in de sneeuw neer te zetten.
1721 Je probeert iedereen in de war te brengen die probeert uit te zoeken waar je bent en wat je van plan bent.
1722 En vervolgens uiteraard het echte spoor. Je pakt ze aan wanneer ze dat het minst verwachten, heb je gezegd.
1723 Ik betwijfel of ik zomaar kan ophouden als Dashiva en die anderen opeens opduiken om te zien wat er gaande is.
1724 In die herberg brandt een warm vuur. Ik hoop dat je mij en jezelf nog wat warm eten gunt voor we echt vertrekken.
1725 Hij spoorde in een opstuivende wolk sneeuw zijn paard aan en haalde haar in. Zwijgend reden ze verder.
1726 Er bleven slechts enkele nieuw aangekomenen in Tanchico, en die kon de stad gemakkelijk onderhouden.
1727 Naar het oosten blies de wind, span na span, soms luwend en soms aanwakkerend, maar hij ging nimmer liggen.
1728 Het was nog steeds een grens, maar nu slechts in naam. De grensposten waren verlaten en de grenswachten verdwenen.
1729 Masema hij zou de man nimmer de Profeet noemen, nimmer – was waarschijnlijk een dwaas en overduidelijk gestoord.
1730 Neald gaf Elyas de teugels van zijn muiskleurige ruin voor hij met verbeten mond op zijn eigen gevlekte paard klom.
1731 Dat deden vrouwen natuurlijk altijd al, maar soms dacht hij dat hij de ene wervelwind voor de andere had verruild.
1732 Haar uitschelden was al erg genoeg, als zij het eerst begon. Het was trouwens dwaasheid om daar nu aan te denken.
1733 Hij wilde de beweegredenen niet nog eens horen, nu niet en straks niet. En het scheen ook overbodig.
1734 Hun door de zon verweerde gezichten verrieden net zoveel als een standbeeld, maar ze roken naar stalen speren.
1735 Hij zag Gradi altijd als een boer, ondanks zijn zwarte mantel en het zilveren zwaard op zijn kraag, maar nu niet.
1736 Het ware grauwe mensen in grauwe kleren die meestal angstig naar de straatkant uitweken. Er waren geen kinderen.
1737 Overal waadden groepen gewapende mensen door de enkeldiepe modder die de avond tevoren sneeuw geweest was.
1738 Maar weinig volgelingen hadden paarden, en hoe meer er te voet meegingen, hoe langer de reis zou duren.
1739 De opluchting was bijna net zo groot toen ze de brug en de laatste wachters achter zich hadden gelaten.
1740 En dat liet hij merken zodra ze de stad achter zich gelaten hadden en midden tussen lage, beboste heuvels reden.
1741 De meeste takken waren kaal, en de paar overgebleven bladeren of naalden vlamden groen op tegen het wit.
1742 Ze hadden de weg voor zichzelf, maar de vastgevroren sneeuw in de karrensporen dwong hen langzaam te rijden.
1743 Balwer keek opzij om Perijn gade te slaan terwijl ze naast elkaar doorreden, ik heb twee nieuwtjes voor u, heer.
1744 Ze zullen snel tot struikroverij vervallen. Ailron zelf is gevangengenomen, tezamen met zijn hele hofhouding.
1745 Dus Amadicia had geen leger meer, en geen edelen om een ander leger bijeen te krijgen of aan te voeren.
1746 Niemand schijnt te weten waar ze naartoe zijn gegaan. Anders gezegd, iedere tong geeft een andere richting aan.
1747 Perijn kon zich een tijd herinneren waarin hij even weinig zorgen had als die havik. Vergeleken met nu tenminste.
1748 De kleine man wilde alles weten, maar er waren een paar geheimen die niemand ooit te weten zou komen.
1749 Paarden stampten ongeduldig, de rode mantels en de lange rode banieren aan de speren wapperden in de koude wind.
1750 En de top van de heuvel was omsingeld door mannen uit Tweewater, die hun voetbogen in de hand hadden.
1751 De man schudde zo heftig met zijn hoofd dat de grote witte pluimen op zijn glinsterende helm trilden.
1752 Haar merrie met de slanke benen stond te rillen. Op haar flanken bevroren de vlokken van een woeste galop.
1753 Tot op heden is nog niemand anders van de groep teruggekeerd; wellicht hebben de Aiel gevangenen gemaakt.
1754 We waren ongeveer tien span ten zuidoosten van hier, dus zouden ze tegen de avond met nieuws terug moeten zijn.
1755 Nooit dichtbij genoeg om je er zorgen over te maken of uit te zoeken of het om meer ging dan geruchten.
1756 Annoura wisselde haar medelijdende blikken af met onderzoekende blikken vanuit haar ooghoeken naar de Wijzen.
1757 Gradi en Neald hadden hun hoofd naar hem gewend en wierpen snelle, grimmige blikken in zijn richting.
1758 Een voor een vervaagden de beelden die zijn geest in woorden veranderde, tot er slechts een bleef hangen.
1759 Neem je manschappen nú mee naar je kamp en zorg ervoor dat je klaarstaat om op mijn bevel uit te rijden.
1760 Ze trokken zich niet terug en drongen ook niet op zoals hij verwacht had. Daar was hij dankbaar voor.
1761 Hij had Arganda afgebluft, maar er was geen reden om aan te nemen dat de man van gedachten was veranderd.
1762 Gradi was vroeger boer geweest, nooit jager of woudloper. Neald vond elke plaats zonder stenen muur een dorp.
1763 Haar groene ogen zagen het mes in zijn hand en ze plantte met ratelende armbanden de vuisten in haar zij.
1764 Ga naar je tent. Als je je gedachten niet kunt beheersen, bedrink je dan tot je niet meer kunt denken.
1765 Toch besloot hij zijn mannen op wacht te laten staan. Arganda kon proberen hem zand in de ogen te strooien.
1766 Zijn grote tent – die van hem en Faile – was al neergehaald en samen met alle meubels op een wagen gebonden.
1767 Samen stonden ze op de rotsrichel terwijl de schemering viel, en in het besneeuwde woud voor hen bewoog niets.
1768 Waarna ze in een kuil kon vallen en haar nek breken. Maar nu had ze dringender zorgen dan haar echtgenoot.
1769 Een ervan hield haar ellebogen strak op de rug gebonden, terwijl de tweede als een riem om haar nek was gebonden.
1770 Ze hielden de streek waar ze doorheen trokken waakzaam in het oog en trokken als stille spoken verder.
1771 Het enige geluid was het zachte geknisper van de sneeuw onder hun zachte, tot de knie reikende laarzen.
1772 Perijn zou zeker naar haar op zoek gaan, maar de gedachte aan redding kwam niet eens in haar overwegingen voor.
1773 Rolan was net zo breed als Perijn en bijna een hoofd groter en hij trok haar gewoon aan een handvol haren omhoog.
1774 Al struikelend bewoog ze alle voetspieren als ze haar voet naar voren zette en voortdurend bewoog ze haar vingers.
1775 Als dat gevoel verdween, zou haar nog maar weinig tijd resten. Span de spieren en stap, span de spieren en stap.
1776 Ze moest met haar trillende benen in beweging blijven en ervoor zorgen dat haar handen en voeten niet bevroren.
1777 Half verdoofd, misschien wel meer dan half, had ze niet gemerkt dat hij en de anderen waren blijven staan.
1778 Niemand anders droeg een riem om de hals, maar bij de meesten waren de armen op de rug vastgebonden.
1779 Het donkere haar op Alliandres rug werd door de wind rondgeblazen en uitputting tekende haar gezicht.
1780 Ze snakte naar adem, haar roodgouden haar zat in de war en haar blauwe ogen staarden nietsziend voor zich uit.
1781 Niettemin lukte het haar op eigen kracht te blijven staan toen een broodmagere Speervrouwe haar voet optilde.
1782 Haar donkere gezicht stond woest door hun gepor in haar voeten en misschien vanwege hun snelle handtaai.
1783 Maighdin zette zelfs haar tanden in de hand van een onoplettende Aiel en hield die als een jachthond vast.
1784 Alliandre werd schreeuwend en trappend plat op de grond geduwd. Faile wilde nogmaals een bevel roepen.
1785 Nee, wat doorstaan kon worden, moest worden doorstaan. Ze was van plan te ontsnappen, niet om iets zinloos te doen.
1786 De afranseling ging door tot beiden zwijgend schopten en huilden en toen nog wat langer om het ze af te leren.
1787 Misschien was de verloren tijd amper de moeite waard, maar het kon het verschil betekenen tussen leven en dood.
1788 Opeens huilde een enorme windvlaag door het vertrek, waardoor het vuur als een kaars werd uitgeblazen.
1789 Alleen dat ze haar prachtige wolf tot echte boosheid had gedreven, tot het punt dat er met dingen werd gesmeten.
1790 Ze wist echter ook dat ze moest vluchten, dat ze in beweging moest blijven, omdat ze anders zou sterven.
1791 Het monsterachtige houtvuur reikte tot hoog boven haar. Een hoge stapel dikke blokken vormde een laaiend vuur.
1792 De hitte van de vlammen nam toe tot ze zich er van terugtrok, maar de bittere kou bleef in haar vastzitten.
1793 Ze begon te krijsen vanwege de brandplekken en de vlijmende pijn, maar van binnen bleef ze een en al ijs.
1794 Haar tanden klapperden tegen de kom terwijl ze gretig de stroperige dampende vloeistof naar binnen gulpte.
1795 Gedachten druppelden als schaduwen naar binnen, maar wanneer ze ze trachtte vast te houden, verdwenen ze.
1796 Ze dacht echter alleen aan de warmte, niet aan gepaste kleding, hoewel ze van beide zaken weinig bezat.
1797 Maighdin, Alliandre en de anderen, ineengedoken op hun knieën en rillend in een deken vol sneeuwvlokken.
1798 De honing was erg dik, een andere keer zou daarvan gewalgd hebben, maar nu werd haar honger er iets door gestild.
1799 Ze waren echter bang dat jullie dood zouden vriezen en ze konden jullie alleen maar in hun jassen wikkelen.
1800 Nou, niemand zou het gevaar van bevriezing hebben gelopen als Rolan en de anderen er niet waren geweest.
1801 Hij wist in elk geval dat hij naar een vrouw zat te kijken. Licht, ze bewoog zich even lomp als een blinde os.
1802 Ze nam een grote slok hete thee en dwong zich te bedenken hoe duizenden Shaido in haar voordeel konden werken.
1803 Zandkleurige haren stroomden overvloedig omlaag en werden uit haar gezicht gehouden door een brede donkere doek.
1804 Faile wist opeens hoe iemand in een draaikolk zich moest voelen, wanhopig grijpend naar een houvast.
1805 Iemand die elke uitdaging volkomen wilde neerslaan en reeds in een achteloze blik een uitdaging kon zien.
1806 U kunt een grote losprijs voor ons verkrijgen, groter dan u zich kunt voorstellen, en vrijspraak voor uw misdaden.
1807 Mijn leenvorstin en ik eisen een passend onderkomen tot alles geregeld kan worden, en zo ook voor haar dienstmeid.
1808 De armbanden, die tot haar ellebogen reikten, verschilden op dezelfde wijze van de armbanden van de twee Wijzen.
1809 De ijzige wind deed haar mantel rimpelen, maar ze leek het niet te merken, net als de sneeuw op haar hoofd.
1810 De wereld leek voorbij te vliegen toen ze half en half opveerde. Uren verstreken of haar hartslag vertraagde.
1811 Faile had het gevoel dat ze zelfs nog omkeek toen de vallende sneeuw al een gordijn tussen hen vormde.
1812 Slechts een ervan was een Aiel, een slanke rossige met een smal wit litteken van haargrens tot kaak.
1813 Terwijl ze op de kaas kauwde, knoopte ze de laatste laarsveter vast en stond op, waarbij ze haar kleren gladstreek.
1814 Ze wist niet hoeveel Shaido zich nu verplaatsten, maar het leek een heel grote stad, zo niet een gehele natie.
1815 Haastig nam ze de mensen die vlakbij liepen op om er zeker van te zijn dat niemand hen kon afluisteren.
1816 Ze hoorden haar bevelen op te volgen, maar ze liet haar woorden wegsterven voor ze ze had uitgesproken.
1817 Ze hield haar hoofd in de kap gebogen en zorgde ervoor de langere vrouw niet rechtstreeks aan te kijken.
1818 Ik zie vuur in jullie alledrie. Sommigen proberen nooit te ontsnappen, maar alleen de doden slagen erin.
1819 Natlanders zijn niet als de anderen in het wit. Jullie zullen niet vrij zijn aan het eind van een jaar en een dag.
1820 Haar dunne lippen krulden iets en als er al iets van gevoel merkbaar was, was dat er een van voldoening.
1821 Iedereen besteedde al zijn aandacht aan het lopen door de sneeuw. Ze zouden het misschien niet eens zien.
1822 Jullie en honderd anderen, dus zullen jullie weinig om handen hebben en doen wat echt van belang is.
1823 Faile opperde maar niet dat eigenlijk een van hen diende te ontsnappen, laat staan dat ze dat bevel gaf.
1824 Als Sevanna honderd bedienden heeft, kunnen we nooit zo dicht bij haar komen om nog iets op te vangen.
1825 Als we één woord weglaten van wat we hebben opgevangen, kun je er zeker van zijn dat ze dat te horen krijgt.
1826 Onze omstandigheden vormen een beproeving, om het maar zo te stellen, maar je dient eraan te denken wie ik ben.
1827 Ze konden zich zeker voorstellen waartoe Therava in staat was en hen doden was misschien niet eens het ergste.
1828 Opeens bemerkte ze dat, bijna verborgen in de sneeuw, een andere in het wit geklede vrouw hen in het oog hield.
1829 Het ging niet soepel en vlot, maar ze leek het lopen in de sneeuw meer gewend te zijn dan de andere drie.
1830 Nu lag er echter niets deemoedigs in haar ogen. Haar ronde gezicht stond hard en haar ogen keken scherp rond.
1831 Ze bleef voortdurend omkijken en wierp behoedzame blikken om zich heen om te zien wie er in de buurt was.
1832 Haar gelaatsuitdrukking gaf aan dat ze redenen had om hier te zijn die anderen nooit zouden doorgronden.
1833 Haar dienaren zijn allemaal edelen, rijke kooplui of mannen en vrouwen die weten hoe ze edelen moeten bedienen.
1834 De eerste keer dat je probeert te ontsnappen, geselen ze je voetzolen net zo lang tot je niet meer kunt lopen.
1835 In feite keek ze net zo vergenoegd als Therava eerder en eigenlijk op dezelfde manier, wat het nog erger maakte.
1836 Als zij wist dat jij in haar handen was gevallen... O, wees maar niet bang, ze zal het van mij niet horen.
1837 Ze was boos geweest op Alliandre omdat die haar naam had genoemd en daarmee de aandacht had getrokken.
1838 Nog erger. En ik meende nog wel me te verschuilen door niet de naam van mijn vader te noemen, dacht ze verbitterd.
1839 Ze zaten in drie vallen verstrikt en elk van die drie was dodelijk. Gered worden leek opeens heel aantrekkelijk.
1840 Ze haalde haar hand van haar eigen kraag en vocht zich al plannen makend een weg door de sneeuwstorm.
1841 Hij draafde met zijn neus in de wind over de besneeuwde vlakte en joeg op een geur, op die ene kostbare geur.
1842 Ze is hier niet en je zult hier sterven als je hier nog langer blijft. Zoek haar in de ontwaakte wereld.
1843 Hij was doodop en hij voelde zich leeg en hol, maar de honger was niets vergeleken met de leegte in zijn borst.
1844 Binnen was het halfdonker en er waren vele schaduwen, maar het zonlicht lichtte het heldere tentdoek op.
1845 Hij lag op een veren matras in een groot bed met massieve bedstijlen vol ingewikkeld verguld snijwerk.
1846 Onder haar reukwater rook Berelain naar verbazing dat hij wist dat ze hier was, maar haar stem klonk beheerst.
1847 Arganda heeft ook een grote groep ruiters klaarstaan en heeft verkenners weggestuurd. Tegen mijn raad in.
1848 Ik weet niet of hij gelooft dat een ander hetzelfde probeert, maar hij gelooft beslist niet dat onze Aiel dat doen.
1849 De kleren die hij gedragen had, lagen netjes opgevouwen op een weelderig versierde reiskist met goudbeslag.
1850 Haar blik op zijn rug voelde aan als liefkozende vingers, maar hij dwong zich om door te gaan alsof hij alleen was.
1851 Ze zou niet het genoegen smaken dat hij zich vanwege haar ogen ging haasten. Hij keek niet naar haar.
1852 Voorzichtig, om niet om te vallen. Stevige wollen sokken en dikke leren zolen zouden zijn voeten gauw warm maken.
1853 Toen hij haar aankeek, glimlachte ze vaagjes, maar in haar grote ogen lag een glinstering van woede.
1854 Faile bezat echt een haviksgeest. Ze zou zelfs kunnen denken dat her leuk was om zelf ook te verspieden.
1855 Nee, hij zou niet kwaad op haar worden, zeker nu niet. Licht, ze zou inderdaad denken dat het leuk was.
1856 Maar ze was wie ze was. Hij zou dankbaar moeten zijn dat ze zich netjes had gedragen tot hij zich had aangekleed.
1857 Haar geur... Het enige dat hem te binnen wilde schieten was een wolf die een hert zag in een braambos.
1858 Net op dat ogenblik zeilde Rosene met een wapperende blauwe mantel op een wolk van ijzige lucht de tent in.
1859 Er stonden twee mannen uit Tweewater op wacht, maar de tenten waren neer en hij kon gepakte pakpaarden ontwaren.
1860 Waarschijnlijk hoe ze Masema konden ombrengen zonder dat hij erachter kwam dat zij verantwoordelijk waren.
1861 Hij keek even naar Berelains tent, maar de gedachte om terug te gaan liet zijn nekharen overeind komen.
1862 Wat verderop stond nog een andere tent overeind, de kleinere gestreepte tent van Berelains twee dienaressen.
1863 Ze hadden gezelschap en dat was wellicht de reden waarom ze niet binnen om een vuurkorf zaten gebogen.
1864 Ze waren heel gewoon gekleed en zo nietszeggend dat ze bij een botsing op straat niet eens zouden opvallen.
1865 Hij probeerde de geur te negeren, maar zijn maag rommelde toch. De gesprekken stopten toen hij dichterbij kwam.
1866 Het was moeilijk om zijn stem normaal te laten klinken met al die opgetrokken wenkbrauwen en meesmuilende lachjes.
1867 Rosene zei dat haar meesteres had gezegd dat het niet meer dan twee span ver was. Of misschien drie.
1868 Misschien waren het echt leeghoofden. Vermoeid sjouwde hij om de heuvel heen en bedacht wat hij moest doen.
1869 De Cairhienin zaten op de geladen wagens en sommigen hadden de teugels om hun pols terwijl anderen erbovenop zaten.
1870 Perijn zocht in de vallende sneeuw naar Danel en vond hem tussen de paarden bij een van de kampvuren.
1871 De hoed ging meteen weer op tegen de sneeuw. Hij was een stadsmens en hij leed behoorlijk onder de kou.
1872 Kenne kwam strompelend door de sneeuw terug en trok Stapper en zijn eigen magere ruin achter zich aan.
1873 Ondanks de vallende sneeuw had ze haar mantel aan een kant teruggeslagen, zodat ze gemakkelijk bij haar zwaard kon.
1874 Dat kleine vrouwtje had de rest van deze dwazen volkomen onder de duim, wat haarzelf niet minder dwaas maakte.
1875 Een grom van Selande was naast hun boze blikken het enige antwoord dat hij kreeg, waarna ze wegstampten.
1876 Als hij niet uitkeek, viel hij er zelf nog af. Het was tijd om de rit te gaan maken die hij niet wilde rijden.
1877 Wagenmenners stonden rechtop en tuurden naar voren of sprongen op de grond en hurkten naast de wagen.
1878 Een ervan voerde een groot wit paard mee. Achter hen reden drie mannen gehuld in een mantel met kap.
1879 Een hand greep Perijns hart, tot hij besefte dat het pak lang niet groot genoeg was voor een lichaam.
1880 De raven zouden bij de lichamen gewreest zijn, vossen, misschien dassen en het Licht mocht weten wat nog meer.
1881 Misschien dachten ze dat ze hem zouden ontzien door niet mee terug te brengen wat ze gevonden hadden.
1882 Hij voelde zich verdoofd rondom de pijn van het vasthouden aan die ene gedachte. Ze moest in leven zijn.
1883 De Speervrouwen droegen grove sneeuwlopers gemaakt van wijnranken en veerkrachtige pijnboomtakken met naalden.
1884 Dat was de reden waarom ze zo vreemd liepen. Jondien moest hun hebben geleerd hoe ze die moesten maken.
1885 Hij probeerde zijn aandacht erbij te houden en dacht dat het gebons van zijn hart zijn ribben zou verbrijzelen.
1886 Het was even duidelijk als Winters krulsnor dat ze er niet zeker van waren of dat wel goed nieuws was.
1887 Het was verkeerd om natlanders te nemen, maar ik kan niet geloven dat ze de gewoonten zo erg hebben geschonden.
1888 Ik weet zeker dat ze zelfs niet gestraft zullen worden als ze nederig kunnen blijven tot ze hersteld zijn.
1889 Elke stam noemde ze op, behalve de Shaido, en ze liet de pijlen vallen tot bijna de helft om haar heen lag.
1890 Ze hield de opengesneden rok open, pakte de overgebleven pijlen met beide handen vast en liet ze toen vallen.
1891 Ze bevinden zich een aantal dagen ten zuiden van ons. Misschien meer dagen dan ik denk, in deze sneeuw.
1892 Enorme monsters met geribbelde vleugels en mensen die ze berijden. En twee keer zagen we sporen die er zo uitzagen.
1893 Het had hem verrast dat katten elders slechts vijf tenen hadden. Hij kon echter wel raden wat het was.
1894 Maar zijn hoofd voelde warrig elke keer dat hij stukjes wilde grijpen die niet in elkaar wilden passen.
1895 De vreemdelingen verschenen in een warrige lijn tussen de bomen, alsof ze wilden benadrukken met hoeveel ze waren.
1896 Het waren er misschien honderd, met twee man in de voorhoede, en hun langzame nadering kwam dreigend over.
1897 Hij haalde diep adem en zoog de koude lucht in zijn longen. Faile was belangrijker dan al het andere.
1898 Zelfs nu de zon haar hoogste stand had bereikt, gaf ze ondanks een prachtige wolkeloze hemel geen warmte.
1899 Dragers en wagenmenners trokken hun mantels berustend goed dicht, terwijl ze zich een weg door de menigte baanden.
1900 In deze drukte konden zelfs de enkelingen te paard nauwelijks sneller vooruitkomen dan iemand te voet.
1901 Ik zal hun lof verdienen. Vandaag deden de overvolle straten echter eenzaam aan tussen het verspreide gejuich.
1902 De lange, breedgeschouderde jongeman had lichtblauwe ogen en korenblond krullend haar tot op de schouders.
1903 Terwijl de groep zich een weg baande door de menigte, trokken de anderen rond Elayne ook veel aandacht.
1904 Ze hadden allemaal met beide handen deze kans aangegrepen om in de koninginnegarde ingelijfd te worden.
1905 De zusters werden zo goed als maar enigszins mogelijk was in het oog gehouden, al wist Sareitha daar niets van.
1906 Haar ogen bleven even rusten op een vrouw met zwarte haren, die een blauwe mantel met teruggeslagen kap droeg.
1907 De vrouw keek amper op voor ze een kaarsenwinkel binnenstapte. Over haar schouder hing een volle linnen zak.
1908 Een goed gerichte steen en je bent een bewusteloos lichaam dat in de verwarring gemakkelijk weggedragen kan worden.
1909 Tenslotte was het ontvoeren van mensen die aanspraken op de troon maakten bijna een Andoraanse gewoonte.
1910 Er werden tegenwoordig nieuwe ambachten in de stad uitgeoefend. Vanochtend had ze al drie klokkenwinkels ontdekt.
1911 Over het algemeen vertoonden ze trouwens minder littekens. Huurlingen vielen op als krenten in een koek.
1912 Als ze niet wilde dat vreemden in de garde de overhand kregen, moest ze voldoende mannen zien te vinden.
1913 Het was een behoorlijk brede straat, al was hij even bochtig als een rivier, en hij liep heuvel op, heuvel af.
1914 Gelukkig kwam er een paard met het zadel onder het bloed terug, anders hadden we enige weken niets geweten.
1915 Winkeliers die handel probeerden aan te trekken, maakten genoeg herrie om de woorden onverstaanbaar te maken.
1916 Ze wist niet zeker hoeveel boosheid van haar was en hoeveel van Birgitte, maar het paste bij dit alles.
1917 De Bruine zuster trok vragend een wenkbrauw hoog op en ze probeerde haar tanden niet op elkaar te klemmen.
1918 Haar dienstmeid, een onaanzienlijke vrouw met haar armen vol pakjes, deed haar meesteres onhandig na.
1919 Doet ze dat niet, dan wordt haar keel in een afgelegen stille kerker opengesneden en wordt haar lijk begraven.
1920 Dus moeten we in de komende weken hopen op een bericht dat de landgoederen van Arawn in vuur en vlam staan.
1921 Bij de buitenmuur stegen nog dertig gardisten op, klaar om in paren een rondgang door de Binnenstad te maken.
1922 Hij was donker van uiterlijk en in zijn krullerige haren en baard was hier en daar wat grijs te zien.
1923 Maar sommige gardisten bij de muur bleven staan, met een voet in de stijgbeugel, en keken naar de nieuwelingen.
1924 De term stamde uit de tijd dat zwaardhanden niet altijd werd gevraagd of ze wel gebonden wilden worden.
1925 Ze besteedde geen aandacht meer aan het tweetal toen ze Vuurhart wegleidden en keek niet om, al wilde ze dat wel.
1926 De raamloze toegangshal achter de zuilen leek schemerig, ook al waren enkele staande spiegellampen aangestoken.
1927 De verzameling hier was niet echt klein, al was die niets in vergelijking met een echt grote librije.
1928 Hij droeg zijn zwaardhandmantel zorgvuldig opgevouwen over de arm. Zwaardhanden lieten die zelden uit het oog.
1929 Er waren niet genoeg vloerkleden om gangen en hallen net als de vertrekken van tapijten te voorzien.
1930 Die zouden trouwens binnen de kortste keren door het voortdurende geloop van schoonmakende dienaren verslijten.
1931 Het zou niet de eerste stomme gedachte in jouw hoofdje zijn. Voor iemand die meestal zo helder en goed nadenkt.
1932 Ze keek graag naar mooie mannen, al had ze een voorkeur voor mensen die zware klappen leken te hebben opgelopen.
1933 Het was een gok geweest maar hij was te jong om een verspieder te zijn en te zenuwachtig om iets verbodens te doen.
1934 Een vrouw en een man die allebei in dienst zijn genomen in de laatste maanden van uw moeders regering.
1935 Mijn vrouwe heeft geen raad van mij nodig om hun te zeggen dat het voor iedereen moeilijke tijden zijn.
1936 Hij leek door de gebeurtenissen van die dagen heel beledigd, al was dat op een wat bezadigde manier.
1937 Er sliepen zelfs twee of drie mensen in een bed en het paleis had kelders voor de opslag maar geen kerkers.
1938 Ze begreep echter niet waarom Elayne onderdak aanbood aan bijna honderdvijftig kooplieden en ambachtslieden.
1939 Ze werden afgezonderd en mochten met niemand spreken behalve met de vrouw die hen door de zalen begeleidde.
1940 Regeren betekende eindeloze weken van verveling en de uren waarin je kon doen wat je zelf wilde, waren zeldzaam.
1941 Nou, haar eigen ontspanning vandaag was de tijd die ze kreeg om zich om te kleden en haastig iets te eten.
1942 Die regels lagen verankerd in de wet van de Toren en hoe lang geleden dat gebeurd was, deed er niet toe.
1943 Een teruggekomen wegloper zou voortaan voor altijd weten dat ze nooit maar dan ook nooit meer weg wilde lopen.
1944 Ze moesten vrij veel uitgedokterd hebben, anders zou Vandene hen met een draai om beide oren hebben weggestuurd.
1945 Al hadden ze het graag anders gehad, de moordenares was een van de drie vrouwen die ze allemaal graag mochten.
1946 Of meerdere. Ze hadden uit alle macht geprobeerd dat feit geheim te houden totdat de moordenares was gevonden.
1947 Ergens had ze een lange sjaal met gele franje opgedoken waarop bladeren en fleurige bloemen waren geborduurd.
1948 Omdat haar dikke donkere vlecht over haar schouder en tussen haar borsten hing, was het net niet te gewaagd.
1949 Elayne schrok toen ze Lan wat verderop zag, die om hen heen draaide en beide gangen scherp in het oog hield.
1950 Hij was even lang als een Aiel in zijn donkergroene mantel en had schouders die een smid leken toe te behoren.
1951 Als je die twee hun gang laat gaan, zullen ze binnen de kortste keren proberen uit te zoeken wie de moordenares is.
1952 Elayne geloofde er geen klap van. Ze hadden al een heel leven lang geleerd hoe ze hun gevoelens moesten beheersen.
1953 Ze zei maar niet dat wanneer Nynaeve iemand koppig noemde, ze op een haan leek die een fazant trots noemt.
1954 Het is net of ze op de drempel van geleiden staat en een voet al opgetild heeft om eroverheen te stappen.
1955 Er glinsterden onverwachte tranen in haar ogen toen ze zich met een ruk omdraaide om hem aan te kijken.
1956 Misschien was hun huwelijksbed toch niet zo koud als ze had gedacht. Bij die gedachte voelde ze zich rood worden.
1957 Elayne vermoedde dat de gewrichten van de oude vrouw pijn deden, maar ze had een aangeboden Heling afgewezen.
1958 Twee dagen nadat vrouwe Harfor zich in de paleiselijke tabberd had gestoken, had hij dat ook gedaan.
1959 Misschien was dat de reden waarom zijn woorden nooit van toon veranderden. Ze verhief haar eigen stem.
1960 Dat deed hij altijd. Ze maakte het zich gemakkelijk, sloeg de benen over elkaar en schikte haar rok goed.
1961 Toch zal er voldoende zijn om uw verlangens ten aanzien van de koninginnegarde te vervullen, mijn vrouwe.
1962 Ze verweet hem echter niets. Hij was een behoedzame man en die goede eigenschap was voor zijn taak belangrijk.
1963 Fronsend wreef ze met haar duim over de ring. Elaida had die ring al langer gedragen dan zij leefde.
1964 De vrouw was hooghartig, had vreemde denkbeelden en een bord voor haar kop, maar ze was niet stom. Verre van dat.
1965 Morland was niet ver weg en niet onbelangrijk, maar ditmaal aarzelde hij en kneep de lippen op elkaar.
1966 Hij heeft ze in het geheim in dienst om daar te blijven en druk uit te oefenen als de andere legers zijn verdwenen.
1967 Als je ze niet in de gaten hield, hadden schrijvers de macht om zelfs een koningin op haar knieën te dwingen.
1968 Wat verloren stond in een hoekje van het blad haar gebruikelijke middagmaal van brood en een heldere soep.
1969 De ochtend was zeer vermoeiend geweest, maar thee zou haar kracht geven. Dyelin schoot recht overeind.
1970 Soms gedroeg Rhand zich net of hij de koning van de wereld was, maar zelfs hij zou toch niet... zeker niet.
1971 Birgittes ergernis, wat minder opgewonden dan eerst, bevond zich nog steeds in een hoekje van haar geest.
1972 Er werd geklopt en weifelend stak een bediende zijn hoofd om de deur. Elayne voelde een scheut van opluchting.
1973 Dat had ook best gekund, als haar vingers rond het heft maar niet als houtblokken hadden aangevoeld.
1974 Het drietal probeerde de stoel te ontwijken, maar een was te traag en de stoel klapte tegen zijn benen.
1975 Zijn eigen lange dolk flitste en Dyelin struikelde met een gil achteruit, terwijl een hand haar maag greep.
1976 Hij danste lichtvoetig naar voren en stak opnieuw toe. Zij gilde en viel als een lappenpop op de vloer.
1977 Zijn grote blauwe ogen namen haar behoedzaam op, terwijl hij langzaam naar voren stapte. Natuurlijk.
1978 Wankelend viel Elayne op haar knieën en ze kon nog net de tafelrand grijpen om een verdere val te voorkomen.
1979 Haar dwalende gedachten leken van lood. Die tapijten zouden met al dat bloed nooit meer schoon te krijgen zijn.
1980 Daar lag een andere moordenaar. Zijn hoofd stond in een vreemde hoek en zat nog maar half aan zijn nek vast.
1981 Dat idee had ze ooit heel vreemd gevonden. Opeens schoot haar iets te binnen en kwam ze moeizaam overeind.
1982 Ze zal echter tijd nodig hebben om haar krachten weer terug te krijgen. Ze heeft veel bloed verloren.
1983 Ze wist niet welke kruiden Nynaeve haar gegeven had, maar ze voelde zich niet zwakker dan na de dolkwortel.
1984 Ze meende best te kunnen lopen, zolang ze maar niet lang hoefde te staan en ver te lopen. En haar hoofd was helder.
1985 De kleine vlammen maakten het vertrek ineens veel lichter, waardoor Birgitte even een hand voor haar ogen hield.
1986 En het feit dat ze nu als een van de weinigen wist wie Birgitte eigenlijk was, had niet erg geholpen.
1987 Birgittes gezicht veranderde niet, maar een heel klein vonkje van voldoening flitste door hun binding.
1988 De meeste mensen denken dat wij voor de pracht en praal zijn, maar we zullen jouw eigen Speervrouwen zijn.
1989 Die bloedvrouwen weten hoe ze bevelen moeten geven, maar ik weet niet zeker of die kerels de bloedorders kennen.
1990 Ze zou Birgitte scherp in de gaten moeten houden om er zeker van te zijn dat het er geen vijftig zouden worden.
1991 Zijn vaandel zal weer een stuk hoger wapperen. Tenzij je vindt dat we dit alles geheim moeten houden.
1992 Natuurlijk, als jij er niet iets in gedaan hebt, als jij niet van plan was om mij om te praten dat op te drinken.
1993 Tot ze besefte wat ze deed en waarom ze dat deed. De herinnering aan de dolkwortel in haar thee was nog heel vers.
1994 Ze tilde de beker op voor nog een slok, maar hij leek erg zwaar. Uitdagend dronk ze de wijn in één teug op.
1995 De troon was gemaakt voor een vrouw, maar nog steeds heel groot op zijn zware poten als Ieeuwenklauwen.
1996 Een hand rustte licht op de leeuwenkop van de armleuning en ze wierp een koninklijke blik door de zaal.
1997 De fraai bewerkte staande lampen die in rijen langs de muren stonden, leken te trillen tegen de hoge pilaren.
1998 Elayne beeldde zich een grote passpiegel in en die verscheen vlak voor haar, waarin haar beeld werd weerspiegeld.
1999 Ze lier de edelstenen in het haar verdwijnen en knikte. Dir was passend voor de erfdochter en niet al te pronkerig.
2000 Haar bescheiden groenzijden gewaad veranderde in de strakke op het lichaam klevende kledij van Tarabon.
2001 Als jij tegen ramen praat, zou je echt in slaap moeten zijn in plaats van hier. Ik ben half en half van plan jou.
2002 Licht, ik ken niet eens de helft van de gebruiken en regels die Vandene en anderen als gewoon beschouwen.
2003 Het lukte haar gewoon niet zo goed om zich te concentreren. De rode stip op haar voorhoofd verdween echter nooit.
2004 De mouwen van haar gewaad liepen wijd uit en de lage halslijn was afgewerkt met geborduurde bloemen en pareltjes.
2005 En zeg me niet dat ik niet over leeftijd hoor te praten. Dat is een belachelijke gebruik en dat weet je.
2006 Ik ben zeer zeker van plan hen deel te laten uitmaken van de Toren en wil voorkomen dat ze hun eigen weg inslaan.
2007 Ik neem aan dat als de behandeling door die vrouw goed is, dat de hoofdpijn inmiddels verdwenen moet zijn.
2008 De gang was weer stil en verlaten. Ze zag slechts lampen, kisten en wandkleden die flikkerden en bewogen.
2009 Ze wilde niet opnieuw half slapend worden afgeluisterd, ik denk dat die vorsten in Breemwoud zitten.
2010 Asne wist dat als ze opstond, Chesmal haar heel gauw zou overladen met verhalen over hoe belangrijk ze was.
2011 De twee bedienden wisten dat ze niet gestoord mochten worden en trouwens, de vrouw en haar man waren diep in slaap.
2012 Hoe besmeurd en beschadigd de wereld deze dagen ook leek, alles zou goed komen, op wat voor manier dan ook.
2013 De kleine voormalige Witte zuster met het vossengezicht droeg een mantel met geborduurde leeuwen op de schouders.
2014 Omdat de mantel openhing, was haar roomkleurige zijden nachtpon zichtbaar, die onfatsoenlijk aan haar huid plakte.
2015 Hij heeft het me niet rechtstreeks gezegd, maar ik denk dat Moghedien opspringt als hij met zijn vingers knipt.
2016 Er was een grote kans dat beide vrouwen hierna moesten sterven. Shiaine hield niet van losse eindjes.
2017 Hanlon was zwierig gekleed in een donkere mantel en stak een hand uit om die op Falions bil te leggen.
2018 Hanlon was een deel van haar straf. Shiaine had echter geen zin om te zien hoe hij de vrouw ging opwarmen.
2019 Hij wilde kokhalzen, zich vooroverbuigen en braken. Het kostte hem moeite om zich overeind te houden.
2020 Hoog in de muur lieten spleten tussen de luiken van een paar kleine vensters wat licht naar binnen vallen.
2021 Haastig gehaarde hij Min om hem te volgen van de open plek in het bos aan de andere kant van de poort.
2022 Hij was nog wat draaierig, maar hij had niet meer het gevoel alsof hij moest braken of moest omvallen.
2023 Je weet dat dit niet werkt, tenzij ik herkend word. En met dat gezicht van jou lukt het al helemaal niet.
2024 Kennelijk was de opslagkamer niet helemaal vergeten; de scharnieren van de zware deuren piepten nauwelijks.
2025 Ze wierp een snelle blik naar links en rechts, haastte zich naar buiten en gebaarde hem haar te volgen.
2026 Ik wist dat er iets aan mijn aandacht ontsnapt was, maar ik kon me niet meer voor de geest halen wat dat was.
2027 Rhand zuchtte. Dit was te belangrijk voor haar spelletjes, maar als hij het toeliet, zou ze dat blijven doen.
2028 Maar zo zag zij het niet. Soms verschilde haar idee van wat belangrijk was aanzienlijk van het zijne.
2029 Ze trok een wenkbrauw op vanwege haar kleding, of misschien vanwege het zolderstof, maar ze zei er niets van.
2030 En hier kennelijk ook nog nooit geweest. In zijn hoofd tolden kleuren, bijna een beeld dat hij kon zien.
2031 Ze dacht zeker dat hij dronken was. Min keek nadenkend en tikte met een vinger tegen haar kin, heel even maar.
2032 Blijkbaar hadden Min en hij geluk gehad toen de gang leeg was op het moment dat ze de opslagkamer verlieten.
2033 In plaats daarvan was zelfs zijn oorspronkelijke hoop op een stuk of tien zusters wel heel optimistisch geweest.
2034 Geen enkele windvindster had het haar verteld en Nynaeve was er niet de vrouw naar om ernaar te vragen.
2035 Het Zeevolk leek amper iets van haar te willen aannemen, tenzij ze het tien keer zei en twintig keer voordeed.
2036 Ze haatten elkaar met een hartstocht die alleen maar uit bloedverwantschap kon ontstaan. Misschien was dat het.
2037 Als ze een keertje onhandig deed, had Renaile er buitengewoon veel plezier in om haar te laten zweten.
2038 Maar voor de stromen goed en wel verdwenen waren, schoten er zes nieuwe op Nynaeve af, sneller dan eerst.
2039 Ze was op dit moment zeker niet op haar best. ik ben bang dat dit alle tijd is die ik vandaag heb, dus.
2040 Twee dagen geleden had ze haar mening vrijelijk geuit en de gevolgen daarvan wilde ze niet nog eens ondervinden.
2041 Ze had geprobeerd het te zien als een boetedoening voor het spreken zonder nadenken, maar dat hielp niet veel.
2042 Talaans weving begon zich om haar heen te krullen en snel spon ze haar eigen weving om dat van Talaan op te vangen.
2043 Opnieuw verdween saidar en drukten stromen Lucht haar armen tegen haar zij en snoerden haar knieën vast.
2044 Haar zijden broek ritselde zacht boven haar blote voeten en de ingewikkeld geknoopte sjerp zwaaide tegen haar dij.
2045 Ze weigerde om rond te schuifelen als een gebroken speelpop, en dat was behalve stilstaan alles wat ze kon.
2046 Als aanmoediging... leerling, bereid je voor om haar ondersteboven te draaien als ik tot vijf heb geteld.
2047 Kurin stond wijdbeens, met haar handen op de heupen, alsof ze zich op het dek van een schip in evenwicht hield.
2048 Het was veel te precies in te veel dingen, ik weet zeker dat Merilille u iets over afschermen heeft verteld.
2049 Ze hijgde alsof ze tien span had gehold en staarde in het niets. Het zweet rolde over haar gezicht en rug.
2050 Ze dacht niet dat ze dat echt wilde weten. Tot ze de kamer had verlaten, was ze nog steeds de lerares.
2051 Het was geen diepe buiging, maar dat was alles wat ze vandaag zouden krijgen. Wacht, twee buigingen.
2052 Met opgeheven hoofd en rechte rug verliet Nynaeve de kamer met alle waardigheid die ze nog kon opbrengen.
2053 Ze draaide zich om en veegde tevreden haar handen af. En schrok op toen ze zag wie haar in de gang opwachtte.
2054 Ze was wat langer dan Nynaeve, met fijne rimpeltjes in haar ooghoeken en witte strepen in haar goudgele haar.
2055 Met inbegrip van een paar waarover ze het allemaal eens waren dat die te gemeen waren om iemand aan te doen.
2056 Behalve... Ze was er redelijk zeker van dat de ander haar ondanks al haar verzet gemakkelijk kon overweldigen.
2057 Talaan had gelijk; iemand die zo sterk was als zij zou nimmer toestemming krijgen om naar de Toren te gaan.
2058 Onder elkaar zijn we heel aanhankelijk hoor, maar in het openbaar moet ze alles vermijden waaruit voorkeur blijkt.
2059 Nynaeve probeerde weer aan het woord te komen, maar de woorden bleven als een vloedgolf uit Talaan stromen.
2060 En veerde weer met grote ogen op toen een dienaar zich voorbij haastte, wat haar weer terugbracht bij haar doel.
2061 Het voelde heerlijk om op zijn kracht te steunen, al was het maar even, terwijl hij haar haren zacht streelde.
2062 Hoe hij soms haar gedachten kon lezen terwijl een ander zijn binding hield, was haar niet duidelijk.
2063 Ze weerstond het idee om zichzelf te vermommen, even maar, om hem te laten zien dat zij dat ook kon.
2064 Ongelovig. Zelfs toen ze haar stola opzettelijk verschoof, zodat de gele franje heen en weer zwaaide.
2065 Roddel en achterklap, daarover gingen negen van de tien mannenpraatjes. Vermoeid liet ze saidar los.
2066 Misschien was die poging om hem te doden genoeg geweest om hem weer bij zijn verstand te laten komen.
2067 Kijk naar jezelf. Ondanks je dappere praat heeft iemand je bijna gedood en je sluipt rond als een stalknecht.
2068 Ze moest nadenken. Niet over haar beslissing, die had ze al genomen, maar over hoe ze die moest invullen.
2069 Lan beslist niet. Nou ja, mannen wilden het altijd op hun manier doen en dat kon gewoon niet altijd.
2070 Op dit moment was Birgitte druk bezig om vrouwen te ondervragen om er twintig voor de lijfwacht te kiezen.
2071 Ze nam buiten haar plichten zelden tijd voor zichzelf. Elayne hoopte dat ze het bij die twintig zou houden.
2072 Kennelijk wist iedere zuster met een zwaardhand dat je de binding kon versluieren, zelfs ongebondenen.
2073 De man van wie ze elke nacht droomde, was aan de andere kant van die deur, en ze stond hier als een onnozel wicht.
2074 Ze had zo lang gewacht en zo veel gewild, en nu was ze bijna bang. Ze wilde dit niet uit de hand laten lopen.
2075 Even waren ze, ondanks hun grote onderlinge verschillen, bijna een spiegelbeeld geweest van vrouwelijke afkeer.
2076 In haar droom had hij soms iets jongensachtigs gehad, maar dat was verdwenen alsof het weggebrand was.
2077 Onder de gevlochten leren band om zijn hoofd waren zijn ogen ijsblauw. iedereen in zijn buurt is in groot gevaar.
2078 Hij klonk alsof hij spijt had, maar niet zoveel; hij had het net zo goed over het koude weer kunnen hebben.
2079 Hij had de schaamteloosheid om haar vragend aan te kijken, alsof hij haar niet begreep. En hij praatte gewoon door.
2080 Nynaeves grote onschuldige ogen hadden haar schuld niet duidelijker kunnen maken dan een heraut onder het venster.
2081 Rhand bestudeerde het drietal alsof hij nog nooit eerder een vrouw gezien had en hij zich afvroeg wat ze waren.
2082 Ze sloot de deur zacht en sneed daarmee hun blikken af, maar ze had de deur wel dicht willen gooien.
2083 Hij liep naar de tafel en leunde ertegenaan. De lucht om hem heen begon weer te rimpelen en hij werd weer zichzelf.
2084 De zoete kruidenwijn was overgebleven toen haar ochtendmaal was weggehaald. Hij moest nu ijskoud zijn.
2085 Dat deed Min ook, maar met een grijns die zei dat je dit soort dingen van tijd tot tijd moest verwachten.
2086 Elayne voelde een klein steekje, maar niet echt van afgunst; op hen kon ze onmogelijk afgunstig zijn.
2087 Ze boog zich iets voorover en probeerde hem zuiver door wilskracht haar woorden te laten aanvaarden.
2088 Zusters binden zich niet aan dezelfde man vanwege een gewoonte, Rhand, maar omdat ze hem niet willen delen.
2089 Maar er was geen tijd te verliezen. Zelfs nu nog zag ze hem er best voor aan te besluiten dat de prijs te hoog was.
2090 Het was altijd een genoegen om met haar eerstezuster op een diepere manier gevoelens van geest en lichaam te delen.
2091 Zodra de wevingen op hun plaats zaten, gaf ze de hoofddraad van de cirkel van twee over aan Aviendha.
2092 Rhand keek hen met een behoedzame blik in zijn ogen na, alsof hij wist dat hun vertrek afgesproken was.
2093 En die glinsterende gouden aderen. Vlinders ter grootte van wolfshonden bonsden dreunend met hun vleugels.
2094 Deni haalde haar schouders op. Caseilles gezicht betrok, maar ze haalde haar hand van de grendel weg.
2095 Min wilde graag geloven dat de forse figuur van de ander ook best uit vet kon bestaan, maar dat deed ze niet.
2096 Ze kon ook geen beelden om hen heen zien, maar geen van beiden leken erg bang om te doen wat zij nodig vonden.
2097 Aiel waren volgens iedereen gewend dat vrouwen een man deelden. Dat was heel wat meer dan zijzelf kon opbrengen.
2098 Ineens besefte ze dat die bundeling van gevoelens en indrukken niet meer hetzelfde was. Er was een soort van.
2099 Haar groene ogen staarden recht vooruit, ze had haar kaken op elkaar geklemd en zweet parelde op haar voorhoofd.
2100 En mensen hielden er vaak niet van om iets over hun toekomst te horen, zelfs al zeiden ze dat ze dat wel wilden.
2101 Lichtschijnsels dansten om haar heen en er flikkerden talloze beelden, meer dan Min ooit bij iemand had gezien.
2102 Dienaren zagen haar kijken en besloten dat ze elders werk hadden, waardoor het drietal alleen achterbleef.
2103 Laat ik je zeggen dat als ze doet wat ik denk dat ze doet, dat ik haar het hele bloedpaleis rondschop.
2104 Geen wonder dat de Aielse zich gedroeg alsof ze bang was dat die bedreiging ter plekke zou worden uitgevoerd.
2105 Dat vuur brandde nog steeds en was amper minder geworden, maar het Licht zij dank, hij was niet meer.
2106 Ze had verliefd kunnen worden op een zakkenroller of een paardendief, maar ze moest hem zo nodig kiezen, de zottin.
2107 Maar als ze gedaan heeft wat ze ook gedaan mag hebben, zal ze alles vergeten en zit ze weer in mijn hoofd.
2108 Ze strekte zich behaaglijk uit onder de dekens en herinnerde zich hoe wild ze de avond tevoren geweest was.
2109 Op het kussen naast haar lag een gouden lelie in volle bloei, met de dauw nog fris op de weelderige blaadjes.
2110 Waar hij midden in de winter op zoiets zijn hand had kunnen leggen, kon ze zich onmogelijk voorstellen.
2111 Dat maakte het haastig geschreven briefje van Nynaeve bij de andere angrealen des te verontrustender.
2112 Nesune had een groot in hout gebonden boek uit de librije van het paleis op een lessenaar voor haar stoel.
2113 Bij Kiruna en de anderen was hijzelf er tenminste bij geweest, toen ze gehoorzaamheid wilden zweren.
2114 Het Zeevolk kon later misschien van nut blijken, maar voor nu moest ze proberen greep op hen te krijgen.
2115 Nesune boog zich naar voren om naar haar boek te turen en leek op een vogel die met zwarte ogen een worm bekeek.
2116 Een Bruine die een vat met een schorpioen zou instappen als ze wist dat ze daardoor iets nieuws kon leren.
2117 Aanvaardbare en idiote redenen, maar ze had ze kunnen geloven als die anderen er niet waren geweest.
2118 Zorg ervoor dat ze dat doen. En bij het eerste het beste onbeschaafde woord krijgen ze beiden een pak slaag.
2119 Cadsuane betreurde het bijna dat ze dat lichtzinnige bevel had gegeven. Sarene zou het precies zo uitvoeren.
2120 Haar ergernis moest opgelost worden, zodat ze haar aandacht aan echt belangrijke dingen kon schenken.
2121 Sorilea was geen vrouw die je naar je toe liet komen. ledereen dacht dat ze een vriendschap ontwikkelden.
2122 Vreemd genoeg had Verin haar eigen opgelegde leertijd opgepakt als een rondstappende reiger in een moeras.
2123 Ondanks haar vierkante gezicht leek ze door die vreemd schuine stand van haar hoofd op een heel dikke mus.
2124 Daaruit kwamen bijeenkomsten voort die tot vriendschap hebben geleid, en ten slotte deelden ze elkaars bed.
2125 Toen de twee vrouwen na de aanval op het paleis waren ontdekt, lagen ze gebonden en gekneveld onder Ailils bed.
2126 Toram Riatin kon nog steeds moeilijkheden veroorzaken, al leek zijn opstand in rook te zijn opgegaan.
2127 Ik weet niet in hoeverre zij Harine zal verraden, ongeacht de gevolgen die het voor haar zal hebben.
2128 Hoewel haar ogen gericht waren op een inktvlek op haar vinger, keek ze ergens in een ongeziene verte.
2129 Hoewel ze hen vertrouwde, wilde dat niet zeggen dat ze van plan was deze zusters hun eigen gang te laten gaan.
2130 Hoofden draaiden zich om naar de jongeman in de keurige blauwe jas die Merise voor hem had uitgekozen.
2131 Ze had hem willen zeggen voort te maken, maar als ze nog iets sneller liepen, zou het hollen worden.
2132 Ze waren in staat hun twee... gasten bij te staan, maar konden het niet opnemen tegen mijn wapenknechten.
2133 De kamer was niet groot en leek zelfs kleiner door de donkere houten panelen waar de Cairhienin zo dol op waren.
2134 Als hij niet zo kundig was geweest op sommige gebieden, zou hij nooit tot de Uitverkorenen hebben behoord.
2135 Ze verborg haar afkeer ongeveer even goed als de bijna doorzichtige zilveren nevel van haar volle vormen.
2136 Vuurdruppels in haar goudblonde haar, een grote robijn tussen haar borsten en fraaie gouden armbanden om de polsen.
2137 Hij scheen vaak zelf te denken dat hij dat was en het jongensgezicht dat hij nu droeg had dat niet veranderd.
2138 Ondanks zijn woorden keek hij grimmig en zijn onopgesmukte zwart deed zijn naam. Dood, alle eer aan.
2139 Een vlinder beweegt op een takje de vleugels en aan de andere kant van de wereld stort een berg omlaag.
2140 Midden in de lucht ontploften vlammen, iets wat heter was dan vuur, en de rat verdween. Moridin glimlachte.
2141 De glimlach werd nog dreigender door de saa. De kleinere man slikte en beantwoordde de glimlach bevend.
2142 Maar hij stond wel aan zijn kraag te rukken alsof die te strak zat en zijn ogen leken uit de kassen te rollen.
2143 Maar de betekenis moest nog steeds dezelfde zijn. Voortekenen veranderden op een andere plaats niet van betekenis.
2144 Het ochtendritueel met het scheermes van haar kamenierster was kalmerend, en vandaag had ze dat nodig.
2145 De vorige avond had ze boos een bevel gegeven. Een bevel zou nimmer in boosheid mogen worden uitgevaardigd.
2146 Als ze haar strenge trekken vergat te tonen, was haar hartvormige gezicht dat van een ondeugend kind.
2147 Het laatste geschenk was het aanbod aan Selucia om de plaats van haar volgende aanstelling te kiezen.
2148 En natuurlijk haar schaduw, hoewel dat feit niet openbaar gemaakt werd. Zijzelf was verrukt geweest.
2149 Tot dusver waren twee tijdens die gevechten gesneuveld en drie hadden geprobeerd om haar om te brengen.
2150 Een enkele misstap kon haar dood betekenen, of erger, ze kon uitgekleed worden en in het openbaar verkocht.
2151 Selucia grinnikte en draaide zich om om het hoofdkapje van goudkant van de roodgelakte standaard te pakken.
2152 Onder elkaar, zoals nu, was het haar toegestaan om vrijuit te spreken, maar ze wist wat ze kon zeggen en wat niet.
2153 Charral had haren die even grijs waren als haar ogen, maar ze was nog steeds de meest ervaren geleidster.
2154 En dat was maar goed ook, want de bemanning kon het schip niet al buigend en knielend varende houden.
2155 Yuril, de man met de dunne neus van wie iedereen dacht dat hij haar schrijver was, ging door een knie.
2156 Ze voegde zich bij de vrouw, greep de reling vast en moest haar handen ontspannen om geen nagel te breken.
2157 Anath lachte grof en begon haar opnieuw te vertellen wat een dwaas ze was, deze keer met meer bijzonderheden.
2158 Kapitein Tehan staarde recht voor zich uit, maar haar ogen vielen bijna uit haar gerimpelde gezicht.
2159 Van een waarheidsspreker werd geëist dat deze de naakte waarheid zou zeggen, of je die nu wilde horen of niet.
2160 Zij begrepen de gewoonten van haar familie net zo min als de kapitein met haar uitpuilende ogen deed.
2161 De gezichten van de Doodswachtgardisten, half verborgen door de wangstukken van hun helmen, bleven onbewogen.
2162 Ze luisterde genoeg om iets op te vangen, maar er werd niets gezegd dat ze al niet honderd keer eerder gehoord had.
2163 Ze was bezig grof zwart poeder fijn te malen met een houten stamper die bijna net zo lang was als haar arm.
2164 Hij wist niet echt hoe snel hij van dat krukje kon opstaan, ik wilde niet degene zijn die je het vertelde, maar.
2165 Er werd gevochten, ze probeerden het in ieder geval, toen de soldaten zich toch een weg naar binnen baanden.
2166 Ze staarde hem nog steeds aan en ze had nog steeds die rottige knuppel klaar om zijn schedel in te slaan.
2167 Niet alle herinneringen van al die lieden die in zijn hoofd gepropt zaten, hadden met veldslagen te maken.
2168 Maar misschien had hij wat vooruitgang bij haar geboekt, als hij tenminste haar raadsel kon oplossen.
2169 Hij slaagde er meestal wel in om te vergeten wat voor kleding hij droeg, tenzij iemand het onderwerp aansneed.
2170 De grond voelde soppig onder je voeten, zelfs als het droog was. Scheldend hobbelde hij van de wagen weg.
2171 De wind greep zijn mantel en liet hem opbollen, maar hij was te veel in gedachten om er iets aan te doen.
2172 Ze wierp zichzelf in de lucht en wist net voor ze naar de grond suisde, het touw met haar voeten te grijpen.
2173 Misschien zou hij in staat zijn om hetzelfde te doen. Die ballen lieten je tenminste niet bloeden of iets breken.
2174 En de anderen hadden de tijd van hun leven. Nynaeve voerde de scepter over iedereen die binnen haar bereik was.
2175 En uiteraard het geheim van het vuurwerk meenemen. Maar hij zou beslist een ontsnapping boven dat geheim verkiezen.
2176 Toen hij de vrouwen achter zich had gelaten, schold hij de jongen uit, die blij naast hem voorthuppelde.
2177 Beheerst en misschien een tikkeltje verlegen. Leg je op die eigenschappen toe en het zal je goed vergaan.
2178 Het is mogelijk dat ik weldra de eer heb om hoogvrouwe Suroth voor een besloten voorstelling te ontvangen.
2179 Deze titel stond in voet hoge, rode letters te lezen op het doek dat russen twee hoge palen bij de toegang hing.
2180 Als ze wel zou komen, zou ze waarschijnlijk de leeuwen opvreten. Of ze de doodsschrik op het lijf jagen.
2181 Ze zal me uithuwelijken aan iemand die scheel kijkt en een snor heeft als een Taraboonse voetsoldaat.
2182 Die rottige dobbelstenen waren zojuist opnieuw in zijn hoofd aan het rollen. Er kwam iets slechts zijn kant op.
2183 De witgepleisterde gebouwen, de witte spitsen en torens en de witte paleizen blonken zelfs op een grijze winterdag.
2184 Vandaag keek hij nauwelijks naar de haven. De dobbelstenen die in zijn hoofd tolden, donderden als onweer.
2185 De mensen die stonden te wachten om naar binnen te mogen, waren vaak stadsbewoners of boeren uit de omgeving.
2186 Hier en daar in de rij bevonden zich uitlanders, kooplieden met een kleine stoet door paarden getrokken wagens.
2187 Mart was al zo vaak door de poort gelopen dat hij de tentoongestelde hoofden nauwelijks meer opmerkte.
2188 Anders zouden die hoofden van jullie straks nog weleens buiten de poort te zien zijn, met dat van Tylin ernaast.
2189 Je hebt opmerkelijk veel geluk, Mart, en je hebt een zekere smaak voor, laten we zeggen, het avontuur.
2190 Suroth zegt dat ik iemand van het Bloed moet huwen en de zijkant van mijn hoofd moet scheren, en moeder luistert.
2191 Deze gedachte zorgde ervoor dat hij een prikkeling tussen zijn schouderbladen voelde, alsof hij werd gadegeslagen.
2192 Hij zorgde er terdege voor niet te dicht in de buurt te komen van de haven. Hij had zijn lesje geleerd.
2193 Een ernstige misrekening, hoe leuk het toen ook was geweest. Ze was daarna twee keer zo erg geworden als eerst.
2194 Hij had eigenlijk niet anders verwacht. Ook vóór de komst van de nieuwkomers was er niets vrij geweest.
2195 Een paar keer gaf hij bijna toe, maar als ze hem eenmaal hadden gehoord, zouden ze hun geld teruggevraagd hebben.
2196 Zijn maag was zo leeg als de herbergen vol waren en hij meende dat iedereen naar zijn opzichtige kleren gaapte.
2197 Tien passen lang deed hij moeite door de menigte heen te komen, tot hij een smal, donker steegje in kon slaan.
2198 Het witte pleisterwerk op de vensterloze muren was afgebladderd en op veel plaatsen waren de bakstenen zichtbaar.
2199 Het steegje was helemaal verlaten, waardoor hij flink kon doorstappen. Of wat er deze dag voor doorging.
2200 Hij bereikte het paleis in de tijd die het hem anders gekost zou hebben om drie straten ver te komen.
2201 Met een vloek greep Mart zijn gevallen stok en smeet hem onbeholpen als een soort speer naar het wezen.
2202 Na elke aanraking klonk er gesis en stonk het naar brand, alsof het wezen met een hete ijzeren staaf werd geraakt.
2203 Hij wil jou evenzeer dood hebben als hij haar wil hebben, had het wezen hem grijnzend in de Rahad gezegd.
2204 En hier stond hij, nauwelijks in staat om goed te blijven staan. Zijn been, heup en ribben brandden als vuur.
2205 De straat was niet ver weg. Hij kon het geroezemoes van stemmen horen, nauwelijks minder geworden door de afstand.
2206 Die stemmen in de straat waren zo verlokkend dichtbij, maar ze hadden net zo goed in Barsine kunnen zijn.
2207 Het gleed een stukje weg in de modder, maar scheen nog steeds weg te vloeien tot het achter de taveerne verdween.
2208 Hij zou niet hebben kunnen zeggen waarom, behalve dat het hem had proberen te doden en het opnieuw zou proberen.
2209 De achterdeur van de taveerne stond op een kier en Mart kon het geluid van feestvierende mensen horen.
2210 Mart verstijfde. Het wezen scheen nauwelijks wapens nodig te hebben, maar als het er daar een verstopt had.
2211 Hij geloofde niet dat hij het zou overleven als hij zich moest verdedigen tegen dat wezen met een wapen.
2212 Marts mond viel open. De borst van het wezen gleed erdoorheen, toen de benen, en toen was het verdwenen.
2213 De spreker was een oude man met wit haar, gebogen schouders en een grote haakneus midden in een droevig gezicht.
2214 Het is al moeilijk genoeg om iemand te horen. Hoe dan ook, ik dacht dat het wezen daardoor bang zou worden.
2215 De hand was een en al knobbel, alsof elk bot tegelijk gebroken en slecht geheeld was. Maar de greep was sterk.
2216 Hij had het zegel in een zak van zijn jak gepropt, waar hij het snel uit kon rukken als het nodig was.
2217 Als je er goed over nadacht, had de man een tong als een rasp. En eigenlijk had hij ook weinig oog voor paarden.
2218 Enkele verdwaasde vrouwen klampten zich vast aan de damane die met hen meeliep, alsof zij een reddingslijn was.
2219 Ze had hem geen dienst bewezen, en misschien wel een paar slechte, maar dit wenste hij haar niet toe.
2220 Maar Tylin mocht hem de rest van zijn leven onder de kin kietelen als dat hem van de brandstapel hield.
2221 Trouwens, ik heb hier tijd om te lezen. Krijg ik weinig kans toe als ik moet werken als een hoefsmid.
2222 In werkelijkheid was hij een paardendief en een stroper, de beste in twee landen, en misschien nog wel in meer.
2223 Ze boden aan om een bad klaar te maken en schone kleren te halen zonder dat de koningin ervan zou horen.
2224 Tylin was hun koningin, om maar iets te noemen, en wat hun betrof, mocht ze doen en laten waar ze zin in had.
2225 Thom en Juilin deelden ergens midden in de bediendenvleugel een kamer, en hij had geen reden om hier te zijn.
2226 Mart had hem nog nooit zo schichtig zien rondkijken, maar als een man zo deed, kon het maar één ding betekenen.
2227 Juilin had behoorlijk zijn best gedaan om een dievenvanger te zijn, nooit en te nimmer een dievenpakker.
2228 Mart gooide de deur van Tylins vertrekken open, wandelde naar binnen, slingerde zijn hoed de hele kamer door.
2229 Golven glanzend zwart haar met wat grijs aan de slapen omlijstten een prachtig gezicht met ogen van een roofvogel.
2230 Een gezicht dat op dit moment niet al te vermaakt was. Onbeduidende dingen schenen zomaar zijn aandacht te trekken.
2231 Ze leek best knap, ondanks haar tot een opstaande kam gekapte haren, maar liet daardoor Tylin op een konijn lijken.
2232 Ze had een sluier over haar hele hoofd – dat geheel geschoren leek – en droeg een fortuin aan robijnen.
2233 Al voelde Mart zich alsof hij met een hamer op zijn hoofd was geslagen, hij bleef mooie vrouwen opmerken.
2234 Maar het was niet de aanwezigheid van Suroth of die van de vreemdelingen waardoor hij met een ruk stil bleef staan.
2235 En met gewoon haar in plaats van die kale schedel. Haar ogen waren groot en glanzend, maar volkomen onpersoonlijk.
2236 Al haar lange vingernagels waren felrood gelakt, merkte hij op. Hij vroeg zich af of dat iets betekende.
2237 Ze reikte met een hand naar zijn gezicht en legde haar vingertoppen onder zijn kin en hij wilde terugwijken.
2238 Licht, hij had paarden gekocht na een minder grondig onderzoek. Nog even en ze zou zijn tanden willen zien.
2239 Hij had de ring toevallig gekocht maar hij was eraan gehecht geraakt. Hij vroeg zich af of ze de ring wilde hebben.
2240 Het zou het beste zijn als ik vertrok. Dat ding wil mij hebben, en het zal iedereen in mijn buurt eveneens doden.
2241 Hij had niet beseft dat hij ook modder op zijn gezicht had. Ineens was die adelaar weer in haar ogen aanwezig.
2242 Ze was het van die roze linten niet vergeten, waardoor hij behoorlijk lang al het andere mocht vergeten.
2243 De dagen na de moordpoging van de gholam vergleden in een regelmaat waar Mart zich hevig aan ergerde.
2244 Op straat werd gepraat over een man met een opengereten keel die niet ver van de stad door een wolf gedood was.
2245 Stedelingen mochten dan geloven dat een wolf zich vlak bij de stadsmuren waagde, maar hij wist wel beter.
2246 Maar geen van beiden had het over hun plannetjes, hoewel Thom nog zo beleefd was om beschaamd te kijken.
2247 Mart hoopte dat ze niemand de dood in zouden jagen, maar ze toonden weinig belangstelling voor zijn mening.
2248 Ze trokken noordwaarts in hun fel gekleurde wapenrustingen, en naar het oosten, over de rivier heen.
2249 Mart telde ze niet eens meer. Soms zag hij vreemde beesten, hoewel de meeste buiten de haven werden uitgeladen.
2250 Het waren enorme hagedissen die hun vleugels als vleermuizen konden spreiden en mannen op hun rug konden dragen.
2251 Dat leek haar gek genoeg niet al te best te bevallen. Het beviel de kerels uit de binnenlanden evenmin.
2252 De plattelanders en de groenwitte mannen van Mitsobar bekeken elkaar als vreemde katers in een klein hok.
2253 Altaranen hadden hun eigen manier om moeilijkheden uit te buiten en probeerden wraak te nemen op hun huurlieden.
2254 Mart had zo zijn twijfels over een dode Rhand of over het gerucht dat hij gehoorzaamheid had gezworen.
2255 Dat nieuws – en al zijn verschillende versies – wond de Seanchanen op, zoals een stok een mierennest.
2256 Hij verbrandde ook een roze jas die ze voor hem had laten maken, twee paar roze broeken en een roze mantel.
2257 Grijze zeemeeuwen en schaarbekken met zwarte vleugels wervelden rond in een loodgrijze lucht met nog meer regen.
2258 Op de helm onder zijn arm zaten drie dunne zwarte veren. Hij stond te wachten tot men zijn paard gebracht had.
2259 Ook al zag de man er aardig uit, hij was en bleef een Doodswacht gardist, en ook nog eens een baniergeneraal.
2260 Maar alle stoelen waren bezet door Seanchanen, sommigen in wapenrusting, anderen in lange, geborduurde jassen.
2261 Een aantal Seanchanen had het hoofd zo kaalgeschoren dat het leek of ze een kom op het hoofd droegen.
2262 Dit waren eenvoudige edelen, niet iets hoogs, maar dat deed er nauwelijks toe. Een edelman was een edelman.
2263 Het bleek dat ze dat had. Hij kon een plank in de kelder gebruiken die volgens haar het hele jaar droog bleef.
2264 En ze had nog de kleine ruimte onder de stenen vloer van de keuken, waar hij ooit zijn schatkist had bewaard.
2265 De huurprijs was voor hem blijkbaar het openhouden van zijn mantel en zich omdraaien, zodat ze een beter zicht had.
2266 Toen hij terugkeerde in Tylins vertrekken, kwam hij te weten dat hij nog steeds kleren had om op te bergen.
2267 Maar de magere, grijze Cairhienin zou al even treurig de gift van een zakvol vuurdruppels aangekondigd hebben.
2268 Ik betwijfel of er iemand in die kast is geweest nadat de prins zijn speelgoedsoldaatjes voorgoed opborg.
2269 Hij kon altijd nog een nieuwe boog maken, maar hij was niet van plan om de ashandarei achter te laten.
2270 Licht, het zou fijn zijn eindelijk eens te merken dat er meer was dan ongewilde littekens en veldslagen.
2271 De klokkenmaker was een broodmagere, ongeduldige kerel die zweette vanwege de hitte van zijn grote ijzeren oven.
2272 Hij legde nog twee bezoeken bij baas Sutoma af, maar na het tweede liet de klokkengieter de deur versperren.
2273 Tylin begon de twee nagels van haar beide handen groen te lakken, hoewel ze niet de zijkant van haar hoofd schoor.
2274 Hij vond het niet erg om Tylins bed te delen, ook al was ze koningin en even hooghartig als elke andere edelvrouwe.
2275 Tylin leek Tuon als een soort aangenomen dochter te beschouwen, al leek het omgekeerde evenzeer het geval.
2276 Anath viel het meisje echter meedogenloos lastig met messcherpe kritiek en noemde haar een dwaas en erger.
2277 Hij moest het verkeerd gehoord hebben. Selucia, die er kalm met gevouwen handen bij stond, vertrok geen spier.
2278 Nou ja, hij was er toch niet echt op gebrand geweest om onmiddellijk te vertrekken. Tuon maakte hem bezorgd.
2279 Hij zag zelden een volwassen vrouw zonder even te denken hoe het zou zijn om haar te kussen of met haar te dansen.
2280 Een man zou zijn beitels moeten breken om erin te komen. En hij had toen in de herberg zelf gewoond.
2281 Iedereen kon die vloertegel oplichten, als ze wisten waar ze naar moesten kijken. Hij moest er zelf zeker van zijn.
2282 Veel later, heel veel later ging hij zich afvragen waarom die stomme dobbelstenen hem niet gewaarschuwd hadden.
2283 De meesten aten hun ontbijt en keken soms achterdochtig in de kom, alsof ze niet wisten wat ze nu precies aten.
2284 Aan een tafel zaten drie mannen en een vrouw in hun lange geborduurde kleren te kaarten en pijp te roken.
2285 Met in zijn mond een in zilver gevatte pijpensteel zat hij als een roofdier naar zijn tegenstanders te grijnzen.
2286 Ze was een aardige, mollige jonge vrouw met mooie grote ogen in dezelfde kleur als die van haar moeder.
2287 Marah luisterde maar half en hield een voorbijlopend dienstmeisje tegen, een kattige meid die hij goed kende.
2288 Caira vulde de beker van de donkere kleine man en bood hem de zwoele glimlach die ze Mart ooit eens had geschonken.
2289 Hij wist niet waarom ze nu iets tegen hem had, maar hij had op dit moment al genoeg met vrouwen te stellen.
2290 De lekkere geuren in de gelagkamer die zich vermengd hadden met zoete pijprook, hadden de hele keuken doortrokken.
2291 De grijze vloertegel voor de bakstoven lag stevig op zijn plaats en verschilde niet van de andere in de keuken.
2292 Iemand in de gelagkamer kon wel even wachten, zei ze, en plaatste het bord aan het hoofd van de lange keukentafel.
2293 En als ze boos was vanwege de vroege storing, gaf ze hem misschien niet eens te eten. Zijn maag rommelde.
2294 Terwijl hij zijn mond afveegde met een linnen servet, glipte er achter vrouw Anan nog een vrouw de keuken in.
2295 Ze sloot haastig de deur achter zich en hield haar vochtige mantel aan en de kap diep over haar gezicht getrokken.
2296 Enid, ontruim de keuken alsjeblieft, en hou de deur in de gaten. Ik moet alleen spreken met dit heerschap.
2297 Met tientallen Seanchanen aan de andere kant van een deur die bewaakt werd door een kokkin met een pollepel.
2298 Joline trok haar mantel uit en hing hem aan een haak, en vrouw Anan maakte een geërgerd geluid in haar keel.
2299 Mart negeerde het protest van zijn been en bewoog sneller dan hij ooit in zijn hele leven had gedaan.
2300 Hij weerde de meeste slagen van Enid met zijn vrije hand af en scheen zich van de rest niets aan te trekken.
2301 En deze kerel had iets bekends. Waarschijnlijk weer een van die duizenden gezichten die allang dood waren.
2302 De kapitein geeft het bevel en de bemanning gehoorzaamt, maar op mijn dek laat ik nimmer iemand kruipen.
2303 Enid slaakte een diepe zucht en zakte tegen de werktafel aan alsof haar botten zacht geworden waren.
2304 Alsof er in honderd span geen Seanchaan te vinden was, stak ze een lamp op een plank naast de zware deur aan.
2305 Mart gehoorzaamde maar wachtte op de tweede trede, terwijl vrouw Anan de deur dichttrok en weer op slot deed.
2306 Er scheen weinig stof te zijn, maar de lucht had die droge geur die eigen is aan een goede voorraadkamer.
2307 Genoeg om ieders zenuwen het te doen begeven, neem ik aan. Maar ik betwijfel of ze hier komen zoeken.
2308 Nooit eerder had hij zoveel puur venijn in een stem gehoord, zelfs niet in al die oude herinneringen.
2309 Mart slikte hevig. Het bericht was in de zak van zijn jas gestopt en had helemaal niet op zijn kussen gelegen.
2310 De regen was op enkele plekken door zijn mantel heengedrongen en zijn jas was hier en daar vochtig. Vochtig.
2311 De verdieping daarboven bevatte de ruime, voor iedereen toegankelijke zalen en de krappe hokjes van de schrijvers.
2312 Mart bleef even staan aan de voet van een verborgen diensttrap, haalde diep adem en ging langzaam naar boven.
2313 De meeste ruimte in de kamer werd ingenomen door het bed, een wastafel met een lampetstel en een kleine spiegel.
2314 De gaatjes op de plaats waar haar oorringen en neusring hadden gezeten, hadden nog niet de tijd gehad om te helen.
2315 Hij sloot die deur zachtjes alsof hij probeerde een koek van vrouw Alveren onder haar neus weg te kapen.
2316 Een dozijn deuren verder haalde hij opgelucht adem, gleed naar binnen en trok de deur achter zich dicht.
2317 Haar donkere ogen keken priemend naar hem. Ze zei niets en leek gaten in zijn schedel te willen boren.
2318 Licht, hij had gehoopt dat zij het niet geweest was, dat iemand anders dat stomme papier in zijn zak had gestopt.
2319 Haar gezicht en haar stem veranderden niet. Ze had net zo goed iets eenvoudigs en onbelangrijks kunnen uitleggen.
2320 Het strenge gezicht dat het meisje altijd vertoonde, vervaagde tot een glimlach. Ze was echt heel mooi.
2321 Drie vrouwen die weleens ongeduldig zouden kunnen worden als het hem niet snel lukte hen in veiligheid te brengen.
2322 Vrouwen hielden van praten, en als ze genoeg praatten, verklapten ze zaken die beter onbesproken konden blijven.
2323 Nou ja, dat zat hij ook, en de nacht begon te vallen en de regen kwam met bakken tegelijk uit de hemel.
2324 Bethamin beklom de trappen tot helemaal boven in het Tarasinpaleis en hield haar schrijfplankje zorgvuldig vast.
2325 Ze werden geacht een toegewezen taak uit te voeren, niet om wat te kletsen. Dat was een van haar redenen.
2326 Renna was nog nooit aangewezen, hoewel ze eens Suroths beste oefenvrouw was geweest en overal gewaardeerd werd.
2327 De meesten waarmee ze gebonden was geweest, begroetten haar met een glimlach, zelfs als ze knielden.
2328 Of ze nu uit het keizerrijk kwamen of van deze kant van de oceaan, ze wisten dat ze streng maar eerlijk was.
2329 Behalve nu en dan wat snoepgoed werd aan het eten streng de hand gehouden; een ongezonde damane was verspilling.
2330 Ze moest altijd moeite doen om netjes te antwoorden en had gisteren nog straf gekregen vanwege een botte weigering.
2331 De meesten waren omgekomen bij aanslagen, vaak door de handen van hun eigen erfgenamen of volgelingen.
2332 Haar glimlach verdween half, maar kwam weer terug toen ze het zoete rode spul in haar mond had gepropt.
2333 In Abunai was het nooit koud geweest, en ze had er nooit aan kunnen wennen, hoe ver ze ook gereisd had.
2334 De blauwe kleding met het rode vlak en de bliksems was de enige die ze al die jaren gedacht had te zullen dragen.
2335 Haar eigen vlucht was dus overbodig geweest en dan, tja, dan zou ze niet in Tanchico terecht zijn gekomen.
2336 Heel toepasselijk, aangezien ze met hart en ziel verknocht was aan het bewaren van haar eigen vrijheid.
2337 En omdat de enige andere keus waarschijnlijk een hooizolder was, deelde ze maar al te graag een bed met een ander.
2338 De dienstmeisjes waren zogenaamde vrije vrouwen, maar ze sprongen slaafs overeind wanneer de herbergierster sprak.
2339 Geen jongen, maar ook niet erg oud. Iemand van u, en hij sprak zo traag dat ik hem amper kon verstaan.
2340 Ze keek nog steeds verontwaardigd toen Bethamin de trap opliep en deed of winkelen het enige in haar gedachten was.
2341 Ze verstijfde slechts een ogenblik. Toen trok ze haar mes uit de riem schede en wilde om hulp schreeuwen.
2342 In zijn vingers hield hij een goudgerande ivoren schijf waarin een raaf en een toren waren uitgesneden.
2343 Tot haar verbijstering beval hij haar niet gewoon hem te gehoorzamen, maar keek hij haar onderzoekend aan.
2344 Hij veroorzaakte enige opschudding toen zijn schip geënterd werd en hij werd tot eigendom verklaard.
2345 Ze was blij dat ze zat. Haar knieën trilden zo erg dat ze verbaasd was dat het onder de rok niet te zien was.
2346 Egeanin lag op bed met haar handen hoog, de handpalmen naar het plafond gericht en de vingers gespreid.
2347 En ze moest toegeven dat ze na eenmaal tot Voorloper te zijn gekozen, zelfs aan de kans op een nieuwe naam dacht.
2348 Ze betwijfelde echter of ze ooit het bevel zou krijgen over een grootschip, laat staan een flottielje.
2349 Zolang hij het echter bij waarnemen hield, mocht hij blijven staren tot zijn ogen rood zagen en verdroogden.
2350 Ze zwaaide haar benen buiten het bed, ging rechtop zitten en tikte de punten een voor een op haar vingers af.
2351 Ik twijfel er eigenlijk niet aan dat we zonder dat geluk aan de beulshanden zouden zijn overgeleverd.
2352 Dat laatste was altijd een eerste eis van haar geweest. Ze was echter niet bekend met zijn gewoonten.
2353 Er werd op de deur geklopt en ze duwde hem weg. Hij had inmiddels al wel zoveel geleerd om nu niet te protesteren.
2354 Ze koerste langs een kust aan lijzijde en Zielblinder zelf reed over de golven om haar ogen te stelen.
2355 In de waarheid van het Licht, het waren amper meer dan meisjes geweest, en ook nog eens zo onschuldig als wat.
2356 Het vuur had het vertrek nog niet echt verwarmd, maar de zweetdruppeltjes parelden op Bethamins voorhoofd.
2357 Ze was zo opgelucht dat iemand anders het gevaar zou afhandelen dat ze weer knielde en Egeanins hand kuste.
2358 De beker raakte de stenen, kaatste terug en rolde over het tapijt naar de stenen vloer. Met een flinke deuk.
2359 Als ze tenminste voor die tijd al niet tot eigendom zou zijn verklaard. Ze rilde bij die mogelijkheid.
2360 Eraan gewend dat iedereen gehoorzaamt. Hij zal er niet op rekenen dat iemand zijn magere nek wil breken.
2361 Je vertrekt op het eerste het beste schip. Scheer de rest van je hoofd kaal en je zult geen moeilijkheden krijgen.
2362 Het is nog steeds een schok om een kale man geen pruik te zien dragen, maar tot dusver schijnt niemand.
2363 Die dingen konden lang zo verschrikkelijk niet zijn als hij beschreef. Hij grinnikte hoofdschuddend.
2364 Opnieuw schudde hij zijn hoofd, legde een hand op de schoorsteenmantel en staarde fronsend in het vuur.
2365 Ze zou niet toestaan dat de Zoeker haar kwam ophalen, wat het ook mocht kosten om hem tegen te houden.
2366 In plaats daarvan bleef ze echter de hele ochtend in de donkere vloeistof staren, zonder er iets van te proeven.
2367 Maar soms kon je alleen kiezen tussen slecht en slechter. Rochaid liep voor hem uit, bijna binnen handbereik.
2368 De haarspelden van de mannen waren vaak versierd met stukjes gekleurd glas, soms parels of duurdere stenen.
2369 Hij kon hem morgen daar opwachten en op een nieuwe kans wachten, maar de anderen zouden vannacht kunnen komen.
2370 Rhand dacht dat hij er twee tegelijk kon doden, of misschien wel alle vijf, maar niet zonder lawaai.
2371 Tegen vijf tegelijk kon hij gewond raken en wellicht zijn zwaard kwijtraken, en dat zag hij niet graag gebeuren.
2372 Zijn oog ving een flits op van een rode mantel die wapperde in de wind en om een hoek verdween. Hij holde erheen.
2373 De knuppel werd weer aan de riem gehangen, de vangstaak weer tegen het trapje gezet. Hij keek niet meer om.
2374 Marskramers met spelden, naalden of kammen in hun bakken probeerden met hun geroep ieders aandacht te trekken.
2375 Er waren hier weinig mensen met borduursels op hun kleren en hij zag vaker een touwtje als haarband dan een speld.
2376 Rochaid was al uit het gezicht verdwenen, maar Rhand kon zijn laarzen horen op de vochtige, steenachtige grond.
2377 Ineens besefte Rhand dat de enige laarzen die hij hoorde die van hemzelf waren en hij bleef stokstijf staan.
2378 Hij zag hier drie nauwe steegjes die op het zijne uitkwamen. Hij haalde nauwelijks adem en luisterde gespannen.
2379 De draden van de vredesband waren doorgesneden en weer vastgemaakt, zodat ze bij een vluchtige blik nog heel leken.
2380 Hij bewoog naar achteren om ruimte te maken, zodat hij zijn zwaard helemaal uit de schede kon trekken.
2381 Rhand zette reeds een dodelijke slag onder het borstbeen in toen hij achter zich een fluisterzacht geluid hoorde.
2382 Rhand greep het heft van Rochaids zwaard, rolde verder en trok het wapen uit de schede toen hij op zijn rug rolde.
2383 Als de wachten hen hier aantroffen, zouden ze naar de kerkers onder de Zaal van de raadsleden worden gesleept.
2384 Ze werden geacht op de anderen te wachten nadat ze een voor een de stad waren ingeglipt om aandacht te vermijden.
2385 Zijn razernij kwam voor een deel voort uit zijn onzekerheid of ze inderdaad geacht werden om Altor te doden.
2386 Hij vermoedde dat wat ze onuitgesproken lieten, een man sneller kon doden dan een getekend bevel van een hoogheer.
2387 Het voelde niet aan als een diepe snede, en geen enkele beurzensnijder zou in zijn onderarm snijden.
2388 Iedereen was heel goed in het negeren van wat hij niet wilde zien. De wond klopte en begon te branden.
2389 Kisman liet zijn mantel los en drukte zijn hand tegen de bebloede mouw. Zijn arm voelde gezwollen en gloeiend heet.
2390 Hij meende de ratels van de wachten te horen, maar het kon ook het bonzende bloed in zijn oren zijn.
2391 Zijn laatste gedachte was dat een Uitverkorene had besloten hem te straffen, maar waarom, dat wist hij niet.
2392 Zelfs met slechts een dolk in zijn riem zag hij er gevaarlijk uit, maar daar kon niets aan gedaan worden.
2393 Ze dronken thee en praatten en lachten. Rhand klemde zijn kaken op elkaar bij het zien van de vroegere damane.
2394 De gewaden waren van het lijfje tot aan de kin en de schouders helemaal geborduurd met bloemen en vogels.
2395 Min draaide zich op haar stoel om en grijnsde, zoals ze elke keer deed als hij haar zijn vrouw noemde.
2396 Er zaten witte lokken in haar goudblonde haren en dunne lijntjes bij haar ooghoeken. Haar ogen stonden dwingend.
2397 Ze was kennelijk van plan om dat boek mee te dragen en het bij de eerste de beste gelegenheid te lezen.
2398 Dode lieden horen stil te zijn in hun graf, maar dat zijn ze nooit. Rhand hoorde de stem in zijn hoofd nauwelijks.
2399 Hij had vele gaven gekregen, maar onkwetsbaarheid tegen vergif of enig ander wapen hoorde daar niet bij.
2400 De pijnbomen, de enige bomen die ze kende, waren klein en krom, dus alleen voor teer en terpentijn te gebruiken.
2401 Diep verborgen sterke stromingen die alles konden veranderen wat aan de oppervlakte zo duidelijk leek te zijn.
2402 Ze zwaaide van links naar rechts door de bewegingen van het paard en dreigde bij iedere stap op de grond te vallen.
2403 Ze zaten in de weg en konden armen en benen in hun beweging belemmeren als je die nodig had om te overleven.
2404 Nesune Bihara, geheel in koperkleurige wol, reed de poort door en keek rond alsof ze iedereen tegelijk wilde zien.
2405 Harine zou nooit een minnaar nemen die van lagere rang was en dat betekende nu natuurlijk dat ze niemand zou nemen.
2406 Naar het noorden toe stegen de heuvels tot een gebergte dat van het noordoosten naar het zuidwesten liep.
2407 Ze hoopte dat Harine niet had gemerkt dat ze was geschrokken, ik heb al eerder nee tegen haar gezegd, golfvrouwe.
2408 Corele, mager maar knap, lachte en speelde met de manen van haar zwarte paard terwijl ze met Humira sprak.
2409 De landrotten leken helemaal geen plezier in kleuren te vinden. Zelfs haar donkere mantel was met wit bont afgezet.
2410 Bij Cadsuane rijden betekende in werkelijkheid achter haar rijden, zuidwaarts, tussen de bomen door.
2411 Als Shalon niet beter had geweten, zou ze hebben gedacht dat er meer verbittering in die blik lag dan kwaadheid.
2412 De inspanning die het nu kostte om haar woede te onderdrukken, moest haar inwendig op een kookpunt hebben gebracht.
2413 Ze had al een behoorlijk aantal zaken door waarneming opgestoken, al wist ze nog niet precies wat ze ermee kon.
2414 De wind begon op te steken. Windvlagen drukten haar mantel tegen haar rug en lieten hem aan beide kanten fladderen.
2415 In elk geval was de vraag niet hoeveel zwaardhanden er waren, maar of ze allemaal wel zwaardhand waren.
2416 Als ze kon bewijzen dat dat gebeurd was, was dat mes misschien scherp genoeg om haar van Cadsuane los te snijden.
2417 De wind blies haar mantel over haar hoofd, zodat ze die omlaag moest rukken voor ze weer rechtop kon zitten.
2418 Ze stonden aan de rand van een vlak stuk land waarop bruin gras zich als een bruine zee uitstrekte naar de einder.
2419 De weg was breed en de aarde hard als gevolg van het vele verkeer, maar op dit moment waren ze alleen.
2420 Ze moeten tijdens het Breken zijn gemaakt, toen de vrees voor krankzinnige geleiders zich op een hoogtepunt bevond.
2421 Harine wilde al wat zeggen, maar gebaarde toen naar Shalon dat ze de voor de hand liggende vraag moest stellen.
2422 Als haar moeder de wateren bevoer, was zij belast met het opvoeden van haar eerste kind en van Harine.
2423 Als je buiten een stedding een weving maakt, werkt die daarbinnen niet, al doet dat er niet zoveel toe.
2424 Op sommige werden de netten binnengehaald, terwijl andere langzaam voort bewogen met behulp van lange roeiriemen.
2425 Dorpsvrouwen liepen met grote manden haastig rond, maar stopten even om naar de groep ruiters te kijken.
2426 Bijna gewend. In elk geval trok de verdedigingsmuur aan de andere kant van het dorp al haar aandacht.
2427 Vanuit een grote met ijzer beslagen deur dicht bij de brug stroomden nog meer gehelmde soldaten de weg op.
2428 Ze trok een dikke beurs uit haar zadeltas en overhandigde hem die. Hij nam hem aan en stapte achteruit.
2429 Ze verschilde in het geheel niet van een ander, nu ze gedurende haar oponthoud hier van haar gave was beroofd.
2430 Zwaarden worden alleen toegestaan als ze verzegeld zijn met de vredesband, zodat ze niet getrokken kunnen worden.
2431 Nu en dan stopte hij, pakte een zegel uit zijn riem en vouwde een klein loden plaatje rond de draden.
2432 Nu en dan gleed er een boot onder hen door, wat ze niet hadden kunnen doen als ze masten hadden gehad.
2433 Nooit eerder was het tot haar doorgedrongen dat die onzichtbare aanwezigheid haar zoveel troost had geboden.
2434 De Bron was weg, maar die zou terugkomen – natuurlijk zou dat gebeuren – en ze moest haar plicht doen.
2435 Zijn blauwe jas leek van goede wol, met de grote gouden zwaard en hand links op de borst geborduurd.
2436 Een man in de koepel is al erg, maar een man met een zwaard zal elk raadslid een toeval bezorgen, zo niet meer.
2437 Harines gezicht leek een houten masker doordat ze de inspanning van het traplopen trachtte te verbergen.
2438 Boven haar steeg een blauwe koepel wel honderd voet de lucht in. Niets leek hem te dragen, alleen de koepel zelf.
2439 Ze waren echter alleen en dat leek Cadsuane plezier te doen, hoewel ze alleen kort in zichzelf knikte.
2440 Naast elke vrouw was een schijf van ruim twee pas doorsnee aangebracht die leek te bestaan uit gewolkt kristal.
2441 In elke schijf was een lange smalle wig van helder kristal geplaatst die het midden van de ruimte aanwees.
2442 Shalon wist het niet zeker maar de metalen rand onder haar leek van getallen te zijn voorzien. Dat was alles.
2443 Medelijden en wijsheid vulden haar grote donkere ogen, en je kon zien dat zij de zaken onder controle had.
2444 Ik heb een vleugel in mijn paleis voor u laten klaarmaken. Wanneer u hebt gerust en gegeten, kunnen we praten.
2445 Harine maakte een klein knikje met haar hoofd en er straalde enige voldoening in haar glimlach door.
2446 Ze richtte zich in al haar lengte op en keek recht voor zich uit, min of meer over Cadsuanes hoofd heen.
2447 Misschien voelde ze wel twaalf paar ogen in haar rug. De andere raadsleden plaatsten haar lot op de weegschaal.
2448 Ergens achter die deur bevond zich een kaart en weldra zou worden aangegeven waar die geleider zich bevond.
2449 Shalon wierp een blik over het hek en knipperde weer met haar ogen toen de kleine zwarte wiggen veranderden.
2450 Harine had haar naam niet meer gebruikt nadat ze zeilvrouwe was geworden, behalve zo nu en dan als ze alleen waren.
2451 Min stond hem met de armen over elkaar aan te kijken, trok toen haar rok goed en streek die glad op haar heupen.
2452 Ze wilde iets duidelijk te maken, en je zou als een hond worden afgemaakt als je er nu vandoor ging.
2453 Hij moest de winter indrinken, tot hij het hart van de winter tot iets gemaakt had wat op Zonnedag leek.
2454 Ze rolde om en hief haar hoofd op, en hij besefte dat ze probeerde zichzelf in de spiegel van de wastafel te zien.
2455 Ik denk wel dat ik jouw geheim kan bewaren, voorlopig althans. Niet iedereen weet dat je in de stad bent.
2456 Deze keer nam hij niet de moeite om zijn vloek in te houden en Cadsuanes klap ontwrichtte bijna zijn kaak.
2457 Dat hielp om de vlekken weg te jagen. Hij wilde aan zijn kaak voelen, maar hij hief zijn handen niet op.
2458 Toen hief ze boos de handen in de lucht en liep binnensmonds mopperend met grote stappen achter Cadsuane aan.
2459 Zelfs terwijl ik hier sta, kan ik nauwelijks zeggen of je ontdaan bent of niet. Hoe dan ook, hier is het beter.
2460 Dat besef is even sterk in mij verankerd als de eed die ik gezworen heb om je te gehoorzamen. Even sterk.
2461 Vertrouwen of geen vertrouwen, als het enigszins kon, zou nooit iemand antwoord op die vraag krijgen.
2462 De hele wereld wil dat weten. Ik wist dat je diep in het zuiden zat en dat je dagenlang niet had gereisd.
2463 Maar ik wist niet dat je hier was tot ik door de poort in de heuvels ten noorden van de stad stapte.
2464 Hij nam er twee dagen voor om het te aanvaarden, en ik heb nooit gemerkt dat ze hem onder druk zette.
2465 Zonder die steun zul je elk land moeten veroveren, en daar ben je tot dusver nog niet al te succesvol in geweest.
2466 De vrees dat de zusters hem zouden gebruiken voor hun eigen doeleinden had hem blind gemaakt voor al het andere.
2467 Over al het andere kunnen ze vrijelijk onderhandelen, zolang ze de opstand maar beëindigen. Daarna..
2468 Sorilea heeft haar op het hart gedrukt om als een moederkloek over ons te waken, en dat doet ze. Op haar manier.
2469 Ik zal het geheimhouden als je dat wilt. Ik kon nooit langer dan een paar dagen in een stedding blijven.
2470 De vochtige wind die over het meer naar de stad werd geblazen, werd kouder toen de schemering overging in de nacht.
2471 De wind speelde met haar mantel terwijl ze twee zilveren penners uit haar beurs pakte en aan de dragers gaf.
2472 Deze plek, die hoog en steil boven het water oprees, was de enige plek op het eiland die op een heuvel leek.
2473 Cadsuane zat met haar naaimandje op een tafeltje naast de marmeren schouw kalm op haar borduurraam te werken.
2474 Ze was niet alleen. Verin legde haar mantel over de rug van een stoel, ging op een andere zitten en wachtte.
2475 Naar andere zusters toe was Elza zich altijd heel goed van haar rang bewust, misschien zelfs wel te veel.
2476 Cadsuane hield haar hoofd over het borduurraam gebogen en bleef met haar naald kleine steekjes maken.
2477 Ik verslikte me bijna toen het bij me opkwam dat deze plaats de reden kon zijn waarom hij niet meer rondreist.
2478 Als je er ooit aan toekomt om die thee in te schenken, zal ik misschien nog wat mededeelzamer worden.
2479 De zon stond recht boven hun hoofd, al hoopte Elayne vurig dat het nog steeds nacht was in de echte wereld.
2480 Ze wilde echt wat slapen voor de ochtend aanbrak. Ze was de laatste paar dagen steeds vermoeid geweest.
2481 Deze stroom welde zo sterk op uit een bron onder een rots dat een man erdoor meegesleurd kon worden.
2482 Maar aan de andere kant van die grote rotsplaat stond een nieuwere herberg, vele malen groter, die bijna klaar was.
2483 Misschien stuurde ze zelf wel iemand naar Emondsveld, als ze tenminste iemand wist die ze kon vertrouwen.
2484 Toen ze haar tegen zich aanhield, verdween de sneeuw en was er op hun rok geen enkel nat plekje meer te zien.
2485 Ze kon maanden slapen. Ze had moeite met haar plicht, maar de plicht won, want het zou een drukke dag worden.
2486 Door het schuin naar binnen vallende licht kon ze zien dat de zon al een tijdje geleden was opgekomen.
2487 Met een ruk werd de ander wakker en reikte naar haar mes, dat op een klein tafeltje naast haar bed lag.
2488 De mannen waren niet al te erg, afgezien van her feit dat ze het wisten en dat zij wist dat zij het wisten.
2489 De met kant afgezette sjerp en het kant rond de nek en polsen versterkten de harde trekken op zijn gezicht.
2490 Geef me tien dagen en ik kan honderd man vinden die beter zijn en u met evenveel liefde in het harr dragen als ik.
2491 Maar steeds als ze opperde dat het er niet zoveel hoefden te zijn, zette Birgitte de hakken in het zand.
2492 Aviendha toonde hem haar tanden en hij knipperde met zijn ogen en kuchte toen achter een magere hand.
2493 Nu zou ze hen niet door gebrek aan goud kwijtraken voor Birgitte nieuwe mannen had geworven om hen te vervangen.
2494 Wanneer je een verspieder vindt, had Thom haar verteld, wikkel ze dan in zwachtels en voed ze met een lepel.
2495 Als ze inmiddels nog niet bekend waren met de verhalen over een aanslag op haar, moesten ze wel doof zijn.
2496 Het was heel vernederend dat Aviendha haar min of meer naar bed moest dragen, maar ze kon niet ophouden.
2497 Ze werd gevolgd door de gehelmde gardisten. Het was pas zeven dagen geleden dat ze waren vertrokken.
2498 Merililles terugkeer was belangrijk en aan haar haast te zien bracht ze ofwel goed of heel slecht nieuws.
2499 Vandaag droeg ze een ruim zittende groene broek bij haar rode jasje, een combinatie die pijn deed aan de ogen.
2500 Hij behoorde niet hier te zijn, maar ze liet hem blijven en schonk hem zelfs een heel warme glimlach.
2501 Elayne bleef glimlachen tot de deur dichtviel. Alles wat haar kind beschermde wras ze bereid te doen.
2502 Ze had gehoord dat hij Elaynes leven had gered, maar was al weg toen de geruchten over hen beiden begonnen.
2503 Ditmaal lag er geen glimlach op zijn smalle gezicht. Turend in zijn wijnbeker trok hij de schouders op.
2504 Zelfs het grootste leger ter wereld is zonder have of goed slechts een verzameling bewegende lijken.
2505 Birgitte keek strak en donker naar zijn rug, maar Elayne gebaarde haar dat ze zich rustig moest houden.
2506 Zeer veel zusters lijken zich afzijdig te houden tot de moeilijkheden in de Toren voorbij zijn, vrees ik.
2507 Geloof me, ik heb het op de harde manier moeten leren. Ze vinden altijd wel een weg om het je betaald te zetten.
2508 Nou ja, ze beende boos weg, al vloekend en tierend, terwijl ze de deur met een klap achter zich dichtgooide.
2509 Alles moest echter zo verschrikkelijk snel gebeuren dat Elayne een goede smoes had om er niet naar te luisteren.
2510 Essande werd opgetrommeld om gepaste kleding klaar te leggen, terwijl Elayne snel een vroeg middagmaal genoot.
2511 Blijkbaar had Monaelle ook gezegd dat het overslaan van maaltijden even slecht was als te veel eten.
2512 In vogelvlucht ongeveer vijftig roede ten noorden van Caemlin, maar voor haar slechts een stap door een poort.
2513 Ze droeg nog steeds haar Aielkleren, met als enige sieraden de zilveren ketting en de dikke ivoren armband.
2514 Toch gaf ze niet de indruk het koud te hebben, alhoewel ze haar doek strak om haar hoofd had geslagen.
2515 De binding bracht naast oplettende aandacht ook ergernis over. Elayne zuchtte en haar adem wolkte wit rond.
2516 Een dochter daarentegen stelde de opvolging veilig, terwijl een zoon alleen opzij geschoven kon worden.
2517 Moge de vrede me verlaten en de Verwording mijn ziel verteren indien u of de uwen in ons kamp enig kwaad geschiedt.
2518 Even later kon ze geharnaste schildwachten te paard onderscheiden en nog wat later reden ze het kamp in.
2519 Een leger werd altijd gevolgd door grote aantallen mensen, soms door evenveel mensen als het leger groot was.
2520 Ze weerstond de aandrang om de Bron te omhelzen en saidar te putten door de schildpadangreaal op haar borst.
2521 Zijn gelaat vertoonde geen enkele rimpel, al hing zijn knor lang en wit langs de zijkant van zijn gezicht.
2522 Haar donkere haar toonde al wat grijs, maar ondanks haar glimlach was er niets moederlijks aan haar te bespeuren.
2523 Hij was echter groot en breedgeschouderd, ging in het groen gekleed en zag er sterk uit. Zeker geen dwaas.
2524 Ethenielle schonk Tenobia wederom een snelle blik toen ze zelf plaatsnam en mompelde iets binnensmonds.
2525 En we hebben deze lange tocht ondernomen om slechts te ontdekken dat niemand weet waar we hem kunnen vinden.
2526 Elayne dwong zich rustig adem te halen en hun blikken zonder met de ogen te knipperen te beantwoorden.
2527 Hier was ze niet de erfdochter van Andor die moest strijden om de aanspraken op haar moeders troon of nog meer.
2528 In feite hoop ik van ganser harte dat jullie door Andor trekken zonder dat ergens een zwaard moet worden getrokken.
2529 Aviendha keek haar fronsend vanuit de ooghoeken aan. Zelfs nu wilden ze nog voor de aanstaande moeder zorgen.
2530 Ze zouden nu zeker naar het zuiden trekken, wist ze, maar zonder hun instemming zou er veel bloed worden vergoten.
2531 Ze geloofde nog steeds dat de dieren zouden blijven staan als ze niet voortdurend werden aangespoord.
2532 Ze dacht er pas aan toen de zilveren spleet verscheen en die uitzicht bood op een veld met bruin gras.
2533 De schemering viel snel in en de hemel werd donkergrijs; de schaduwen in de straten versmolten met elkaar.
2534 Een groepje van vier gardisten kwam te paard op hen af, maar reed hen zonder op of om te kijken voorbij.
2535 Haar mes stak in de bedstijl en ze lagen nog steeds op de verkreukelde linnen lakens en warrige dekens.
2536 Hij droeg slechts de zijden das die zijn litteken om zijn hals verborg, en zij had alleen maar haar vel aan.
2537 Hij had er op de een of andere manier nogal wat opgelopen, hoezeer hij ook had geprobeerd dat te voorkomen.
2538 Zijn geluk leek bij de paardenrennen niet te werken, maar hij zou tegen het hele stel op Pips hebben gewed.
2539 Hij had een goed idee om de man over te halen reeds voor de lente weg te gaan, als het erop aan zou komen.
2540 Een gevaarlijk idee misschien, maar hij had niet veel keus. De andere mogelijkheid was veel gevaarlijker.
2541 Hij reed niet alleen achteraan. Meer dan vijftig mannen en vrouwen stapten in twee rijen achter hem aan.
2542 Hij had geen enkele poging gedaan om tijd te rekken of zich te verbergen, laat staan de bestraffing te ontlopen.
2543 De mantelkappen hingen op de rug en de koude wind blies hun mantels omhoog, alsof de kou hen niet deerde.
2544 De meeste kooplieden zouden nog handelen met de moordenaars van hun moeder als het hun winst opleverde.
2545 Het grootste deel scheen opnieuw te zijn opgetuigd, met Seanchaanse geribbelde zeilen en ander soort tuigage.
2546 Niemand op de pier besteedde enige aandacht aan hem. Zodra de boten waren losgegooid, verdwenen de officieren.
2547 Ze staken hun neus in de boten die de aangemeerde schepen verlieten en niet van Seanchaanse afkomst waren.
2548 Zijn linkerbeen kon nog net zijn gewicht dragen. Misschien zou een heet bad de pijn iets verminderen.
2549 Luca moest verrast worden, maar voor hij naar Luca kon, moesten er nog wat probleempjes worden opgelost.
2550 Dat is begrijpelijk. Maar als ik je kwaad had willen doen, had ik die avond slechts weg hoeven lopen.
2551 Ik heb belangrijke mannen plannen zien beramen, en ook schurken die even duister zijn als de Doemkrocht.
2552 Als er nog iets is wat ik voor je kan doen, vraag het gerust. Maar nu ga ik op zoek naar een heet bad.
2553 Zoals altijd draaide ze zich om zodra hij haar zag en verdween. Haar witte plooirok ruiste zachtjes.
2554 De rode kleren had hij in de klerenkast gestopt, samen met alle andere opzichtige kleding die ze hem gegeven had.
2555 De jas die hij aan had, was het eenvoudigste dat hij bezat, een blauwe jas van fijne wol zonder borduursel.
2556 Het soort jas dat een man kon dragen zonder dat iedereen hem stond aan te gapen. Een fatsoenlijke jas.
2557 Ze grijnsden bij hoorbaar afgesloten weddenschappen over hoe snel hij zich weer zou verkleden als Tylin terug was.
2558 Een aantal vrouwen en bijna alle mannen beschouwden het omkleden als een teken dat hij ging vertrekken.
2559 Hoe meer mensen konden zeggen dat hij zijn vlucht voorbereidde tijdens Tylins afwezigheid, des te beter voor haar.
2560 Het gebeurde iets te vaak om zich gerust te blijven voelen. Maar ook niet zo vaak dat hij meende dat ze hem volgde.
2561 Hij betwijfelde of het meisje een tweede keer zou geloven dat hij zoetigheid voor een windvindster kwam brengen.
2562 Hij begreep toch al nooit wat vrouwen in een man aantrok, want ze leken bij de gewoonste kerel uit hun bol te gaan.
2563 Vrouwen logen om een man in bed te krijgen, en ze logen nog erger als ze hem daar eenmaal in hadden.
2564 Niet meer dan dat. Er was meer nodig dan enkele kletsende vrouwen of starende meisjes om hem te laten zweten.
2565 Er was elke nacht een nieuwe moord, hoewel niemand anders dan zij drieën de moorden met elkaar in verband bracht.
2566 Hij had hem in de keuken gevonden, waar hij met de koks zat te kletsen over hoe je kip in honing kon braden.
2567 Thom Merrilin had zijn eigen maniertjes waarmee hij geruchten kon opvangen en samenvoegen tot een volledig plaatje.
2568 Jammer genoeg had hij eerst aan de deur geluisterd en genoeg gehoord om niet het bos ingestuurd te kunnen w:orden.
2569 Mart had geen andere keus dan bij de deur te gaan staan om te voorkomen dat er nog iemand zou binnenkomen.
2570 Hij vermoedde dat als Beslan het teken gaf, hij en zijn vrienden de enige opstandelingen zouden zijn.
2571 Voor de rest leken ze twee stappen te zetten en dan tegen een stenen muur te botsen. Of een struikeldraad te raken.
2572 Het was beter dan staan, maar niet veel beter. De meeste mensen zouden op dit uur vast in slaap zijn.
2573 Schijnbaar vindt ze de zang van baniergeneraal Yamada goed genoeg om te besluiten dat ze met hem wil trouwen.
2574 Schrijven in een handschrift waarvan de bezitter zelf dacht het geschreven te hebben, dat was pas kunst.
2575 De vroegere speelman glimlachte alsof hij een nietszeggend praatje hield, maar hij hield zijn stem zacht.
2576 Mart wilde boos uitvallen, maar in plaats daarvan grinnikte hij zo ontwapenend mogelijk, en Narvin vertrok nijdig.
2577 De pijn was echt minder geworden. Hij had zijn wandelstok aan de kant gelegd en oefende om aan kracht te winnen.
2578 Hij meende twee of drie span te kunnen lopen zonder het been rust te moeten geven. Zonder al te veel rust, dan.
2579 De lijn kronkelde in zijn hand als een lange zilveren slang, glinsterend in het flakkerende lamplicht.
2580 Hij liet de kerel zijn tanden zien en hoopte dat de Shienaraan het als een glimlachend bedankje zag.
2581 Als je weg wilt, ga dan met een vissersboot van je man. Maar ik stel voor dat je een paar dagen wacht.
2582 Het ergste van alles was dat ze het zelfs nog moeilijker zouden maken om de stadspoort uit te komen.
2583 Zijn eigen ervaring was in dit geval meer dan voldoende. Fen pookte met een harde vinger in zijn linkerschouder.
2584 Mart voelde een spierknoop in zijn nek wat losser worden, ongeveer op de plek waar de beulsbijl zou treffen.
2585 Setalle klikte de armband om haar pols, wikkelde de lijn om haar onderarm en hield de open halsband omhoog.
2586 Hij moest de maat verkeerd hebben ingeschat: de halsband paste precies boven de hoge hals van haar gewaad.
2587 Ze kromp in elkaar en haar armen en benen en zelfs haar vingers trilden en bogen zich in vreemde hoeken.
2588 Toen hij de voet van het hoge standbeeld van koningin Nariene bereikte, viel een hand op zijn schouder.
2589 Een gevecht was niet de manier om onopvallend te blijven. Bovendien wist hij niet zeker of hij wel kon winnen.
2590 Domon zag er dik uit, maar dat vet lag over harde spieren heen. Een drankje zou trouwens best welkom zijn.
2591 Ze droeg een lichtgele plooirok, met daaroverheen een met bloemen geborduurd gewaad. Mart herinnerde zich haar.
2592 Als je anderen kent zoals jezelf, zal ik ze huren. Maar ze moeten in staat zijn om hun mond te houden.
2593 Domon gromde en schudde zijn hoofd, en even leek ze nog bozer, maar toen verloor haar gezicht de strenge trekken.
2594 Om iedereen hun plaats te wijzen, als het erop aankwam. Egeanin was heel wat minder taai dan ze eruitzag.
2595 U kunt altijd meer goud krijgen, maar eerst moet u proberen niet in handen van de Zoekers te vallen.
2596 Thom heeft me verteld dat ze zich ergens heel erg druk over maken. Over hete ijzers en de pijnbank klaarmaken.
2597 Nu was hij daar niet zeker van – ze fronste zelfs – maar één ding wist hij wel: het effect van zijn glimlach.
2598 Ze deinsde niet terug – hij vermoedde dat ze voor heel weinig dingen terugdeinsde – maar ze knikte bijna.
2599 Maar Juilin keek elke keer weer boos als hij naar het weggesmeten bundeltje in de hoek van de kamer keek.
2600 Ze zei alleen dat ze er drie wist die zouden doen waarvoor we ze nodig hebben, en ze kan ze morgen al hebben.
2601 We liepen uiteindelijk weg en lieten de munt staande op de tafel achter. Ik neem aan dat er van alles kan gebeuren.
2602 Als het verhaal de ronde ging doen dat zoiets bestaat, mag her Licht weten welke verhalen er dan zullen ontstaan.
2603 Verhalen hebben macht. De verhalen van speelmannen, de vertellingen van minstrelen, en ook de geruchten op straat.
2604 Als ze geloven dat hij een speelpop van de Toren is, hebben ze nog meer reden om zich tegen hem te keren.
2605 Een man wilde altijd de vijandelijke generaal laten geloven dat hij iets anders ging doen dan wat hij ging doen.
2606 Om dezelfde redenen werden oogsten vernietigd, waarna tienduizenden stierven tijdens de hongersnood die volgde.
2607 Ik denk niet dat we er morgenavond aan toe komen en ik wil graag minstens een van de twee nachten slapen.
2608 Die gedachte deed hem lachen, hoewel het te veel het geluid van hees gefluister had om leuk te zijn.
2609 Hij rolde het zegel over de rug van zijn hand heen en weer en probeerde te bedenken wat er fout kon gaan.
2610 In verhalen was dit niet het soort dag voor grootse reddingen en ontsnappingen. Het was een dag voor moordpartijen.
2611 Geen plezierige gedachte als je hoopte de dauw van de volgende dag mee te maken. Het plan was eenvoudig.
2612 Een gewone donkergroene jas. Een man wilde heel gewoon zijn terwijl hij zaken als die van vandaag afhandelde.
2613 Hij paste net zo goed op de veer als op de beurs waarin twintig goudkronen en een vuistvol zilver zaten.
2614 Maar Beslan had die reden geslikt als een eend vers kroos, en hij weigerde er buiten gelaten te worden.
2615 Op geen enkele manier kon natuurlijk geheim worden gehouden dat drie Roodarmen de paarden uit de stallen haalden.
2616 Een bosbrand kon niet zo snel van droge boom tot boom overslaan als de onderlinge praatjes van vrouwen.
2617 Alleen de wachters buiten zouden wakker zijn, maar hij wilde niet riskeren dat hij ermee gezien werd.
2618 Goed zwart taxushout was buiten Tweewater bijna onmogelijk te vinden, en ze sneden het bovendien altijd te kort.
2619 Geluk luisterde heel nauw, met de dobbelstenen. Elders op geluk vertrouwen kon een man zijn dood betekenen.
2620 Hij ging op het bed liggen, legde zijn gelaarsde benen over elkaar en bleef naar de boog en speer kijken.
2621 Het duurde zo lang voordat het donker werd dat hij bijna opstond om te zien of de zon was blijven hangen.
2622 Maar eindelijk vervaagde het grijze licht tot een purperen schemering, en toen tot volledige duisternis.
2623 Werklieden die het weer hadden getrotseerd, zouden hun gereedschap nu neerleggen en naar huis sloffen.
2624 Alles was nu in beweging. Olver zat veilig in die oude stal, waar nog een groot deel van het dak aanwezig was.
2625 Hij kwam overeind, liep al tastend door de inktzwarte kamer en sloeg het raam in een hoog venster open.
2626 De maan was achter wolken verborgen en de stad was een donkere massa in de in regen gehulde duisternis.
2627 Als ze tenminste echt in staat was geweest om er drie te vinden die volgens haar zouden doen wat ze beval.
2628 Misschien, in zulk weer. Zijn gezicht vertrok tot een grijns en hij trok zich verder terug in de voorhal.
2629 Na een paar tellen verschenen er vier gestalten in zware mantels, die zich naar de deuropening haastten.
2630 Dat deed er ook niet toe. Wat er wel toe deed, was dat ze hier waren en klaar stonden om te doen wat nodig was.
2631 Seta en Renna kenden uiteraard de weg, en hij werd geacht enkel zijn mantel en verdere eigendommen te pakken.
2632 Niet echt een beeld dat vertrouwen uitstraalde. Nou ja, als wensen paarden waren, zouden bedelaars rijden.
2633 Hij glipte even zacht de kamer uit als hij was binnengekomen en deed de deur dicht. En hapte naar adem.
2634 Ze doet het heel goed nu, vrouwe, maar... Mart hield nog steeds zijn adem in en liep op zijn tenen achteruit.
2635 Hij greep een zomertapijt om overeind te blijven, en de kleurige zijde scheurde half uit de kroonlijst.
2636 Daarna kon hij alleen nog strompelen. Maar hij strompelde zo snel als geen man ooit eerder gedaan had.
2637 Hij moest zich alleen om de vrouw voor hem bekommeren. En de enige manier was rechttoe, zonder omwegen.
2638 Tylin stond erop om zelf aan te geven hoe ze moest worden vastgebonden. Ze scheen er trots uit te putten.
2639 Mopperend trok hij zijn mantel om zich heen en wilde op een holletje door de stortbui naar de stallen rennen.
2640 Hij verwachtte dat ze op de vlucht zou slaan, maar in plaats daarvan liet ze een regen van slagen op hem neerkomen.
2641 Ineens gleed ze van hem weg en gebruikte beide handen om de diadeem te verschikken die haar sluier vasthield.
2642 Er stond nu beslist geen verrukking meer op haar gezicht te lezen, maar slechts intense concentratie.
2643 Hij begreep niet waarom ze niet om hulp had geschreeuwd, maar hij wist dat ze van plan was om hem te schoppen.
2644 Hij sprong op haar af en alles gebeurde tegelijk. Door een pijnscheut in zijn heup viel hij op een knie.
2645 Ze was op een pruilerige manier mooi, met een rozenmondje, maar zeker vijf of zes jaar ouder dan Mart verwacht had.
2646 Dat was de enige uitleg die hij voor zijn late komst gaf, voor hij zijn aandacht richrte op Noals gevangene.
2647 Noal sleepte Tuon naar de andere hoek en liet een arm los om een hand in zijn zak met lange messen te steken.
2648 Teslyn was echter een huiverend hoopje verlangen, dat haar lippen likte en naar de staldeuren staarde.
2649 Ze draaide haar hoofd zo snel naar hem toe dat haar paardenstaart rondzwierde en in haar gezicht sloeg.
2650 Ze bleef tussen hen in staan en kromp half ineen. Ze legde een hand op ieders schouder alsof ze bescherming zocht.
2651 Ze sloeg tenminste geen wartaal meer uit. Vreemd, hoe dat met vrouwen zomaar kon beginnen en verdwijnen.
2652 Het stond vol met kleine vierkante tafeltjes. Maar zelfs midden op de dag was slechts een op de vijf tafels bezet.
2653 Alle vreemdelingen in de gelagkamer waren mannen, aangezien de vrouwen meestal in de vrouwenkamer zaten.
2654 Soms werd met een kreet van een tafel een bediende geroepen die naast de anderen achterin stond te wachten.
2655 Hij nam de gekreukte tekeningen terug van een bediende met een vierkante kaak, die hij apart had genomen.
2656 Onder de gele boog naar de vrouwenkamer stond een magere vrouw met een grote ivoren kam in haar donkere knot.
2657 Twee grote haarden aan elke kant van de kamer verjoegen de kou, maar Rhand hield zijn handschoenen aan.
2658 Hij deed alsof hij in de wijnbeker tussen zijn handen staarde, terwijl hij een oogje op de buitendeur hield.
2659 Het moest wel. Er kwam een lange man binnen, gehuld in een vochtige mantel waarvan de kap zijn gezicht verborg.
2660 In Mins binding voelde hij dat ze deze dag alledrie de stad uit waren en de heuvels in waren gereden.
2661 Dat had hij aanvaard. Ze hebben geprobeerd me te doden, en daarom wil ik ze dood hebben, dacht hij.
2662 Het haar van de dragers plakte doorweekt op de rug en hun laarzen spetterden door de plassen op de kasseien.
2663 Ik denk dat ze zowat alle manieren kent om iets met de Kracht te vernietigen, maar helaas niets anders.
2664 Daarom lees ik niets over veldslagen. Ze schijnen op den duur weinig te veranderen, alleen maar de nabije toekomst.
2665 Veldslagen kunnen de geschiedenis veranderen. Hij leek uit die woorden geen troost te kunnen putten.
2666 De moeilijkheid is dat je soms niet kunt zeggen hoe de geschiedenis veranderd wordt, tot het te laat is.
2667 Ze vindt het veel belangrijker of mensen dwaas doen of niet. Als je aantoont geen dwaas te zijn, zal ze luisteren.
2668 Ik verontschuldig mij voor mijn gedrag in Cairhien en ik zal mijn best doen om mij in de toekomst te beheersen.
2669 Als ze je voorstel aanvaardt en jij geen echte dwaas bent, dan zul je luisteren naar haar raadgevingen.
2670 Ze was nog steeds ergens opgewonden over, een gevoel dat rees en daalde alsof ze het trachtte te onderdrukken.
2671 Er stroomde een koesterende warmte door de binding, hoewel ze haar opwinding nog steeds probeerde te onderdrukken.
2672 Denk aan haar als je tante, als iemand die niets van allerlei onzin moet hebben, en je zult het goed bij haar doen.
2673 Als de voorzieningen en het voedsel niet zo goed waren, zou ze misschien helemaal geen klanten hebben.
2674 In plaats van Rhand de boodschap te geven, verbrak ze met haar duim het zegel en vouwde de brief open.
2675 Hij sprong van de bank op en wist de brief uit haar hand te grissen voor ze hem in de vlammen kon gooien.
2676 Hij sloeg helemaal geen acht op haar. Het metalig rood en goud van de draken op zijn armen glinsterden.
2677 Haastig liet ze het ding op het bloementapijt vallen en schopte het met de zijkant van haar voet onder het bed.
2678 Haar gezicht hoorde op dat van een porseleinen pop te zitten, zo weinig gevoelens weerspiegelde het.
2679 Bijna. Rhand gordde zijn zwaard aan over zijn jas, deed zijn mantel om en wendde zich naar haar toe.
2680 Hij knikte, alsof hij het werkelijk begreep, en pakte zijn handschoenen van het tafeltje bij de deur.
2681 Rana leek altijd te weten als je iets had uitgehaald en zorgde ervoor dat je dat geen tweede keer flikte.
2682 Aan weerszijden van de straat stonden stenen winkels en huizen met leien daken, de meeste met een verdieping.
2683 Dat was de winkel van een kaarsenmaker, en vanaf het dak van deze winkel kon je gemakkelijk naar beneden springen.
2684 Een windvlaag blies de kap van het hoofd van de kleinere man. Hij greep ernaar, maar het kwaad was al geschied.
2685 Charl Gedwyn had de gewoonte overgenomen om zijn haar achter met een zilveren speld bijeen te houden.
2686 Op de speld zat een rode steen. De man had een hard gezicht en hij keek met uitdagende blikken de wereld in.
2687 Rhand liep Zerams winkel voorbij, bleef voor het lage huis staan en keek zo onopvallend mogelijk rond.
2688 Dat hij geen straatwachten zag, betekende niets; hij had de wachten die Rochaid waren gevolgd ook niet opgemerkt.
2689 De steenachtige bodem vertoonde de sporen van vuilkarren die er in de ochtenden langs werden getrokken.
2690 Zachtjes stappend zochten de twee mannen de vloerplanken af tot ze een tweede luik in de vloer vonden.
2691 Hij landde licht op de bal van zijn voeten in een kamer die in plaats van de zolder als opslagruimte werd gebruikt.
2692 Hij gebaarde Lan hetzelfde te doen als bij het luik en plaatste zich voor de deur, met zijn zwaard in beide handen.
2693 Hij draaide zich onhandig om en weerde de steken van de kromme dolk af. Elke beweging kostte hem inspanning.
2694 Een dolle wezel die zelfs een luipaard aan zou vliegen. Met die dolk kon hij een hele troep luipaarden doden.
2695 Torams gezicht stond vermoeid, maar hij ging de zwaarddans aan als een sierlijke zwaardmeester, die hij ook was.
2696 De grote robijn op de greep gloeide in het licht van de lampen die op de tafels in de vensterloze kamer stonden.
2697 Zodra Rhand de kamer inliep, raasden het vuur en ijs weer door zijn zij tot hij zijn hart voelde huiveren.
2698 Het was niet genoeg, maar hij moest het ermee doen. Rhand was het zat waar hij het allemaal mee moest doen.
2699 Op zolder sprong Lan omhoog om de rand van het luik te grijpen en trok zich op om op het dak te komen.
2700 Met Fajin was ook de verschrikkelijke pijn verdwenen, maar zijn zij voelde aan alsof die met bijlen was bewerkt.
2701 Hij vermande zich om het te proberen, en toen stak Lan zijn hoofd door het luik en stak een hand uit.
2702 Rhand gooide zich om en greep Lans pols, maar zijn gewicht trok hem over de gladde grijze helling omlaag.
2703 Tevergeefs grabbelden ze met hun vrije hand naar uitsteeksels, naar de rand van een lei, naar alles.
2704 Rhands gehandschoende vingers wisten iets te grijpen. Hij wist niet wat het was en het kon hem niet schelen ook.
2705 Wat zijn vingers hadden gegrepen, knapte met een scherp geluid, en de steeg kwam hen razendsnel tegemoet.
2706 Het kwam van de kant van het wachthuisje en het lawaai van de ratels van de straatwachten werd steeds luider.
2707 Ook Nynaeve perste zich snel tegen de stenen gevel, vlak naast de verkoopster, die met open mond rondkeek.
2708 Een menigte wachten vulde de hele straat en hun vangstaken en vechtstokken staken als pieken omhoog.
2709 Zeker honderd man riepen elkaar van alles toe alsof ze opeens twijfelden over wat ze hierna moesten doen.
2710 Ze trok de kap van haar mantel over het hoofd en liep naar de mannen toe die voor de laarzenmaker stonden.
2711 Je hebt de raadsleden de stuipen op het lijf gejaagd door te geleiden in een plaats waar niemand kan geleiden.
2712 Als ik tenminste iets kan klaarspelen. Maar ik heb de jongen iets beloofd en ik houd me aan mijn beloftes.
2713 Hij liet hem daar staan en dwong zich het hele rondje te lopen, helemaal rond tot aan de ijzeren deur.
2714 Ze liep statig en toonde geen haast. Bij haast namen mensen aan dat je bezorgd was en dat zij sterker stonden.
2715 Cadsuane zuchtte. Het was een lompenleger van niks, maar zelfs een leger in nood diende orde en tucht te bewaren.
2716 Hun hoofden draaiden tegelijk naar de goudblonde vrouw en het gekwetter ging over in heerlijke stilte.
2717 Maar het waren en bleven slechts klerken en boodschappenjongens. De schrijvers aarzelden in ambtelijke verbazing.
2718 Ze schoven over de vloertegels naar de zijkant van het vertrek en de schrijvers weken voor haar uiteen.
2719 Aleis zat aan het hoofd van de cirkel en keek fronsend hoe Cadsuane haar kleine stoet de kamer inleidde.
2720 Ik heb in de loop der jaren tegenover meer dan twintig geleiders gestaan. Hij jaagt mij geen angst aan.
2721 Ze had geoefend, het kleine gouden honingvogeltje kon lang niet zoveel saidar bevatten als Nynaeves gordel.
2722 Hij voelde de kou niet echt, alleen maar als iets dat ver weg was en eigenlijk niets met hem te maken had.
2723 De straatwachten die hem de avond ervoor uit de kerker kwamen ophalen, hadden verbaasd gezien dat hij glimlachte.
2724 Cadsuane boog zich half uit haar zadel, sprak enkele zachte woorden en overhandigde de man een opgevouwen papier.
2725 Harine wilde hem niet uit het oog verliezen en had daardoor de afgelopen nacht maar weinig geslapen.
2726 Je hebt een overeenkomst met ze gesloten, knaap, en dat is net zo geldig als een getekend verdrag of je belofte.
2727 Hij wist zeker dat zij hem even snel in de steek zou laten als de vier vrouwen, misschien nog sneller.
2728 De paarden hielden hun staarten strak tegen de wind, maar nu en dan stampte een hoef of werd een hoofd opgegooid.
2729 Nu het tijdstip was aangebroken gleed haar hand over de volle tas, een beweging die ze niet eens leek te merken.
2730 Lews Therin had ervoor gezorgd dat die naam in zijn hoofd verankerd was alsof die er altijd was geweest.
2731 Rhand stapte af en keek naar de boven de bomen uitstekende gebouwen van de stad die ooit Aridhol had geheten.
2732 Het kristallen zwaard met het lange doorzichtige gevest en de iets gebogen kling fonkelde in het bleke zonlicht.
2733 Het waren gladde witte beeldjes van een voet hoog, elk met een doorzichtige bol in een opgeheven hand.
2734 Een mannengezicht op het randje van herkenbaarheid. Licht, als dat ooit gebeurde wanneer hij saidin echt vasthield.
2735 Hij zag Nynaeve snel ademhalen, besefte dat het maar een tel duurde, maar voor hem leken het wel uren voor.
2736 Het was zo... anders. Vergeleken met het geweld van saidin was saidar een kalme rivier, een lieflijke stroom.
2737 Nynaeve had hem gezegd wat hij moest doen, maar het had zo vreemd geleken dat hij haar eigenlijk nu pas geloofde.
2738 Hij spande zich in en dwong zichzelf om de stromen niet te bevechten, en al snel was de rivier weer kalm en vredig.
2739 Alsof saidar een eigen wil bezat, vormde de weving zich tot krullen en spiralen die hem aan een bloem deden denken.
2740 Zo niet... Hij greep saidin, bestreed het en overmeesterde het in de dodelijke dans die hij zo goed kende.
2741 Temidden van de vuurstormen en de ijzige woede van saidin leek het of de smerigheid bewoog en veranderde.
2742 Ze kon voelen hoe saidar door Nynaeve stroomde in hoeveelheden waarvan niemand zelfs maar had kunnen dromen.
2743 Ze benijdde de wilder erom en bedacht tegelijk dat zijzelf waanzinnig zou zijn geworden van saidars pure vreugde.
2744 Zodra een groep zich had gevormd, verdween die van de heuveltop in verschillende richtingen tussen de bomen.
2745 Het was al laat in de winter en ze was misschien bereid tot de lente te wachten om beter spul te kopen.
2746 Met samengeknepen ogen tuurde hij door zijn vingers en zag een felgloeiende bal; het leek wel een tweede zon.
2747 Hij was van plan thuis te blijven, in zijn eigen huis, met alle deuren dicht, en die brandewijn zelf op te drinken.
2748 Tremalkin was een groot eiland en zo ver van de zee af was er nog maar weinig zilt in de wind te ruiken.
2749 Uit de grond rees een grote stenen hand op die een doorzichtige bol zo groot als een huis vasthield.
2750 Een stroom Lucht die zo dun was als een scheermes sneed de baard van de kerel doormidden toen zij hem onthoofdde.
2751 Ten zuiden van haar straalde dat baken genoeg saidar uit om in één klap een heel werelddeel in as te leggen.
2752 Hij kon niets zien, niets voelen. Hij zwom in woelige vlammenzeeën en klauterde over instortende ijsbergen.
2753 Als hij ook maar een tel de controle verloor, zou de smet hem verscheuren en hem door de buis meevoeren.
2754 Het leek een dun laagje olie op water, zo dun dat je het niet zou opmerken tot je het oppervlak aanraakte.
2755 Het bedekte echter alles, heel die vreemde uitgestrektheid van de mannelijke helft. Het was op zichzelf een oceaan.
2756 Een blik op de met puin bedekte straat deed hem echter van gedachte veranderen om alles om te keren.
2757 In de oorlog kwam de tegenstander altijd met iets onverwachts en je diende daar een antwoord op te hebben.
2758 Maar eerst moest hij dichterbij zien te komen. Opeens zag hij even verderop rechts van hem mensen tussen de bomen.
2759 Met een snauw trok hij zich terug, temidden van het gekraak van brandende bomen en donderende ontploffingen.
2760 Vroeg of laat moest die oude vent moe worden en dan kon hij zich weer bezighouden met het doden van Altor.
2761 Met de rok opgetrokken tot haar knieën rende Cyndane vloekend weg van haar derde poort zodra ze erdoorheen was.
2762 Ze kon horen hoe de ontploffingen de poort naderen, maar ditmaal had ze beseft waarom ze recht op haar afkwamen.
2763 Gelukkig waren enkele anderen er ook. Ze had gezien hoe die vuurfonteinen ook naar andere plekken waren gesneld.
2764 De ontploffingen die hem bijna hadden gedood, stierven weg en begonnen toen weer ergens anders, ergens verder weg.
2765 Niet dat hij erop rekende dat hout erg veel bescherming bood. Hij was eigenlijk nooit een echte soldaat geweest.
2766 Op een onopvallende manier, tenminste zo stelde hij zich dat voor. Hij sloop in de richting van de toegangssleutel.
2767 Ze gebruikte alle kracht van haar cirkel, weefde haar schild en zag tot haar afgrijzen hoe dat werd teruggekaatst.
2768 Ze kreeg geen tijd meer om iets anders te bedenken, want de goudblonde vrouw had zich al omgedraaid en geleidde.
2769 Golven ravenzwart haar omkransten een knap gezicht met groene ogen die fonkelden toen ze glimlachte.
2770 Het gevoel dat elders met de Kracht strijd werd geleverd, maakte haar voorzichtig maar gaf ook hoop.
2771 Ze was met opzet traag geweest in de hoop dat het voorbij zou zijn voor zij gedwongen werd iets te doen.
2772 Zwarte rook steeg in dikke pluimen omhoog van brandende bomen en donderende ontploffingen rolden rond.
2773 Ze kromp ineen toen er een rimpeling over het donkere oppervlak gleed en de koepel zich merkbaar hoger uitstrekte.
2774 Het was waanzin daar nog dichterbij te komen, wat het ook was. Moridin wist niet wat ze hier wel of niet deed.
2775 Ze ging zitten en deed wat ze in een ver verleden zo vaak had gedaan. Vanuit de schaduw toekijken en overleven.
2776 De smerige oceaan van de smet stroomde door hem heen en de snelheid van de stroom maakte een zwiepend geluid.
2777 De reden waarom hij nog steeds de Kracht beheerste, was de smet – een andere reden kon hij niet bedenken.
2778 Gelukkig waren de mannen zo verstandig geweest om te aanvaarden dat ze geen deel konden uitmaken van dit gevecht.
2779 Haar oogleden knipperden zwakjes en haar borsten gingen zwaar op en neer, alsof ze wanhopig lucht naar binnen zoog.
2780 Na zoveel door haar heen te hebben gekregen, en dat urenlang, moest ze wel bijna sterven van uitputting.
2781 Ze nam Nynaeves hoofd in beide handen en verminderde de hoeveelheid saidar die ze in het schild stuurde.
2782 Een vrouw deed langzaam de ronde over de heuveltop terwijl ze alle kanten opkeek, maar alle anderen zaten stil.
2783 Jahar hield het glanzende zwaard Callandor in zijn armen terwijl een vrouw haar hoofd op zijn knie had gelegd.
2784 Ze draaide haar hoofd langzaam om, maar niet helemaal naar de heuvel waar ze die flits had opgemerkt.
2785 Dat was haar zo verblindend duidelijk geworden dat het haar verbaasde dit niet eerder te hebben ingezien.
2786 Zwart leek niet meer het beste woord ervoor. Er was geen woord voor, maar zwart was hiermee vergeleken lichtgrijs.
2787 Vreemd genoeg voelde ze nog steeds geen vrees. Ze dacht dat als ze dit overleefde, ze nooit meer angst zou kennen.
2788 In het licht van de ondergaande zon kon ze nog net de andere kant zien, die in de aarde omlaag liep.
2789 De wonden in de zij van de jongen waren niet veranderd, al had Damer erop gerekend dat dat zou gebeuren.
2790 Na enkele jaren geleiden krijgen ze een leeftijdloos uiterlijk, waardoor hun leeftijd moeilijk te bepalen is.
2791 Leden van een krijgsgenootschap vechten niet onderling, zelfs niet als er een bloedvete tussen hun stammen is.
2792 De sterkste wilder in eeuwen, hoewel ze haar blokkering tegen geleiden alleen kon doorbreken als ze razend werd.
2793 Sindsdien noemt men hem heer, en Guldenoog, vanwege de gele ogen die duiden op zijn band met de wolven.
2794 Sinds het oversteken van de Drakenmuur zijn er groentinten aan toegevoegd om beter op te gaan in het landschap.
2795 Elke clan bezit eigen schepen. Aan het hoofd ervan staat een golfvrouwe, bijgestaan door een wapenmeester.
2796 Werd zelf ook belaagd, omdat een van de zegels van de kerker van de Duistere in zijn bezit was gekomen.
2797 De menselijke gardisten zijn als kind geselecteerd om de keizerin te dienen, wier persoonlijk eigendom ze zijn.
2798 Droomsters kunnen dromen verklaren en toekomstige gebeurtenissen specifieker duiden dan Voorspellers.
2799 Wie van die laatste groep de Kracht niet leert beheersen, sterft vrijwel altijd een verschrikkelijke dood.
2800 Zij mogen slechts huwen als ze het genootschap verlaten, en als ze zwanger zijn mogen ze niet vechten.
2801 Alle kracht die wordt uitgeoefend om hartsteen te breken, wordt door de steen opgenomen en maakt die sterker.
2802 Emon Valda, hun nieuwe kapiteinheer gebieder, is echter met een groot aantal legioenen naar het noorden getrokken.
2803 Los van deze uitzonderingen moet een cirkel met het minimum aantal mannen geleid worden door een vrouw.
2804 Voor elk van hen geldt dat buiten deze gebieden hun autoriteit slechts is gedelegeerd door de vrouwe die hij dient.
2805 Afgezien van hun vrees voor stromend water hebben ze maar weinig zwakten. Spiegels weerkaatsen hen slechts vaag.
2806 Ze hechten grote waarde aan kennis en hun boeken en verhalen gaan vaak over zaken die de wereld vergeten is.
2807 Ogier leven zeker drie tot viermaal zo lang als mensen. Ze zijn zeer vaardig in het bewerken van steen en hout.
2808 De tegenaanval van de Duistere veroorzaakte de smet op saidin en maakte elke mannelijke geleider krankzinnig.
2809 Edelen en geletterden worden geacht ze te beheersen, doch slechts weinigen komen verder dan enkele woorden.
2810 Voorwerpen uit deze stad binden hun bezitter waarna deze uiteindelijk wordt overgenomen door Mashadar.
2811 Uit de omliggende gebieden is er een grote toestroom van vluchtelingen die nieuwe gebruiken introduceren.
2812 Ze hebben groot gezag en veel invloed op de sibbe en stamhoofden, hoewel die hun vaak bemoeizucht verwijten.
2813 Ook de mindere overeenstemming vereist elf Gezetenen, maar slechts twee derde van hen hoeft op te staan.
2814 Een zwerver, een doelloze dwaler, een verschoppeling van de schepping; deze wereld was al die dingen tegelijk.
2815 Opeenvolgende generaties van sterren hadden hun grootste banen door zijn steriele uitspansel beschreven.
2816 Worlorn noemde ze hem, maar ze vertelde nooit waarom, of wat het betekende, en bij Worlorn bleef het.
2817 Het Vuurwiel was altijd al de glorie van de buitenwerelden geweest, maar tot dan toe een glorie zonder planeten.
2818 Hij kon zich de dag herinneren dat de esper het voor hen had geslepen toen ze terug waren op Avalon.
2819 Het voelde glad en heel koud aan tegen zijn vingertop en hij hoorde het diep binnen in zijn hoofd fluisteren.
2820 Hij was zonder een bepaalde bedoeling op Braque, en hij was er nooit achter gekomen hoe ze hem gevonden hadden.
2821 Het was nu zeven standaardjaar geleden, bedacht hij, terwijl zijn vinger het o zo koude juweel streelde.
2822 Bovendien was het nooit zijn bedoeling geweest dat ze het fluis terjuweel ook werkelijk zou gebruiken.
2823 Vol rancune rekte hij zich uit en nam het juweel in zijn hand, en zijn vuist sloot zich stevig om de kleine steen.
2824 Maar eenmaal in zijn vuist werd het kleinood een hel van ijs en staken de herinneringen als messen. .
2825 Zijn vuist bleef gesloten. De kou tegen de palm van zijn hand veranderde van pijn in gevoelloosheid.
2826 Het was zijn idee geweest. Het blijft misschien niet zo, had hij tegen haar gezegd, een oud volkslied aanhalend.
2827 Ze was niet gekomen. Daarna had hij nooit meer verwacht dat ze een beroep zou doen op zijn belofte.
2828 De ruimtehaven was destijds opgezet voor twintig schepen per dag, maar er ging er nu hoogstens nog één per maand.
2829 Maar daarna stonden ze heel dicht bij elkaar en keken allebei wat voor sporen de tijd had achtergelaten.
2830 Hij was in werkelijkheid broodmager, hoewel zijn schouders iets ronder waren door zijn ingezakte manier van lopen.
2831 Het fluister juweel was vanaf Worlorn verstuurd, dus wist hij niet veel meer dan waar hij haar kon vinden.
2832 Ze zijn nog maar kort geleden hun eigen wagens gaan produceren. Dit moet een dier voorstellen, de zwarte banshee.
2833 Rondom heerste duisternis tot aan de onzichtbare horizon waar de zwarte grond overging in nog zwartere lucht.
2834 Dat zou makkelijk moeten zijn. Vroeger zei je altijd tegen me dat iedere kwestie wel dertig kanten heeft.
2835 Bij zijn aankomst hier had hij zelfs heel even gedacht dat Ruark misschien... en dat had hem niet gestoord.
2836 Hij zat weggedoken in zijn stoel, alleen met zijn gedachten, terwijl een koude wind over zijn gezicht streek.
2837 Stuur dit aandenken, en ik zal komen, en er zullen geen vragen zijn. Dat was de belofte, de enige belofte.
2838 Met enige inspanning ging hij rechtop zitten, trok zijn armen uit elkaar en trotseerde de bijtende wind.
2839 Ik wist het niet, maar dat doet er niet toe. Ik ben blij dat ik gekomen ben en jij zou ook blij moeten zijn.
2840 Hoog op een van de pieken was een sprankje bloedrood licht te zien dat groter werd naarmate ze dichterbij kwamen.
2841 En laag: de berg stak er hoog bovenuit, zijn donkere steen door het reflecterende licht met bloed besprenkeld.
2842 Het was olijfgroen, hoekig en gepantserd, met laserkanonnen op de voorkap en pulsbuizen aan de achterkant.
2843 Enkele minuten later verscheen er een tweede, iets groter en lichter, aan een ander deel van de horizon.
2844 En om beide onderarmen – donkere onderarmen, bedekt met fijn, zwart haar – droeg hij armbanden, allebei massief.
2845 Dat is wel iets bijzonders, vind je niet, voor een wereld die zo lang geleden in ni eeuwen zwaar beschadigd werd.
2846 Nu houdt dat schild op dezelfde wijze de warmte nog wat vast. Maar zoals alles heeft ook dat zijn grenzen.
2847 Ik hoopte je alleen aan te treffen en dat tegen je te zeggen voordat de anderen wakker zouden worden.
2848 Vikary leidde Dirk erlangs over een enorm, diepzwart tapijt, naar een eetkamer die bijna net zo groot was.
2849 Hij was nog nauwelijks weg toen er een andere deur openging en Gwen met een slaperige glimlach binnenkwam.
2850 Daarna veegde ze haar lippen af met de rug van haar hand, lachte tegen Janacek en gaf hem de lege kroes.
2851 Ze kaatste de bal een paar keer terug, maar het klonk wat zwakjes. Janacek beheerste het spel veel beter dan zij.
2852 Zelfs nu nog kunnen de buitenwerelden zich op minder dan twaalf ecologen onder hun wetenschappers beroemen.
2853 Misschien is die psionisch, misschien hebben die dingen een bewustzijn, misschien is het allemaal instinct.
2854 Worlorn is tegenwoordig een gemakkelijke, lege wereld en zijn schaduwen en woestenijen zijn vol vreemde zaken.
2855 Hij was precies zo gekleed als zij; ze had hem het pak gegeven, want ze mochten niet opvallen in de wildernis.
2856 Gwen gaf hem het stuurinstrument aan en hij bevestigde het zo om zijn pols dat het uitklapte in zijn handpalm.
2857 Hij speelde met zijn schakelaar en schoot recht omhoog, nog steeds worstelend om rechtop te blijven.
2858 Daar zag hij iets van een rivier, een kronkelend lint van donker water in het flauw verlichte groen van de bossen.
2859 Hij knikte en ze begonnen een langzame afdaling naar het warrige, donkere groen van de bossen beneden hen.
2860 Ze maakten een geslaagde landing midden in het bos, naast een meer dat ze al vanuit de lucht gezien hadden.
2861 Gwen gleed prachtig omlaag in een elegante curve die haar op een mossig strandje aan de waterkant deed belanden.
2862 Tenminste, dat probeerde hij. Toen hij zijn arm om haar heen wilde slaan, ontweek ze hem en hij wist het weer.
2863 Het water was olieachtig groen en het stille oppervlak was bezaaid met eilandjes vol violette zwammen.
2864 Haar blik ontweek de zijne opnieuw en dwaalde van hem af naar het meer. De overkant was in nevelen gehuld.
2865 Namen zijn overal erg belangrijk maar de Kavalaren zijn daar meer van doordrongen dan de meeste anderen.
2866 Hij was altijd het slachtoffer van plagerijen en had in wezen geen vrienden totdat hij Garse ontmoette.
2867 Die is een stuk jonger, maar toch trad hij in een later stadium van zijn kindertijd als Jaans beschermer op.
2868 Zo kreeg hij dus een strijdnaam, een soort rang, en een religieuze naam. Eens waren zulke namen heel belangrijk.
2869 Gebaseerd op mij misschien, maar grotendeels een fantoom, een wens, een droom die je voor jezelf geschapen had.
2870 Die droom knoopte je aan mij vast, je hield van ons samen en op den duur voelde ik mij inderdaad Jenny.
2871 Niet om hem terug te roepen, dat niet. Maar om hem eindelijk te vertellen waarom ze hem had weggestuurd.
2872 Zijn boosheid vervaagde op slag tot een lusteloze melancholie. Zand liep koud en onopgemerkt door zijn vingers.
2873 Ik dacht, als wij uit elkaar konden gaan, Dirk en ik, dan is er niets meer zeker, dan kun je nergens van op aan.
2874 En nu is het antwoord dat ik heb gevonden, eruit gekomen. Het spijt me als het voor jou een pijnlijk antwoord is.
2875 Als ze sprak, was haar stem gedempt en eerbiedig als het gefluister van een kind in een grote kathedraal.
2876 En ze kenden de bomen. Gewone ahorns en vuurahorns, schijneiken en echte eiken, zilverdennen, gifdennen en espen.
2877 Toen keek hij wat nauwkeuriger en zag dat de ahorns allemaal kaal waren, hun vale bladeren lagen onder zijn voeten.
2878 Hij stond stil en trok een blad van een vuurahorn en zag dat de fijne, rode nerven zwart waren geworden.
2879 Verrotting zou het volgende stadium zijn. In gedeelten van het bos was dat verrottingsproces al begonnen.
2880 Ze knielde neer en hield hem een handvol van het zwarte goedje onder de neus, zodat hij zijn hoofd wegdraaide.
2881 Worlorn was te ver afgeweken, en in de verkeerde richting; het effect van het Wiel was verloren gegaan.
2882 De van huis uit vertrouwde beplanting hield op en ging over in iets vreemders, iets unieks, iets wilders.
2883 En nu was de zilverden nauwelijks nog te zien: een grote, dode staak die verloren ging in de uitdijende wurger.
2884 Maar er waren dieren. Dirk zag ze door de donkere wirwar van wurgers bewegen en hoorde hun hoge, kwetterende kreet.
2885 Ze kleuren uitstekend bij de wurg bomen en ze kunnen zich sneller dan wat ook door de takken bewegen.
2886 En hij had alleen maar een klein fluister juweel in de vorm van een traan, vol verblekende herinneringen.
2887 Hij maakte minder fouten dan eerst, maar de vooruitgang was niet in staat zijn stemming te verbeteren.
2888 Dirk vond een rustbed temidden van de pastelkleurige wanden, de beelden en de potplanten van Kimdiss.
2889 Het glas was van fijn, dun kristal, glad en zonder versiering, op een fijn mat laagje van snel smeltend ijs na.
2890 Ruark zou het wel weten. Haar vriend, had ze in het bos tegen hem gezegd, de enige met wie ze kon praten.
2891 Veel daarvan is gewijd aan de teyn , aan de band van ijzer en gloeisteen, niets aan die van jade en ziÉrer.
2892 Ze zouden haar alleen maar dwingen om terug te komen. Een hoogbonder moet zijn betheyn vasthouden en beschermen.
2893 Hij had alles uitgelegd, werkelijk, het was allemaal zo zonneklaar, en het was ook zonneklaar wat Dirk moest doen.
2894 Hij bracht een hand naar zijn voorhoofd. Onder zijn krullende grijsbruine haar was het nat van het zweet.
2895 Dirk zat heel stil. Heel in de verte hoorde hij borden en schalen rinkelen, maar hij sloeg er geen acht op.
2896 Maar hij had niet verwacht dit tafereel te zullen aantreffen. Er waren vier personen in de gewelfde woonkamer.
2897 Hij stond met zijn rug naar de deur, maar toen de anderen opkeken draaide hij zich om en fronste zijn voorhoofd.
2898 Janacek, die boos keek en zijn hoofd schudde, draaide zich om en verdween gauw naar een andere kamer.
2899 Hij voelde hoe de boosheid als een rijzend rood tij langs zijn hals omhoog kroop en probeerde zich te beheersen.
2900 Verkeerd – ja, dat zie ik wel in – verkeerd omdat jij een mens bent, een persoon, niemands eigendom.
2901 Helaas zijn die geschiedenissen voor een groot deel verzinsels en legenden, vol etnocentrische leugens.
2902 Toch werden die verhalen geloofd tot de tijd dat de sterrenschepen weer verschenen, in de tijd na het interregnum.
2903 In de hoop iets van hun bekwaamheid en kracht te bemachtigen, verviel hij ertoe hun lichamen op te eten.
2904 De computers geven aan dat ze daar een tijdlang in slaagden. Ze ontdekten een planeet, ruig en hard, maar rijk.
2905 Om zich de planeet toe te eigenen, brengen de Hrangans er contingenten van hun slavenrassen naartoe.
2906 De mijnen worden de eerste vestigingen, andere worden later gebouwd, diep uitgehouwen in het gesteente.
2907 Tegelijkertijd beginnen zich onder de radioactieve ruïnes van de steden menselijke mutaties te ontwikkelen.
2908 Toch erkenden ze elkaar als mensen, onderworpen aan de regels van de oorlogvoering en de Kavalaanse duelleercode.
2909 Het waren wezensvreemde dieren. Eeuwen later werd er voor de sport gejaagd op degenen die nog over waren.
2910 Hij had zijn eerste jachttrofee al binnen en dat gerucht was tot Braith doorgedrongen, en daarna tot ons.
2911 We reizen zo ver weg als we kunnen en bezoeken alle steden, op zoek naar mensen die nog op Worlorn zijn.
2912 De prooi die hij achternazat was een man op een luchtschuiver die in zijn eentje boven de bergen vloog.
2913 Vandaag zal ik je de steden laten zien. Die hebben ook een speciale bekoring en een soort macabere schoonheid.
2914 Worlorns hemel gaf hem een gevoel alsof hij net terugkwam van een expeditie, in plaats van eraan te beginnen.
2915 Ze ontmantelden de mooiste gebouwen en namen de prachtigste beelden mee toen het Festival op zijn einde liep.
2916 Dirk staarde en piekerde en zweeg. Bij tussenpozen keek ze hem aan, en dan moest ze onwillekeurig glimlachen.
2917 Ze hadden zelf geen ruimteschepen. Zoals ze op hun eigen wereld een vissersvolk waren, werden ze dat hier ook.
2918 Ze visten met geweven netten vanuit kleine bootjes; tengere, zwarte mannen en vrouwen, naakt tot aan hun middel.
2919 Leven, zei Gwen tegen hem, zouden ze daarginds aantreffen, pal in het westen, in de richting van de zonsondergang.
2920 Het was een stad van licht, met metalen, vensterloze wanden die zinderden in een withete schittering.
2921 Dirk vloog erheen, en toen hij een van de banen bereikte, werd die automatisch door zijn komst verlicht.
2922 Dirk sneed een kromme poot af van zijn gerecht, ontdeed die van het vel en proefde het witte, smeuïge vlees.
2923 Allemachtig, die Emereli moeten een hele vloot nodig hebben gehad om al dat eten hiernaartoe te krijgen.
2924 Twee oude geliefden die met elkaar staan te praten. Komt zo vaak voor, en levert zo vaak spanningen op.
2925 Nee, het gaat om man en man en misschien vrouw, maar zelfs dan is ze niet verschrikkelijk belangrijk.
2926 Ze staarde hem aan met een trillende bovenlip, terwijl ze probeerde zich te beheersen en kracht te verzamelen.
2927 Jaan had me natuurlijk alles van tevoren uitgelegd, heel geduldig, heel gewetensvol en ik had het geaccepteerd.
2928 Je zou zelfs kunnen zeggen dat hij teder was. Ik vertrouwde hem; hij luisterde en toonde betrokkenheid.
2929 Hij houdt zich vrij vaak rustig, maar ophouden doet hij nooit. Hij is in zekere zin echt opmerkelijk.
2930 Hij zou iedere Kavalaar die mij maar half zo erg zou beledigen zoals hij dat doet, uitdagen en doden.
2931 Dat was de laatste keer dat ik er na aan toe was in huilen uit te barsten. Ik vocht ertegen en ik won.
2932 De Kimdissi was haar goede vriend en haar vertrouweling; geen wonder dat ze hem te hulp had geroepen.
2933 De robotkelner sneed hun de pas af en versperde hun de doorgang, zijn hoofd een metalen ei zonder gezichtstrekken.
2934 Wat Uitdaging betreft, waar het op neer komt is dat het bestaan ervan alleen nog een zinloos mechanisme is.
2935 De stad laadt zichzelf op door kernfusie en stoot zijn energie weer uit in vuurwerk waar niemand naar kijkt.
2936 Ik geloof dat je nog eens goed moet nadenken over wat je daarnet in het restaurant over Jaan en mij zei.
2937 Toch keek ze hem alleen maar zwijgend aan totdat ze de luchtsluis bereikten. Toen stapte ze het voertuig uit.
2938 Het klonk griezelig en wild en bijna onmenselijk, het zwol aan en zwakte af en veranderde voortdurend.
2939 Toen bouwden ze de torenspitsen en in de top daarvan zit een opening. De wind bespeelt de stad als een instrument.
2940 Hij knikte en ze cirkelden omlaag. Ze vonden een open landingssleuf in de zijwand van een van de torens.
2941 Maar nadat jij bij me was weggegaan... Ik weet het niet, alles ging verkeerd, kreeg een bittere bijsmaak.
2942 En als er eens iets goed ging, merkte ik dat het er niets toe deed, dat het geen enkel verschil maakte.
2943 Het was allemaal leeg. Ik bleef het proberen, maar het enige resultaat was vermoeidheid, apathie en cynisme.
2944 Misschien ben ik daarom hierheen gekomen. Jij... nou ja, ik voelde me toen beter, toen ik bij jou was.
2945 Ik dacht dat als ik jou terugvond, ik misschien ook mezelf terug zou vinden. Maar zo is het niet precies gelopen.
2946 Maar dan kom ik hier... of soms heb ik het niet zo druk en dan denk ik een beetje te lang na en ga ik piekeren.
2947 Het is voorbij, mijn dromerige oude liefde, voorbij, en dat is het beste, want dat is het enige wat het goedmaakt.
2948 Er bewoog iets over het kanaal. Dobberend, drijvend, licht op het water rustend kwam het zijn kant op.
2949 Als je zwak bent, negeer je het. Je doet of het niet bestaat, snap je wel, en misschien verdwijnt het dan.
2950 De woorden en hun betekenis gingen volledig verloren, maar het geluid van de stemmen en de toon ervan niet.
2951 Vier uur en een stuk of zes koppen koffie later legde hij het manuscript opzij, geeuwde en wreef in zijn ogen.
2952 Erger nog: de ziekte bleef sluimeren; de meisjes bereikten maar nauwelijks de puberteit of de pest sloeg toe.
2953 Dus herschreef hij alle mondeling overgeleverde verhalen toen hij zijn demonenliederen cyclus publiceerde.
2954 Andere vrouwen leidden een wat vrijer leven onder de bescherming van jade en zilver, maar dat waren er niet veel.
2955 Een man die erin slaagde een betheyn te winnen, kreeg onmiddellijk zijn erenamen en een plaats onder de heersers.
2956 Het was hem natuurlijk om Gwen begonnen; hij hoopte te weten te komen of ze voor hem verborgen werd gehouden.
2957 De woonkamer was verlaten, het haardvuur gedoofd; niets leek te ontbreken of van plaats verwisseld te zijn.
2958 Garse is een naam voor mijn teyn, mijn cro betheyn en mijn kethi, niet voor iemand van een andere wereld.
2959 De fijne lijnen die de oude esper in de steen had gegraveerd zouden geen weerklank vinden in Janaceks geest.
2960 Hij bezocht de barak van mijn leeftijdgenoten die hele winter niet meer, maar ten slotte zag ik hem weer.
2961 Van mijn kant viel ik hem telkens in het wilde weg aan, en iedere keer verraste ik hem en dolf hij het onderspit.
2962 Daardoor werd hij het eerste jaar waarin hij de duelleerleeftijd had bereikt, keer op keer uitgedaagd.
2963 Er werden zoveel eyn kethi van zijn vestiging gedood dat er maar weinig overbleven om nieuwe soldaten te baren.
2964 Dirk zag dat er vijf rijen van de zwarte ijzeren banshee speld op rood vilt in lagen. Janacek hield er een omhoog.
2965 Dirk zat op een hoek van het dak met zijn benen bungelend boven de straat zijn mogelijkheden te overdenken.
2966 De andere twee luchtwagens, de grijze mantavleugel en de heldergele traanvormige wagen, waren ook weg.
2967 Hij vroeg zich af wat hij moest doen. Plotseling wist hij het, terwijl hij daar zo zat en over luchtwagens nadacht.
2968 Er waren mogelijkheden tot het huren van een luchtwagen op de ruimtehavens van tien van de veertien steden.
2969 Dirk zette nadenkend zijn glas neer, veegde zijn mond af met de rug van zijn hand en liep terug naar het scherm.
2970 Als de Kavalaren luchtwagens hadden achtergelaten in de lege schaal van hun stad, zou hij ze daar kunnen vinden.
2971 Het beest knaagde op een kluif maar stond op toen Dirk voorbijkwam en gromde met een diep keelgeluid.
2972 Degene die in dat gebouw woonde had blijkbaar geen behoefte aan bezoekers. De ondergrondse liftbuizen werkten nog.
2973 Een bolwerk waarvan geen enkel gedeelte makkelijk te overmeesteren zou zijn. Maar nu geheel verlaten.
2974 Dirk zwierf wel een halfuur door de stoffige ruimten voor hij een wagen vond. Maar die kon hij niet gebruiken.
2975 Een van de siervleugels was verwrongen en half gesmolten en van de luchtwagen zelf was alleen nog het frame over.
2976 Hij was helemaal in zilver en wit uitgevoerd en de metalen kap was zo gevormd dat hij op een wolfskop leek.
2977 Hij klom naar binnen, sloot de kap en keek met een spottend lachje op zijn gezicht door de grote ogen van de wolf.
2978 Hij had nu het vervoermiddel gevonden waar hij naar zocht, als hij het tenminste durfde te gebruiken.
2979 Maar hij mocht zichzelf niets wijsmaken; deze wagen was geen wrak zoals de andere die hij had gevonden.
2980 Hij trok voorzichtig de kap van de luchtwagen omlaag, en die sloot met een zachte maar hoorbare klik.
2981 Lang voordat hij hen zag kon hij de Kavalaren al horen praten en hun voetstappen luid horen weerkaatsen.
2982 Hij was veel pleiner dan de andere man, ongeveer even groot als Dirk en ook jonger, maar heel mager.
2983 De kap sluit automatisch als hij helemaal dichtgetrokken wordt. Hij kan van binnenuit geopend worden, maar.
2984 Luister naar mij, mijn teyn. Jij bent jong, maar ik weet zulke dingen van kethi die lang geleden gestorven zijn.
2985 Zijn wangen leken uit te zakken en zijn brede schouders hingen onmiskenbaar naar voren van vermoeidheid.
2986 Het was er ooit wel geweest, maar de stenen waren uit hun zetting gerukt en nu zat de zilveren armband vol gaten.
2987 Het leek allemaal vreselijk angstaanjagend totdat je, zoals Dirk, bedacht dat het allemaal weloverwogen was.
2988 Dirks gedachten vlogen terug naar het eerste deel van de middag en het gesprek bij de luchtwagen met de wolfskop.
2989 Dirk, nadenkend en beheerst, had alle angst achter zich gelaten, toen ze de luchtwagens hoorden aankomen.
2990 Chell keek op en kwam langzaam uit zijn zittende houding overeind. Hij leek plotseling tien jaar jonger.
2991 Twee tegelijk, de grijze wagen en de olijfgroene; ze vlogen zij aan zij met een bijna militaire precisie.
2992 Zo ja, dan kan hij geen korariel zijn; en als hij geen man is en hij is korariel dan moet hij uw eigendom zijn.
2993 Of hij het wil of niet, u kunt hem niet beschermen. Mijn kethi zullen erop toezien dat u het niet doet.
2994 Aangezien je geen teyn hebt, staat de keuze van de aantallen vast. Het moet een gevecht van man tegen man worden.
2995 Het was nu helemaal donker, de zwarte hemel slechts hier en daar verlicht door de sterren van de buitenwerelden.
2996 Ik zal niet de spot drijven met heel de wijsheid van mijn vestiging. Mijn teyn zag het juister dan ik.
2997 Werkelijk, het was een ernstige fout van mij om zelfs maar te proberen een duel met u te vermijden, leugenaar.
2998 Dus sprak hij even zacht als anders, en zijn rauwe woede bleef in zijn keel steken zodat hij bijna barstte.
2999 Je verbreekt de verplichtingen die je zojuist op je genomen hebt. Je zou een keth zoiets niet aandoen.
3000 Ik heb het gehoord. Janacek sloeg haar en sindsdien hebben jullie tweeën haar bij mij vandaan gehouden.
3001 Het was niet de beste wijn die hij ooit geproefd had, maar goed genoeg. Janacek dronk zijn glas leeg en stond op.
3002 Na wat je zei moest de Braith wel wraak eisen, als hij niet wilde dat zijn eigen teyn op hem zou spugen.
3003 Toch heb je in zekere zin gelijk, want in aanmerking genomen wie en wat hij is, kon hij geen ander antwoord geven.
3004 Hij voelt zich meer thuis in het doodsvier kant dan in de wildernis, te oordelen naar wat ik over hem heb gehoord.
3005 Hij zal voor jou geen genade kennen. Ik hoop dat je hem een beetje zal weten te verwonden voor je sterft.
3006 Hij had begrip voor hen gehad, met hen te doen gehad. Maar nu begon hij medelijden met zichzelf te krijgen.
3007 Op een woord van de scheidsrechter loopt elk van jullie met zijn zwaard naar het midden. Daar vechten jullie.
3008 Je moet gewoon lopen, heel bedaard. Als je de buitenkant van het vierkant hebt bereikt, ben je veilig.
3009 Het kan een onschuldige strijd zijn, maar ook een dodelijke, afhankelijk van de bedoelingen van de deelnemers.
3010 Zulke lasers vuren met impulsen van een halve seconde en de recycling vereist maar liefst vijftien volle seconden.
3011 Iemand die te haastig schiet of nodeloos moeilijk doet, een man die schiet om te ontwapenen – die is al dood.
3012 Gwen liet de sensortas voorzichtig van haar schouder op de grond glijden maar haar hand bleef de riem vasthouden.
3013 Hij zag er nogal komiek uit in zijn lange kamerjas, terwijl hij met een sombere blik zijn drankje omklemde.
3014 Hij was er verre van zeker van. Om iets te bewijzen, dacht hij, maar hij wist niet wat of tegenover wie.
3015 Jaantony mag dan een Kavalaar zijn met alle slechtheid van dien, toch zal zelfs ik hem geen lafaard noemen.
3016 En hij heeft een excuus, misschien denkt hij dat hij voor iets vecht, zijn volk probeert te veranderen.
3017 Plotseling waren al zijn overtuigingen en beslissingen verdampt. De stilte in de werkkamer was te snijden.
3018 Maar duelleren zal ik ook niet. Ik ga naar ze toe en zeg tegen ze dat ik besloten heb niet te vechten.
3019 Ze zouden niet in dit duel betrokken zijn geraakt als Vikary niet had geprobeerd mij uit de problemen te halen.
3020 Jaans gezicht: hoge jukbeenderen, de gladde, vierkante kaak, het wijkende zwarte haar, de vlotte glimlach.
3021 Die hem omstrengelde, haar borsten gloeiend en rood, terwijl de blos zich over haar hele li chaam verspreidde.
3022 Een eenzame, zwarte schaduw die met een stok een lage bark voortboomt door een eindeloos en donker kanaal.
3023 Ik was er vanmiddag nog niet uit of ik Jaan van mijn besluit moest vertellen of gewoon moest weggaan.
3024 Ik dacht, misschien kunnen we er hier over praten en dan samen naar boven gaan om het hem te zeggen.
3025 Maar die knoop is al doorgehakt door de kwestie van het duel. Ze zouden je nu niet laten vertrekken.
3026 Daarna zien we elkaar op het dak. We gaan met de luchtwagen en nemen de beslissing als we onderweg zijn.
3027 Ze wekte hem toen de glanzende spits van Uitdaging in zicht kwam, door zachtjes tegen zijn schouder te duwen.
3028 Bretan zou ongeduldig lopen ijsberen, daar was geen twijfel aan en dan zijn afschuwelijke geluid maken.
3029 De wagen was op de kleur na identiek met het voertuig dat hen tijdens hun vorige bezoek had rondgereden.
3030 Deze keer had hij meer geluk. Er werden binnen de komende twee standaardmaanden drie schepen verwacht.
3031 Dit zou een makkelijke plek zijn om te leven. Daarbij vergeleken verkeerden de andere steden in een treurige staat.
3032 Hij zette die gedachten van zich af en sloot zijn ogen. Toen hij wakker werd, was het laat in de middag.
3033 Ze liepen hand in hand. Hun compartiment was een van de vele duizenden in een woongedeelte van het gebouw.
3034 Eromheen lagen andere compartimenten, identiek aan het hunne, afgezien van de nummers op de zwarte deuren.
3035 Zoals hij had verwacht was het compartiment niet bezet en ging het op zijn aanraking gemakkelijk open.
3036 Vanaf hun toren konden ze de verre bergen en het fletse donkergroen van de Meent zien, ver beneden hen.
3037 Een twaalftal lopende banden – zes op, zes neer – vormden de middenstrook van de licht hellende boulevard.
3038 Ze aten een hapje op een terras in een ooit drukbezocht winkelcentrum, maar zonder dat het hun erg smaakte.
3039 Dirk stond in de smalle ruimte tussen het bed en de muur toen hij de knoppen in de juiste volgorde indrukte.
3040 Zijn ogen bleven heen en weer schieten, op zoek naar een punt om zich op te richten, veronderstelde Dirk.
3041 Een werktuig van de Braiths, die scheidsrechter, ja, hij was het eens met alles wat die beesten wilden.
3042 Nou ja, in theorie wist ik het wel, maar het ziet er anders uit als ze allemaal op één plaats bij elkaar komen.
3043 Ik denk dat Garse harder zijn best zal doen om je te vinden, maar hij zal je niet als een dier opjagen.
3044 Maar allereerst moet je je spionnen inplanten en dat doe je door het slachtoffer met een pijl te verdoven.
3045 Ik heb geen van tweeën ooit gedaan, maar ik denk niet dat ze ook maar enigszins te vergelijken zijn.
3046 Ik ben door andere Kavalaren zo vaak drogmens en betheyn teef genoemd dat ik soms op die namen reageer.
3047 Haar armen waren strak voor haar borst gekruist en ze had een frons op haar voorhoofd, maar ze zei niets meer.
3048 Haar bond en zijn teyn beschermen haar. En een vrouw met een geweer zou zichzelf kunnen doodschieten.
3049 Ze begon de seconden te tellen. Na dertien seconden gingen de lichtbollen op de kruispunten van de gangen weer aan.
3050 Maar het blauwe schijnsel was een vage, spookachtige glans, nauwelijks genoeg om bij te kunnen zien.
3051 Ze stonden als verlamd in de schemerige gang. Gwen was een vaag, blauw silhouet, haar ogen zwarte gaten.
3052 Uitdaging was mijn stad niet. Het enige wat ik weet is dat de ondergrondse verdiepingen niet bewoond waren.
3053 Als die vernield kan worden. Ik dacht dat het een heel netwerk van computers was, verspreid over de stad.
3054 De Stem was een supercomputer, erop berekend om miljarden bits aan informatie tegelijkertijd te verwerken.
3055 Dat kan geen enkel mens. Bovendien was de input niet bedoeld om begrijpelijk te zijn voor hem, jou of mij.
3056 Kavalaren bouwen hun vestigingen diep in de rotsen en het laagste niveau is altijd het veiligst, het zekerste.
3057 Toen hoorde Dirk boven het gestage gezoem van de rolbanen uit het andere geluid, zwak, maar onmiskenbaar.
3058 Vandaar sprongen ze van de ene rolband op de andere, tot ze de snelste band naar beneden hadden bereikt.
3059 Toen hij naakt was, liet Gwen hem met zijn benen zo ver mogelijk uit elkaar staan, zijn armen boven zijn hoofd.
3060 Hij voelde zich koud en dwaas en heel kwetsbaar terwijl ze hem van voor en achter en van top tot teen behandelde.
3061 Gwen pakte hem op en gooide hem over de leuning op de snel bewegende strook van een opgaande rolband.
3062 Eerst stopte de langzaamste rolband, daarna die ernaast en ten slotte de neergaande waar zij op stonden.
3063 Hij keek naar de nummers toen ze van de grijze in de blauwe schemering terechtkwamen: verdieping 468.
3064 Gwen hijgde nog en snakte naar adem als gevolg van het harde rennen. Ze waren een heel eind gekomen.
3065 Zijn gedachten gingen heen en weer en tolden door zijn hoofd. Ze hadden allebei gelijk, dacht hij steeds maar.
3066 De kwallenkinderen en de andere Zwartewijners, die niet tot de cultus behoren, dragen elkaar weinig liefde toe.
3067 Wat je ook doet, of laat, er zal tussen jou en mij niets veranderen. Dit gesprek verandert niets aan de situatie.
3068 Gwen stond vlak buiten de deur te wachten, tegen de beklede muur geleund, haar handen voor haar gezicht.
3069 Ze verwachten vast niet dat we daarheen gaan als ze weten dat we langs de omloop naar beneden gingen.
3070 Gwen had iets uit haar sensorpak gehaald, een instrument van zilverblank metaal, niet groter dan een hand.
3071 Ze keken het samen na terwijl het al rondtollend wegzweefde en daarbij het licht ving en terugkaatste.
3072 Toen zijn laars de rand raakte, zette hij zich zo hard mogelijk af. Zijn sprong voerde hem voorwaarts en omhoog.
3073 Hij kon zich eenvoudig optrekken. Hij was de centrale schacht recht overgestoken en elf etages hoger beland.
3074 Ze vloog als een gracieuze, onmogelijke vogel. Haar zwarte haar glansde achter haar hoofd terwijl ze zweefde.
3075 Maar hij deed het toch. Gwen stond al op hem te wachten, haar sensorpak en velduitrusting op haar rug.
3076 Ze stapten de brede gang rond de centrale schacht in, waar de inmiddels vertrouwde, blauwe schaduwen heersten.
3077 De startbaan en hun wagen waren nu heel dichtbij; het zou een wrede ironie zijn als ze die niet zouden bereiken.
3078 Aan de andere kant van de omloop – kale gang, twee hoeken om – was een brede deur die niet gemakkelijk openging.
3079 Dirk stond naar haar te kijken en huiverde; Ruarks warme overjas was weg en de nachtlucht was heel koud.
3080 Metalen panelen zwaaiden naar achteren en omhoog en de ingewanden van Kavalaanse machine werden zichtbaar.
3081 Ze liep naar de voorkant van de wagen en schakelde een geel licht onder aan een van de helften van de kap aan.
3082 De vleugellasers zijn zelfs niet aangesloten. We zouden evenveel plezier beleven aan een paar ornamenten.
3083 Ik ben misschien nooit echt ridderlijk geweest, maar op Avalon vond ik het prettig te denken dat ik het wel was.
3084 Hij had het nog steeds koud in zijn dunne kleren, maar dat leek op een of andere manier niet belangrijk.
3085 Toen maakten ze lange tijd zelf veel wind, terwijl ze steeds sneller door de grijze schemering vlogen.
3086 Haar aandacht was op de luchtwagen gericht. Dirk sloeg haar gade in het bleke, grijze licht dat hun nog restte.
3087 Hij had wit haar dat tot op zijn schouders viel. Toen, na een eeuwigheid van bevroren beweging, was hij weg.
3088 Achter hen – Dirk wierp een blik achterom – maakte een hond die lawaaiig twee kettingen voortsleepte, jacht op hen.
3089 Ze zijn stevig gebouwd. Deze wagen is erop berekend om zo lang mogelijk weerstand te bieden aan laservuur.
3090 Toen zag ze iets en bracht de wagen bijna tot stilstand zodat ze zweefden en langzaam vooruitgleden.
3091 Nadat ze hun honden een stuk hadden laten proeven natuurlijk, als beloning. Maar de jdgers nemen wel trofeeën mee.
3092 De Stem zou als vanzelfsprekend zijn ordebewaarders verzamelen om de levensfuncties van de stad te beschermen.
3093 Ze vuren wel slaappijlen af en ik denk dat ze traangas kunnen spuiten vanuit die roosters in hun onderkant.
3094 De cirkel ging verder naar links; rechts begon de buitenste omloop aan zijn twee kilometer lange klim.
3095 Hij hoorde de bladeren ritselen en dacht dat hij ook de andere luchtwagen hoorde, die van de naderende Braiths.
3096 Toen raakte iets hards zijn arm aan, zodat hij schrok. Daarna voelde hij andere dingen langs zijn gezicht schuren.
3097 Een tak die omlaag gedrukt werd en toen terugzwiepte, sloeg pijnlijk tegen zijn wang, zodat hij bloedde.
3098 Ten slotte klonk er een zachte plof toen de vleugels van de manta tegen een massieve, dikke tak op botsten.
3099 Ze konden niet hoger meer. Daar zweefden ze, blind, omhuld door duisternis en onzichtbaar gebladerte.
3100 Heel kort daarop schoot er beneden hen een lichtflits voorbij. Die boog af naar rechts, de omloop op.
3101 Hij voelde weer aan zijn wang. Tevreden met het resultaat, stopte hij de punten van zijn shirt weer in zijn broek.
3102 Het station was stil en die stilte was doortrokken van de dood, veel meer dan de stille gangen van Uitdaging.
3103 Soms had Dirk het gevoel dat ze helemaal niet bewogen, zo saai en zonder afwisseling was hun vlucht.
3104 Hij dacht er verder niet over na; zijn hersens waren te beneveld door angst en vermoeidheid om te kunnen nadenken.
3105 Ten slotte knipte hij de zaklantaarn en daarmee het zicht op zijn Jenny uit en probeerde zelf ook te slapen.
3106 Dirk was zich er slechts flauw van bewust toen het voor het eerst in zijn welverdiende slaap binnendrong.
3107 Hij mompelde wat en draaide zich ervan af. Dichtbij klonken stemmen en iemand lachte met een kort, scherp geluid.
3108 In de war en gepijnigd, niet wetend waar hij was, probeerde hij om rechtop te gaan zitten. Zijn slaap bonsde.
3109 Hij leunde tegen de tunnelmuur en probeerde zich te herstellen, maar zijn hoofd bonsde en alles was wazig.
3110 Hij begon eindelijk wat bij te komen van de schop die hij had gekregen. Gwen keek op toen hij sprak.
3111 Hij drukte zich hard tegen de steen aan en probeerde zo onopvallend mogelijk zijn spieren te spannen.
3112 Hij hield de stok losjes vast, zijn hand om het midden van de schacht, en sloeg er ritmisch mee tegen zijn been.
3113 Er zijn er maar weinig die zich met mij kunnen meten in de oude, edele jachtkunst. Niemand overtreft mij.
3114 Pyr stapte elegant achteruit en met een geweldige zwaai trof hij Dirk opnieuw, ditmaal in zijn kruis.
3115 Een tijdlang was dat alles wat er was.. Maar langzamerhand keerde er een nevelig soort bewustzijn terug.
3116 Op en neer ging het, op en neer. Hij ging zelf ook op en neer, bemerkte hij ten slotte, schuddend en deinend.
3117 Deze stem was verder weg dan de eerste twee; hij kwam van ergens voor hem uit, waar het flakkerende licht was.
3118 Twee van onze kethi zijn door hem gedood en Koraat heeft een gebroken ruggengraat en ligt op sterven.
3119 Het heeft ons bijna de hele dag gekost en we hebben lang moeten lopen, maar ten slotte kregen we ze te pakken.
3120 Pyr Braith liep voorop met de lantaarn en praatte tegen een kleinere man, gekleed in het wit met paars.
3121 Dirk vroeg zich af of ze haar gekneveld hadden maar dat was moeilijk te zeggen omdat hij alleen haar rug kon zien.
3122 Een andere Braith in het wit met paars hield de voorkant vast, zijn grove vuisten om de houten stokken geklemd.
3123 De knokige lacher, Pyrs teyn, liep dan waarschijnlijk achter hem, aan het andere einde van de draagbaar.
3124 Hij werkte op geen enkele manier mee. Hij hield zich slap en liet zich als een stuk dood vlees versjouwen.
3125 Pastelblauwe muren schoven voorbij en hij dacht eraan hoe ze de avond daarvoor die helling waren afgedaald.
3126 Om de een of andere reden had het toen een bijzonder goed idee geleken om de ondergrondse in te vluchten.
3127 Zijn ledematen trappelden krachteloos en de pijn kwam weer terug, totdat hij eraan toegaf en weer ging liggen.
3128 Hij zat met zijn rug tegen het koude metaal, zijn gebonden polsen schrijnden en hij wachtte, keek en luisterde.
3129 Ze waren niet meer dan geluiden en schimmen, totdat ze binnen de kleine lichtkring stapten en weer mensen werden.
3130 Hij had één reusachtige hond bij zich. Binnen de lichtcirkel stond hij stil en knipperde met zijn ogen.
3131 Pyrs teyn, de slungelige Kavalaar met het wilde zwarte haar, kwam naar voren en rees dreigend boven haar uit.
3132 Toen sprak de tengere grijsaard – de bejaarde man met de klauw die het kinderhoofd aan zijn gordel had hangen.
3133 Jullie kennen de manier van doen van de drogmensen, de leugenaars, de weerwolven, de grote bedriegers.
3134 Dirks pijn – zijn hoofd bonsde – leek plotseling niet belangrijk meer. Zijn lichaam beefde en schokte.
3135 Zijn blikken gingen van de ene spreker naar de andere en tweemaal scheen hij op het punt te staan iets te zeggen.
3136 Ze aarzelde even, maar haalde toen haar armen van achter haar rug en stak ze uit, de handpalmen omlaag.
3137 Gwen lag er onbeweeglijk bij, haar hoofd tegen de metalen deur waar Myrik het tegenaan had geslagen.
3138 Gerustgesteld stond hij weer op, keerde zich om naar de Braiths en keek hen aan met een van woede vertrokken mond.
3139 Dirk onderzocht haar achterhoofd. Daar begon het donkere haar al aan elkaar te kleven van het geronnen bloed.
3140 Toen sloeg de deur dicht. Dirk schakelde het zwaartekrachtrooster in en ze schoten naar voren en omhoog.
3141 Dirk was dankbaar voor de zwaarbepantserde Braithse luchtwagen met zijn warme cabine, die hen helemaal inkapselde.
3142 Daarna verviel hij weer in stilzwijgen en in stilte legden ze de eenzame kilometers naar hun bestemming af.
3143 Al mijn inspanningen zijn in rook opgegaan. De mensen die ik dacht te redden zijn niet langer veilig.
3144 Dirk cirkelde rond tot hij het gebouw vond waar Gwen hen naartoe had gebracht en maakte aanstalten om te landen.
3145 Het bleek een suite te zijn: vier onderling verbonden kamers, allemaal kaal, met hoge plafonds en verre van schoon.
3146 Vikary bevochtigde een strook grijze stof en begon het gedroogde bloed van Gwens achterhoofd te verwijderen.
3147 Koortsdromen achtervolgden hem die eindeloze nacht; intense surrealistische visioenen, brandend van angst.
3148 In plaats daarvan sloot hij zijn ogen en probeerde krampachtig alles te vergeten. En toen was het ochtend.
3149 Later zal ze vast wel met je willen praten, maar ik denk dat je haar op dit moment niet moet wekken.
3150 Hij streek zijn haar – vol klitten en hopeloos smerig – uit zijn ogen en wachtte tot Jaan iets zou zeggen.
3151 Er zat een hond in de wagen. Ik hoorde hem huilen, door het dolle heen vanwege de naargeestige muziek.
3152 De oude gebruiken eisen van iemands teyn niet minder dan van enig ander dat hij een duelbreker doodt.
3153 Eens, toen we allebei jonger waren, nam een oudere man aanstoot aan een van zijn grappen en eiste genoegdoening.
3154 Zonder haar te storen liepen ze samen naar de landingsbaan. Vikary had de luchtwagen grondig leeggehaald.
3155 Ik had het gevoel dat ik zijn kaak had gebroken, zijn kaak of mijn vingers, maar hij merkte het niet eens.
3156 Even gingen haar ogen dicht, toen gingen ze weer open, waarna ze ze sloot om ze niet meer te openen.
3157 Ze lag stil op haar zij, opgerold tot een soort bal, haar handen in kleine vuisten onder haar kin gebald.
3158 Ze deed haar ogen weer open – heel even maar – en schudde heftig haar hoofd, in een zwijgende kreet.
3159 Het licht viel zo dat het maar één kant van de matras bescheen; Gwen lag half in het licht en half in de schaduw.
3160 Hij voelde in de lucht om er zeker van te zijn; er was geen stof meer, geen warmte, geen zonlicht. Hij knikte wijs.
3161 Hij schudde zijn hoofd, wendde zijn blik af van de wanden en keek naar de plaats waar zij in het donker lag.
3162 Ze wilde hem iets duidelijk maken. Maar hij wist het al, maakte het op uit haar zwijgen, wist het dankzij.
3163 Na dat alles, nu hij zich tegen zijn teyn , zijn vestiging en zijn wereld heeft gekeerd, kan ik niet zomaar.
3164 Maar ik ga niet naar hem terug als zijn betheyn, nooit. Het zal meer moeten inhouden dan jade en zilver.
3165 De kanalen waren zwarte linten en het landschap was doordrenkt van de dofpaarse gloed van fosforescerend mos.
3166 Achter haar wekten grijswitte dansers de wanden tot leven. Dirk hoorde trommels en fluisteringen en beloften.
3167 Geloof me, dat was de eerste keer dat ik van je komst hoorde. Ik wist niet wat ik ervan denken moest.
3168 Hij... hij bood aan om mee te gaan om mij moreel te steunen. En hij zei dat hij jou ook graag wilde ontmoeten.
3169 Het laatste licht was nu ook van de torenspitsen verdwenen. Daarboven schitterden een handvol sterren.
3170 Hij tilde het op en voelde nog eens aan het enigszins vettige oppervlak van het glanzende, zwarte plastic.
3171 Hij bracht het wapen naar zijn schouder, richtte en vuurde. De lichtstaaf bleef minstens een volle seconde hangen.
3172 Beneden in de luchtsluis waren de muren echte muren – geen spoken, geen muurcomposities, geen lichten.
3173 Geen bepantsering natuurlijk, en zijn enige wapen was het lasergeweer, dat hij over zijn knieën legde.
3174 De wagen was maar iets minder afgestorven dan de rest van Worlorn, maar dat kleine beetje was genoeg.
3175 En de verwarming kon hij ook wel missen, zolang hij de leren jas maar droeg als bescherming tegen de kou.
3176 Aan deze kant van de bergen hoorde geen licht te zijn, wist hij; wat het ook was, het moest onderzocht worden.
3177 Onder zich zag hij verscheidene lichten. De grootste schijnsel was van een vuur afkomstig, zoals hij nu zag.
3178 De vlammen rezen hoog op om hem te begroeten, lange oranje tongen, helder afgetekend tegen de rookpluimen.
3179 Er waren andere mensen in de buurt – die kring van kunstmatige lichten – en hij wilde liever niet opgemerkt worden.
3180 In plaats van zich uit te breiden was het vuur zichtbaar aan het doven. Dirk wachtte en keek toe hoe het uitging.
3181 Dat was ge noeg; dit was geen luchtwagen die hij kende, al was hij duidelijk van Kavalaanse makelij.
3182 Dirk zou ze nauwelijks opgemerkt hebben als ze zich niet bewogen hadden, zo goed versmolten ze met hun omgeving.
3183 Twee lichtpunten, in feite, maar het vuur was nog slechts een flauwe oranje gloed, die steeds verder verbleekte.
3184 Hij hield de laser stevig in zijn greep toen hij uit de wagen klom. De wereld was stil en karmozijnrood.
3185 Het was alsof er een stukje ijs pijnlijk in zijn borst stak, maar dat was niet zo erg, het was Jenny.
3186 Hij had heel even de tijd om eraan te wennen; toen was het over. Zoute tranen rolden langs zijn wangen.
3187 De muren waren beschadigd door laservuur. De bank lag op zijn kant en was op tal van plaatsen opengesneden.
3188 Een van de waterspuwers leunde tegen de onderkant van de schoorsteenmantel, onthoofd en op zijn kop.
3189 Garse Janacek lag op de grond te slapen, zonder shirt, zijn rode baard nog roder gekleurd door gemorste wijn.
3190 Enkele van de donkerrode edelstenen waren uit hun zettingen gesloopt; de lege gaten zagen er obsceen uit.
3191 Janacek luisterde zonder te bewegen, zijn armen stevig gekruist voor zijn naakte, met littekens overdekte borstkas.
3192 Ik kreeg de indruk dat je misschien toch wat menselijke gevoelens koesterde voor de man die je teyn was.
3193 Ik herinnerde me dat je mij eens vertelde dat jij en Jaan een band hadden, sterker dan ik ooit had gekend.
3194 Wij waren blijkbaar verbonden door iets wat heel wat sterker was dan jullie Kavalaanse ijzer en vuur.
3195 Al die verdomde Kavalaanse verbonden van jullie houden al met al dus niet méér in dan schuld en verplichting.
3196 Zijn ogen gingen half beschaamd naar de zware ijzeren armband die nog steeds om zijn bebloede onderarm hing.
3197 Natuurlijk zegt dat weinig. Het tastbare ijzer betekent niets meer als het andere ijzer verdwenen is.
3198 De cabine was vaag verlicht en geheel afgesloten, met overal meters en instrumenten, zelfs boven de deuren.
3199 Geen ramen; een paneel met acht kleine kijkschermen bood de piloot zicht op acht verschillende punten.
3200 Toch deinsden ze er niet voor terug lasers van drogmensen aan te schaffen. Zo ontstond de laatste grote oorlog.
3201 Vikors banier werd al spoedig afgedankt en vergeten, totdat het Festival ons de vlag in herinnering bracht.
3202 Arkin Ruark was gewoon zichzelf, en geen archetype uit de geschiedenis van de buitenwerelden, zo kreeg ik te horen.
3203 Een tweede mogelijkheid was om ze plotseling te overvallen, zonder waarschuwing, en er zoveel mogelijk te doden.
3204 Het zou natuurlijk het beste zijn als we er konden landen, Jaan opsporen en hem veilig en in het geheim weghalen.
3205 Pyr zal je mogelijk voor zich opeisen. Ik hoop dat ze je lossnijden, je uitkleden en je het bos injagen.
3206 Mocht Bretan zich alsnog bij de jagers voegen, dan is het waarschijnlijk dat ze hun meningsverschil hervatten.
3207 De honden waren aangelijnd en sliepen aan de waterkant, maar ze werden wakker toen de vreemde luchtwagen daalde.
3208 Hij gromde tegen Janacek en trok zijn rattensnuit tegen hem op, waarbij hij een rij gelige tanden ontblootte.
3209 Het dansende vuurschijnsel toverde rode lichtjes in zijn baard toen hij zijn dunne, dreigende glimlach toonde.
3210 Je krijgt niet de kans om een voor een met ons te duelleren en op die manier je uitgestoten teyn te redden.
3211 Janacek bracht zijn linkerhand naar zijn mes en trok het met een soepele glijbeweging uit de schede.
3212 Toen hij klaar was, lagen de gloeistenen in het zand verspreid als de kolen van een uiteengevallen vuur.
3213 Dirk verwachtte bijna een sissend geluid te horen toen hij in het donkere water van het meer wegzonk.
3214 Ze sneden zijn touwen los en lieten hem zijn polsen en enkels wrijven om zijn bloed weer goed op gang te krijgen.
3215 Het sieraad zei hem niets; zijn brein reageerde niet op de patronen die de esper in de edelsteen had gegraveerd.
3216 Zijn hals deed pijn en het droge zand onder zijn voeten voelde ruw en koud aan. Hij voelde zich zeer kwetsbaar.
3217 Roseph was met een frons zijn schouder aan het masseren; hij was hard gevallen toen Dirk zich had losgerukt.
3218 Saanel leunde meesmuilend tegen de luchtwagen. Dirk deed een paar weifelende stappen in de richting van het bos.
3219 Hij struikelde over boomwortels, haalde zijn knieën en handpalmen open, viel in kuilen. Maar het was ook te licht.
3220 De dageraad kwam te snel, veel te snel; het licht verspreidde zich als een kwelling tussen de bomen.
3221 Maar een kilometer is een heel eind als je door de wildernis moet, naakt en op een haar na verdwaald.
3222 Hij rende. Hij rende in dierlijke paniek, hijgend, bloedend, zijn hele lichaam bevend en schrijnend.
3223 Hij kwam bij een plek met gladde, grijze leisteen en probeerde er vlug overheen te klauteren, maar viel.
3224 Zijn kin sloeg met een klap tegen de steen en zijn mond vulde zich met bloed, en hij spuugde het uit.
3225 Geen wonder dat hij was gevallen; het was allemaal zijn bloed, afkomstig uit de sneden in zijn voeten.
3226 Toen hij haar weer vond, stond ze achter hem, een eindje opzij, heel flets, een vaag lichtpuntje in een rode lucht.
3227 Zijn borst stak vol messen, maar hij bleef rennen, wankelde, struikelde en viel, stond weer op en rende verder.
3228 Hij probeerde eromheen te rennen, maar het beest besprong hem, smeet hem tegen de grond en hapte naar hem.
3229 De hond schoot toe, gooide hem om, drukte hem opnieuw op de grond en trok zijn arm bijna uit het lid.
3230 De hond trok zich terug en wachtte, klaar om weer toe te springen, zijn bek nat van het bloed en de kwijl.
3231 De kreet van het roofdier had het hele bos tot zwijgen gebracht. De andere honden waren niet te horen.
3232 De cabine was zwartgeblakerd en vormeloos, en er was een groot gat in geslagen met onregelmatige randen.
3233 Hij ging in de koude as liggen met zijn hoofd op zijn arm en probeerde niet de denken, niets te voelen.
3234 Een poosje wenste hij vurig dat de pijn zou ophouden, dat zijn hoofd niet zo vreselijk zou blijven tollen.
3235 Toen veranderde hij van gedachte. De pijn, bedacht hij, was waarschijnlijk het enige wat hem bij bewustzijn hield.
3236 Vlakbij straalde heel helder een enkele, gele zon, een kleine vonk aan het firmament. Hij knipoogde ernaar.
3237 Tien meter verderop doken de jagers gretig van tussen de bomen op. Niet zo dichtbij als hij had verwacht.
3238 Natuurlijk, dacht hij, ze waren om de wurgbomen heen gelopen in plaats van zich er een weg doorheen te banen.
3239 Het rennen was juist erg moeilijk geweest. Het doden was de gewoonste zaak van de wereld, het was bijna makkelijk.
3240 Zijn mond hing een tel lang lachwekkend open voordat hij op zijn gezicht viel en Dirk hem niet meer zag.
3241 Hij rolde over de grond naar de lange geul die daar door de vleugel van de luchtwagen was getrokken.
3242 De honden hadden de luchtwagen omsingeld en blaften naar hem zodra hij maar even verschoof of zijn hoofd optilde.
3243 Dat was het werk van de jager. Dirk richtte zorgvuldig en schoot de hond die het dichtste bij was in de keel.
3244 En daar was de dichtstbijzijnde hond, in de lucht. Dirk liet zich vallen en bracht het geweer omhoog.
3245 De hond die nog steeds vastzat, gromde en viel uit. Dirk staarde het dier met open mond en bijna zonder begrip aan.
3246 Zijn arm ook, daar waar hij gebeten was. Eindelijk werd de hond stil, maar helemaal stil werd het niet.
3247 Hij sleepte zich door het vuil en de as, over de verkoolde stam van een wurger, tot waar de jagers waren gevallen.
3248 Hij tilde de hand opzij, en de andere hand ook, en hij keek naar het gat dat hij in Pyrs maag had gebrand.
3249 Maar de Braith stootte slechts een benauwd, gesmoord geluid uit en hervatte toen zijn zachte gejammer.
3250 Na een poosje was de fontein van bloed nog maar een stroompje en na nog een tijdje hield het bloeden helemaal op.
3251 Maar de kreet leek ver weg en misschien kwam het gewoon door de koorts, of misschien was het de wind maar.
3252 Hij klemde de koude traan hard in zijn hand en zijn ziel nam het ijs in zich op. Hij dwong zichzelf op te staan.
3253 Hij trok zijn laarzen uit en hield zijn voeten in het ijskoude stromende water tot ze helemaal gevoelloos waren.
3254 De donkere opening van een grot staarde hem aan, een belofte van slaap en rust waar hij niet op inging.
3255 Hij raakte de weg kwijt, zocht naar de zon, vond die en volgde hem tot hij opnieuw de weg kwijtraakte.
3256 Hij keek door een weefsel van takken naar de sombere lucht om het dier op te sporen, zonder resultaat.
3257 De cabine was donker, bedompt en nauw. Na het zo lang koud gehad te hebben, had hij het nu bijna onaangenaam warm.
3258 Hij was het liefst gaan liggen om te slapen. Maar eerst dwong hij zichzelf het voorraadkastje te doorzoeken.
3259 Hij vond een verbandtrommel, haalde die eruit en maakte hem open. De trommel zat vol met pillen, verband en sprays.
3260 De zwelling van zijn arm was ook wat afgenomen, al was die nog steeds dikker dan normaal en tamelijk stijf.
3261 Het water was nogal koud, maar daar raakte hij vlug aan gewend en de modder welde verzachtend tussen zijn tenen op.
3262 Hij maakte de wonden aan zijn voeten grondig schoon en verbond ze voor hij weer in Pyrs laarzen stapte.
3263 Hij slikte weer een handvol pijnstillers en spoelde ze deze keer weg met fris water dat hij uit het meer schepte.
3264 Hij voorzag zich van een riem van messing, een van de lasergeweren en een jas van kameleonstof tot op zijn knieën.
3265 De wind ranselde zijn jaspanden tegen zijn benen aan en blies telkens opnieuw zijn lange haar in zijn ogen.
3266 Hij kwam over een groot meer en hoorde iets plonzen in het zwarte water, gevolgd door nog meer ge plons.
3267 Toen hij naakt door het bos liep, had de banshee een vreselijke dreiging gevormd, de dood in vleugelgedaante.
3268 Rood licht glansde gedempt op hun wasachtige takken. Dirk steeg verder op en zijn horizon verbreedde zich.
3269 Hij tikte het stuurplaatje in zijn handpalm aan en begon vlug te dalen, luisterend, plotseling weer heel alert.
3270 Hij verloor de banshee uit het oog – die deed er nu niet meer toe – en ging op het snel vervagende geluid af.
3271 Het was mogelijk dat de honden naar hém zouden gaan blaffen in plaats van naar de banshee als hij te laag vloog.
3272 Naakte rotsen staken eruit op als rotte tanden, bruin en misvormd, het water raasde er wit en woedend omheen.
3273 Een vierkante, kleine man in het geelbruin, die tegen de stroom vocht om de overkant van de rivier te bereiken.
3274 Als het jachtgezelschap zich had opgesplitst, zou hij gemakkelijker met de afzonderlijke paren kunnen afrekenen.
3275 Hij zag er afgetobd uit. Zijn gezicht en kleren waren vuil en zijn rode baard was nat van het zweet.
3276 Jaan is nu heel dichtbij, misschien nog maar een half uur voor ons uit. Ze mogen hem niet als eersten bereiken.
3277 Hij had de laarzen en de tweede schuiver uit zijn rugzak gehaald. Janacek pakte alles zonder commentaar aan.
3278 Hij trok een gezicht en gaf een harde ruk om zijn tegenstribbelende voet er met geweld in te persen.
3279 Lorimaar had daar feitelijk een vrijstelling voor, omdat hij gewond was, maar desondanks nam hij de uitdaging aan.
3280 Ze vochten in het doodsvierkant, met messen. Chell liep veel verwondingen op, te veel waarschijnlijk.
3281 Lorimaar is nu te vermoeid om achterdochtig te zijn. Hij denkt aan niets anders dan aan de prooi die hij wil doden.
3282 Dus verliet ik ze en ging stroomopwaarts, en een tijdlang dacht ik dat ik een vergissing had begaan.
3283 Zijn hand tastte in zijn zak, hij haalde er iets uit en ging open. Op zijn handpalm lag een gloeisteen.
3284 Beneden hen ruiste de rivier onvermoeibaar voort en het geluid van het water spoorde hen aan om op te schieten.
3285 Het waren maar mensen, geen pionnen van buitenwereldse soorten, niet verwant aan weerwolven of zielzuigers.
3286 Het waren mensen die niet te vertrouwen waren, mensen die hun codes vergeten waren, mensen zonder bindingen.
3287 Janacek mocht de luchtschuivers dan denigrerend als speelgoed betitelen, hij wist er wel mee om te gaan.
3288 De stille meren kwamen en gingen en ook het stuk met de witte zwammen die het bos als schurft bedekten.
3289 Een keer hoorde hij Lorimaars honden blaffen, ver achter hem, de vage geluiden aangedragen door de wind.
3290 De smalle, scharlakenrode draad schampte hem en trof de zilveren slee waarop hij stond, vluchtig en snel.
3291 Plotseling stopte het geschreeuw. De witte torens losten op en de storm die hem voortjoeg, blies de flarden weg.
3292 Maar aan de hoogste tak zag hij een gescheurde strook stof hangen, wapperend in de wind en van kleur verschietend.
3293 Dirk richtte zijn laser en vuurde tot het beestje niets meer was dan een roetvlek op de gele schors.
3294 Overal rondom hem rezen dikke stammen op; hun knoestige, gele vingers kronkelden stijf en jichtig alle kanten op.
3295 Het rechteroog was weg en in de oogkas was bloed opgeweld dat langzaam over zijn wang op de grond sijpelde.
3296 Geen ogenblik. Ik probeerde hem alleen maar tegen te houden, de luchtschuiver buiten werking te stellen.
3297 Hij zei niets. Vikary sidderde; zijn stem werd minder toonloos, er klonk een scherpe wanhoop in door.
3298 De larven in het hart van het nest bedekten hem al helemaal, witte dingen, ook de volwassen dieren..
3299 Vikary stak het lege ijzer in zijn zak. Dirk hield zijn tranen en zijn tong in bedwang en zei niets.
3300 Ze hadden pas enkele ogenblikken gelopen toen ze op een hoge steile richel van ruwe zwarte rots stuitten.
3301 Zijn schaduw viel op hen, zijn grote vleugels rimpelden zich en vouwden zich, en toen streek hij neer.
3302 Een ogenblik later was hij alleen en had hij zowel de spoken als het lichaam in zijn hongerige greep genomen.
3303 De banshee vouwde zijn grote driehoekige vleugels weer open en ze fladderden wat, zwakjes en onbeholpen.
3304 Een gebouw in de buurt, door het vuur ondermijnd, zakte in een grote wolk van rook en vlammen in elkaar.
3305 Hij kwam naar haar toe en liet zijn hoofd op haar schouder rusten en sloeg zijn armen stevig om haar heen.
3306 Dirk deed zijn hinderlijke rugzak af en zette die op de grond. Hij leunde tegen het bedieningspaneel.
3307 Ik kwam er net aan om hem bij te staan, maar ze waren me voor. Maakte me ook bezorgd over haar, echt waar.
3308 Jaan lag vlakbij met zijn hoofd tegen een boom geleund niets ziend naar het vuur in de verte te staren.
3309 De gloeisteen, rond en ruw geslepen, zacht oplichtend van binnenuit, smeulend in de holte van zijn hand.
3310 En hij zag wat ik mezelf aandeed, en hij wist dat als het aan mij lag, ik nooit bij Jaan weg zou gaan.
3311 Vikary onderzocht het lichaam dat languit bij de liftkokers lag en kwam toen terug naar de luchtwagen.
3312 Ongeveer de helft van zijn borst is weggeschoten door een projectielgeweer. Zijn eigen laser zit nog in de holster.
3313 Hij leek niets anders te willen dan zich veilig verborgen te houden en deze wereld zo spoedig mogelijk te verlaten.
3314 Hij had nu geen rol te vervullen; in plaats daarvan had hij onbeperkt de tijd om te piekeren. Dat was niet goed.
3315 Dirk sloeg hem door de verrekijker nauwlettend gade, zijn ellebogen op de vensterbank voor het smalle raam geleund.
3316 In de dagen die daarop volgden zag hij de Shanagates diverse malen en ze bleven hem onwerkelijk voorkomen.
3317 Dirk knikte en gaf Gwen zijn verrekijker en zijn plaats bij het raam, en al snel spraken ze over andere dingen.
3318 De liftdeuren schoven achter hem dicht en de man bleef onbeweeglijk staan; het was begrijpelijk dat hij schrok.
3319 Mijn teyn en ik troffen de wagen in de wildernis aan toen we achter een vluchtende ijzerhoorn aanzaten.
3320 Een vijand had hen in hun kamp opgewacht, in de luchtwagen, denken wij, en toen ze van de jacht terugkwamen.
3321 Wij maakten de wagen schoon en namen hem in bezit. Mijn teyn komt achter mij aan in onze eigen wagen.
3322 Niemand sprak. Uit hun voeten groeiden langgerekte schaduwen die hen volgden door de sombere karmozijnrode straten.
3323 Jaan had hem gezegd dat hij dan in de toren de wacht moest blijven houden, en Ruark had daarin toegestemd.
3324 Toen hij een ogenblik later terugkwam, ging het minder vlot. Hij viel de laatste meter en staarde hen aan.
3325 Bretan Braith zou niet naar de stad terugkomen, wist hij; de wacht was nu een nutteloze formaliteit.
3326 Hij liep een hele tijd. Andere wachttorens, gelijk aan de hunne, stonden op regelmatige afstanden van elkaar.
3327 Hij passeerde er zes en schatte de afstand van de ene toren naar de andere ruwweg op een derde kilometer.
3328 Iedere toren had zijn eigen waterspuwer en geen van die waterspuwers was precies hetzelfde, merkte hij op.
3329 Een man moest ook een code hebben. Een vriend, een teyn, iets om naar te streven – iets anders dan hijzelf.
3330 Dirk liep naar de buitenste rand van de muren en staarde naar beneden. Het was steil en diep, heel diep.
3331 Hij stond met zijn handen in zijn zakken, terwijl de wind door zijn haar woelde, en hij huiverde een beetje.
3332 De oude man bekeek het, zijn hardblauwe ogen tot spleetjes geknepen, zijn cape fladderend in de kille wind.
3333 Dirk keek hem na. Hij wierp een blik op de verre horizon, verduisterd door een blauwgrijze wolkenbank.
3334 Neem één klap in ontvangst en sla één keer terug, dat is alles, zei hij tegen zichzelf. Hij was heel bang.
3335 Dirk grijnsde op de manier waarop Garse gegrijnsd zou hebben, streek het haar uit zijn ogen en trad hem tegemoet.
3336 Nu dan, dat hij zijn hand niet uitsteke, en neme ook van den boom des levens, en ete, en leve in eeuwigheid.
3337 Phssthpok zat te dromen in zijn crisisbank. Onder zijn linkerhand bevonden zich de bedieningsorganen van de cabine.
3338 Al die tijd had hij niets bewogen, alleen zijn handen en zijn kaken. Zijn ogen hadden zich helemaal niet bewogen.
3339 Zijn doelwit was al helderder dan de sterren eromheen, maar nog steeds te vaag om meer dan een ster te zijn.
3340 Maar het was helderder dan Phssthpok had verwacht en hij wist dat hij de tijd door zijn vingers had laten glijden.
3341 De interstellaire waterstof komt bij de snelheid die een stuwschep haalt opzetten als gammastraling.
3342 Hij had nu het waarschijnlijkste gedeelte van de ruimte bereikt. Voor hem hing de waarschijnlijkste ster.
3343 Ze kenden misschien vuur en misschien ook niet, maar ze zouden in ieder geval niet beschikken over telescopen.
3344 Als ze er waren, als ze er waren, dan wachtten ze al tweeëneenhalf miljoen jaar. Hij zou ze niet teleurstellen.
3345 Meestal sterft hij. In zijn geest of ergens in een klier roert zich een reflex, en hij voelt geen honger meer.
3346 De stilte van de ruimte hing om hem heen, want zijn oren hadden geleerd het gezoem van de aandrijving te negeren.
3347 In de praktijk betekent dat dat een op monopolen gebaseerde motor of instrument een veel groter bereik heeft.
3348 Monopolen waren waardevol op plaatsen waar gewicht belangrijk was, en in de Gordel telde gewicht altijd mee.
3349 De Buitenstaander zou het eerste intelligente buitenaardse wezen zijn dat met het menselijke ras in contact kwam.
3350 Brennan had geen drugs nodig om bij zijn verstand te blijven en zonder gezelschap redde hij het ook best.
3351 Er was heel wat stof hier, zo ver van Sol af, en een stel rotsen die de moeite van het bekijken waard waren.
3352 Niet interessant. Maar iets in de buurt schitterde met de metalen glans van een door mensen gemaakt voorwerp.
3353 Brennan was een onverbeterlijke optimist. Het voorwerp was de lege huls van een vaste brandstof raketmotor.
3354 Op een heel andere manier vormde de huls toch een probleem. Hij stond ernaast, op de slanke metalen fusiebuis.
3355 De antieke motor was half zo groot als zijn eigen schip, maar heel licht, niet veel meer dan een metalen huid.
3356 Smokkelen zou van hieruit gemakkelijk moeten gaan. Zo ver van de zon vandaan waren er geen jakkeraars meer.
3357 Maar de wezens naar wie hij op zoek was, beschikten niet over het verstand om dit soort voertuigen te maken.
3358 Dan hadden hij en zijn duizenden voorgangers hun lange leven gegeven voor niet meer dan een steriele wraakoefening.
3359 Hij was van plan geweest om door het zonnestelsel heen te glijden tot hij een onmiskenbare aanwijzing vond.
3360 Hij had al een blauwwitte vonk gevonden die met hoge snelheid op weg was naar het hart van het stelsel.
3361 Op de voorkant van zijn pak zat een schilderij en hij tikte er even beminnelijk tegen voor hij naar binnen ging.
3362 Nu is het voor het grootste deel remstuwing, en de versnelling is gezakt naar nul komma veertien gee.
3363 Als hij op – dit punt weer nul komma tweeënnegentig aan gaat houden dan is zijn snelheid acht dagen na nu nul.
3364 Een paar uur geleden was hij af gaan remmen, om met een niet te hoge snelheid bij de Maan aan te komen.
3365 Net als alle andere mensen uit de Gordel ziet ook hij eruit als een basketballspeler met veel te weinig spieren.
3366 Zijn gladde, donkere haar loopt in een tweeëneenhalve centimeter brede strook van zijn voorhoofd naar zijn nek.
3367 Brennans snelheid nam toe, maar die van het vreemde schip nam af, al had dat nog steeds een enorme vaart.
3368 De eerste mogelijkheid was de gemakkelijkste. Hij had geen schijn van kans meer om iets te smokkelen.
3369 Gemakkelijk genoeg. Het is volkomen onmogelijk om een vijandelijk schip in de ruimte tot staan te brengen.
3370 Brennan kon alle kanten op en het enige dat de Buitenstaander kon doen was achter hem aan gaan of hem vernietigen.
3371 Er vandoor gaan zou het verstandigste zijn. Brennan had een gezin dat hij niet onbeschermd achter wilde laten.
3372 Eén ogenblik lang voelde hij zich als een dier in de val. Alsof het lot spelletjes speelde met zijn leven.
3373 Op dat scherm waren twee vlekken paarswit licht te zien, een groter dan de ander, en ook wat minder scherp omlijnd.
3374 Als de andere piloot nu maar uit zijn cabine wilde klimmen en op de romp van zijn schip wilde gaan staan.
3375 Hoe groot de cilinder ook was, hij kon niet genoeg brandstof hebben bevat voor een interstellaire reis.
3376 Het draaide met Brennan mee toen het voorbijgleed, en hij vond het moeilijk om die enge blik vast te houden.
3377 De regering van de Gordel had toch zeker wel een betere ontmoeting dan nu hier plaatsvond kunnen organiseren.
3378 Het kleinere, andere uiteinde was puntig en glad, het glansde bijna. Bren nan knikte tegen zichzelf.
3379 Maar dat betekende dat het leefsysteem de eindcocon tegen de straling van de aandrijving moest beschermen.
3380 Wat er ook in de laatste cocon zat, het moest belangrijker zijn dan de piloot, en de piloot deelde die mening .
3381 Als dat niet zo was, hadden piloot en ontwerper niets van hun vak verstaan of ze waren krankzinnig geweest.
3382 Maar het was door het ronde raam heen gestapt. Het stond nu op de huid van de cocon, roerloos, wachtend.
3383 Het gebruikte een drukpak. Het had een wapen bij zich – of een reactiepistool, dat kon hij niet zeggen.
3384 Chauvinisme of geen chauvinisme, het gezicht van de Buitenstaander zou een computer nog laten stoppen van schrik.
3385 Phssthpoks eerste duidelijke herinneringen dateerden van de dag dat hij besefte dat hij een Beschermheer was.
3386 Maar zelfs toen, dertien eeuwen in biologische tijd geleden, had hij niet die ontzettende verwarring gekend.
3387 Phssthpoks besef dat hij aan een gewichtige missie bezig was, had meer dan twaalf eeuwen onwrikbaar standgehouden.
3388 Het was gemaakt van een flexibel materiaal, ook de transparante bol. Bij de gewrichten zaten rijgkoorden.
3389 Daarna, zijn hand nog steeds in een ijzeren greep om Brennan, draaide het wezen zich om en keek hem aan.
3390 De schouders, knieën en heupen waren wratmeloenen. Het hoofd was een scheve kalebas op een non existente nek.
3391 Het pak weerstond de druk, rekte uit, en scheurde toen van boven naar beneden in tweeën. Lucht klapte eruit.
3392 Het wezen merkte het en keek hoe Brennan nog twee keer trapte voor hij verder ging met zijn inspectie.
3393 Toen wachtte hij, slap van verlegenheid, tot het onderzoek zou zijn afgelopen. Abrupt was het voorbij.
3394 De Buitenstaander nam hem onder een arm en ging door de ronde deuropening naar buiten, het vacuüm van de ruimte in.
3395 Brennan voelde het transparante plastic om hem heen uitbollen, zodat de lucht binnenin de zak nog dunner werd.
3396 Het was een hele tijd geleden dat hij in een eenmansschip had gezeten. Hij hield niet zo van de hoge zwaartekracht.
3397 Nilsson knikte voldaan, en zijn grijzende, blonde Gordel kuif streek langs de binnenzijde van zijn helm.
3398 Einar had hem aangenomen op verzoek van zijn vader, een oude vriend. De computerprogrammeur was heel iets anders.
3399 Einar wantrouwde eigenlijk mensen die niet genoeg vertrouwen in zichzelf hadden om alleen te vliegen.
3400 Einar blikte omhoog naar het met diamanten bezaaide zwart van de hemel, bijna recht tegenover de zon.
3401 De bewoners van de Gordel accepteerden geen regering die hun handel en wandel op enigszins grondige wijze bijhield.
3402 Twee keer was hij een lading radioactief erts kwijtgeraakt aan een jakkeraar. Eén keer zou typisch zijn geweest.
3403 Nick fronste zijn wenkbrauwen. Soms raakten mijnwerkers hun houvast op de werkelijkheid kwijt, daar in de ruimte.
3404 De Buitenstaander was er nu eenmaal, hier in het zonnestelsel, en iemand moest hem toch tegemoettreden.
3405 Brennan bevond zich helemaal alleen in een kleine ruimte. Het was een rauwe, angstaanjagende tocht geweest.
3406 Als een doorzichtige geest dreef hij naar hem toe, dreigend en uitnodigend, en Brennan begon zenuwachtig te lachen.
3407 Hij begon om zich heen te kijken. Het licht was groener dan de zonlichtbuizen waaraan hij was gewend.
3408 Links van hem stond een massieve, rechthoekige bak met een deksel erop, die op een grote diepvrieskist leek.
3409 Dit was een vrachtruim. Maar de helft van de ruimte in dit druppelvormige ruim bevond zich buiten zijn bereik.
3410 En de lucht was doortrokken van een eigenaardige geur, alsof hij een parfum rook dat hij niet kende.
3411 Deze hier was anders. Onder hem, achter een net van grofgeweven stof, zaten dingen die eruitzagen als gele wortels.
3412 Hij viste hem uit de lucht en bekeek hem. Hij ontdekte hoe hij hem open en dicht moest doen – van buitenaf.
3413 Zelfs in zijn eigen pak zou het riskant geweest zijn om zonder rugpak twaalf kilometer door de ruimte af te leggen.
3414 Hij kon geen kist van de wand trekken, ook niet toen hij er met alle kracht van rug en benen aan trok.
3415 Brennan vroeg zich af wat voor vreemde plant het geweest was. Er zat een hermetisch gesloten plastic zak in.
3416 Het zag eruit en voelde aan als een sterk soort cellofaan dat van ouderdom vol kreukels was komen te zitten.
3417 Wat erin zat, zag eruit als fijn stof, dat zo op elkaar was geperst dat het bijna een vierkante klomp was geworden.
3418 Het zag er donker uit door het plastic. Brennan zweefde naast de kisten, een hand om het gescheurde deksel.
3419 Wanhoop was een fatale vergissing. De geur van de wortels had op de loer gelegen en sloeg nu onverhoeds toe.
3420 Zijn linkerpink deed ontzettend pijn, zat vreemd scheef aan zijn hand, en terwijl hij keek begon hij op te zwellen.
3421 De wortel was tegen de wand geketst en naar hem terug gezweefd. Hij was taai en vezelig tussen zijn tanden.
3422 In een laatste ogenblik van helder denken vroeg Brennan zich af hoe lang het zou duren voor hij stierf.
3423 Met zijn superieure reflexen had hij niet eens zijn reactiepistool nodig. Zijn gevangene zat veilig opgeborgen.
3424 Het was wel duidelijk dat het niet nodig was voor een goed functioneren van het schip. Phssthpok vond geen wapens.
3425 Als hij de goede materialen had gehad, had hij binnen een uur zijn eigen kristal zink fusie buis gemaakt.
3426 De inheemse bevolking was misschien intelligenter dan hij had gedacht, of misschien hadden ze meer geluk.
3427 Maar – voor een groep die al vijfhonderdduizend jaar onderweg was, zou het onweerstaanbaar geweest zijn.
3428 Zijn doelwit moest zich in de richting bevinden van waaruit hij gekomen was, meer naar het hart van de Melkweg.
3429 Phssthpok had daar misschien wel aan gedacht als het schilderij op Brennans borst een ander schilderij was geweest.
3430 Een methode om een Beschermheer in leven en in functie te houden, lang na de dood van zijn bloedlijn.
3431 Bergen dreven boven een zachte, blauwe zee, tegen alle wetten van de zwaartekracht in, de onderkant vlak en glad.
3432 Hij wilde niets kapot maken voor hij had ontdekt hoe hij astronomische gegevens uit de computer kon halen.
3433 En Phssthpoks ongewapende schip gebruikte een grotere massa zuidpolen dan in heel dit zonnestelsel te vinden was.
3434 Waarschijnlijk zaten ze nu al achter hem aan. Ze konden hem niet binnen afzienbare tijd te pakken krijgen.
3435 Hun aandrijvingen zouden krachtiger zijn; de zwaartekracht op hun planeet was ongeveer één punt nul negen.
3436 Voor hun zwaardere aandrijving verschil kon gaan uitmaken, zouden ze door hun brandstof heen zijn...
3437 Hij miste de beugel. Hij dreef door de lege ruimte, terwijl zijn spieren verslapten en volkomen krachteloos werden.
3438 Brennan lag nu helemaal slap en roerloos. Zijn ogen waren half dicht; onder de leden was nog het wit te zien.
3439 In zijn hand klemde hij nog een halve wortel. Phssthpok liet hem ronddraaien zodat hij hem kon bekijken.
3440 Nu moest hij een schuilplaats vinden. Er was geen kwestie van om nu nog dit zonnestelsel te verlaten.
3441 Het stond een beetje gelijk aan al je kinderen verstoppen in dezelfde grot, maar daar was niets aan te doen.
3442 De polarisator was niet in staat om de zwaartekracht van de planeet waarop hij zou landen te overwinnen.
3443 Hij had de gevangene niet durven vastbinden of zijn bewegingsvrijheid op een andere manier belemmeren.
3444 De romp, waarin het polarisatorveld was ondergebracht, zou onder deze acceleratiesnelheid kunnen smelten.
3445 Een gasreus voor hem, met manen – te ver van hem vandaan. Hij zou dagen nodig hebben om er te komen.
3446 Hij had hem bestudeerd toen hij nog een telescoop had. Klein, met een spoortje atmosfeer, en weinig zwaartekracht.
3447 Met een beetje geluk zouden er diepe stofgaten zijn. Hij had er eerder tijd en aandacht aan moeten besteden.
3448 Hij zocht het, voorzichtig, met de toppen van zijn vingers, pakte het van de tafel en probeerde te drinken.
3449 Hij maakte geen aanstalten om het dubbelwandige glas aan te pakken. In plaats daarvan begon hij zacht te klingelen.
3450 Het afgelopen jaar had hij met de rest meegestemd om de autodoc van de Club de serveerrobots te laten peilen.
3451 Luke was een heel goed voorbeeld. Hij naderde, met weinig enthousiasme, zijn honderdvijfentachtigste verjaardag.
3452 Een nauwelijks hoorbaar gemompel van stemmen vulde de leeskamer met een vormeloos, aanzwellend gefluister.
3453 Iemand kwam naar hem toe gelopen met een doelbewuste tred die geen van de Struldbrugs hem had kunnen nadoen.
3454 De man had het lange, smalle lichaam van iemand die een paar jaar op een rekbank heeft doorgebracht.
3455 Je weet dat het schip van de Buitenstaander bestond uit drie gemakkelijk vast en los te koppelen delen.
3456 Alleen de ogen en tanden leken jong, en de tanden waren nieuw, wit en scherp, en pasten niet bij de rest.
3457 Dat je bent aangenomen als piloot is slechts een technisch punt, iedereen zal doorhebben waar het om begonnen is.
3458 Hij ontwikkelde zich bijna normaal. Het zou een monster worden, maar misschien geen hulpbehoevend wezen.
3459 Over een paar weken zou hij zijn lange, lange taak hebben voltooid, of zou blijken dat hij had gefaald.
3460 Er waren niet veel Voortplanters over in het dal, maar wie nog in leven was, moest worden beschermd.
3461 Daarbij werd overeengekomen dat zij en hun steriele Voortplanters het dal mochten behouden tot hun dood.
3462 Van de overlevende Voortplanters was door proeven komen vast te staan dat ze in essentie allen steriel waren.
3463 Ze zou ideaal gebouwd zijn om te vechten, maar ze zou niets hebben om voor te vechten. Ze zou ophouden met eten.
3464 Een kinderloze Beschermheer werd door niemand vijandig bejegend, want hij had geen reden meer om te vechten.
3465 De reisgenoten gingen bij de ingang uit elkaar, en Phssthpok zag er tweeëndertig jaar lang niet een van hen terug.
3466 Boomdes levens wortels vormden een volmaakt voedsel voor een Beschermheer, maar hij kon bijna alles eten.
3467 Hij bleef in dezelfde afdeling omdat hij er weinig voor voelde om ergens anders van voor af aan te beginnen.
3468 Met welke afdeling van de Bibliotheek hij zich ook bezighield, zijn leven zou afhankelijk zijn van anderen.
3469 Het was angstaanjagend om geen honger te hebben. De laatste tientallen jaren was het een paar keer gebeurd.
3470 Het meest recente bericht meldde altijd dat Ttuss nog in leven was ten tijde van het verzenden van de boodschap.
3471 Hij overwoog om naar het dal terug te keren, maar hij wist dat hij op weg erheen van honger zou sterven.
3472 Hij las het zorgvuldig door, het boek in één hand en een wortel in de andere. Wat later at hij de wortel op.
3473 Een ionenmotor en een hoeveelheid cesium... Ze verwachtten langzaam vooruit te komen, en dat gebeurde ook.
3474 De blauwdrukken lagen ergens in de Bibliotheek, met een lijst suggesties over hoe het ontwerp kon worden verbeterd.
3475 Dit was zo ongewoon dat een gedetailleerde medische beschrijving deel had uitgemaakt van het bericht.
3476 De hemel om hen heen was duisterder geworden naarmate de zonnen zeldzamer werden. Ze hadden een planeet gevonden.
3477 Ze hadden wat er nog van het plutonium over was, in de motoren van de landingsvaartuigen gezet en waren geland.
3478 De kleine voorraad wortels die hen nog restte, vertegenwoordigde een aantal werkuren waaraan niet te tornen viel.
3479 Hij kon al zien dat alle kinderloze Beschermheren van zijn wereld bij zijn plan betrokken zouden raken.
3480 Hij was te dichtbij gekomen; hij was gedwongen geweest te landen. Dat zou nog geen probleem zijn geweest.
3481 Ik heb nooit geloofd dat de Buitenstaander alleen, in een eenmansschip, tussen de sterren vandaan zou komen.
3482 Daar moet ie een reden voor hebben gehad. Misschien is het iets dat hij niet onder het stof kon doen.
3483 Die vlaklander regering van je is eindelijk in actie gekomen en heeft ons een paar schepen gestuurd.
3484 Ik kan een versnellingsbank zien door het glas – als het tenminste glas is – en bedieningsapparatuur eromheen.
3485 Verder is hier niets te zien dat op voedsel of een keuken wijst. Ik denk dat ik maar eens verder ga.
3486 Ze gebruikte haar heetpunter. De deur bezweek vlot, heel wat vlugger dan het materiaal waarvan de lens was gemaakt.
3487 Ze maakte de camera los, zette hem tegen een muur, gericht op de oefenmachine, en deed een tweede poging.
3488 Al even gecompliceerde apparatuur voor het omzetten van vloeibaar en vast afval. Het was ongelooflijk.
3489 Blijf in de buurt en houd je aandrijving warm. Als er iets gebeurt, maak dan meteen gebruik van je fusievlam.
3490 En dat meen ik nog echt ernstig ook. We zullen moeten wachten en kijken hoe de zaak zich ontwikkelt.
3491 Brennans hand liet de laatste paar centimeter van de wortel los, en hij draaide zich om en hield op met bewegen.
3492 Hij zei tegen zichzelf dat het te vroeg was, maar zijn maag geloofde het niet. Hij zou net lang genoeg leven.
3493 Hun laserbericht kwam met de snelheid van het licht terug; houd rekening met de kromming van de ruimte.
3494 De expeditie zal zelf fouten hebben gemaakt in het uitzetten van de koers, zal wijzigingen hebben aangebracht.
3495 Iets bonkte drie keer tegen de wand. Eén ogenblik dacht hij dat het een herinnering was, zo ver heen was hij.
3496 Hij had geweten dat er een soort non organisch fotosynthese pro ces gaande was, in de bovenlaag van het stof.
3497 Intelligente wezens waren nieuwsgierig. Fluïdokrimp was tegen veel bestand, maar onkwetsbaar was het niet.
3498 Hij deed de deur naar het ruim dicht, controleerde of hij wel goed op slot zat. Hij hees zich snel in zijn drukpak.
3499 Phssthpok gaf er een harde ruk aan, stak zijn arm door het weke stuk en kreeg iets zachters beet. Hij trok.
3500 Phssthpok gaf het een moordende klap waar het hoofd op de schouders zat. Er brak iets en het wezen verslapte.
3501 Phssthpok tastte het lichaam af op zachte delen. Ergens middenin het lichaam was een niet door bot beschermde plek.
3502 Iets in de atmosfeer van de hut zorgde ervoor dat het wezen rook uitsloeg. Dat zag er veelbelovend uit.
3503 De speer wees niet op een hoge graad van beschaving. Ze hadden waarschijnlijk niets dat door fluïdokrimp kon komen.
3504 Hij haalde een handje water en liet het op een been van de dode druppelen. Een vuurbal was het resultaat.
3505 Van een plek aan de andere kant van de hut keek hij hoe het wezen verbrandde. Dat leek nogal duidelijk.
3506 De gevangene had niets gemerkt. Het water zou de inboorlingen een poosje op een afstand moeten houden.
3507 Einar is ziek geworden, heel ziek. Hij probeerde me te vermoorden toen ik de wortel van hem afpakte.
3508 Hij was ook het grootst. Misschien wilde hij wel graag de kick beleven van het ontdekken van een nieuwe smaak.
3509 De wortel levert een bijna normale analyse op. Hoog gehalte aan carbohydraten, waaronder een aantal suikers.
3510 De wortel heeft een voor mij ondefinieerbare geur. Heeft nog het meeste weg van de geur van zure melk of zure room.
3511 De autodok was ingebouwd in de achterwand, boven een van de drie versnellingsbanken. Einar lag in die bank.
3512 Zijn toestand was steeds slechter geworden. Het zag er niet uit als een ziekte; het leek meer op ouderdom.
3513 Einar was het afgelopen uur tientallen jaren ouder geworden. Hij had dringend een menselijke dokter nodig.
3514 De krater was oeroud, leek maar net jonger dan de planeet zelf. Maar er liepen kriskras jongere scheuren doorheen.
3515 Een paar randen waren bijna scherp; de lucht en het stof waren te dun om voor een snelle erosie te zorgen.
3516 Het moest zijn gemaakt met de communicatielaser van de basis. Daar waren ook de boten, langs het pad.
3517 Luke was licht op zijn schouders, en zijn eigen lichaam was hier ook licht, maar samen waren ze topzwaar.
3518 Nick kwam teruggelopen met een groene tank op zijn schouder. Hij pompte brandstof in de boot via een injectorslang.
3519 Het duurde twee uur voor ze de koepel weer opklapten en op weg gingen naar de opening in de wand van de krater.
3520 Vaalbruine, rond afgeslepen rotsen staken af en toe boven het stof uit, ongerijmde, Dali achtige elementen.
3521 Het was een paar honderd meter van de kraterwand. Naarmate ze dichterbij kwamen werd het duidelijker zichtbaar.
3522 Hij klonk nogal onder de indruk. Met zijn pistool schietklaar boog hij zich over de rand van de boot.
3523 Het was mensachtig, op dezelfde manier als een getekend poppetje mensachtig is. Het bestond uit niets dan knobbels.
3524 De uitdrukking op het gezicht van het wezen veranderde niet, en waarschijnlijk was dat ook niet mogelijk.
3525 Hij kwam het zonnestelsel binnengedenderd in een schip dat nét goed genoeg was om hem zover te brengen.
3526 Nergens aan boord was iets te zien van beveiligingsapparatuur, voor het geval er iets verkeerd zou gaan.
3527 Het scheen het niet eens haastig te doen. Het legde het pistool achterin de boot en ging rechtop zitten.
3528 De woorden zaten vol klikkende en gonzende en ritselende geluiden. De platte, harde snavel zou wel hinderlijk zijn.
3529 Eerst zijn ze Groeier, een stadium dat gelijkstaat aan onze jeugd, en dat ik niet verder hoef uit te leggen.
3530 Jullie zijn bang om een buitenwerelds monster in de buurt te laten komen van een werkend ruimtevaartuig.
3531 Je moet wel. Er zijn genoeg bewijzen, vooral in de verschillende godsdiensten, en ook in volksverhalen.
3532 Het virus kan niet buiten de wortel leven, dus af en toe moet een Beschermheer weer een wortel eten.
3533 Als zich in de grond geen thallium bevindt, dan groeit de wortel nog wel, maar het virus kan er niet in leven.
3534 Zijn soort had teveel tijd gehad om te muteren. Maar hij had op de juiste manier gereageerd op de wortels.
3535 Als het mogelijk was zou hij de gevangene leren wat hij moest weten, want hij moest het werk voortzetten.
3536 Zijn opgerolde lichaam ontrolde zich, strekte zich in zijn volle lengte uit, en hij opende zijn ogen.
3537 Ik was de figuur waarop hij al zijn hoop gericht had. Hij kon zich niet eens verdedigen uit angst me te bezeren.
3538 Ik doodde hem omdat hij zou hebben geprobeerd de mensheid te vernietigen als hij achter de waarheid was gekomen.
3539 De wereld van de Paks is in haar hele geschiedenis nog geen ogenblik volkomen vrij van oorlog geweest.
3540 We hebben het zonnestelsel gekoloniseerd en hebben zelfs een paar interstellaire kolonies op poten gezet.
3541 Alles wat niet meteen kan worden gebruikt, gaat verloren, tenzij iemand het in de Bibliotheek boekt.
3542 Twee eenmansschepen vallen al met hem mee, en het schip van de Buitenstaander heeft zelf een beproefde sleeplijn.
3543 Hij informeerde niet naar zijn vrouw, omdat ze voor zichzelf kan zorgen. Hij informeerde naar zijn lading.
3544 Ik kan zelfs buiten de romp blijven, in een vrachtnet, als jullie me tenminste een radioverbinding geven.
3545 Ergens had hij zich in deze affaire het stuur uit handen laten nemen. Het ging allemaal veel te snel.
3546 Je betaalt ervoor in extra brandstof en voorraden en manuren en vertraging. Maar neem de tijd ervoor.
3547 Brennan zag hij nooit meer. De rest van zijn leven herinnerde hij zich het gesprek in die volgepropte ruimte.
3548 Maar wees niet bang, ik ben niet van plan om ze dag in dag uit met alle mogelijke zorgen te omringen.
3549 Ik vermoed dat de drang van een Beschermheer om na de dood van zijn bloedlijn ook te sterven cul tuurbepalend is.
3550 Zorg voor een maandelijkse verbinding met Ceres, zodat ik op de hoogte kan blijven van recente gebeurtenissen.
3551 Nick Sohl heette hem welkom, en hielp hem zich naar beneden te trekken, waar een reisstoel stond te wachten.
3552 Het was ze bepaald niet duidelijk hoe de hele zaak in elkaar zat, en veel hulp kon ik ze niet geven.
3553 Ik wilde er gewoon niet over praten – en nu ook nog niet, trouwens – en het was veel te laat ook, verdomme.
3554 Je blijkt de hele romp doorzichtig te kunnen maken, of maar een deel, zoals het was toen we het schip vonden.
3555 Hij zei dat als we het achterstevoren wilden slepen, we allerlei beveiligingssystemen op hol zouden jagen.
3556 Brennan stond erop om al het werk zelf te doen, en zelfs hij moest een stralingspak gebruiken, en een schild.
3557 We maakten zijn eigen eenmansschip aan de sleepkabel vast, voor het geval er op weg naar huis iets zou gebeuren.
3558 We bleven op een afstand. Toen – toen draaide hij gewoon om en ging op weg naar de interstellaire ruimte.
3559 Maar we kunnen ze wel waarschuwen, en het zo regelen dat onze opvolgers ze over vijftien jaar weer waarschuwen.
3560 Na verloop van tijd verhongert hij wel. Ondertussen weten we op elk ogenblik van de dag waar hij zich bevindt.
3561 Als hij een manier weet te vinden om in winterslaap te gaan, dan zou hij bij Wunderland kunnen komen.
3562 Gebeurtenissen zijn de meetlat van de tijd. In tweehonderdtwintig jaar gebeurden er heel veel dingen.
3563 Er ontstond een zekere tweespalt over de vraag of het nu wel of niet bij de mensachtigen moest worden gerekend.
3564 Omstreeks het jaar 2340 had het probleem zichzelf opgelost. De mensen hadden geleerd hoe ze het moesten aanpakken.
3565 De bevolking van de Aarde was stabiel gebleven; waar nodig werd die stabiliteit onder dwang gehandhaafd.
3566 Hij werd meteen helemaal wakker en deed zijn ogen open; hij zag een zwarte nacht en heldere sterren.
3567 Die ochtend was hij gaan trekken in de Pinnacles, na een hele week gewoon met een rugzak te hebben gewandeld.
3568 De vreemde verticale geologische opbouw van de Pinnacles strekte zich als een menigte vingers naar de hemel uit.
3569 Hij voelde zich prima, zijn lichaam deed nergens pijn. Nu werd zijn arm helemaal kil, en weer verbaasde hij zich.
3570 Zijn voeten waren in prima conditie, en het lege, verlaten rotslandschap was een genoegen voor het oog.
3571 Niemand gilde dat hij zijn mond moest houden. Zijn benen deden geen pijn, ondanks de klautertocht die middag.
3572 Een mededelingsspoel lag op de amusementsspeler in zijn auto. Hij klikte hem vast en luisterde naar wat erop stond.
3573 Je zult nu al wel beseffen – of misschien ook niet – dat vier maanden uit je jonge leven zijn verdwenen.
3574 Je inspanningen zouden een kostbare en vruchteloze affaire worden, en ik hoop dat je er vanaf zult zien.
3575 Hij was zijn eerste, en tot op heden enige, vrouw kwijtgeraakt omdat hij alleen met tegenzin geld uitgaf.
3576 Op zijn vijfentwintigste had hij zijn vader zover gekregen dat hij het geld aan hem ter hand stelde.
3577 Hij zou écht rijk zijn geworden, zo klonk het tenminste. Maar het was een ingewikkeld geval van oplichting geweest.
3578 Hij kon het onmogelijk allemaal al hebben uitgegeven, zelfs met de stijl van leven die hij er op nahield niet.
3579 Als je werkte had je geen tijd om een goede baard te onderhouden. Tweeduizend per jaar, zijn leven lang.
3580 Truesdale belde zijn huis. In het geheugen van zijn foon zaten vier maanden aan oproepen en berichten opgeslagen.
3581 Barrett was een met veel gevoel voor smaak geklede dame van middelbare leeftijd, die competent en kortaf optrad.
3582 Het was nauwelijks een bedrag waar je van kon leven, maar het zou een aardig extraatje zijn bovenop zijn salaris.
3583 In ieder geval had hij niet gelogen. Vijfhonderd mark per drie maanden, een tikje luxe in zijn leven.
3584 Kijk eens goed in die ogen, dan twijfel jij ook aan het verhaal dat je hem misschien net hebt verteld.
3585 Ze was honderddrieënzeventig toen ik werd geboren. Niemand van ons verwachtte eigenlijk dat ze ooit zou sterven .
3586 En ik heb ongeveer een half miljoen mark geërfd, van een fortuin dat ongelooflijk groot moet zijn geweest.
3587 Het lijkt wel of hij eerst met een verdover in slaap is gebracht, en daarna vier maanden in een vriescel is gelegd.
3588 Je zou denken dat als je iemand van een berg kidnapt je ook wat sporen zou moeten achterlaten, maar nee hoor.
3589 Uw wagen is op de parkeerplaats blijven staan omdat het parkeergeld vooruit was betaald. De toelage ook.
3590 Hoogst ingenieuze, bewonderenswaardige apparatuur, waarvan hij zich nog nooit rekenschap had gegeven.
3591 Het vertrek was klein, maar heel comfortabel. Het bureaublad was voorzien van koffie en theekraantjes.
3592 Robinson leunde achterover in zijn stoel, alsof hij blij was dat iets hem even van zijn werk haalde.
3593 We hebben niet kunnen nagaan waar het geld vandaan komt, maar we weten zeker dat het niet van uzelf afkomstig is.
3594 Verder hebben we twee gevallen aangetroffen waarbij van hetzelfde soort selectieve amnesie sprake is.
3595 Maar ze had een heel ander verhaal, dat heel veel op het uwe leek, en ook zij had een jaargeld gekregen.
3596 In de twee vorige gevallen moest het geld naar onderzoek naar prothesen ter vervanging van lichaamsdelen.
3597 Als zij iets met hem uit te staan heeft gehad, dan hebben wij die connectie in ieder geval niet kunnen vinden.
3598 Dit was iets dat hij al een hele tijd van plan was geweest, maar waar hij nooit geld voor had gehad.
3599 Ze was even lang als de gemiddelde man of vrouw uit de Gordel, maar haar spieren waren veel beter ontwikkeld.
3600 De anderen zongen, vals en af en toe uit de maat. Het weerkaatste tussen het betonnen dak en de vloer.
3601 Haar gezicht was mooi, op een heel scherpe, hoekige manier, en er lag geen erg bereidwillige uitdrukking op.
3602 Maar als de telescopen ze die vier maanden lang niet kunnen vinden, kan iemand natuurlijk vragen gaan stellen.
3603 Het was een drukpak met een stasisveld voor noodgevallen, en het ding dat in het drukpak zat, was heel gevaarlijk.
3604 Even had hij een heel vaag antwoord, maar het wilde geen vaste vorm aannemen. Hij borg het weg in zijn geheugen.
3605 Het was voorgekomen dat ze alle vijf aan dezelfde kant van de zon waren geweest, maar dat gebeurde zelden.
3606 Vesta was het kleinst van de vijf. De steden lagen aan de oppervlakte, onder vier grote, dubbele koepels.
3607 De zwaartekracht, en niet genoeg ervaring. Hij was heel beleefd gebleven, maar ze hadden elkaar niet teruggezien.
3608 Ik wist nog steeds niet zeker of ik wel wilde gaan. Per slot van rekening kon ik altijd mijn plaats annuleren.
3609 Een aantal bewoners van de Gordel gaf voor alleen maar minachting te hebben voor de spieren van vlaklanders.
3610 Hij was in een snelle baan op weg naar een asteroïde met wat kleine machine onderdelen toen... niets meer.
3611 Hij zag het heelal, zó dichtbij dat hij het kon aanraken. En de kamer kostte hem meer dan genoeg geld.
3612 Hij moest leren om weer geld uit te geven zonder er een gezicht bij te zetten of hij op een citroen zoog.
3613 Maar fusie was goedkoop en toen het water eenmaal was gemaakt, kon het steeds weer opnieuw worden gedestilleerd.
3614 Ze was gekleed in een wijde broek en een blouse; geen formele kleding voor een diner, volgens Truesdale.
3615 Misschien had hij er een paar uit de vrachtcocon gehaald, en aan boord van het schip van de Pak waren er nog wat.
3616 Hij heeft te veel medegevoel voor een niet menselijk wezen, en hij is te sterk om een mens te kunnen zijn.
3617 Hij moet het principe erachter hebben begrepen, en het ding hebben verbeterd tot een zwaartekrachtgenerator.
3618 Nu was hij tweehonderdtwintig jaar lang, en zijn activiteiten strekten zich over het hele zonnestelsel uit.
3619 De wodka martini kwam behoorlijk hard aan. Hij had niet geluncht en nu was zijn maag een gapend vacuüm.
3620 Als je helemaal aan de grond zit, kun je jezelf ermee in leven houden en het groeit vrijwel vanzelf.
3621 Maar we hebben geen bewijzen. We hebben een theorie, met een gapend gat erin, en dat is het enige dat we hebben.
3622 Toen de kelner met een zacht luchtgefluister kwam aanglijden, tikte ze de code voor nog twee glazen cognac in.
3623 Als hij op dit ogenblik hier is, dan moet hij de aandrijving van het Pak schip onbemand verder hebben gestuurd.
3624 We gaan er vanuit dat hij een manier heeft gevonden om de wortels te verbouwen en zo aan voedsel is gekomen.
3625 De cognac deed zich gelden. Als hij nu struikelde over een ingewikkeld woord, zou ze alleen maar om hem lachen.
3626 Hij kan op dit ogenblik overal zijn binnen dat gebied, en morgen kan ie weer heel ergens anders zijn.
3627 Hij zou erboven kunnen blijven hangen tot hij een gat had gebrand door de bevroren lagen, en dan landen.
3628 Toen hij er zeker van was dat de planeet manen had, koppelde hij de aandrijving van het Pak schip los.
3629 Van goede cognac krijg je een kater, maar geen hoofdpijn. Het was een van de betere nachten geweest.
3630 Hij wist ze weer te pakken te krijgen, maar het werd wel een scheve stapel. Ze smaakten naar pannekoeken.
3631 Misschien moest je de volkomen naakte bakster erbij optellen om er een typisch gerecht uit de Gordel van te maken.
3632 Als je in de Gordel woont, besteed je een te groot deel van je tijd aan het in de oneindigheid kijken.
3633 Als je die omgeving weet, en zijn motieven kent, zou je zijn handelingen precies kunnen voorspellen.
3634 Verder kijkt hij naar de bewegende lichtjes van fusiemotoren met zijn eigenaardige versie van een telescoop.
3635 Na twee dagen merkte je het alleen nog als je je erop concentreerde. Dat gevoel was niet veranderd – dacht hij.
3636 Alice lag naast hem in de andere hangmat. Haar ogen waren open, om haar mond lag een wat gespannen trek.
3637 We hebben genoeg brandstof om dat twee keer te doen, een keer op de heenreis, een keer op de terugreis.
3638 En als ze brandstof moesten gebruiken om te verkennen dan zouden ze met een lagere topsnelheid terugkomen.
3639 Het gevoel van de één gee zwaartekracht verdween langzaam. Het trillen van de aandrijving was verdwenen.
3640 Voortplanters doen dat vaak niet. Erger nog, misschien heeft hij wel een metgezel aan boord van dat grote schip.
3641 Lasers, natuurlijk. Lasers zijn te nuttig als een voor alles bruikbaar stuk gereedschap om achter te laten.
3642 Truesdales logische aanpak is een munt opgooien, twee keer. Brennan weet dat hij slim genoeg is om dat te beseffen.
3643 Nu hebben we weer levende misdadigers en op de een of andere manier moeten ze weer terug in de maatschappij.
3644 Er was iets vóór hen. In de telescoop en de radar was het niet te zien, maar de massa detector gaf het aan, nét.
3645 Alice hing voorover tegen de riemen om haar hangmat heen; haar lichaam wees naar de neus van het schip.
3646 Hij klemde ze vast om niet te vallen en trok het pak met één hand aan. De trekkracht was een paar pond, meer niet.
3647 Alice was weer eerder dan hij klaar en zweefde nu de ladder af, naar de neus. De massa detector draaide dol.
3648 En – hij wist dat het waar was – ze kon afhankelijkheid van anderen niet aanvaarden, niet opbrengen.
3649 De vooruitstekende kin en de ronding van het voorhoofd verknoeiden de gladde lijnen van het Pak hoofd.
3650 Ze had haar drukpak nog aan, maar de kap was open. Daar was het schip, met de buik naar beneden op..
3651 Ik wilde alleen dat je niet met vlammende wapens landde. Dit eco systeem is niet zo gemakkelijk in stand te houden.
3652 Een met gras begroeide bol, waar aan een kant een reusachtige boom uit stak. Het schip lag naast de stam.
3653 Voortplanters, ingevroren natuurlijk, voor het geval we na tweeëneenhalf miljoen jaar waren uitgestorven.
3654 Als je zo intelligent bent als een Pak, is er maar een goed antwoord, gegeven de apparatuur waarover ze beschikten.
3655 Hij zou ophouden met eten, natuurlijk. Maar eerst zou hij zijn schip ter bestemder plekke willen afleveren.
3656 Hier waren fruitbomen geplant, en notebomen en groentebedden, sommige net boven de grond, andere al vruchtdragend.
3657 Maar een atoomgenerator van dat formaat zouden ze hebben gezien . Alice keek van de oever op hem neer.
3658 Hij dook onder wild warrelend water door, en kwam aan de andere kant van de waterval uit, op weg naar beneden.
3659 Hij wist niet hoeveel storing er moest zijn, of hoe sterk die moest zijn, om het instrument te activeren.
3660 De lippen krulden zich in een plotselinge glimlach, en het gezicht begon te smelten... Kobold was gedraaid.
3661 Mijn schip is een kopie van het schip dat door Phssthpok is gebruikt, afgezien van wat verbeteringen hier en daar.
3662 Het is voor een deel dank zij mijn activiteiten dat jullie al zo lang geen oorlog meer hebben gehad.
3663 En daarom zijn jullie zachtaardiger geworden, en aardiger in de omgang, en daar mag je gelukkig mee zijn.
3664 Roy knipperde met zijn ogen, vocht tegen de duizeligheid. De sterren kwamen met een ruk tot stilstand.
3665 Nu moet ik er vanuit gaan dat hij ons in de gaten heeft gehouden om te zien of Phssthpok hier wegging.
3666 Maar ze zouden verder weg zijn dan je zou afleiden uit de dichtheid van je rare chemische verbindingen.
3667 Brennan scheen niet naar haar te luisteren – hij was bezig met de telescoop – maar ze ging toch verder.
3668 Maar er waren wel een paar honderd blauwe puntjes, allemaal even groot, heel klein, een eind uit elkaar.
3669 Voor ik je weer in de Pinnacles alleen liet, heb ik je hele geest uitgewist, toen speelde ik de opname erin.
3670 Hij ging ze voor, een luchtsluis in, en liet ze iets zien aan de andere kant van de glazen binnenkant.
3671 De hemel was nu zwart. De zon was groter en minder fel; je kon je ogen niet beschadigen door ernaar te kijken.
3672 Even later zwom Brennan de vijver over, naar de plek waar ze zaten, zijn armen tollend als propellers.
3673 Als ik een geweldig nieuw wapen kon bedenken dat ik mee kon nemen zou ik hier nog een jaar blijven om het te maken.
3674 Dit liep in hoog tempo uit de hand. Brennan had ze geconfronteerd met teveel belangrijke beslissingen tegelijk.
3675 Terwijl Roy toekeek schoof de zon iets naar links, werd zwakker, en het schip was middenin de bol te zien.
3676 Brennan had de vijver leeg laten lopen; het was nu een ondiepe modderzee. Kobold was zijn magie al kwijt.
3677 De koele modder gleed tussen zijn tenen door. Brennan bukte zich, stak zijn arm diep in de modder, en trok.
3678 Kobold begon in elkaar te kreukelen, alsof het een bal papier was die door een onzichtbare hand werd verfrommeld.
3679 Rotsen kolkten en begonnen te gloeien met een geel licht. Roy kreeg een eng gevoel in zijn hart en zijn maag.
3680 Natuurlijk moet je dat precies op het goede ogenblik doen, anders heeft hij er niet zoveel last van.
3681 Een groen paradijs, misschien; een fijne plek om er je leven door te brengen... tot Brennan arriveerde.
3682 Lang geleden heb ik er ook aan gedacht om naar een Pak vloot uit te kijken, maar ik heb het niet gedaan.
3683 Rond de honderdvijftig schepen. Ik ga er maar van uit dat ze geen veranderingen hebben aangebracht in het ontwerp.
3684 Of de verkenners kunnen zijn ontploft. Of anders ontgaat je misschien waar ik heen wil – ze zijn er al bijna.
3685 Dat is genoeg tijd om een maagdelijke wereld tot ontwikkeling te brengen; als je uitgaat van een bevolking van.
3686 Als het plasma dicht genoeg was, kon de vijand zijn aandrijving niet eens afzetten zonder te worden gecremeerd.
3687 De vijftienhonderd kilometer lange vleugels van een stuwschepveld zouden gemakkelijker te raken zijn.
3688 Ze smeten bommen naast hem die een onredelijk grote snelheid hadden, waarschijnlijk door een lineaire versneller.
3689 Hij had het voorste schip geraakt, maar het achterste schip was er nog... en de snelheid ervan werd minder.
3690 Roy concentreerde zich op het tweede stel, dat nog steeds de afstand verkleinde. Hij probeerde een draai.
3691 Toen was de helft van zijn wapenpaneel rood en hij moest maar raden wat er in de cocon achter hem was ontploft.
3692 Waarschijnlijk die idiote projector: hij had geprobeerd een gat te maken in het stuwschepveld van het ene schip.
3693 Hij vuurde een hele serie bommen af uit de zijkant van de vrachtcocon die het verst van de ontploffing was.
3694 Roy moest zichzelf keer op keer voorhouden dat het niet echt was, dat het alleen maar doen alsof was.
3695 Wat er aan de andere kant uitkomt is helium en nog wat overgebleven waterstof en een aantal hogere fusie produkten.
3696 Hij maakte een wijde kegel voor het eerste schip en liet die achter het schip bijna in een punt toelopen.
3697 Je krijgt fusie van een hogere orde dan jij produceert; zijn uitstoot zou rijk aan beryllium moeten zijn.
3698 Je bent klaar voor het gevecht, beter kan niet. Wees alleen voorzichtiger met die elektromagnetische projector.
3699 Hij zweefde door kale spelonken en tunnels in de rots en kreeg het drukkende gevoel ver onder de grond te zijn.
3700 De vierde dag hield het lawaai in de werkplaats op, en toen hij ging kijken lag Brennan ogenschijnlijk te slapen.
3701 Hij raakte gewend aan Brennans gewoonte om een gespreksonderwerp van dagen geleden weer op te vatten.
3702 De prisma wierp een regenboog spectrum op een witte ondergrond. Brennan wees naar een felgroene lijn.
3703 We zijn nog maar een paar lichtweken van Sol vandaan en hij een lichtjaar, en ik denk dat hij aan het afremmen is.
3704 Een maand kost ons niet veel – en ik moet weten hoeveel er zijn, en waar ze zijn, en waar ze heengaan.
3705 In de lege oefenzaal zweefde hij tussen vloer en plafond en liet zijn armen en benen wijde cirkels beschrijven.
3706 Hij rilde in zijn pak, al zat het veel prettiger dan het ooit gezeten had. Brennan was er aan bezig geweest.
3707 Robots die op weg naar de te koloniseren wereld averij opliepen, konden op tijd door andere worden vervangen.
3708 Misschien vonden ze het een vermakelijke gedachte om zichzelf en hun nakomelingen vlaklanders te horen noemen.
3709 Als het me niet lukt moet ik er van uit gaan dat ze hun tandems op een andere manier bij elkaar houden.
3710 Als ze me in die maand ontdekken, komen ze achter me aan, als ik ze kan laten denken dat ik gevaarlijk genoeg ben.
3711 En tegen die tijd kunnen ze heel goed tot de conclusie komen dat ik te gevaarlijk ben om me te laten ontsnappen.
3712 Ik haal gewoon twee bommen naar het leefgedeelte en tussen de generatoren maak ik een metalen schelp.
3713 Brennan pakte hem onder zijn oksels beet en tilde hem overeind. Zijn handen waren zo hard als schoppen.
3714 Ik heb het expres zo laag gehouden omdat ik bang was dat ze zouden denken dat ik sneller kon dan zij.
3715 Ik vermoedde dat een gezonde Pak tot in lengte van dagen drie gee kon verdragen, en vijf jaar lang zes gee.
3716 Langer zou zijn dood zijn. Ze wisten wat ze konden verdragen en wat niet, en pasten hun ontwerp daaraan aan.
3717 Ze gingen zó snel dat de sterren achter hen een rood verschuiving hadden ondergaan en nu zwart waren.
3718 Brennan liep naast hem, klaar om hem op te vangen. Het voelde wérkelijk aan of hij ziek was geweest.
3719 Toen werd de zwaartekracht weer twee komma een zes gee, en was hij opnieuw een tweehonderd kilo wegende zwakkeling.
3720 Brennan had het allemaal al gelezen; hij las zó snel dat hij zijn twee jaar voorsprong niet eens nodig had gehad.
3721 Bedenk wel dat de eerste honderd mensen die op Thuis stierven elkaar even goed kenden als jij je broer.
3722 Ze waren nog te ver weg, en het licht dat ze afgaven, viel niet geheel binnen het zichtbare spectrum.
3723 Brennan had hem nooit laten zien hoe hij dat wapen moest gebruiken. Het was te fijn afgestemd, te intuïtief.
3724 Alleen maar heliumlijnen. Achterste schip weg, het voorste schip komt met ongeveer één gee op me af.
3725 Logica zei hem dat hij tweeëneenhalve dag lang niets zou zien... En hij had het bij het verkeerde eind.
3726 Het felle licht kwam van onder hem, verlichtte het binnenste van de cocon waarin het leefgedeelte zat.
3727 Ze hebben toch al zware lasers bij zich, die zijn nodig om met de hoofdvloot te kunnen communiceren.
3728 Nu zaten ze opgesloten in een grijze huls, en de verkenners waren alleen maar op het telescoopscherm te zien.
3729 De lasers kwamen in twee stralen verschroeiend groen licht, en de Beschermheer was van achteren blind.
3730 Een deel van de huid van het schip kookte op angstaanjagende wijze weg. De onderhuid had een spiegel oppervlak.
3731 Terwijl hij plaatsnam achter het instrumentenpaneel, werd de cabine overspoeld door een vloed groen licht.
3732 Oké, we hebben ongeveer een uur voor we weer naar buiten moeten. Zorg dat we in de goede positie komen.
3733 Erger nog: het getij effect zou de stukken op één lijn hebben gebracht met het midden van de massa van de ster.
3734 Roy begreep dit. Voor ze het schip verlieten, begreep hij het niet alleen, maar kon hij het voelen ook.
3735 Hij ging op het doorzichtige plastic van de patrijspoort in de neus staan en klauterde toen langs de wand.
3736 De sporten waren erop berekend een andere kant op te klimmen. Het zich de luchtsluis in manoeuvreren was moeilijk.
3737 Nog wat minuten, en het getij zou hem hebben fijngedrukt tegen de patrijspoort, een insekt onder een schoenzool.
3738 Het schip zakte van hem vandaan. Hij zag een minuscuul mensachtig figuurtje, ineengedoken in de luchtsluis.
3739 De kracht werd sterker. Zachte handen grepen zijn hoofd en voeten en probeerden hem uit elkaar te trekken.
3740 Ik zag je bezig. De zwaartekracht van de ster moet de kogels uit de goede richting hebben getrokken.
3741 Waar ik echt bang voor ben is dat schieten op de Pak schepen wel eens zinvol geweest zou kunnen zijn.
3742 Alle andere dingen die je doet zijn ook zinvol, vroeg of laat. Als dat hiervoor ook opgaat, schei ik ermee uit.
3743 En als ze me wilden volgen, dan moest dat op een koers die maar heel weinig mocht afwijken van de mijne.
3744 Roy werkte met zijn schouders een beetje opgetrokken tegen dodelijk groen licht, maar dat kwam niet.
3745 Hij ontdekte het een paar dagen later toen hij zijn kamer in liep en langs een berghelling naar beneden staarde.
3746 Uren zat hij naar de ongrijpbaar on aardse landschappen te kijken, en wilde dat hij er zo in kon lopen.
3747 Een in vrede levend volk was niet zó gemakkelijk te overreden tot het op poten zetten van een totale verdediging.
3748 Die gebruiken we als kanonnen. En ik heb ontwerpen voor wapens die zijn gebaseerd op kunstmatige zwaartekracht.
3749 Toch werd vechten een onderdeel van hun programma. Er waren allerlei soorten manieren om de tijd te doden.
3750 We hebben meer dan voldoende brandstof, en op de een of andere manier voel ik dat je wel graag naar beneden wilt.
3751 Het afgelopen jaar waren op zijn visiemuren alleen stukken van het landschap van Thuis te zien geweest.
3752 De schattende blik die bij Roy soms de gedachte deed postvatten dat hij een idiote suggestie had gedaan.
3753 Roy begon zijn inspectie met de apparatuur die moest zorgen voor voedsel, water en lucht. Allemaal in orde.
3754 Om zijn mond speelde een flauwe glimlach. Weer liet hij de gedachten die hij toen had gehad de revue passeren.
3755 De gedachtengang was nog steeds afschuwwekkend, maar als er een logische fout in zat kon hij hem niet vinden.
3756 Brennan wilde hem op één plek vasthouden, het hem onmogelijk maken iets te doen. Maar dat ging niet door.
3757 Hij begon te vallen. Het kostte hem een volle minuut om de aandrijving zover te krijgen dat hij wat stuwkracht had.
3758 Hij wist de juiste frekwentie, en de plek waarop hij moest richten... als die aan de goede kant van de planeet zat.
3759 Irrationeel, maar geen tijd om erover na te denken. Hij klauterde snel de stoel uit en een ladder af.
3760 Daartoe moest hij aan boord gaan van het vrachtschip. Een daad die zou getuigen van een onmogelijk soort heroïek.
3761 Op de buitenwand van het vrachtschip een sleeplijn lassen, voor Roy veel vermogen uit zijn motor wist te krijgen.
3762 De deur was niet van hetzelfde materiaal als de romp; hij boog wat door onder de druk, maar bezweek niet.
3763 Zijn arm deed hem helemaal geen pijn, maar het geluid van Brennans val zorgde voor een wurgende pijn in zijn maag.
3764 Roy was er zich van bewust dat Brennan zijn hemd verscheurde om er een tourniquet onder de schouder van te maken.
3765 De gebeurtenissen die volgden maakte Roy maar nauwelijks mee; hij ijlde en was vaak maar half bij bewustzijn.
3766 Zijn gewonde arm scheen een afdoende verklaring voor de comatoestand waarin hij verkeerde toen ze hem vonden.
3767 Het duurde even voor ze beseften dat hij iets anders te pakken had. Twee van de piloten hadden het toen ook al.
3768 Als de nood aan de man kwam, hoefde hij er alleen maar voor te zorgen dat hij of zijn lijk Thuis bereikte.
3769 Maar op een gegeven ogenblik had hij ook een variëteit gevonden die het deed in het menselijk lichaam.
3770 Ze was aan de andere kant van een flexibele plastic wand. Ze hadden ons met onze infectie geïsoleerd.
3771 Er waren twee rijen bedden, en op elk bed een half veranderde Beschermheer, die er halfverhongerd uitzag.
3772 Ik dacht er over na, terwijl de verpleegster een dokter ging halen en de dokter een drukpak aantrok.
3773 We dachten zelfs dat hij niet meer bestond. Als ik had gedacht dat er ook maar de minste kans was...
3774 Tussen de bedrijven door won ik zoveel mogelijk informatie in over de verschillende industrieën op Thuis.
3775 Overigens waren er nog andere manieren waarop hij had kunnen vervalsen wat ik had gezien van de Pak verkenners.
3776 Het leek me niet meer dan redelijk om dit rapport in romanvorm te gieten. Er is zoveel dat ik niet zeker weet.
3777 Truesdale mogen jullie voor waar houden, op grond van het feit dat ik niet zonder reden over hem zou liegen.
3778 Als we zo lang in leven weten te blijven zullen we hun spoor moeten volgen, terug naar de ontploffing in de Kern.
3779 Maar Chalk was, nu hij de les van de pijn voor de zoveelste keer leerde, het middelpunt van de groep.
3780 Het klimmen ging verder. Bleke vlezige handen strekten zich uit om glanzende stangen vast te grijpen.
3781 Hij had de lippen van een slank iemand, de lippen van een bedoeïen die tot op het bot door de zon verbrand was.
3782 Spieren die door de spanning waren verstrengeld en verwrongen kwamen weer glad te liggen. Chalk glimlachte.
3783 Hij werkte hard, zelfs nu, om velen genot te brengen, pijn bij enkelen, genot en pijn tegelijkertijd bij zich zelf.
3784 Chalk boog zich naar voren, waarbij de ene buikplooi zich over de andere vouwde. Hij veinsde belangstelling.
3785 Mijn zuster heeft me aan mijn haren getrokken. Mijn moeder dwong me chemifix bij het ontbijt te eten.
3786 Toch lag er onder het glasachtige oppervlak van voortgezette kinderlijkheid wezenlijke pijn. Chalk voelde het.
3787 Chalk bekeek aandachtig de glimmende ringen die gebed lagen in de vetranden van zijn korte, dikke vingers.
3788 Hij doet zijn kunstje en iedereen applaudisseert, en dan laten we hem weer in zijn poeltje terugvallen.
3789 De patronen van zijn zenuwstromen waren bizar; de gewaarwordingen werden afgebogen, versterkt, afgeketst.
3790 Nu waren de Torens aangevreten, pokdalig geworden door de tijd, doorboord door de pijlen van het verval.
3791 De verlichting van de kamer was gebrekkig. Flitsen indirect licht verschenen volgens een toevallig patroon.
3792 Een lange man, breedgeschouderd en vierkant, tamelijk gespierd en met dik zandkleurig haar. Zo was hij geweest.
3793 De vreemde chirurgen hadden de fundamentele structuur intact gelaten. Maar al het andere was veranderd.
3794 Ik ben een monster. In één klap ben ik jouw wereld uitgestapt en in de wereld beland van de gebochelden.
3795 Ze leiden niet langer meer een onafhankelijk bestaan en ze raken verstrikt in het feit van hun eigen misvormingen.
3796 Er was geen beweging mogelijk zonder het omhulsel van ongemakken en pijn. Zijn lichaam vergezelde hem nog steeds.
3797 Binnenin hem kronkelden slangen in en uit elkaar. Nietige afsluitkraantjes lieten mysterieuze hormonen in hem vrij.
3798 Met een wilde handbeweging stelde hij de spiegel in werking en aanschouwde zijn eigen naakte lichaam.
3799 De tere vlokken verdwenen bijna direct nadat ze op de grond waren gevallen, maar het rijspoor was glibberig.
3800 Als Chalk hem kon verdenken van dergelijke verlangens, dan moest hij alle vertrouwen in hem verloren hebben.
3801 Het enige waar ik aan dacht was dat ik er genoeg van had om naar het hutspotlichaam van Burris te kijken.
3802 Hij schudde zijn hoofd. Het voertuig schoot vooruit, een naald die de zwarte stof van de nacht doorboorde.
3803 Ze konden de sneeuw snel genoeg de baas zodra het de grond raakte, maar ze konden niet verhinderen dat het viel.
3804 Bolle, nog ongevormde gezichten met knopjes van neuzen en glimmende natte kwijlmondjes en nietsziende ogen.
3805 Fijne oortjes, pijnlijk volmaakt. Gebalde kleine handjes met onwaarschijnlijk schitterende nageltjes.
3806 De lift bracht haar snel naar de begane grond. De wind zwiepte door de smalle gang tussen de hoge gebouwen.
3807 Muisgrijs haar dat om haar oren wapperde. Een dunne nek, afhangende schouders, een ontoereikend lichaam.
3808 Microinjectie was zelfs toen niets nieuws meer, maar het werk met cellen van zoogdieren vertoonde gebreken.
3809 Lona knipperde met haar ogen. Hijgen en stoten en een rilling tussen de dijen en er is een baby gemaakt.
3810 Misschien twee. Lona gooide haar smalle schouders naar achteren, vulde haar benauwde longen met lucht.
3811 Het gebaar deed haar borsten omhoog en naar voren komen en er verscheen kleur op haar hoekige wangen.
3812 Zijn hand ging naar beneden, vond haar heup, bewoog zich wellustig over haar platte bil, haar magere lendenen.
3813 Ze zag de gokafdelingen waar iemand alle mogelijke spelletjes kon spelen voor alle mogelijke inzetten.
3814 Roulettes draaiden, lichten floepten aan en uit, knoppen klikten. Lona begreep niets van de gokspelletjes.
3815 Vrouwen voor mannen, mannen voor vrouwen, jongens voor meisjes, meisjes voor jongens, en elke denkbare combinatie.
3816 Degenen die verkochten waren niet gedwongen om te verkopen. Ze konden bijvoorbeeld ook in een winkel gaan staan.
3817 Een luiaard sloeg gretig zijn klauwen in een dode boom. Nerveuze coatimundis liepen in hun kooi heen en weer.
3818 De stank van wilde dieren werd uit de zaal weggezogen door zoemende pompen onder de flagstone vloer.
3819 Duncan Chalk had de tapes van het paar drie dagen lang bestudeerd en schonk het project bijna onverdeelde aandacht.
3820 De grondstof waaruit ze waren gevormd was menselijk. Een spermatoïde, een ovum, een reeks erfelijke factoren.
3821 Een jongetje, een meisje, schone leien die nog door de griffel van het leven beschreven moeten worden.
3822 Zijn gedwongen rokkenjagerij was daar een aanwijzing voor. Als je nu naar hem keek, zag je de schijn van kracht.
3823 Chalk voelde de onder de oppervlakte aanwezige uitstraling van angst en nervositeit. Aoudad wachtte.
3824 En als de een of andere stomme puber haar te pakken krijgt en haar bezoedelt, is het verhaal bedorven.
3825 Wanneer de liefde tot geld en de liefde tot macht beide bevredigd zijn, blijft de liefde tot liefde over.
3826 Chalk zag boten aan de horizon. Mannen die op hem af kwamen, hoog opgericht en met grimmige gezichten.
3827 Hij zwom vlak onder de oppervlakte, wit glimmend in het middaglicht. Water stroomde in cascaden van zijn rug.
3828 Burris voelde dat ze hem gaarne zouden ontleden om zijn geheimen meer gedetailleerd te weten te komen.
3829 Hij lag er vredig bij. Hij zag er zo rustig uit als een monster er zelfs in zijn dood maar rustig kan uitzien.
3830 Een officier, het hoogste product van de mensheid, gewapend, met hogere wiskunde en nog hogere topografie.
3831 Ze hadden een stel van dergelijke tentakels onder zijn armen kunnen doen bijvoorbeeld, dat zou handig geweest zijn.
3832 Ze hadden hem op een tafel uitgestrekt, of het Manipoolequivalent van een tafel, iets hellends en onstabiels.
3833 Ze hadden krompassers over de vliezen van zijn oogballen gelegd. Ze hadden de celinhoud van de zaadbuis berekend.
3834 Ze hadden bloedvaten afgebonden. Ze hadden de grijze zijdeachtige massa van de hersenen blootgelegd.
3835 Sta stil, eeuwig bewegende hemelsferen, opdat de tijd moge ophouden en middernacht nooit moge komen .
3836 Dat had hem diep aangegrepen, twaalf was hij toen – een zo fundamentele verandering in zijn lichaam, zo permanent.
3837 De nuclei van het merg, die impulsen ontvingen van het voorhof van het oor – weg. De basale gangliae.
3838 Je moet beseffen dat meneer Chalk je – eh – ongeluk onmogelijk op een dergelijke manier zou kunnen uitbuiten.
3839 Toch – laat ik openhartig zijn – denk ik dat je graag terug zou keren naar een normale menselijke vorm.
3840 Hij wierp de spottende gereserveerdheid van zich af waarachter hij, besefte Aoudad, zijn wanhoop verborg.
3841 Burris stond op en begon met eigenaardige vloeiende en glijdende stappen de kamer op en neer te lopen.
3842 Ze hadden een eeuw nodig gehad om de techniek te perfectioneren, en nu voegden ze alles samen in éen project.
3843 Ze volgde de daaropvolgende stappen. De eitjes werden verzorgd in kunstmatige eileiders totdat ze rijp waren.
3844 De zwemmende spermatozoïden kronkelden naar hun doel. Eén donor, één explosieve uitbarsting in oogsttijd.
3845 Vele ova waren in de voorafgaande stadia verloren gegaan. Vele waren niet vruchtbaar of niet bevrucht.
3846 Er was sprake van dat men honderd andere vrouwen zou zoeken om de honderd ontluikende zygoten te dragen.
3847 Koekoeksfoetussen, die de verkeerde buiken lieten zwellen. Uiteindelijk werd dit echter buitensporig bevonden.
3848 Een tiental paar dijen openden zich niet voor een minnaar, maar voor alledaags grijze aluminium kokers.
3849 Een zachte duw, het binnen dringen van de vloeistof, de voltooiing van de implantatie. Sommige pogingen mislukten.
3850 De acht vrijwillige moeders deden het goed. De zwangerschap werd in hun lichaam kunstmatig versneld.
3851 De draagsters, de metalen schoten – ze hadden warmte en steun gegeven, maar ze waren geen moeder voor de kinderen.
3852 Dokters naast haar om haar antwoorden te leiden. Haar moment van roem, duizelig makend, verbijsterend.
3853 Lona zei eigenlijk heel weinig. Deels kwam haar zwijgzaamheid voort uit angst, deels uit onwetendheid.
3854 Diep dreunende akkoorden; een droevige klaagzang over de moeder van een honderdling. Het werd overal gespeeld.
3855 Het kind werd haar afgenomen en in zijn antiseptische ruimte teruggelegd. Ze mocht ze geen tweede keer bezoeken.
3856 Een verdovend middel. Een waas waarin ze wegzonk, maar waardoorheen ze zich van de penetratie bewust was.
3857 Doktoren die leven konden schenken aan een stofdeeltje konden ook het leven behouden in de bron van dat deeltje.
3858 Een wonder dat negen dagen duurt, wordt op de tiende dag obscuriteit verleend. Obscuriteit, maar geen rust.
3859 Burris veranderde de uitdrukking op zijn gezicht niet. De man knipperde bij het zien van het onverwachte.
3860 Maar dat was beter, dacht Burris, dan dat de nachtmerrie in je leven zelf was geslopen, zoals bij hem gebeurd was.
3861 Ze stapten in de auto. Het was alsof hij de ene schoot ruilde voor een andere, minder ruim maar uitnodigender.
3862 Burris deed zijn hoed af. Hij wende zich er in korte stadia aan om zich aan andere mensen te vertonen.
3863 Maar de stoel was geprogrammeerd voor een omvangrijker iemand. Hij leek te gonzen alsof de spanning te hoog was.
3864 Het voertuig schoot naar binnen en kwam tot stilstand in het binnenste van het gebouw. Het portier sprong open.
3865 Hij ervoer een moment van schrik toen hij zich zo onverwacht bekeken voelde worden door een vreemde.
3866 Burris stond voor hem, zijn handen gevouwen, de kleine buitenste tentakels ineengestrengeld en dan weer van elkaar.
3867 Ze zeggen dat de ledematen van iemand die een amputatie heeft ondergaan nog jaren nadat ze zijn verwijderd kloppen.
3868 De medici die me onderzochten waren heel vergenoegd met mijn gewrichten. Ook over mijn pezen en gewrichtsbanden.
3869 Ik ben nog niet lang op aarde terug. Ze hebben me even een tijdje bestudeerd, en toen kwam ik in opstand.
3870 Ik ben een menselijk wezen dat een andere vorm heeft gekregen. Van binnen ben ik nog steeds menselijk.
3871 Ze vinden iets wat nieuw is nooit leuk. Ik vind dat gezicht van je heel aantrekkelijk op een bepaalde manier.
3872 Zijn oogleden gleden naar beneden, en het zag er uit alsof hij op datzelfde moment in slaap gevallen was.
3873 De circulatie wordt gehandhaafd door de bovenkaaksbeen en halsslagaders te koppelen. Lussen, begrijp je.
3874 Nog drie jaar, Burris, en menselijke wezens ruilen net zo gemakkelijk van hersens als nu van armen en benen.
3875 We stellen een golem samen, zie je, uit de bank voor losse onderdelen, maar we maken er geen hersens in.
3876 Ik heb die gedachte al naar voren gebracht bij de doktoren die me na mijn terugkeer onderzocht hebben.
3877 Ik krijg mijn investeringen in jou er zelfs niet bij benadering uit, maar ik wil terug hebben wat ik kan.
3878 Zoveel werd er bericht, en daarna verdween je uit het gezicht. Ik wil je weer voor het voetlicht terug.
3879 Zijn handen kropen omhoog langs haar lichaam, verwijlend bij de magnetische sluitingen en deze depolariserend.
3880 Haar laatste kledingstuk gaf zich over. Hij keek op landschappen van blankheid, eilanden van zwart en rood.
3881 Iets van het overvloedige leven van de woestijn was ook het terrein van het ziekenhuis binnengedrongen.
3882 Hier stond een saguaro van zesmaal manshoogte, met een ruige stam en vijf armen die naar de hemel wezen.
3883 Een echt vastbesloten zelfmoordenaar slaagt altijd. Laat ze in een atoomsplitser stappen of zoiets permanents.
3884 Lona opende haar ogen niet. Ze kon niet eens zeggen hoeveel er over haar heen gebogen hadden gestaan.
3885 Deze keer was ze er zeker van geweest dat ze dood zou gaan. Er zijn manieren en manieren om de dood te zoeken.
3886 Als haar een uur de tijd gegeven was, daar spartelend op de koude vloer, dan zou dat ook gebeurd zijn.
3887 Ze hadden de minder belangrijke beschadigingen gisteravond hersteld en haar neus en keel waren al aan het genezen.
3888 Over een paar dagen zouden haar longen ook weer heel zijn. De dood hield dit land niet meer in zijn greep.
3889 Een uitstalling van medische uitrusting die nauwgezet verzegeld was achter een vlies doorzichtig plastic.
3890 Door het raam kon ze de verwrongen, gekwelde, stekelige gedaanten zien van de cacteeën in de achtertuin.
3891 De ene, een behoorlijk lange man, droeg een gele ziekenhuisjas. Zijn schouders waren ongewoon breed.
3892 Naast hem liep een kleinere man in confectiekleren, mager, rusteloos. De lange wees de ander een cactus aan.
3893 Ze bleef kijken toen ze dichter bij haar raam kwamen. Ze zag de puntige oren en grijze kraaloogjes van de kleinste.
3894 Lona voelde een diepe afgunst. Ja, die man had pijn geleden, maar de dokters zouden dat allemaal weer heel maken.
3895 Ze sturen hem weer naar huis, groot en sterk en weer knap, terug naar zijn vrouw, terug naar zijn...
3896 Er kwam een verpleegster binnen, een menselijke, geen robot. Hoewel ze dat best geweest had kunnen zijn.
3897 Ze hadden haar lichaam opengesneden, hadden haar een nieuw stuk long gegeven, en haar weer dichtgemaakt.
3898 Nu zou ze weer naar huis moeten, levend, onveranderd. De lange man liep weer in de tuin te wandelen.
3899 Ze kon haar ogen niet van hem afhouden. De aanblik van die kunstmatige gelaatstrekken fascineerde haar.
3900 Convexe rijen stekels liepen in spiralen naar de top. Bloesemknoppen leken zich aan het ontwikkelen.
3901 Een aanpassing aan een harde omgeving. cacteeën kunnen zich niet veroorloven om te transpireren zoals bladplanten.
3902 Het verband dat hij op zijn eerste dag hier had gedragen kwam hem nu voor als een absurde uitvinding.
3903 Tot zijn verrassing voelde Burris de schijnbaar duurzame kalmte van de laatste paar dagen snel oplossen.
3904 Maar uit zijn ontsteltenis ontwikkelde zich wreedheid, een ijzige bereidheid om iemand pijn te doen.
3905 Zelf geen ruimtevaart, maar alleen omdat ze daar niet in geïnteresseerd waren. Ze spraken enkele talen.
3906 Malcondotto dacht dat ze fusie energie gebruikten, maar daar hebben we geen zekerheid over gekregen.
3907 Elise keek hem woedend aan, aan de ene kant smachtend van verlangen en aan de andere kant half frigide van woede.
3908 Ze begon hem te kussen waarbij ze zijn mond bijna verslond ondanks de starre onbeweeglijkheid daarvan.
3909 Haar borsten gingen wild op en neer; haar ogen hadden de glans van jade. Ze klauwde naar zijn kamerjas.
3910 De hete vloed van sensualiteit spoelde over hem heen. Zijn jas ging uit en hij stond naakt voor haar.
3911 Hij zag de opengesperde neusvleugels, haar gloeiende huid. Hij was haar gevangene, haar slachtoffer.
3912 Zich naar haar omdraaiend greep hij haar bij haar schouders, dwong haar op de matras en ging bovenop haar liggen.
3913 Met een plotselinge uitbarsting van demonische energie overmeesterde hij haar en spleet haar tot het merg.
3914 En daarna zetten ze je aan de kant, vergaten je. Alsof je niet meer was dan een ding, een robotbabymaker.
3915 Hij ging naar een vreemde planeet en werd gevangen genomen door monsters en die hebben hem toegetakeld.
3916 Een grote man. Van een afstand kan je misschien niet zo goed zien dat er iets is aan hem, tot je zijn gezicht ziet.
3917 Chalk wil hem helpen. De manier waarop hij hem wil helpen is dat hij wil dat iemand aardig voor hem is.
3918 Laat hem zien dat hij nog steeds tot de mensen behoort, dat er nog steeds iemand van hem kan houden.
3919 Telexlinten en nieuwsbanden kronkelden overal om hem heen, maar hij schiftte ze zonder enige moeite.
3920 Natuurlijk, de documenten werden geschreven op bamboematjes in die dagen, dus veel zwaarder dan minivelletjes.
3921 Het gekronkel van zijn ondergeschikten voedde hem niet meer dan een hap stro. Hij had rood vlees nodig.
3922 Een kosmische huwelijksreis. Misschien zelfs een bundeltje vreugde om het verhaal wat op te fleuren.
3923 Chalk had de gebeurtenis al driemaal afgedraaid, maar er waren steeds weer nieuwe nuances te ontdekken.
3924 Chalk friemelde aan zijn onderkinnen toen de nietige figuurtjes op het scherm het ritueel verrichtten.
3925 Een paar uur geleden had de wulpse dame buiten kennis op een dokterstafel gelegen, de zware benen uit elkaar.
3926 De gepotte cactus roerde hem. Het scheen een te nederig gebaar om iets anders te betekenen dan vriendelijkheid.
3927 Maar wacht, ik mag niet zoveel over mezelf praten. Ik wilde je alleen maar laten weten waarom ik hier ben.
3928 Ik zal dan doordrammen over de onrechtvaardigheid van het blinde universum. Ik zeg dan een heleboel stomme onzin.
3929 Maar dat heb ik allemaal al eindeloos gezegd, meestal tegen mezelf maar ook tegen wie ook maar wou luisteren.
3930 Hij zag haar neusvleugels trillen, zag haar lippen zich van opwinding krullen. Een glimlach brak door.
3931 Ze leek een jaar of twee ouder te worden, aan kracht en persoonlijkheid te winnen. En zelfs aan vrouwlijkheid.
3932 Toen ze een moment later terugkwam met een stel wasachtige kaarten, ging ze bij hem op liet bed zitten.
3933 Ze stonden naast elkaar bij de energiecentrale van het ziekenhuis, kijkend door de transparante muur.
3934 Lona probeerde er naar te luisteren, maar het interesseerde haar eigenlijk niet genoeg om het te willen weten.
3935 Het was moeilijk om je op iets dergelijks te concentreren, iets wat zo ver van haar ervaringswereld aflag.
3936 Hij houdt van cacteeën, hield ze zich voor. Ik moet geen aanmerkingen maken op dingen waar hij iets om geeft.
3937 Het was midden op de dag en de bleke zon sneed scherpe schaduwen in de korst van droge aarde. Lona huiverde.
3938 Hij vertelde haar een heleboel over cacteeën. Ze liepen de tuin op en neer door de lanen van stekelige planten.
3939 Maar hier waren knoppen, vertelde hij haar. Deze heeft in juni een mooie rode, op een appel lijkende vrucht.
3940 Ze zag een nietig lijfje en iets wat een lange, rechte snavel kon zijn. Een donkere wolk hing om het vogeltje heen.
3941 Hij zou een reusachtig starend oog in het midden van zijn borstkas kunnen hebben. Of een mond onder elke arm.
3942 Maar al heel vlug lette ze er niet meer op. Zijn stem was aangenaam en normaal, en hij was zo knap, zo boeiend.
3943 Het land was bruin in de greep van de winter in het noorden; zomergroen lag beneden het gekromde midden.
3944 Kijk, het is net zoiets als een misdaad begaan, Lona, en iemand anders betalen om de straf daarvoor te ondergaan.
3945 Er is geen druk op de organen die niet zijn waar ze horen te zijn. Ik voel niet die verdomde steken in mijn borst.
3946 Chalk, sensitief als hij was, ving nog altijd de uitstralingen van pijn op. Niet alleen maar psychische pijn.
3947 Van het meisje kwam een soort milde, doffe tevredenheid, een nietszeggend moederachtig soort iets. Ja, ze wou.
3948 Aoudad, wiens reflexen lang niet zo goed waren als die van hun, was al te laat om hem nog overeind te houden.
3949 Nikolaides had het routinewerkje op zich genomen om hen in te schrijven. Ze zouden hier twee dagen blijven.
3950 Hij kon de diepte van haar gevoelens niet peilen en op dat punt had hij ernstige twijfels omtrent de zijne.
3951 De ornamenten van gesponnen glas op de tafel, warm in de hand, zongen lieflijke melodieën. Ze waren kostbaar.
3952 Dat van haar was rond en draaide als je op een knop drukte. Er zaten spiegels in het plafond van de slaapkamers.
3953 Burris zelf, niet zo licht onder de indruk van luxe, koesterde wel interesse in de mate van comfort.
3954 Hij inspecteerde zijn garderobe. Ze hadden hem bevoorraad alsof hij de ster was in een driedimdrama.
3955 Linnen, katoen, de stoffen van vroeger. Maar zijn persoonlijke smaak telde in deze onderneming niet mee.
3956 Hier stond hij, een vrijwillige marionet dansend aan Chalks touwtjes, en hij diende de juiste danspassen te doen.
3957 Vernuftig vormde de kleding zich naar zijn lichaam. Het geheel nam niet meer dan vijf minuten in beslag.
3958 Smal om de schouders, nog smaller om haar heupen, zodat het contrast met haar smalle middel verloren ging.
3959 Haar ruggengraat rees op als een onderaardse gang, steil, beschaduwd. Haar billen waren als van een jongen.
3960 Ze deinsde terug, er naakter dan ooit uitziend, en de tranen begonnen opnieuw uit haar ogen te wellen.
3961 Dat was, voelde hij, precies wat ze wilde. En hij moest toegeven dat ze niet zo erg weelderig gebouwd was.
3962 Hem dwingen om erbij te staan terwijl ze pirouettes maakte onder de verstuiver en zich met elegantie omhulde.
3963 Hij bewonderde de techniek. De tranen, het ineengedoken naakte lijfje, de arme kleine meisjes aanpak.
3964 De verstuiver had een japon uitgesproeid die niet geheel doorzichtig was, niet helemaal strak om haar huid zat.
3965 Ze hield haar schouders recht, en haar borsten staken naar voren in een verrassende gedaanteverandering.
3966 Ze had geen vijf, maar vijftien minuten nodig om de tranensporen van haar gezicht te wissen, maar hij vergaf haar.
3967 Haar ogen waren nu omrand met glanzend poeder, haar lippen glommen stralend op, gouden oorclips bedekten haar oren.
3968 Burris voelde hun blik langs zijn oorloze kaken gaan, over zijn klik klik oogleden en zijn veranderde mond glijden.
3969 Lona leunde tegen een onyxpilaar. Haar gezicht was dieprood, maar verder had zelfs haar make up niet geleden.
3970 Burris, die nu knetterde van spanning achteraf, voelde pijnscheuten in zijn dijen, zijn polsen, zijn borst.
3971 Er kon van alles gebeuren. Dit restaurant was in een droom bedacht, maar niet noodzakelijk een fijne droom.
3972 Burris hielp haar erop en direct gleed hij uit zijn houder en begon te stijgen. Lona keek niet naar omlaag.
3973 Lona keek een ogenblik op zijn zijkant en zag dat hij een schitterende corona had van indirect licht.
3974 Lona ging opgelucht in haar stoel zitten, die zich onmiddelijk naar de contouren van haar rug en billen voegde.
3975 En er zijn nog geen toeristische vluchten naar naburige sterren. Maar natuurlijk ga ik wel weer van de aarde af.
3976 Manipool heeft zeker een groot aandeel in mijn lot gehad. Maar ik kan wel zeggen dat ik geen ziener ben.
3977 Van tijd tot tijd word ik getroffen door een sterke overtuiging dat ik er nog een keer naar terugga.
3978 Ze zag, toen hij zijn hand sloot, dat het kleine buitenste tentakel zich netjes over de rug van zijn vingers legde.
3979 Maar natuurlijk, het was niet zo verschrikkelijk moeilijk om elkaar niet kruisende banen te programmeren.
3980 Hij lijkt zo verdomd schoolmeesterachtig als hij zo glimlacht, dacht ze. Me berispen zonder een woord te zeggen.
3981 Ze liet haar woede zakken. Ze was eigenlijk kwaad op zichzelf en niet op hem, besefte ze na een moment.
3982 Het glas was van doorschijnend kwarts. Het was voor drievijfde gevuld met een stroperige groene vloeistof.
3983 Ik bedoel, hier sta je, reusachtig groot, en je vernietigt gewoon iets, en het zal nooit weten waarom.
3984 Toen namen ze een slok. Het aperitief prikkelde haar tong; het was vaag olieachtig, maar delicaat, opwekkend.
3985 Maar dingen die ik eigenlijk wil hebben, staan er niet op. Zoals een gehakte proteïnebiefstuk en een glas melk.
3986 Ze merkte opeens dat ze zat te denken: had ik hem maar ontmoet voordat ze ... en brak die gedachte af.
3987 Ze schoven me een gebroken stukje mens toe, en ik help hem weer te maken, en niemand zal hem van me afnemen.
3988 Een vreemde, tunnelachtige helderheid van geest toonde haar geïsoleerde beelden terwijl ze aarzelde.
3989 Het vergulde meisje in transparante kledij, niet veel ouder dan zij, maar oneindig veel zekerder van zichzelf.
3990 De tuin van kleine gevorkte bomen twee niveaus lager. De koorden van levend licht als guirlandes in de lucht.
3991 Een dienblad dat door de open ruimte scheerde met daarop drie kroezen donker glanzende onbekendheid.
3992 Daarna ging hij de kamer uit. Lona was verrast hoe snel ze haar evenwicht hervond nu ze uit het restaurant was.
3993 Een bedieningspaneel regelde naar wens de bewegingen en vormen van het bed, maar Lona keek er niet naar om.
3994 De uitstaande ribachtige strepen waren zo vreemd dat ze al het andere vreemde aan zijn lichaam bijna teniet deden.
3995 Het diner was een ramp geweest, dacht ze. Het restaurant, zo flonkerend, was als een martelkamer voor haar geweest.
3996 Hij was bij lange na niet zo angstaanjagend om te zien als ze tevoren had gedacht. Natuurlijk, hij was wel vreemd.
3997 Zijn borst leek te breed ten opzichte van zijn heupwijdte. Zijn knieën staken niet uit zoals normale knieën deden.
3998 Tegen alle waarschijnlijkheid in scheen hij normaal mannelijk te zijn. Voor zover ze dat kon zien tenminste.
3999 Ze trok haar mond weg van de zijne. Haar kaken werden van elkaar gewrongen en een spierbundel trilde in haar keel.
4000 Ze sloeg het beeld stuk met een bliksemschicht en het vergruizelde en verkruimelde. Ze klemde zich aan hem vast.
4001 De bevolkingsgroei werd geleid. De mens vervuilde zijn eigen milieu niet langer met iedere dagelijkse daad.
4002 Natuurlijk, het duizendjarige rijk was nog niet gearriveerd; er bestond nog misdaad, ziekte, honger op dit moment.
4003 Degenen die een crisis zochten, zochten die daarin. De communicatie in deze wereld was ogenblikkelijk.
4004 De aarde kende voorspoed. De ideologieën van de armoede verdorren pijnlijk in een tijd van overvloed.
4005 Het bracht hem rijkdom, macht, de bevrediging van het ego, en – in de mate waarin hij die begeerde – roem.
4006 Van het centrum van zijn imperium volgde Chalk de lotgevallen van zijn door het noodlot achtervolgde liefdespaar.
4007 Maar op dit moment had Chalk zijn loopjongens niet langer nodig om hem te vertellen wat er aan de hand was.
4008 Hij was bereid om een fortuin in te zetten om dit punt te bewijzen. Ze zouden veranderen ten opzichte van elkaar.
4009 Hij kreeg kramp in zijn middenrif terwijl mysterieuze organen hun secreties van woede in zijn bloed spoten.
4010 Het ijs voelde stevig aan als je er op liep. In tien minuten hadden ze het hotel ver achter zich gelaten.
4011 Maar hij had zijn geduld verloren. Ze was vreselijk onwetend, maar dat had hij van het begin af aan al geweten.
4012 Wat hij niet had geweten was hoe snel haar onwetendheid ophield charmant te zijn en irriterend begon te werken.
4013 Om met pijn en wanhoop wakker te worden en je te moeten blootstellen aan die zeurderige stroom van puberale vragen.
4014 Dat was wel eerder gebeurd, maar nog nooit had er een warm en zacht wezen naast hem gelegen dat hem troostte.
4015 Ze had hem gestreeld en hem gekalmeerd totdat de nachtmerrie weer uit de werkelijkheid was verdwenen.
4016 Toen bukte ze zich, raapte een handvol sneeuw op, maakte er een bal van en gooide die lachend in zijn gezicht.
4017 Ze bleef staan, een donkere vlek op het wit, en pakte nog meer sneeuw. Hij keek hoe ze een sneeuwbal maakte.
4018 Het ijswater drupte naar omlaag, langs haar keel, in haar schoot, onder haar kleren, langs haar borsten, haar buik.
4019 Toen lag ze in zijn armen, en hij hield haar stevig vast, nagelde haar op de vloer van het levenloze continent.
4020 Hij had die avond veel zitten piekeren. De dag was heel plezierig verlopen – op dat nare moment na in het begin.
4021 Geen bomen die schaduwen wierpen, geen beweging van de zon waarop ze zich zou kunnen oriënteren en geen kompas.
4022 Ze brachten geen bezoek aan de ondergrondse wetenschappelijke basis die een paar honderd meter verderop lag.
4023 Ze wisselde een blik van verstandhouding met Burris en hij knikte, en de gids nam hen weer mee op zijn motorslee.
4024 Het was als het intreden van de schemering, maar in dit jaargetijde was er geen schemering aan de Pool.
4025 We keken alleen maar of onze vrienden de Jansens al naar beneden waren gekomen om een drankje te nemen.
4026 Ineens hadden ze elkaar niets te vertellen. Overal om hen heen scheen de conversatie onnatuurlijk luid te zijn.
4027 Burris zat stijf rechtop, met zijn schouders omhoog in een houding waarvan Lona wist dat die hem pijn moest doen.
4028 Ze dacht dat ze er wel iets aan zou kunnen doen. Ongeveer een uur voor het diner gingen ze naar hun kamer terug.
4029 Na een tijdje stond hij op en begon naar zijn benen te kijken, waarbij hij ze naar voren en achteren zwaaide.
4030 Midden in de zaal stond een reusachtig scherm opgesteld waarop voor een groep gasten het zuiderlicht getoond werd.
4031 Ze kozen de pinguintocht en toen ze daarna naar beneden gingen om te dineren, zetten ze hun naam op de lijst.
4032 Lona voelde dat de storm zich samenbalde in hem en ze wist dat hij zou losbarsten voordat de ochtend aanbrak.
4033 Ze lagen gebed in de duisternis; het raam moest verduisterd worden om de onvermoeibare zon buiten te sluiten.
4034 Ze werd wakker, badend in haar zweet, en merkte dat ze naakt in een vreemde kamer naast een vreemde man lag.
4035 Ze hoorde ergens van ver lachen. Maar ze week niet van zijn zijde en ze probeerde ook niet meer te slapen.
4036 Zijn mond was expressief op zijn scharnierachtige wijze; hij gleed open, sloot zich, gleed weer open.
4037 Nee; onmogelijk; dat moest haar eigen huid zijn. Hij sloeg en trapte en de deken belandde op de vloer.
4038 Zijn linkerarm bungelde er nu slap bij, zo te zien aan de elleboog op de verkeerde manier gebogen. Hij kalmeerde.
4039 Hij knipperde drie of viermaal op die afschuwelijke zijwaartse manier van hem en bracht zijn hand naar zijn lippen.
4040 Lona, nerveus, kroop bij hem vandaan en wachtte totdat een lichte sluimering haar voor de tweede maal omhulde.
4041 Het was een nare droom, maar niet naar genoeg om haar te wekken en na een tijdje viel ze in een diepere slaap.
4042 Toen ze ontwaakte, zaten er donkere kringen onder haar ogen en haar gezicht zag er bedrukt en hol uit.
4043 Een arts had hem eens verteld dat hardop praten, zelfs als je alleen was, neuropsychisch een gunstig effect had.
4044 Voor iemand die buiten stond was Chalk niet te zien; een ingenieuze optisch ingenieur had daarvoor gezorgd.
4045 De avond was gevallen, maar er waren geen sterren, slechts een roodachtige damp van niet zichtbare wolken.
4046 De vlokken vormden gecompliceerde arabesken terwijl ze neerspiraalden naar het oppervlak van de koepel.
4047 Hij sloot zijn ogen en verduisterde zijn koepel en dreef op zijn gemak rond in de warme geurige kuip.
4048 Onder de vleeskwabben op zijn borst spanden en ontspanden de dikke spierbundels zich met ritmische bewegingen.
4049 Als een vrijwillig gekozen boetedoening voor mijn terugtrekken uit de wereld. Ter wille van de discipline.
4050 Het voertuig gleed een talud op en ze waren in het ruimteschip. Het dak van het voertuig sprong open.
4051 Toen ze met hem brak had hij gedacht dat hem de rest van zijn leven nooit iets ergers kon overkomen.
4052 We moeten u verzoeken om op uw banken te blijven liggen totdat de periode van maximale versnelling voorbij is.
4053 Ik zei dat ik me best voelde. En jij begon een grote ingewikkelde fantasie op te bouwen dat ik me rot voelde.
4054 Hij drukte zijn schouders weer op de krib en trachtte de tentakels van zijn hand weer in bedwang te krijgen.
4055 Hij hoefde niet gekalmeerd te worden bij een lancering. Hij werd al jaren voor ze geboren werd gelanceerd.
4056 Je kon hem helemaal zien. Het westelijk halfrond was naar hen toegekeerd en lag onder een laaiende zon.
4057 Ze verlieten hun cabine en liepen het ruimteschip rond. Ze zagen de aarde vanuit verschillende hoeken.
4058 Aoudad glimlachte tegen hen uit zijn zitplaats in de toeristenklasse. Er werd behoorlijk veel naar ze gestaard.
4059 Burris werd met een schok wakker en staarde naar het slapende meisje en knipperde tegen de duisternis.
4060 Een kind – niet meer dan dat – was ze. Onschuldig, enthousiast, simpel – hij stipte haar kwaliteiten aan.
4061 Er was geen lucht daarbuiten, niets om de kruitdeeltjes te steunen terwijl ze naar beneden zweefden.
4062 Haar vragen, wist ze, vond hij precies even vervelend als zij zijn antwoorden. Een fijn stel zijn we.
4063 Het was een kermis van het traditionele soort, volgens een patroon dat al eeuwen geleden was vastgelegd.
4064 Ze pakte zijn hand en hield die stijf vast. Door het meer van kwikzilver kwam een vonk aandrijfkracht.
4065 De schelp leek te kantelen, plat op zijn dragende medium te belanden en zich dan weer op te richten.
4066 We ruiken de dingen die onze geest ons voorschotelt. Ze geven ons niet een bepaalde geur, maar meer de grondstof.
4067 Het binnenste van de schelp werd koud, en dan weer warm; de vochtigheid varieerde in een complexe cyclus.
4068 Hij draaide duizelingwekkend, een laatste stuiptrekking, en plotseling waren ze weer veilig in de haven.
4069 Ze passeerden een kraam waar je kleine glazen bolletjes op gouden doelen op een bewegend scherm moest gooien.
4070 Mannen met aardse spieren worstelden met de zwaartekracht en misten, terwijl pruilende meisjes toekeken.
4071 Burris legde geld neer en raapte zijn knikkers op. Zijn eerste worp miste het doel op zes centimeter.
4072 Drie van drank stinkende gezichten doken op, keken naar Burris, begonnen te bulderen van het lachen.
4073 Tot dan toe was hij verdraagzaam geweest, vaag geamuseerd, slechts een ietsje verveeld. Nu werd hij vijandig.
4074 Maar zijn rusteloosheid kreeg de over hand. Na een paar minuten vroeg hij opnieuw of ze teruggingen.
4075 Boven hun hoofd spatte vuurwerk uit elkaar. Een bonte slang met zeven staarten kronkelde door de hemel.
4076 Voor hen verrichtten drie in elkaar grijpende wielen een ingewikkelde vuurdans. Trillend licht sprong en flikkerde.
4077 Toch geeft ze er niets om. Ze zit daar voor iedereen te kijk en heeft er plezier in om haar steentje bij te dragen.
4078 Het meisje was nu aan het dansen, gooide haar benen omhoog, wild zwaaiend. Haar naakte lichaam glom.
4079 Plotseling stroomden de tranen uit haar ogen. Ze viel naast hem neer op de bank, snakkend naar adem.
4080 Burris had het al dagen aan zien komen en was totaal niet verrast. Het kwam als een soort opluchting voor hem.
4081 Soms losten ze het conflict op met een hevige, zwetende passie en soms in slapeloze nachten vol gepieker.
4082 In minder stormachtige momenten betreurde hij dat, want Lona was teder en lief en hij stelde haar warmte op prijs.
4083 Er moest wel een breuk komen. Ze putten zichzelf uit, vermorsten hun levenssappen in deze veldslagen.
4084 Maar op Titan zouden aangeboren goede manieren een koele onverschilligheid voor zijn verschijning dicteren.
4085 Aoudad had ze zien ruziemaken. Burris voelde zich er bedrukt door, en wel om redenen die hij verachtelijk vond.
4086 Hij verwittigde het hotel dat ze enkele dagen eerder zouden komen dan gepland was. En weg gingen ze.
4087 Dan zal je zien dat het niet éen ring is, maar meerdere. De binnenste ringen bewegen zich sneller dan de buitenste.
4088 Maar hij aarzelde om buiten het onpersoonlijke te gaan, en zij eveneens. Hun zenuwen waren nog te gespannen.
4089 Bij het diner op de eerste avond kwam er een industrieel met grote bezittingen op Mars aan hun tafel zitten.
4090 Die vrouw zou me niet aanraken. De gedachte alleen al zou haar een maand lang van streek brengen, geloof me.
4091 Er was een orkest in avondkleding uit het niets verschenen. De rinkelende, meeslepende tonen werden luider.
4092 Toen hij zijn hand op haar naakte rug legde, huiverde ze en rolde van hem weg. Hij kon niets tegen haar zeggen.
4093 Burris, die wist hoe dicht ze allemaal bij een levende begrafenis waren, was in somber gepeins verzonken.
4094 Het was niettemin tot zijn grote opluchting dat hij de warmte en veiligheid van de koepel weer om zich heen had.
4095 Ze timmerde op hem los, beukte op hem met haar vuisten, klauwde naar zijn wangen met haar scherpe nagels.
4096 Door zijn aderen joegen al de bijprodukten van woede. Ik zou haar makkelijk kunnen doden, dacht hij.
4097 Maar het feit dat hij even stopte om een coherente gedachte door zich heen te laten gaan kalmeerde hem.
4098 Er zaten vlekken op haar hals die bijna hetzelfde waren als de vlekken die er net op zijn gezicht waren verschenen.
4099 Zijn gewrichten gaven het op en hij gleed slap op de grond en was zelfs niet in staat om op zijn handen te steunen.
4100 Waarschijnlijk leek het voor de welverzorgde vrouwen die langs hem heen zeilden alsof hij dronken was.
4101 Best, zei hij, als ze naar huis wil, laat haar dan maar naar huis gaan. Zet haar op het eerstvolgende ruimteschip.
4102 Er zijn hier zat vrouwen die maar wat graag haar plaats willen overnemen. Je zou er verbaasd van staan hoeveel.
4103 Haar kleding was op een kuise manier onbescheiden. Haar stem, vederlicht, streelde zijn oorloze wangen.
4104 Het was al lang daarvoor slecht. Je hoeft niet op die manier pijn gedaan te worden om pijn gedaan te worden.
4105 Nu is hij voorbij en ik heb mij aan mijn deel van de afspraak gehouden en Chalk moet zich aan de zijne houden.
4106 En bovenal, de verschrikkelijke uitputting na elke ruzie... Ze zou de dikke man recht in zijn gezicht kijken.
4107 Geef hem de datum wanneer je geboren bent en het jaar; hij vertelt je welke dag van de week dat was.
4108 En hij houdt van ongelukkige gevoelens. Hij wil dat we samen ongelukkig zijn omdat dat hem gelukkig maakt.
4109 Elise ging ook rechtop zitten en drukte zich tegen hem aan. In dit vreemde licht zag ze er witter uit dan ooit.
4110 Ze raakte zijn huid aan. Ze moest hem altijd aanraken, alsof ze zwelgde in de verkeerdheid van zijn structuur.
4111 Ik kan je niet laten zweten. Ik kan zelfs niet naar je kijken zonder een beetje misselijk te worden.
4112 Haar delicate neusvleugels trilden en haar ogen begonnen te tranen. Maar ze zei niets terwijl hij kneep.
4113 Eén been had ze onder zich opgevouwen, het andere naar voren gestrekt om de lijn van haar arm te beantwoorden.
4114 Ze kwam op een wellustige manier neer. Toen ze rechtop ging zitten gaf hij haar een klap op haar lippen.
4115 Ze zou het dak open hebben gedaan, zei hij tot zichzelf. Ze zou met me zijn gaan zwemmen in dat methaanmeer.
4116 Burris ging naar zijn kamer en sloot de deur snel achter zich en deed hem op slot. Elise klopte een paar keer.
4117 De vermoeidheid kwam terug, de ontzettende afmatting die hij sinds de laatste ruzie met Lona niet meer had gevoeld.
4118 Een uur later kwam de leiding van het hotel hem halen. Drie mannen met ernstige gezichten die zeer weinig zeiden.
4119 Daar woonde ze in een eenpersoonskamer, ging zelden uit, deed zelden andere kleren aan, sprak met niemand.
4120 Hij stapte naar binnen, glimlachte niet zijn equivalent van een glimlach, raakte haar niet aan, gaf haar geen zoen.
4121 Toen liep hij zonder een woord te zeggen naar de deur, deed hem open, liep de hal in en besprong iets.
4122 Ze gingen naar binnen en ja, Chalk wilde ze ontvangen als ze nog eventjes wachtten in de kamer daarnaast.
4123 Lona hield de gepotte cactus in haar handen. Het was het enige wat ze uit haar kamer had meegenomen.
4124 Hij kromp ineen, niet bij machte zich te bewegen, toen ze hem hun ziel gaven met hartstochtelijke intensiteit.
4125 Nu eens was hij als een veer gespannen, dan weer werd hij heen en weer gesmeten op het ritme van destructie.
4126 De drie gestalten bewogen zich niet: degenen die hun ziel hadden weggeslingerd en degene die ze had ontvangen.
4127 Het zou vele dagen kosten eer ze zich weer helemaal hadden gevuld, maar er zou tenminste geen zuiging meer zijn.
4128 De winter was voorbij en de grijze nevel van een lenteavond bedekte de stad. De sterren waren nauwelijks zichtbaar.
4129 Hij haakte de dunne poten achter zijn oren en ging naar de glazen afscheiding om naar het net te kijken.
4130 Ik dacht dat je er al zou zijn toen ik kwam. Kivrin is per slot van rekening jouw favoriete leerling.
4131 Badri liet niet blijken dat hij hem gehoord had. Hij liep rond de dozen en de kisten en keek op zijn meter.
4132 We hebben twee jaar lang onbemande reizen in de twintigste eeuw uitgevoerd voordat we iemand op weg stuurden.
4133 Hij had haar moeten terugsturen naar haar eigen faculteit om de kwestie met haar begeleider te bespreken.
4134 Ze namen platte broden, manchetten, en als ze hun vlees op hadden braken ze die in stukken en aten ze op.
4135 De mortaliteit is nog altijd een tien waard, ook al slaagt Gilchrist erin de middeleeuwen open te stellen.
4136 Ze is beschermd tegen alle mogelijke virussen en ik heb haar een korte cursus middeleeuwse geneeskunde gegeven.
4137 Hij keek weer door de glazen wand. Latimer pakte het kistje voor de derde keer op en zette het weer neer.
4138 Ik weet nog dat je niet kon wachten om naar Londen te gaan, ook al was er een bombardement aan de gang.
4139 Ze droeg de met wit konijnebont afgezette mantel en de felblauwe jurk die ze hem gisteren had laten zien.
4140 Gilchrist ging naar Badri, zei iets tegen hem en pakte een elektronische checklist die op het bedieningspaneel lag.
4141 Kivrin zei nog iets, op beslistere toon, en Montoya knielde neer om de kist dichter naar de kar toe te schuiven.
4142 De recorder wordt geactiveerd als ze haar handpalmen tegen elkaar drukt. Als ze praat is het net of ze bidt.
4143 Gilchrist keek op, zag Dunworthy en haastte zich met een geërgerde uitdrukking naar de glazen afscheiding.
4144 Gilchrist ging naar het muurpaneel en drukte op een knop, waarna hij tegenover Dunworthy ging staan.
4145 Ze schudde haar hoofd en even later streepte Gilchrist het volgend punt aan met een abrupt boos gebaar.
4146 Ze had de Latijnse missen in haar hoofd gestampt en zichzelf geleerd te borduren en een koe te melken.
4147 Badri zei iets in de microfoon, keek somber naar de resultaten op het scherm en ging terug naar Kivrin.
4148 Badri boog naar voren en opende het net. De lucht binnen de plooien begon ineens te glinsteren door de condensatie.
4149 Erg klein en erg leuk, echt een zaak waar ze niet aan kerstversiering en synthetische carillonmuziek doen.
4150 De decaan van Geschiedenis hoort niet op vakantie te gaan zonder een telefoonnummer achter te laten.
4151 Dunworthy overwoog zijn jas aan te trekken, maar voor dat kleine eindje leek het hem niet de moeite.
4152 Dunworthy herkende de kleine terts. Mary slaagde er nog altijd niet in haar paraplu open te krijgen.
4153 Hij zette zijn bril af en wreef de glazen schoon aan de kraag van zijn overjas. Mary deed de deur dicht.
4154 Aan het uiteinde van de tapkast stond een grote kerstboom van glasdraad op een ronddraaiend onderstuk.
4155 Op de tafel stond een kerststalletje, compleet met nietige schaapjes en een halfblote baby in een kribbe.
4156 Maar misschien moet ik nog dankbaar zijn dat hij haar niet in een heel andere maand heeft laten gaan.
4157 Twee weken ongedeerd in het bos van Belleau en dan loopt hij hier tegen de fiets van een circusacrobaat op.
4158 Zijn moeder was hem dit semester zes keer komen opzoeken, de eerste keer om William een paar oorwarmers te brengen.
4159 Maar hij was naar het Oxford van 1956 gestuurd en het zou zeker tien minuten duren voor ze zover waren.
4160 Colin blijft een week en ik heb geen idee wat ik met hem aan moet. Behalve me zorgen maken, natuurlijk.
4161 Dunworthy keek gespannen op. Zijn secretaris stond op de drempel en speurde met half toegeknepen ogen de pub af.
4162 De dominee heeft gebeld om te vragen of u op kerstavond tijdens de oecumenische dienst uit de Schrift wilt lezen.
4163 Hij wendde zich af alsof hij van plan was weer naar buiten te gaan, maar Latimer was al bijna bij hun tafel.
4164 Vrouwen werden vaak alleen vermeld als gehuwd met die en die, zelfs in parochieregisters en op grafstenen.
4165 De vrouw liep voorover tegen de regen in, met de paraplu bijna recht voor zich uit, en zag Badri niet aankomen.
4166 Hij gaf het regenscherm aan de vrouw, wier gezette gezicht rood zag van woede of kou, of van allebei.
4167 Net als in de pub leek hij zich ineens te herinneren waar hij was en hij zette het weer op een lopen.
4168 Het was een ijl en metalen geluid, net als de ingeblikte muziek die ze met de kerstdagen in de High speelden.
4169 Twee jaar geleden, en toen ze hem gisteren haar kleding liet zien probeerde hij haar nog steeds om te praten.
4170 U zei dat jonge vrouwen in de middeleeuwen nooit alleen op reis gingen, dat ze altijd iemand bij zich hadden.
4171 Gilchrist vond het nodig nog eens helemaal uit te leggen hoe de recorder werkte, net of ze een eerstejaars was.
4172 Wie het ook was, de deur bleef enige tijd open. Ze hoorde de klokken, maar ze kon de melodie niet herkennen.
4173 Ze lag op haar linkerzij, met haar benen half over elkaar alsof de rovers haar tegen de grond hadden gesmeten.
4174 Ze hield een arm nog voor haar gezicht om de slag af te weren die haar een hoofdwond had opgeleverd.
4175 Ze vroeg zich af waarom de klok werd geluid. Het kon net zo goed voor de ochtend als voor de avondmis zijn.
4176 De pijn in haar zij werd steeds erger, alsof er iets door haar huid was gedrongen en nu in haar long stak.
4177 Kivrin vond een paar minuten erg weinig, want volgens de verwachting zouden er niet veel reizigers op de weg zijn.
4178 Het kon veel langer duren voordat er iemand kwam en ze dacht dat het beter zou zijn als ze zich bewusteloos hield.
4179 De grond was koud, ze had pijn in haar zij en haar hoofd begon te bonzen op het ritme van de kerkklok.
4180 Plotseling begonnen de vogels weer te zingen, wat betekende dat het geen wolf was of anders dat die was weggegaan.
4181 Ze kreunde opnieuw en knipperde met haar ogen. Er stond niemand bij haar en het was ook niet midden in de nacht.
4182 Tussen de verwarde boomtakken zag ze een wazige, grijsblauwe lucht. Ze ging rechtop zitten en keek rond.
4183 Er zaten een heleboel nesten in de boom, maar de vogels hadden haar zien bewegen en hielden geschrokken hun snavel.
4184 Net als de boomstammen, de kar en het eiloof glinsterden ook de paddestoelen in de ijzige gloed van het net.
4185 De weg moest meer naar het noorden lopen en zij bevond zich ten zuiden ervan, in het bos van Wychwood.
4186 Ze wachtte tot het weer rustig was en ging op haar knieën liggen. Ook die beweging leidde tot angstig gefladder.
4187 Kivrin klauterde over een omgevallen boom en bereikte een paar treurwilgen, vanwaar ze over de weg uitkeek.
4188 Ze keek naar wat ze dacht dat het noorden moest zijn en zag dat de bomen maar tot halverwege de heuvel groeiden.
4189 Ze kon nog net een glimp van de blauwe kap onderscheiden, maar niemand anders zou daar erg in hebben.
4190 Maar eerst moest ze deze plaats duidelijk markeren. Aan de wilgen langs de weg was niets opvallends te zien.
4191 Ook als ze een dorp zag liggen, zou ze eerst teruggaan om de plaats van het rendez vous duidelijk aan te geven.
4192 Het bos waaruit ze kwam liep tot halverwege de heuvel en strekte zich nog heel ver naar het zuiden en westen uit.
4193 Nog een geluk dat ze niet dieper in het woud was beland, dan zou ze werkelijk hopeloos zijn verdwaald.
4194 Het karrepad was uitgestorven. Aan de voet van de heuvel verdween het onmiddellijk in een ander klein bos.
4195 Aan haar linkerhand, ongeveer halverwege de vlakte die tussen haar en Oxford lag, zag ze iets bewegen.
4196 Het werd snel donker. Over een halfuur werden er misschien lampen aangestoken, maar daar kon ze niet op wachten.
4197 Ze kon in de richting van Oxford gaan lopen, maar daar zou ze nooit aankomen voor het stikdonker was.
4198 Kon ze maar een dorpje vinden, dan zou ze daar de nacht kunnen doorbrengen en later op zoek gaan naar Skendgate.
4199 Eerst die van Carfax, met een vertrouwde klank, ook al was die klok sinds 1300 minstens drie keer opnieuw gegoten.
4200 De hemel werd paarsblauw en in het zuidoosten was een ster te zien. Kivrin hield haar handen nog tegen elkaar.
4201 Een exacte tijdbepaling is onmogelijk voordat ik in het dorp ben en iemand kan vragen welke dag het is.
4202 In 1320 zou Londen immers meer dan vijfenzeventig kilometer hiervandaan liggen in plaats van vijfendertig.
4203 Het is hier heel mooi. Je hebt niet het idee dat er zevenhonderd jaar verschil met je eigen tijd is.
4204 Ze rommelde in haar boodschappentas, haalde er een pieper uit en hield een van de knoppen vijf seconden ingedrukt.
4205 Hij had een woedende uitdrukking op zijn gezicht. Ik kan u verzekeren dat we overal rekening mee hebben gehouden .
4206 Badri haalde nog adem, zijn hart klopte nog en voor zover Dunworthy kon zien was hij ook niet gewond.
4207 Misschien was hij gewoon flauwgevallen. Maar mensen vallen niet zomaar om, behalve in boeken en films.
4208 Dunworthy draaide zich om en keek naar het grote beeldscherm. Er waren nog steeds dezelfde cijferreeksen te zien.
4209 De technicus haalde zwaar adem, alsof het vervoer op de brancard een te grote inspanning was geweest.
4210 De ziekenbroeder was bezig hem aan een ontzagwekkend aantal monitoren te leggen en keek verstoord naar Dunworthy.
4211 Maar tegen Gilchrist had hij gezegd dat de eerste uitslagen slechts een minimale verschuiving lieten zien.
4212 Hij was bewusteloos toen ze hem uit de ambulance haalden. Bewusteloos en met een temperatuur van 39,5.
4213 Hij probeerde zich te herinneren of er nog andere technici waren die de kerstdagen in Oxford doorbrachten.
4214 Gilchrist was nergens te zien, maar de twee ambulanceverpleegkundigen stonden er met een zuster te praten.
4215 Gilchrist zou wel terug zijn gegaan naar Brasenose om de volgende reis of zelfs de daaropvolgende voor te bereiden.
4216 De ambulancezuster was al op een stoel neergevallen en zat onderuitgezakt met haar handen in haar zakken.
4217 Of maanden. De broeder deed vast melk en suiker in een kopje en begon te roeren terwijl de snelkoker pruttelde.
4218 De vrouw leek in slaap te zijn gevallen. Dunworthy staarde naar haar terwijl hij over de verschuiving nadacht.
4219 Volgens Badri wezen de eerste resultaten op een minimaal tijdverlies, maar dat was slechts een voorlopige uitkomst.
4220 Hoe verder een historicus terug in de tijd werd gestuurd, hoe groter de gemiddelde tijdverschuiving.
4221 Voor de twintigste eeuw ging het meestal maar om een paar minuten, voor de achttiende om een paar uur.
4222 Dunworthy dacht dat ze meteen zou terugkomen zodra ze de broeder alle instructies had gegeven, maar ze bleef weg.
4223 Hij liep de gang op. Mary en de broeder waren niet te zien, alleen de zuster van de eerstehulpafdeling.
4224 Sta erop dat je haar persoonlijk aan de lijn krijgt. Zij zal je precies vertellen welke gegevens ze nodig heeft.
4225 Zeg dat ik hem dringend moet spreken en geef hem dit telefoonnummer. Zeg maar dat het een noodgeval is.
4226 Latimer stond bij de serveerwagen aan een suikerzakje te prutsen. De ambulancezuster zat weer te slapen.
4227 Sindsdien heb ik aan de telefoon gezeten om u te waarschuwen, maar ik dacht dat u het misschien al wist.
4228 Dunworthy had gezien hoe iemand van het ziekenhuis de ampullen in ontvangst nam toen de ziekenwagen stopte.
4229 Het is gelukkig beslist geen retrovirus of picornavirus, maar het duurt nog wel even voor we het precies weten.
4230 Volgens de computer zijn er binnen de Gemeenschap geen soortgelijke gevallen gemeld en dat is een goed teken.
4231 Misschien heeft hij al vaker zulke symptomen gehad, maar het kan ook zijn dat er een test is overgeslagen.
4232 Nieuwe Hindoes geloofden dat alle levensvormen heilig waren, zelfs dode virussen, als dood het goede woord was.
4233 De universiteit gaf hun vrijstelling op religieuze gronden, maar stond niet toe dat ze op de campus woonden.
4234 Dat zijn de primaire contacten. De mensen die alleen met u in aanraking zijn geweest, zijn de secundaire contacten.
4235 De zuster deelde de formulieren uit aan de anderen. Dunworthy ging zitten en begon de zijne in te vullen.
4236 Kivrin was die dag voor haar laatste onderzoek in het ziekenhuis, wat een gelukkige bijkomstigheid was.
4237 Een mogelijke besmettelijke ziekte deed haar helemaal niets, maar ze schrok toen ze over de quarantaine hoorde.
4238 Latimer zat geduldig met opgerolde mouw aan de tafel te wachten. De ambulancezuster zat nog te slapen.
4239 Op het scherm zag hij de klaphekjes en een geagiteerde stationschef die door een hele groep reizigers werd omstuwd.
4240 Dunworthy probeerde een flinke jongen met blond haar en blauwe ogen te ontdekken, maar de chef kwam weer in beeld.
4241 Al die mensen zijn boos en willen weten hoe lang de quarantaine gaat duren en wat ik dáár nu weer aan ga doen.
4242 Hij zag de telefooncel die hij eerder had gebruikt, liep er snel naartoe en toetste het nummer van Balliol in.
4243 Ze was jonger dan hij had verwacht, niet veel ouder dan dertig en ze leek nogal teer voor een carillonspeelster.
4244 Ik heb mijn secretaris opdracht gegeven u zo goed mogelijk onder te brengen en als ik iets voor u kan doen.
4245 Als dat niet het geval is, zullen we moeten wachten tot we de bron van de besmetting hebben opgespoord.
4246 De Spaanse griep van 1918 werd veroorzaakt door een myxovirus en eiste twintig miljoen slachtoffers.
4247 Ze is gedeeltelijk immuun en het is niet gezegd dat ze is besmet. Badri is nauwelijks bij haar in de buurt geweest.
4248 De deur aan het eind van de gang werd opengegooid en een grote vrouw met een koffer in haar hand kwam naar voren.
4249 Het van de heuvel afdalen was nog vermoeiender geweest dan de beklimming en ze had het ontzettend koud.
4250 Haar mantel en haren bleven telkens achter wilgetakken haken en ze kreeg een lange striem op haar arm.
4251 De dieren waren blijkbaar aan haar gewend, want ze onderbraken hun avondlijk gekwinkeleer geen ogenblik.
4252 Kivrin pakte haastig de verspreid liggende dozen en versplinterde vaatjes en gooide ze op de scheefhangende kar.
4253 Een van de kisten viel eraf. Kivrin legde de kist terug en liep om de wagen heen om te zien waar hij vastzat.
4254 Ze ging naar de andere kant, pakte het wiel met twee handen beet en begon te duwen. Er gebeurde niets.
4255 De voet van een man, alleen waren mannen in de veertiende eeuw een stuk kleiner geweest, kleiner dan zij was.
4256 Als ze nog langer talmde zou het helemaal donker zijn en dan kreeg ze de kar nooit meer naar de weg.
4257 Misschien had hij hem zelfs uit het niets zien opduiken, vonken schietend als het brouwsel van een alchemist.
4258 Hij was om een onverklaarbare reden het bos ingegaan en had haar naast de kapotte wagen zien liggen.
4259 In dat geval zou ze beter kunnen blijven waar ze was tot hij terugkwam. Ze moest zelfs weer gaan liggen.
4260 Het hielp iets, maar niet veel. Misschien kwam het door de kou dat ze hoofdpijn had en buiten adem was.
4261 En de bladeren waren ook vochtig, veel te vochtig. Ze moest droog hout en een scherpe tak hebben om vuur te maken.
4262 Ze hield haar hoofd recht terwijl ze de takken op een hoopje bij een boomwortel legde en ging terug naar de kar.
4263 Ze kreeg twee splinters in haar hand, maar het hout van de kar was tenminste droog, zij het ook koud.
4264 Ze bukte om het eraf te trekken, maar ineens werd ze duizelig en moest zich vastgrijpen om niet te vallen.
4265 Daarna kon ze vuur maken. Maar daarvoor zou ze weer moeten bukken en alleen het idee maakte haar al misselijk.
4266 Haar tanden begonnen weer te klapperen, net als op de heuvel, en haar hele lichaam schokte van de rillingen.
4267 Het leek ondenkbaar dat ze in slaap was gevallen zoals ze daar in elkaar gedoken op de koude grond zat.
4268 Maar ze moest wel geslapen hebben, want toen ze haar ogen weer opende was het nacht op de open plek.
4269 IJzige sterren waren zichtbaar tussen het web van takken boven haar hoofd en ze lag bijna languit op de grond.
4270 Hij had de lantaren neergezet en het licht viel op de kap van zijn mantel en op zijn gevouwen handen.
4271 Nu was hij teruggekomen. Kivrin probeerde een hand op te tillen om hem af te weren, maar haar mantel zat in de weg.
4272 Dat heb ik drie jaar gestudeerd en Latimer heeft me alles over de verbuiging van de adjectief geleerd.
4273 Stel je voor, als ik die trein had gemist en de volgende had genomen, dan zou ik onderweg zijn gestrand.
4274 Latimer zat geduldig met een opgerolde mouw aan de tafel te wachten. Montoya was nog steeds aan de telefoon.
4275 En vooral die tombe. De inscriptie is gedeeltelijk verweerd, net als een deel van het beeldhouwwerk.
4276 Ze stond op en ging de ambulancezuster wekken. De vrouw liep slaperig achter haar aan naar de tafel.
4277 Het uniform van de broeder was nat en hij hield zijn handen dicht bij de stoom die uit de ketel kwam.
4278 Wie weet had ze haar laatste vakantie wel bij de Inuit doorgebracht om te leren hoe ze een iglo moest bouwen.
4279 Toen ze hem haar kleed kwam laten zien, had ze haar handen uitgestoken. Haar nagels waren verbrokkeld en vuil.
4280 De broeder pakte een van de folders en begon erin te lezen. Montoya zat haar formulieren in te vullen.
4281 Dat beveelt beperkte observatie aan, met voortdurende controle op koorts en elke twaalf uur bloedafname.
4282 Voorlopig raad ik u een flinke maaltijd en bedrust aan. Rust is de beste verdediging tegen virussen.
4283 Gilchrist blafte hem iets toe, waarna Latimer opstond, zijn jas aantrok en zijn paraplu en formulieren pakte.
4284 Aan de muur bij het hoofdeinde hingen monitoren en andere apparatuur. Het gordijn voor het enige raam was dicht.
4285 Badri had zijn ogen dicht en zijn gezicht was mager en ingevallen, alsof hij sinds vanochtend gewicht had verloren.
4286 Dat lag waarschijnlijk niet aan het virus, maar aan de wegwerpuniformen waarin ze onherkenbaar waren.
4287 Kivrin voelde de vlammen branden. Ze moesten haar al hebben vastgebonden, al kon ze zich dat niet herinneren.
4288 Ze was van het witte paard gevallen, en daarna had de moordenaar haar opgepakt en naar het vuur gedragen.
4289 Dat had ze niet moeten doen. Nu dacht hij dat ze een heks was en bracht hij haar naar de brandstapel.
4290 Ze had hem willen zeggen dat ze bij de kar moesten blijven, maar hij had geen aandacht aan haar besteed.
4291 Die was zeker naar het vuur gekomen om er wat hout op te gooien en was daarna weer op een afstandje gaan staan.
4292 Naast haar lag de vrouw die haar had gekalmeerd en te drinken had gegeven. Ze hoorde haar ademhaling.
4293 Het vuur was in haar keel gedrongen. Ze voelde de oranje vlammetjes, die niet door de vloeistof waren gedoofd.
4294 De struikrover kwam naar haar toe en knielde neer. Het licht van zijn lantaren danste over zijn gelaat.
4295 Hij had een lamp bij zich, die zijn vriendelijke gezicht bescheen en vlammetjes in zijn rode haar toverde.
4296 Daarachter was vuur en licht en klokgelui, en Kivrin wist dat ze haar toch weer naar de kar hadden gebracht.
4297 De roodharige man had haar naar een dorp gebracht. Ze waren langs een kerk naar een groot huis gereden.
4298 Haar haren stonden in brand. Oranje en rode vlammen lekten rond haar gezicht en verschroeiden haar lokken tot as.
4299 Kivrin schudde wild met haar hoofd om aan het vuur te ontsnappen, maar nu hielden ze ook haar hoofd stil.
4300 Er hing rook in de kamer toen ze wakker werd. Het vuur moest uit zijn gegaan terwijl ze lag te slapen.
4301 Kivrin kon in de walm niet eens zien of ze jong of oud was. De roodharige man moest het vuur hebben gedoofd.
4302 Ze probeerde haar hoofd op te tillen om hem te zien, maar het was te rokerig. Latijn kan ik wel spreken, dacht ze.
4303 Dunworthy keek gespannen naar de monitoren, maar die waren nog net zo onbegrijpelijk als even tevoren.
4304 De kaart rolde over het scherm. De contacten met het ambulancepersoneel en met iedereen in het lab werden vermeld.
4305 Badri had hem verteld dat hij zondag ook in Londen was geweest, maar hij kon zich het tijdstip niet herinneren.
4306 Dunworthy had Badri graag behoorlijk toegedekt, maar de leerlinge hing een andere infuuszak aan de standaard.
4307 Het was tien uur. Er kon nog niemand anders ziek zijn geworden als de incubatietijd twaalf uur bedroeg.
4308 Daarna ging hij op de klapstoel zitten en keek naar de lijst met contacten die hij tot dusver had opgesteld.
4309 Ze ging naar het raam en deed het gordijn open. Ze bleef staan en friemelde aan de koordjes van het gordijn.
4310 Het is niet zo ernstig. Ze hebben je antimicrobia gegeven en er wordt aan een gericht medicijn gewerkt.
4311 Het was heel goed mogelijk dat hij nog nooit ziek was geweest, zelfs niet verkouden, zoals hij had gezegd.
4312 Er is iets mis. Dunworthy zette zijn bril af en wreef over zijn ogen, die staken door het ontsmettingsmiddel.
4313 Het was tien voor halfvijf. Badri was nog steeds in slaap, met een bijna vredige uitdrukking op zijn gezicht.
4314 De zuster stond op de gang te wachten met een fles ontsmettingsmiddel en zei dat hij de lift kon gebruiken.
4315 Een paar verpleegkundigen, allemaal onherkenbaar in hun steriele uitmonstering, rolden een brancard door de gang.
4316 Een arts stelde vragen aan een magere, angstig kijkende vrouw in een natte jas en een even natte regenhoed.
4317 De andere vrouw stond op. Een van de formulieren viel op de grond en ze klemde de andere onhandig tegen haar borst.
4318 Dat wees op een incubatietijd van vijftien uur, en vijftien uur geleden was Kivrin volledig immuun geweest.
4319 Hij bukte en nam hem mee naar een van de stoelen. Mary kwam terug met de ketel, die ze neerzette en inschakelde.
4320 Antimicrobia zijn een werkzaam medicijn en als de symptomen goed worden behandeld, is het virus niet dodelijk.
4321 Influenza verspreidt zich als een lopend vuurtje en dat wordt door de quarantaine alleen maar erger.
4322 We leven niet in de middeleeuwen, niet eens in de twintigste eeuw. We hebben metabolica en allerlei hulpmiddelen.
4323 En zodra ze die gedachte had gevormd, drong ook al het andere tot haar door. Het is 1320 en ik ben ziek geweest.
4324 Ze voelde zich uitgeput, alsof ze een vreselijke krachtproef had doorstaan die al haar energie had opgeslokt.
4325 Ze had gedroomd dat haar haar werd afgesneden. Ze had gedroomd dat de mensen een taal spraken die ze niet verstond.
4326 Ze dacht dat het maar één nacht was geweest, maar nu herinnerde ze zich de gezichten die zich over haar heen bogen.
4327 Misschien waren er weken voorbijgegaan en had ze het rendez vous al gemist. Maar dat was onmogelijk.
4328 Je bleef geen weken buiten kennis, zelfs niet als je tyfus had, en zij had geen tyfus. Ze was ingeënt.
4329 Ze wilde de deken optrekken en meteen kwamen er uit het donker handen die iets zachts over haar heen legden.
4330 Ze waren bijna even dik als tapijten en met een koord aan de bedposten vastgebonden. De vrouw ging rechtop staan.
4331 Als dit het dorp was waar ze naartoe had gewild, lag het rendez vous op nog geen twee kilometer afstand.
4332 Ze probeerde zich te herinneren hoe lang de tocht naar het dorp had geduurd. Heel erg lang, scheen het.
4333 En zodra ze weer wat was aangesterkt, kon ze natuurlijk vragen of ze haar naar de kar wilden brengen.
4334 Gisteravond kon ze niet op de woorden komen, maar dat lag natuurlijk aan de koorts. Ze had er nu geen moeite mee.
4335 Het was van hetzelfde vergeelde linnen als haar mutsje, in gerafelde repen gescheurd en onder de bruinrode vlekken.
4336 De pap smaakte goed. Kivrin probeerde de kom leeg te maken, maar al na een paar slokken voelde ze zich uitgeput.
4337 Die legde het verband op het kistje dat ze bij het bed op de grond had geplaatst en zette de kom ernaast.
4338 Ze herinnerde zich nog veel van de nachtelijke reis, ook al waren het stukken en brokken, als van een droom.
4339 Ik viel van het paard, dacht ze, en de man met het rode haar tilde me op. En we kwamen langs een kerk.
4340 Ze was langs de flank van het paard naar beneden gegleden tot ze op de weg zat. Het is de koorts, dacht ze.
4341 Volgens haar was er niets aan de hand. Alleen na haar inenting tegen de pest had ze ook last gehad van jeuk.
4342 Ze was gevaccineerd tegen alle in 1320 veel voorkomende ziekten en ze kon hier ook niet zijn besmet.
4343 Pestlijders vragen zich niet af of ze de ziekte hebben, die hebben het te druk met doodgaan. Het was niet de pest.
4344 Er waren allerlei vreemde ziekten in de middeleeuwen geweest, koningszeer en sint vitusdans en onbekende koortsen.
4345 Zoiets moest het zijn, een aandoening die haar versterkte afweersysteem niet zo gauw had kunnen thuisbrengen.
4346 De oude vrouw pakte Kivrin ruw beet en sloeg een arm om haar heen alsof ze haar uit bed wilde helpen.
4347 Ze voelde zich meteen duizelig. Ze bleef met haar blote voeten net boven de grond zitten tot het voorbij zou gaan.
4348 En middeleeuwers hadden ook geen badkamer, dacht ze. Ze hoopte dat ze niet naar een latrine ergens buiten hoefde.
4349 Ze deed een paar stapjes en voelde de duizeligheid terugkomen. Ik haal het nooit naar buiten, dacht ze.
4350 Op de grond stond een lage houten kist met op het deksel de ruw uitgesneden omtrek van een vogel of een engel.
4351 Het is geen gewone computer, het is een chemische stof die je spraakvermogen en je geheugen versterkt.
4352 Als de tolk die maar vaak genoeg hoorde, zou hij ze als sleutel tot de rest van de code kunnen gebruiken.
4353 De twee vrouwen hadden zich omgedraaid naar het venster, ook al konden ze niet door het linnen heen kijken.
4354 Ze staarde naar het venster alsof ze dwars door het stijve linnen kon kijken, haar handen als in gebed gevouwen.
4355 Ze botste bijna tegen de oude vrouw en de kamerpot. Het ronde gezicht van het kind was rood en betraand.
4356 Ja, dat was beslist haar moeder. Het kind sloeg haar armen stijf om de hals van de vrouw en begon te jammeren.
4357 Ze wees naar een ander kind dat net binnen was gekomen. Dat meisje was een stuk ouder, zeker tien jaar.
4358 Ze hoorde rechtstreeks de vertaling van de tolk, nog onvolmaakt en bepaald niet simultaan, maar wel begrijpelijk.
4359 De oude dame hield de kamerpot nog steeds in haar handen. Kivrin vroeg zich af waarom ze hem niet ging leeggooien.
4360 Kivrin vroeg zich af of Gawyn de man was die haar op zijn paard had gezet en naar dit huis had gebracht.
4361 Kivrin wist niet wie Maisry was, vermoedelijk een bediende, maar zo te horen zou ze de wind van voren krijgen.
4362 De naam galmde over de trap. Rosemund maakte van de gelegenheid gebruik om naast haar moeder te gaan staan.
4363 De pest kan het niet zijn, want daarvan heb ik geen enkel symptoom en ik ben al aan de beterende hand.
4364 Ik herinner me een kerk en ik geloof dat ik me op een heerlijkheid bevind. Ik lig in bed op een bovenkamer.
4365 Ik kan niet uit bed komen zonder dat ik val, ze hebben mijn haar afgesneden en ik weet niet wat ik moet beginnen.
4366 Ze tilde haar hoofd op, maar de beweging maakte haar meteen draaierig. Ze legde haar hoofd weer neer.
4367 Ik hoopte dat zij ons iets over de rovers kon vertellen, met hoeveel ze waren en uit welke richting ze kwamen.
4368 Daar kom ik alleen terug als ik weet waar het rendez vous is en u bent de enige die me dat kan vertellen.
4369 En ze spraken alsof ze elkaar al heel lang kenden. Haar behoedzaamheid moest een andere reden hebben.
4370 Zelfs de klok zweeg en het licht dat door de wasdoek naar binnen viel was vaal. Het wordt al donker.
4371 Als deze kamer aan de voorkant lag, zou ze door het venster in elk geval kunnen zien welke kant hij uitging.
4372 Ze schoof haar voeten over de bedrand, maar ze werd meteen duizelig. Ze ging weer liggen en deed haar ogen dicht.
4373 Agnes bleef even bij het venster staan, alsof ze zich afvroeg waar ze nu haar toneelstukje zou gaan opvoeren.
4374 Daarna rende ze naar de deur, maar halverwege kreeg ze Kivrin in de gaten en ze bleef opnieuw staan.
4375 In 1320 stierven driekwart van alle pokkenlijders en haar versterkte afweersysteem functioneerde niet goed.
4376 En hij was aardig geweest. Hij had haar hand vastgehouden en gezegd dat ze niet bang hoefde te zijn.
4377 Het was of ze anders sprak dan eerst, luchtiger, met de zachte Franse accenten die ze van de vrouwen had gehoord.
4378 Ze had moeten vragen waar ze was en sinds wanneer, hoewel Agnes vermoedelijk te klein was om dat te weten.
4379 Ik had haar moeten vragen hoe oud ze was, dacht Kivrin, maar misschien wist het kind dat ook wel niet.
4380 De vrouw haalde er een klein stoffen zakje uit, sprenkelde de inhoud in de kom en ging verder met roeren.
4381 Al haar goederen zijn gestolen, de kisten opengebroken en leeggehaald. Maar hij zei dat de wagen goed gemaakt was.
4382 Kivrin dacht dat ze het bij het verkeerde eind had gehad, de oorvijg had blijkbaar toch effect gesorteerd.
4383 Maar in de middeleeuwen dreigden de priesters voortdurend met het jongste oordeel en de verschrikkingen van de hel.
4384 Hij is in Bath, waar hij moet getuigen op een proces tegen een vriend en dat is blijkbaar een riskante onderneming.
4385 In de veertiende eeuw werden er bijna net zoveel rechtszaken aangespannen als aan het eind van de negentiende.
4386 Ik ben te lang, mijn tanden zijn te wit en na al dat graven in Skendgate zijn mijn handen nog te netjes.
4387 Iedereen hier, zelfs de kinderen, loopt met geschaafde en bloedende handen. Het is per slot van rekening december.
4388 Het was pas in de achttiende eeuw in zwang gekomen, maar de tolk maakte nu soms de raarste sprongen.
4389 Fronsend probeerde ze het zich te herinneren. Ze was van het paard gevallen en ze had het vuur gezien.
4390 Gawyn had een zwart paard. Ze waren door het bos gereden, een heuvel af en langs een kerk, en de moordenaar.
4391 Het was hopeloos. Die hele nacht was een vage droom vol angstaanjagende gezichten en klokgelui en vlammen.
4392 Ze moest beter worden. Ze voelde zich wat sterker, maar ze kon nog niet zonder hulp naar de kamerpot.
4393 Ze probeerde een paar keer rechtop te gaan zitten en haar benen over de rand van het bed te schuiven.
4394 Even later kwam ze terug met een stoof vol gloeiende kolen. Kivrin had haar nog nooit zo druk in de weer gezien.
4395 Ze wachtte een uur nadat Maisry was weggegaan om er zeker van te zijn dat iedereen het huis uit was.
4396 Veel warmte gaf het ding niet. Kivrin rilde in haar dunne hemd en drukte haar armen tegen haar borst.
4397 Ze werd gewekt door de klok. Het geluid kwam uit zuidwestelijke richting, net als toen ze was doorgekomen.
4398 Het binnenvallende licht was schemerig geworden, maar dat kwam door de laaghangende wolken die zich samenpakten.
4399 Kivrin trok haar mantel aan en deed de deur open. De trap was steil, uitgehakt in de stenen muur, zonder leuning.
4400 Erachter hingen wandtapijten en aan de zijkant een ladder die naar een bovenkamer of hooizolder moest leiden.
4401 In het kleine portaal stonden een paar oude laarzen, een houten emmer en het speelgoedwagentje van Agnes.
4402 Kippen werden alleen gehouden voor de eieren. In de veertiende eeuw werd het vlees van duiven meer gewaardeerd.
4403 Aan de andere kant lag de stal met de grote deur en los daarvan stond de stenen schuur. Ze ging eerst naar de stal.
4404 Ze zette het vrolijk blaffende hondje weer in de stal en sloot de zware houten deur. Gawyn was er niet.
4405 Iedereen is weg en het gaat sneeuwen. Ze keek naar de poort en naar de smalle doorgang tussen de schuur en de stal.
4406 Ze liep naar de poort, waardoor de kip geschrokken haar toevlucht zocht achter de waterput, en keek de weg af.
4407 Maar daar zag ze geen heuvels, geen kerk en geen dorp, geen enkele aanwijzing dat dit de goede richting was.
4408 Ze had de klok gehoord toen ze in bed lag. Kivrin stak de voorhof weer over en volgde het modderige paadje.
4409 Alleen de kerk voldeed aan haar verwachtingen. De klokketoren stond apart, tussen het kerkhof en het open veld.
4410 Ze trok de mantel strak om zich heen en drukte hem met een vlakke hand tegen haar borst, waarna ze verder ging.
4411 Kivrin kreeg pijn in haar borst. Ze drukte haar hand nog steviger tegen zich aan en probeerde sneller te lopen.
4412 De klok werd in een traag, gelijkmatig ritme geluid en Kivrin merkte dat ze in hetzelfde tempo was gaan lopen.
4413 Stel je niet aan, dacht ze, je moet de open plek terugvinden. Je bent ziek, je moet terug naar huis.
4414 Maar iedereen was buiten in die ijzige wind, om het joelblok te halen of de dieren uit de wei te halen.
4415 Ik moet het rustig aan doen, dacht ze, en ze ging weer op weg. Bij elke stap voelde ze de pijn in haar borst.
4416 Ze zou niet eens meer terug kunnen komen. Ik moet gaan zitten, dacht ze, maar het pad was veel te modderig.
4417 Ze zocht een plek waar ze kon zitten, maar het hele open veld was een modderpoel. Ze kon alleen de hut binnengaan.
4418 Ze moest meneer Dunworthy vertellen dat middeleeuwse hutten niet zo bouwvallig waren als ze eruitzagen.
4419 Ze hield zich stevig beet aan het hek, dat ze netjes achter zich sloot en met het riempje vastmaakte.
4420 Het dier volgde haar een eindje, alsof ze dacht dat Kivrin haar ging melken, maar daarna ging ze door met grazen.
4421 De deur van een van de onbewoonbare krotten ging open en een jongen kwam op blote voeten naar buiten.
4422 Hij was afschuwelijk mager, met armen en benen die niet dikker waren dan de twijgen van de schutting.
4423 Zijn lippen waren gesprongen en er zaten rode vegen op zijn gezicht, alsof hij een bloedneus had gehad.
4424 Het zag eruit als een hooischuur van houten palen, waarvan de tussenruimten waren opgevuld met gras en riet.
4425 Nog erger dan een stal. Behalve beesten en het haardvuur rook ze schimmel en de kwalijke geur van ratten.
4426 Ze trok haar voeten onder haar mantel, pakte een kapmes dat naast de zak lag en stookte het vuurtje ermee op.
4427 Het vuur gaf niet genoeg licht om in het hok te schijnen, maar Kivrin hoorde een krabbelend geluid in die hoek.
4428 Het geluid kwam niet uit het aanbouwsel achter het miezerige hekje, maar uit een kooi met een rond dak.
4429 Niemand weet waar ik ben, dacht ze, en drukte een hand tegen haar borst alsof ze met een mes was gestoken.
4430 Wat er ook gebeurt, hield ze zich voor, je bent nooit helemaal alleen. De gedachte sterkte haar een beetje.
4431 De lage heuvel waarop de kerk stond was helemaal bedekt met sneeuw. Kivrin ging op weg naar de kerk.
4432 Gawyn had alles naar het huis gebracht, elk spoor van het rendez vous uitgewist. Zelfs de kar was er niet meer.
4433 Ze droeg een kleed dat met bont was afgezoomd en zulke lange mouwen had dat ze bijna over de grond sleepten.
4434 Ze heeft een moeilijk te verstaan accent, hoewel ik geloof dat ze daarmee vooral vrouwe Imeyne probeert na te doen.
4435 Toen ze mij zag deed ze een stap terug, de eerste die blijkbaar besefte dat ik besmettelijk zou kunnen zijn.
4436 Hij liet je bij hem achter om de rovers te gaan zoeken, maar toen hij die niet kon vinden is hij teruggekomen.
4437 Ik ben nu vijf dagen ziek en als het een virus is zou de incubatietijd maar twaalf tot achtenveertig uur zijn.
4438 Rosemund zit op het bankje rode wol op een stuk linnen te borduren en Blackie ligt naast me te slapen.
4439 Ik hoop dat hij gauw komt, dan kan hij me vertellen waar het rendez vous is en mijn hand vasthouden.
4440 Hij wilde weten op welke school ik zat, maar ik vroeg heel verontwaardigd of hij dat dan niet kon zien.
4441 Ze willen mensen voornamelijk binnen het afgezette gebied houden. Ik ben doorgelopen tot ik een telefooncel vond.
4442 Er was niemand op straat. Dunworthy wist niet of dat door de quarantaine of door het vroege tijdstip kwam.
4443 Misschien liggen ze op Balliol allemaal te slapen, dacht hij, dan kunnen wij tenminste ook meteen naar bed.
4444 Hij draaide zijn hoofd weer om en wilde het gebouw binnengaan, maar hij kwam meteen in botsing met een jong stel.
4445 Ik heb een sterretje gezet bij de namen van de mensen die u moet terugbellen. En hier zijn uw afspraken.
4446 Als hij zei dat er maar vier patiënten waren, zou ze er waarschijnlijk op staan dat hij haar naar Ely bracht.
4447 Dunworthy kwam tenslotte van hem af met de belofte het ministerie te bellen en extra wc papier te eisen.
4448 En als hij hier met zijn schoenen in zijn hand bleef zitten, zou er van slapen helemaal niets komen.
4449 Door het raam viel slechts een dofgrijs schijnsel naar binnen door de verwarde takken van de nog donkerder klimop.
4450 Misschien miezerde het alleen nog of zou het dadelijk weer gaan beginnen. Het was al zo donker voor de middag.
4451 Hij haalde zijn hand onder de deken vandaan en keek naar de lichtgevende cijfers van zijn horloge. Twee uur pas.
4452 Badri had al zijn vaccins gehad. Colin was door zijn moeder op de trein gezet en had extra geld meegekregen.
4453 Dunworthy was op zijn eerste tijdreis naar Londen bijna niet meer teruggekomen, ondanks alle voorzorgsmaatregelen.
4454 Het hokje van de kaartverkoop was donker en een ijzeren hek sloot de toegang tot de houten klaphekjes af.
4455 Hij trok de deken tot over zijn schouder. Er kon van alles mis zijn gegaan, dingen waar niemand aan had gedacht.
4456 Colins moeder had er waarschijnlijk nooit rekening mee gehouden dat de trein niet verder zou gaan dan Barton.
4457 Misschien was er toch een grotere verschuiving opgetreden dan verwacht en was het station al gesloten.
4458 Maar ook aan het ijzeren hek dat hem bij de klaphekjes weghield en aan het donkere station daarachter.
4459 Ik kan nu drie of vier keer ademhalen zonder te hoesten en vanochtend had ik zelfs mijn eetlust weer terug.
4460 Agnes heeft me ook verteld dat ze drie oudere broers heeft, die allemaal bij hun vader in Bath zijn.
4461 Hij is ongetijfeld werkelijk zo bijgelovig en ongeletterd als zij beweert, maar onbekwaam is hij niet.
4462 Hij hield mijn hand vast toen ik op sterven lag. Hij zei dat ik niet bang hoefde te zijn en dat was ik ook niet.
4463 Ik weet niet of mijn eigen kleren ongepast worden gevonden of dat ze gewoon te mooi zijn voor doordeweeks.
4464 Toch weet ik zeker dat ik om de haverklap iets fout doe, daarom is vrouwe Imeyne ook zo achterdochtig.
4465 Vrouwe Eliwys maakt zich te veel zorgen over het proces om mijn fouten op te merken en de meisjes zijn te jong.
4466 Ik sloeg mijn ogen neer en hoopte dat hij me zou aanspreken. Hij kwam naar me toe en ging op een knie zitten.
4467 Ik weet waarom Eliwys zo op haar hoede was toen hij binnenkwam en waarom hij een bende rovers uit zijn duim zoog.
4468 Het ministerie wees alle inwoners van Oxford en omgeving op het gevaar van omgang met besmette personen.
4469 Hij had tot halfacht aan het net gewerkt en was daarna teruggegaan naar zijn flat om zich te kleden voor het bal.
4470 Het enige hiaat was de tijd tussen twaalf uur en halfdrie, in die periode zou ze Badri gezien kunnen hebben.
4471 Misschien had zij Badri eerder nog gezien, of wist ze waar hij maandag tussen twaalf uur en halfdrie was geweest.
4472 Hij was helemaal niet in de woning, alleen de inhoud van zijn tas lag over het vloerkleed uitgespreid.
4473 Slechte eetgewoonten en een volslagen gebrek aan discipline. Het is een schande zoals dit college wordt geleid.
4474 Het kon geen sjaal zijn. Hij trok zijn eigen das om zijn hals en ging door de regen op weg naar het ziekenhuis.
4475 Op de terugweg zou hij iets voor hem kopen, speelgoed of een videoband, zolang het maar geen sjaal was.
4476 In het ziekenhuis werd hij meteen naar de isolatie afdeling gebracht om de nieuwe patiënten te ondervragen.
4477 Ik weet niet of hij je iets kan vertellen. Hij heeft nog steeds hoge koorts, wat bij de diagnose past.
4478 Op de monitor was een diagram te zien met net zoveel takken als de grote beuk op de binnenplaats van Balliol.
4479 Ik had nog niet alles, maar als je de sjaal en zo voor me zou willen inpakken, dan heeft hij in elk geval iets.
4480 Ze had de halve stad afgelopen en er waren zeker vijfhonderd mensen die haar aangestoken konden hebben.
4481 Colin was niet meer bij de poort en evenmin in de eetzaal, waar Finch bijna door zijn suiker en boter heen was.
4482 Ze sluiten normaal al vroeg, maar sommige winkels zijn vanwege de quarantaine al tussen de middag gesloten.
4483 Vorig jaar was het droog geweest en toen was de kerk nog maar halfvol. Kivrin was met hem meegegaan.
4484 Dunworthy had haar in de Bodleian aangetroffen en had haar uitgenodigd op zijn cocktailparty en voor de mis.
4485 Hij bleef in het portaal staan en wreef de glazen schoon aan zijn das, maar direct daarop besloegen ze opnieuw.
4486 Ik ging nog liever naar de kerk, dus ik vroeg of ik mevrouw Taylor kon helpen met het dragen van de klokken.
4487 Over een tijdje zijn ze met geen stok meer uit huis te krijgen, maar nu zoeken ze troost bij elkaar.
4488 In de grote ruimte was het nog warmer en er hing een sterke geur van vochtige wol en vochtige steen.
4489 Het gedraai van de dominee had niet het gewenste effect gehad. Hij legde zijn das en jas op de plaats naast hem.
4490 Ze moest aan de Latijnse mis in 1320 denken, met echte kaarsen die op de vensterbanken stonden te flakkeren.
4491 Ik vraag me af of het ook werkelijk zo is, dacht hij, tot hij besefte dat het bij haar nu geen kerstavond was.
4492 Hij kwam als een onwetend en hulpeloos kind, onbewust van het kwaad en van het verraad dat op zijn weg zou komen.
4493 Ze zit ongedeerd in Skendgate, ze weet wanneer het rendez vous is en haar recorder is al voor de helft vol.
4494 Straks gelooft ze nog dat ik een heks ben. Overigens heb ik meteen een probleem nu ik niet meer bedlegerig ben.
4495 Het is een Normandische kerk, met een middenschip, zuilen van zandsteen en grote tegels op de vloer.
4496 In het midden bevindt zich een enkele graftombe, misschien wel dezelfde die ik bij de opgraving heb blootgelegd.
4497 Bovenop ligt een gebeeldhouwde ridder met gekruiste armen, zware handschoenen en een zwaard aan zijn zijde.
4498 Het ene laat zien hoe de gelovigen de hemel betreden, op het andere worden de verdoemden naar de hel gestuurd.
4499 Het altaar is onopgesmukt, met een witte linnen doek eroverheen en aan beide zijden een zilveren kandelaar.
4500 Het zal wel helemaal ondergesneeuwd zijn, maar het is vandaag zonnig en het begint zelfs een beetje te dooien.
4501 Ze was zogenaamd overvallen en voor dood achtergelaten en nu wilde ze met twee kleine meisjes het bos in.
4502 Rosemund wilde nog iets zeggen, maar ze bedacht zich en ging haar mantel halen die aan de tussenmuur hing.
4503 Gawyn was weg, maar ze had toestemming om met de paarden naar het bos te gaan en de priester ging met hen mee.
4504 De pony was helemaal geen pony, maar een flinke vos die bijna net zo groot was als het paard van Rosemund.
4505 Meneer Dunworthy had er meteen op aangedrongen dat ze zou leren paardrijden en dat was haar vrij vlot gelukt.
4506 Ze had haar paard aan het hek van het kerkhof vastgebonden en stond met haar handen op haar heupen rond te kijken.
4507 Ze hadden genoeg lawaai gemaakt om de doden op het kerkhof te wekken, maar er was niemand uit de kerk gekomen.
4508 Kivrin knielde eveneens om een kruisteken te maken, waarna ze in het pikkedonker met Agnes naar het koorhek liep.
4509 Ze maakte zich los en holde weg, niet in de richting van de klokketoren maar naar de noordkant van de kerk.
4510 Kivrin volgde haar naar het kerkhof en zag haar in de toren verdwijnen. Ze vroeg zich af waar de priester kon zijn.
4511 Kivrin knielde neer en pakte de kaars, die net was aangestoken. De was rond de pit was nauwelijks gesmolten.
4512 Bijna alsof iemand in de buurt de adem stond in te houden, verborgen achter de graftombe of een van de zuilen.
4513 In het bos was ook niemand geweest, dacht ze, en waagde zich nog verder naar voren. Bij de tombe was niemand.
4514 Haar hart bonkte net zo luid als in het bos, luid genoeg om zachte voetstappen of een ademhaling te overstemmen.
4515 Ze draaide zich met een ruk om, waardoor het vlammetje van de kaars een lichtspoor in de donkere ruimte trok.
4516 Hij staarde haar alleen maar aan, net als op de open plek. Het was geen droom, dacht ze angstig, hij was er echt.
4517 Kivrin holde over de stenen vloer, trok de deur open en schoot naar buiten. De kaars viel uit haar hand.
4518 Agnes was al bijna bij het hek, maar ze bleef staan zodra ze Kivrin zag en wilde naar haar toe gaan.
4519 Dat kon ook haast niet. Vanuit de deuropening gezien was de kerk bijna helemaal in het donker gehuld.
4520 Ze drukte haar gezicht tegen Kivrins rokken toen de deur openging en klemde zich vast aan haar been.
4521 Het duurde even voordat de tolk zijn woorden vertaalde en Kivrin vroeg zich af waarom ze hem niet zelf verstond.
4522 De stem waarmee hij haar de laatste sacramenten toe had gediend en gezegd dat ze niet bang hoefde te zijn.
4523 Ik ben gekomen om te zien hoe jullie leven, maar ik ben ziek geworden en nu weet ik niet waar het rendez vous is.
4524 Hij stak een hand uit alsof hij Kivrin wilde zegenen, maar in plaats daarvan betastte hij haar slaap.
4525 Ze passeerden een groepje wilgen, maar die stonden te ver van het pad en er liep een deels bevroren beekje langs.
4526 Daarachter stond een rij lijsterbessen, met zulke regelmatige tussenruimten dat ze wel aangeplant leken.
4527 Ze waren over dit pad gekomen en ze had gehoopt dat ze iets zou herkennen, maar dat was niet het geval.
4528 En later was ze bij een tweesprong van het paard gevallen. Ze waren nog niet bij een tweesprong gekomen.
4529 Ze zou het in haar eentje nooit terug kunnen vinden. Ze kon nauwelijks tien meter ver het bos in kijken.
4530 Vader Roche verliet het pad, worstelde zich langs een paar sparren en bleef staan bij een hulstboom.
4531 Hij stak met zijn takken boven de sparren uit en de rode bessen gloeiden tussen de glanzende bladeren.
4532 Kivrin pakte ze aan en stopte ze in de zak, waarbij ze ervoor zorgde de stijve bladeren niet te breken.
4533 En ze herinnerde zich heel duidelijk dat hij bij de kar geweest was. Het had geen zin eromheen te draaien.
4534 Ze kon zich niet herinneren dat ze terug waren gegaan, maar het was ook allemaal zo vaag en verward.
4535 Ze moest hier terugkomen voordat het ging dooien en de weg markeren met inkepingen in de bomen of met stukjes stof.
4536 Al na een paar honderd meter wist ze niet meer in welke richting het pad lag, ondanks de afdrukken in de sneeuw.
4537 Hans en Grietje hadden maanden kunnen rondzwerven zonder hun huis of het hutje van de heks te vinden.
4538 De takken spreidden zich uit als een tentdak en de bodem eronder was slechts met een dun laagje sneeuw bedekt.
4539 Ze herinnerde zich het vuur, waarvan ze dacht dat het de brandstapel was. Maar dat kon het niet zijn.
4540 Daarna had hij het vuur gedoofd door er met zijn laarzen op te stampen en de rook had haar verblind.
4541 Vader Roche stond bij de ezel te wachten, nog altijd met die vreemd plechtige uitdrukking op zijn gezicht.
4542 Kivrin kon de tweesprong niet zien en ze had geen idee of dit hetzelfde pad was waarover ze waren gekomen.
4543 Alles zag er hier hetzelfde uit, de wilgen, de open plekken en de eiken. Ze begreep nu wat er was gebeurd.
4544 De twee paden liepen bijna honderd meter vrijwel naast elkaar, waarna een ervan afboog naar een lage heuvel.
4545 Hij drukte zijn hoeven in de aarde en verplaatste zijn gewicht, waardoor hij bijna door zijn achterpoten zakte.
4546 Het dichte geboomte aan weerskanten zat nog onder de sneeuw. Rosemund stond al op de volgende heuvel te wachten.
4547 Sneeuw daalde in wolken neer toen ze de aan elkaar gevroren takken opzij duwde. Vogels vlogen schreeuwend op.
4548 Ze herkende de eik en verderop in het bos de berken met hun witte stammen. Dit moest de open plek zijn.
4549 Die kon ze zich helemaal niet herinneren. Het komt door de sneeuw, dacht ze, daardoor lijkt de plek groter.
4550 Maar Gawyn had het juwelenkistje niet naar het huis gebracht, want dat had ze in de berm van het pad verstopt.
4551 Ze liep langs Rosemund en worstelde zich tussen de wilgen door zonder zich om de sneeuwlawines te bekommeren.
4552 Het meisje had op het pad van haar pony willen klimmen, maar zat met haar voet vast in de stijgbeugel.
4553 Kivrin nam haar in haar armen en duwde tegen haar middel om haar ademhaling weer op gang te brengen.
4554 Kivrin had bijna geroepen dat hij ook moest oppassen, maar Agnes overstemde alles met haar gejammer.
4555 Hier moest het zijn. Misschien had ze het kistje toch verder van het pad af gelegd en had de sneeuw.
4556 De wanten waren kletsnat geworden. Kivrin deed haar geleende handschoenen uit en gaf die aan het meisje.
4557 Ze reikten helemaal tot aan haar schouders, wat ze prachtig vond, en Kivrin dacht al dat ze haar knie was vergeten.
4558 Colin had natuurlijk met alle geweld op een onchristelijk tijdstip willen opstaan om zijn cadeautjes open te maken.
4559 Hij ging op de grond zitten en begon zijn pakjes open te maken. De zeeptabletten waren een doorslaand succes.
4560 Haar gedrag is stuitend. Ze bekritiseert alles en iedereen en staat erop dat ze op de kamer van haar zoon slaapt.
4561 Het water droop van de verlichte kerstboom op de binnenplaats. Iedereen zat nog aan tafel, behalve het bellenkoor.
4562 De toestand is hier gewoon onbeschrijfelijk. Ik begrijp niet dat er nog niet eerder een epidemie is uitgebroken.
4563 De dominee had gezegd dat de mensen zich in huis zouden opsluiten als de epidemie verder om zich heen greep.
4564 Of ze lagen te slapen na een overdadig kerstmaal. Of ze waren zo verstandig niet in de regen te gaan lopen.
4565 Ze droeg nog dezelfde witte jas als twee dagen geleden. Iemand had een takje hulst op haar revers gespeld.
4566 Zijn gezicht was weer donker van de koorts en zijn ogen waren gezwollen, alsof hij een klap had gekregen.
4567 Ze is nu al vier dagen in het verleden. Daar kunnen we niets meer aan veranderen; het is al gebeurd.
4568 Als ik iemand kan vinden om het net te openen. Colin haalde de toverbal uit zijn mond en keek er peinzend naar.
4569 Het ding had witte en blauwe vlekken en zag er wel een beetje uit als de maan. Hij stopte hem weer in zijn mond.
4570 Daar kun je niets aan veranderen. Het net gaat gewoon niet open als we iets aan de geschiedenis willen veranderen.
4571 Dunworthy keek gespannen om naar de ingang van het ziekenhuis, maar zelfs de demonstranten waren niet meer te zien.
4572 Hun hutjes bieden geen beschutting tegen de wind en waar ik binnen ben geweest was geen deken te bekennen.
4573 Ze moeten letterlijk doodvriezen en volgens Rosemund heeft de meier gezegd dat het tot de kerst blijft regenen.
4574 Een ontstoken wond kan gevaarlijk zijn. In de middeleeuwen hadden ze nog geen middel tegen microben.
4575 Nog een geluk voor hem dat er niet echt twintig met zwaarden, knotsen en strijdbijlen bewapende rovers waren.
4576 Dunworthy dacht erover het weg te leggen, maar hij wilde de jongen niet wekken. Hij ging naar zijn slaapkamer.
4577 De middeleeuwers wisten niet dat de ziekte door rattevlooien werd verspreid. Ze hadden geen benul van de oorzaak.
4578 Die laatsten waren vermoord, oude vrouwen opgehangen. Vreemdelingen waren naar de brandstapel gesleept.
4579 Op zijn tenen ging hij naar Colin toe en haalde voorzichtig het boek onder het hoofd van de jongen uit.
4580 Badri had zich van tevoren zorgen gemaakt over een verschil van hooguit enkele weken, niet van jaren.
4581 Finch kwam binnen in zijn ochtendjas, met een vervallen uiterlijk en een zorgelijke blik in zijn ogen.
4582 Die vrouw had het over indianen met pijl en boog gehad, daarom verwachtte hij nog geen bende Sioux tegen te komen.
4583 Andrews had niet gezegd hoe laat hij zou bellen, maar Dunworthy wilde de telefoon niet onbeheerd achterlaten.
4584 We mogen niet een vervangster inzetten als iemand ineens omvalt. En het zou desastreus zijn voor de harmonie.
4585 Ze hadden versterking gekregen van een stel knapen van Colins leeftijd met zwart beschilderde gezichten.
4586 Hij zat te typen. Zijn polsen lagen op zijn knieën en zijn vingers roffelden razendsnel op de deken.
4587 De monitoren aan de muur begonnen te piepen en heftige pieken te vertonen. Op de gang klonk een alarmbel.
4588 Badri zag er afgemat en apathisch uit, bijna verveeld. Op zijn arm vormde zich al een nieuwe blauwe plek.
4589 Voornamelijk wartaal, koortsdromen zonder betekenis. Hij ging naar buiten en probeerde een taxi te vinden.
4590 Misschien had hij zich vergist toen hij zei dat het maar vier uur was en was het in werkelijkheid vier jaar.
4591 Dat kan niet goed zijn, had hij gezegd. Dunworthy holde het binnenplein over en ging naar zijn kamer.
4592 Het regende niet zo hard meer en er waren weer wat mensen op straat, hoewel veel winkels gesloten waren.
4593 Ik heb een ingenieur gevonden die de lokalisatie door de telefoon kan natrekken. We moeten de computer aansluiten.
4594 Hij is rood en erg gevoelig, ze schreeuwt het gewoon uit als ik haar knie aanraak. Ze kan nauwelijks lopen.
4595 Ik heb Gawyn gevraagd naar hem toe te gaan en de boodschap door een van zijn knechten te laten overbrengen.
4596 Haar knie zag er slecht uit. Ze kon helemaal niet lopen en ik zag een rode streep onder de huid erboven.
4597 Het is moeilijk te zien, want de hele knie is rood en opgezet, maar ik durfde niet langer te wachten.
4598 Ze hadden in 1320 geen middel tegen bloedvergiftiging en het is mijn schuld dat de wond is ontstoken.
4599 De middeleeuwers beschouwden God als een levend wezen, bijna even tastbaar als de zichtbare wereld om hen heen.
4600 Het leven in dit lichaam is een onbelangrijke illusie, het echte leven behoort toe aan de onsterfelijke ziel.
4601 Veel lichter was het er niet. Zijn huis is nauwelijks groter dan de hut waarin ik heb geschuild en niet hoger.
4602 Kivrin moest het beamen. Er was die nacht bijna dertig centimeter sneeuw gevallen en de bui hield nog steeds aan.
4603 Aan het eind van de ochtend hield het plotseling op met sneeuwen en tegen twee uur begon het op te klaren.
4604 Ze schrok op toen Maisry binnenkwam en viel tegen haar uit omdat ze moddervlekken op de vloer maakte.
4605 Die zou hij bij zonsondergang aansteken om er het verstrijken van de uren tot middernacht mee bij te houden.
4606 Haar terugkeer moest binnen een week plaatsvinden, maar ze had nog geen idee waar het rendez vous was.
4607 Ze herinnerde zich dat ze zich aan de magere rug van de koe had vastgeklampt toen ze naar de open plek had gezocht.
4608 Ze bukte en hield een handvol haver onder zijn neus, waar het beest niet de geringste belangstelling voor toonde.
4609 Ze bleef staan met een hand op de rug van het dier, haar gezicht verborgen achter haar lange donkere haar.
4610 Imeyne zag er echter niet ontevreden uit, dus waarschijnlijk had hij de boodschap aan de aartsdiaken overgebracht.
4611 Verschillende nieuwkomers hadden rood haar, onder wie een vrouw die ongeveer even oud als Imeyne leek te zijn.
4612 Ze was ervan uitgegaan dat de dikkerd getrouwd was met de rossige feeks of met de vrouw met de stijve haarkap.
4613 Rosemund bleef met haar vuurrode wangen stokstijf staan terwijl hij met zijn vette handen aan haar hals friemelde.
4614 Zo te zien zouden ze hier de hele winter blijven. Ook over haar eigen lot had ze niet hoeven in te zitten.
4615 Vrouwe Imeyne zat bij de muur te praten met de kloeke vrouw en een bleke man die als een geestelijke was gekleed.
4616 Hij was een onbenul en een knoeier, die zondag tijdens de mis het confiteor voor het adjutorum had gezegd.
4617 Eliwys speelde met haar zware ring. Gawyn ging zitten, veegde het stro van zijn broek en trok de laars weer aan.
4618 Kivrin had gehoopt dat ze Gawyn in de loop van de avond kon spreken, maar dat was in dit gezelschap niet mogelijk.
4619 Latimer had verteld dat de middeleeuwers de toekomst voorspelden uit de schaduwen die het joelblok wierp.
4620 Het rode lint begon al te rafelen en zou niet vaak meer gebruikt kunnen worden. Ze boog zich eroverheen.
4621 Haar vader hield van haar en wilde niet dat haar iets zou overkomen, maar toch luisterde ze niet naar hem.
4622 Een van hun bedienden kwam snel aanlopen om hun mantels aan te geven, waarvan er een met eekhoornbont was gevoerd.
4623 De jongste zoon van de meier kwam Kivrin haar witte mantel brengen, waarvan hij de zoom over de grond liet slepen.
4624 Behoedzaam maakte ze de rode mantel van Agnes vast om haar niet te prikken met de naald van de gesp.
4625 Maar je kunt hem nu niet meenemen, we moeten naar de mis. Daarna worden de klokken voor het feest geluid.
4626 Een van heer Bloets bedienden stak de hoornlantarens aan met een takje uit het vuur en deelde ze uit.
4627 Toortsen verlichtten het hele kerkhof tot aan de klokketoren. Kivrin kon de teerachtige geur van de fakkels ruiken.
4628 Bij een fakkel zag iedereen er als een moordenaar uit. Geen wonder dat de elektriciteit was uitgevonden.
4629 Nachtmissen zouden later door de kerk worden verboden vanwege het overdadige drankgebruik en andere uitspattingen.
4630 Een andere knecht deed hetzelfde voor heer Bloet, die zich puffend en met een rood gezicht liet zakken.
4631 Ze had het lint juist strakker moeten aantrekken, dan zou het belletje niet bij elke beweging rinkelen.
4632 Hij droeg een zwarte kazuifel onder zijn witte kleed, beide gewaden waren van kostbare stof gemaakt.
4633 Als Roche zich over het altaar boog, kon ze ruim tien centimeter van zijn versleten bruine broek zien.
4634 De misgewaden hadden waarschijnlijk aan zijn voorganger toebehoord of waren afdankertjes van Imeynes kapelaan.
4635 Hij had tegen Kivrin gezegd dat de mis volstrekt authentiek was, ook al was hij naar de middag verplaatst.
4636 Het arme kind moest uitgeput zijn. Ze was al voor dag en dauw opgestaan en was al die tijd druk in de weer geweest.
4637 Bij hen moest het nu 2 januari zijn, bijna het eind van de vakantie. Alle versieringen waren al weggehaald.
4638 Ze draaide haar hoofd om. Gawyn had een verveeld gezicht en was er wat gemakkelijker bij gaan zitten.
4639 Het belangrijkste van de voorstelling was achter de rug en de eerste mensen gingen weg om uit de drukte te komen.
4640 De gesprekken werden al hervat voordat ze de kerk uit waren. Kivrin kon de zegen nauwelijks verstaan.
4641 Ze leunde wat zwaarder op zijn arm. De klokken waren allemaal weer gaan luiden, helemaal uit de maat.
4642 Kivrin vroeg zich af of hij degene was die zo uitbundig de klok luidde. Haar slapende voet begon te tintelen.
4643 Ze waren helemaal alleen op het open veld. De rest van de familie had bijna de poort van het riddergoed bereikt.
4644 Voor de kerk stonden nog veel mensen, net als langs het pad, waar iemand een vreugdevuur had aangestoken.
4645 De rovers hadden uw kostbaarheden meegenomen en ik heb geprobeerd ze te vinden, maar dat is niet gelukt.
4646 Eliwys ging staan en stak haar armen uit in een gebaar van verwelkoming. Kivrin bleef staan en snakte naar adem.
4647 Een bode van de bisschop en twee andere geestelijken zijn aangekomen. Ze kwamen kort na de nachtmis.
4648 Ze denkt dat de bisschop haar een nieuwe kapelaan heeft gestuurd, maar daar ben ik nog niet zo zeker van.
4649 Ze hebben helemaal geen bedienden bij zich en ze zijn erg gespannen, alsof ze op een geheime missie zijn.
4650 Agnes dacht eerst dat ze de drie wijzen uit het oosten waren en ze maken ook een koninklijke indruk.
4651 De gezant van de bisschop heeft een mager, aristocratisch gezicht, en alle drie zijn ze gekleed als koningen.
4652 Een van de mannen draagt een paarse fluwelen mantel met op de rug een kruis van witte zijde geborduurd.
4653 De gezant droeg een eveneens zeer fraaie rode mantel, versierd met goudstiksel en een zoom van sabelbont.
4654 Hij heeft een prachtige ring aan elk van zijn dikke vingers en hij gedraagt zich helemaal niet als een monnik.
4655 De grootste verschuiving bij echte tijdreizen deed zich voor bij een reis naar de zeventiende eeuw: 226 dagen.
4656 Mary zag eruit alsof ze in haar hospitaalkleding had geslapen en haar masker bungelde aan haar hals.
4657 In de eerste test was een fout geslopen en daarom moesten ze opnieuw beginnen. Ik verwacht het resultaat morgen.
4658 Die zou zich alleen maar gesterkt voelen in zijn mening dat het laboratorium gesloten moest blijven.
4659 Hij schoof het toestel naar de portier, die meteen achter de balie vandaan kwam om hem naar de uitgang te brengen.
4660 Hij had helemaal niet meer aan haar gedacht. Hij had haar sinds de dienst op kerstavond niet meer gezien.
4661 Dat zou kunnen betekenen dat ze niet alleen wist op welke vis Basingame was, maar ook waar de man zelf uithing.
4662 Hij probeerde haar flat nog een keer en liet de zoemer overgaan terwijl hij Williams verslag bekeek.
4663 William maakte zich met tegenzin los van een kleine brunette in een Burberry regenjas en ging naar binnen.
4664 Er zijn een heleboel plekken die niet in de gaten worden gehouden. De politieagenten staan niet graag in de regen.
4665 Zelf had hij alleen maar onderbrekingen meegemaakt, maar door de muziek voelde hij zich toch opgewekter.
4666 Ze stond voor de half opgegraven ruïne van de kerk. Hij zag ook waarom ze zo graag terug had gewild.
4667 Alles zat onder de modder: de grafstenen, de lampen die ze had opgehangen, de spaden die tegen de muur stonden.
4668 Alle studenten archeologie zijn meteen met vakantie gegaan en ik kon maar af en toe een vrijwilliger vinden.
4669 Montoya ging rechtop staan, een plat kistje vol modder in haar handen. Ze legde het op een hoek van de tombe.
4670 We zitten midden in een akker waar gerst wordt verbouwd. Varkens zijn er hier niet, net zomin als vogels of vissen.
4671 Montoya hield een steen tegen het licht, krabde met haar nagels wat modder weg en wreef over het oppervlak.
4672 Plotseling zag hij dat het geen steen was, maar een stuk bot. Het zou een voetbotje van de ridder kunnen zijn.
4673 Blijkbaar had ze gevonden wat ze zocht, een onregelmatig bot ter grootte van een walnoot, met een ronde zijkant.
4674 Hij was te zeer gesteld op de theorie dat een of ander veertiende eeuws virus door het net was gekomen.
4675 En hij was te zeer gesteld op zijn gezag als waarnemend hoofd van Geschiedenis om zijn theorie te laten varen.
4676 Toen u mij met de kerst belde, zei u dat u hem nodig had om toestemming van de Gezondheidsraad te krijgen.
4677 Het regende hard, water stroomde uit de afvoerpijpen en spoelde zaken van onschatbare historische waarde weg.
4678 De monnik had een dienstmaagd van heer Bloet mee naar een hoek genomen en speelde met haar hoofddoek.
4679 Ze kon onmogelijk ongemerkt in de buurt van Gawyn komen, laat staan hem naar de open plek in het bos vragen.
4680 Het hondje was al in slaap gevallen, uitgeput van al het gesol. Kivrin legde hem in het stro naast het veldbed.
4681 Ze nam de bel in beslag legde een tweede deken over ze heen, waarna ze naast het meisje ging liggen.
4682 Het maakte trouwens weinig uit, want op Eliwys kon hij geen indruk meer maken, zij was niet meer in de zaal.
4683 Of de gezant en zijn slippendragers nu vertrokken of niet, het was nog maar vijf dagen tot het rendez vous.
4684 Hij gaf geen antwoord, maar ze hoorde hem zacht bidden. Hij lag achter het koorhek op zijn knieën bij het altaar.
4685 Ik heb haar soep gebracht, maar ze wilde niet eten. Walthef moest overgeven na al het drinken en dansen.
4686 Ik zal niet bevreesd zijn, ook al zijn dit de dagen van toorn en van oordeel, want U heeft een grote hulp gezonden.
4687 Fronsend vroeg ze zich af of ze een of ander voorschrift had overtreden in haar ijver om hem te helpen.
4688 Ze haalde de half opgebrande kaarsen uit een zware kandelaar. De zijkanten waren bedekt met gestolde was.
4689 Het kind had te kort geslapen om uitgerust te zijn en ze weigerde stil te staan om haar haar te laten borstelen.
4690 De meeste kerkgangers hadden zo te zien weinig slaap gehad en sommigen hadden blijkbaar een zware kater.
4691 De gezant begon tijdens de mis steeds sneller te praten, alsof hij er zo snel mogelijk vanaf wilde zijn.
4692 Het open veld was in beslag genomen door de dorpelingen, die het feest van de vorige avond wilden voortzetten.
4693 Tenslotte legde ze hem in een hoek achter een zeis en liet Agnes handenvol stro over hem heen gooien.
4694 Ik weet niet waar het rendez vous is. De cisterciënzer kwam naar buiten, met een mantel over zijn witte habijt.
4695 Rosemund liep opgewekt verder door het gewoel van de knechten die de bagage op de paarden aan het laden waren.
4696 Ik vrees dat hij gisteravond wat te uitbundig feest heeft gevierd en de gevolgen van te veel wijn ondervindt.
4697 Als Imeyne nog in de kerk was, nam ze zich voor achter een van de hutten weg te duiken en in het bos te verdwijnen.
4698 Twee knechten van heer Bloet worstelden met een zware kist, die vlak voor haar voeten op de grond viel en kantelde.
4699 Ze deed een stap terug en liep eromheen, waarbij ze ervoor zorgde niet te dicht bij de paarden te komen.
4700 Uit de chaos van bedienden, kisten en paarden was een ordelijke stoet gevormd en Cob had de poort geopend.
4701 De paarden van de drie koningen deden nu dienst als lastdieren en waren met de teugels aan elkaar gebonden.
4702 Ze was van plan de mantel aan de eerste de beste knecht te geven en zelf op weg te gaan naar de hutten.
4703 Iedereen leek opgelucht te zijn, maar ook een beetje katterig en uitgeput door het gebrek aan slaap.
4704 Niemand maakte aanstalten de tafels op te ruimen, die nog vol stonden met vuile borden en halflege schalen.
4705 Eliwys liet zich op de hoge stoel zakken, met haar armen slap neerhangend, en keek afwezig naar de rommel.
4706 De voorhof was verlaten. Het vreugdevuur op het open veld smeulde nog na, maar er stonden geen mensen meer omheen.
4707 Misschien had de gezant toch niet gelogen en was de klerk inderdaad de nieuwe kapelaan, of hij het wilde of niet.
4708 Kwam Gawyn nu maar terug, dan kon ze hem naar de open plek vragen terwijl de anderen lagen te slapen.
4709 Langzaam liep ze terug over het veld en luisterde of ze zijn paard kon horen. Gawyn zou wel over de hoofdweg komen.
4710 Ze zette de spade tegen de omheining van het varkenskot en liep langs de muur van het riddergoed naar de poort.
4711 Of misschien kon hij het haar zo ook wel duidelijk maken, of een kaartje tekenen waarmee ze zelf de weg kon vinden.
4712 Ze bleef bij de poort staan tot ze het koud kreeg, waarna ze langs de muur terugging naar het varkenskot.
4713 En ondanks de wijnkruiken was het ook geen kwestie van overmatig drankgebruik. Hij was ziek, heel erg ziek.
4714 Onverklaarbare sterfgevallen deden zich voor in kloosters en kathedralen. Sterfgevallen die anderen goed uitkwamen.
4715 De klerk leek haar niet te horen. Zijn ogen waren half gesloten en ook de oogleden waren wat opgezet.
4716 De klerk tilde zijn hand op en veegde de doek van zijn voorhoofd, waarna zijn arm slap langs zijn zij viel.
4717 Plotseling gooide hij zijn armen omhoog, sloeg de doek uit haar hand en begon naar haar te slaan en te schoppen.
4718 Ze pakte een van zijn polsen, maar hij haalde uit met zijn andere hand en trof haar vol op haar borst.
4719 De anderen in de kamer stonden als aan de grond genageld toe te kijken, alleen Imeyne lag nog op haar knieën.
4720 Maisry was op de vensterbank gaan zitten, met haar handen tegen haar oren en haar ogen stijf dichtgeknepen.
4721 De familie was hier niet gekomen vanwege het proces, niet omdat heer Guillaume onmin had met de koning.
4722 Vandaag eigenhandig vijf van mijn kinderen in één enkel graf gelegd... Geen doodsklokken, geen tranen.
4723 Onder hen ook mevrouw Taylor, die negenenveertig slagen voor het einde van een optreden in elkaar was gezakt.
4724 Ik kreeg het bijna om mijn nek. Ze wilde nog doorgaan toen ze weer bijkwam, maar toen was het natuurlijk te laat.
4725 Hij was er niet in geslaagd een ingenieur te bereiken, laat staan om er een naar Oxford te laten komen.
4726 Dunworthy bekeek de blaadjes terwijl hij bij de telefoon zat te wachten op antwoord van een ingenieur of een gids.
4727 William was erin geslaagd beslag te leggen op de vertrouwelijke medische gegevens van de eerste zieken.
4728 Londen heeft beloofd morgen een nieuwe voorraad te sturen, maar we hebben niet genoeg meer voor bezoekers.
4729 Dunworthy baande zich een weg naar de dienstdoende arts, die hem vertelde hoe hij bij de voorraadkamer moest komen.
4730 De stretchers in de gangen waren inmiddels wat ordelijker neergezet, zodat er in het midden een smal pad overbleef.
4731 Hij besefte tot zijn schrik dat het mevrouw Gaddson was, maar gelukkig had ze het te druk om hem op te merken.
4732 Ze was blijkbaar opgeroepen om tijdens de epidemie bij te springen, want ze was zeker negentig jaar oud.
4733 Vanmiddag bleken drie zieken bij aankomst te zijn overleden. Een van hen was een baby van zes maanden.
4734 Er zijn al twintig verpleegkundigen ziek en ze kunnen niemand meer oproepen. Ze vragen nu studenten om te helpen.
4735 Dat betekende dat er een hele dag voorbij was gegaan en dat niemand had opgeschreven wat Badri had gezegd.
4736 Zelfs met zijn handschoen aan voelde hij dat die ijskoud was. Hij keek naar een van de beeldschermen.
4737 Na een tijdje kwamen de handen wat tot bedaren, hoewel Dunworthy niet wist of dat een goed teken was.
4738 Maskers waren uitverkocht en de thermometers en aspirine waren schandalig geprijsd. Hij kocht de hele voorraad op.
4739 Hij hoorde niet eens de zoemtoon, maar hij had nog niet neergelegd of het toestel begon te rinkelen.
4740 Dunworthy legde neer. Hij had gerustgesteld moeten zijn, maar hij voelde zich helemaal niet opgelucht.
4741 Ze stond in haar nachthemd op de binnenplaats en zwaaide plechtig met haar armen in een onduidelijk ritme.
4742 Hij maakte een pakje snoep open en stopte een lichtblauw stuk zeep in zijn mond. Ook het briefje was kletsnat.
4743 Het waren polsbeentjes geweest en Montoya had geen benen spoor, maar een kleine recorder tegen het licht gehouden.
4744 Ik was bang dat hij een fout met de siderische berekening had gemaakt, want die zou niet zo gauw te ontdekken zijn.
4745 Dunworthy drukte zich rillend tegen het hek om zo min mogelijk last te hebben van de ijskoude regen.
4746 Kivrin zou ongetwijfeld naar het rendez vous zijn teruggegaan zodra ze besefte dat ze zich in het jaar 1348 bevond.
4747 Ineens drong het tot hem door dat de portier erg lang wegbleef, misschien wel om Gilchrist te waarschuwen.
4748 Colin holde de binnenplaats over, het boek in zijn grijze sjaal gewikkeld en weggestopt onder zijn kletsnatte jas.
4749 Hij maakte zijn bril droeg met het papier en zette hem weer op. De glazen zaten nog onder de strepen.
4750 In de veertiende eeuw wisten ze niets van bacteriën af, niets van de manier waarop ziekten werden overgedragen.
4751 Ze had er voor haar studie over gelezen en dokter Ahrens had haar erover verteld toen ze in het ziekenhuis was.
4752 De derde vorm was longpest, waarbij het slachtoffer hoestte en bloed opgaf en zijn hele omgeving kon aansteken.
4753 Ze deinsde terug en rukte de natte doek van haar gezicht. Met trillende vingers probeerde ze zich schoon te vegen.
4754 Dit is de builenpest, dacht ze, je kan het niet krijgen van speeksel. En je bent ingeënt tegen de pest.
4755 Maar ze was ook tegen andere dingen ingeënt en haar afweersysteem was versterkt, toch was ze ziek geworden.
4756 De klerk ging overeind zitten en zwaaide een van zijn blote benen over de bedrand, alsof hij met haar mee wilde.
4757 Ze keek naar de klerk, die nog schuin op het bed lag. Zijn open mond werd helemaal gevuld door zijn gezwollen tong.
4758 De klerk deed zijn ogen open. Ze waren rood en opgezet en er klonk een zwakke ruis in zijn ademhaling.
4759 Net als ik. Ook zij had een ziekte meegebracht en het was niet aan haar te danken dat er niemand aan was bezweken.
4760 Ze had iedereen kunnen aansteken. Roche had haar de laatste sacramenten toegediend, hij had haar hand vastgehouden.
4761 Kivrin tilde voorzichtig het hoofd van de klerk op en legde het op het kussen. Daarna ging ze naar de deur.
4762 Hij zette het mandje op de kist aan het voeteneind en keek naar de klerk, die steeds moeizamer ademde.
4763 De pest wordt verspreid door rattevlooien, door de adem van de zieken, door de aanraking van hun kleren.
4764 Er mag op het open veld niet meer gefeest of gedanst worden. De mensen mogen niet hier of in de kerk komen.
4765 En hierna zal er een prachtige tijd aanbreken. De renaissance, sociale hervormingen en nieuwe muziek.
4766 Er zullen nieuwe medicijnen komen, zodat niemand meer hoeft te sterven aan pokken of longontsteking.
4767 De klerk was wakker geworden en vroeg herhaaldelijk om water, zodat ook de tweede bak al snel leeg was.
4768 Gespannen begon ze heen en weer te lopen. Het is al te laat, dacht ze, ze zijn allemaal blootgesteld.
4769 Maisry lag op een van de banken bij de tafel op de verhoging. Zelfs in haar slaap had ze een nukkig gezicht.
4770 Kivrin vroeg zich af of ze iets had gehoord, maar even later kwam Eliwys terug en ging verder met haar werk.
4771 Kivrin daalde zo stil mogelijk de treden af, maar niet stil genoeg. Agnes liet haar wagentje los en sprong op.
4772 Agnes lachte en ze keken allemaal naar het stuk kool, dat onder een van de banken tot stilstand kwam.
4773 Ze ging op haar knieën liggen, sloeg haar boek open en liet de kralen afwezig door haar vingers glijden.
4774 De klerk was er slechter aan toe. Hij lag te woelen en reciteerde op luide toon zinnen uit de mis voor de doden.
4775 Bij de put stond een andere emmer, half gevuld, maar ze gooide hem leeg op de stenen en vulde hem met vers water.
4776 Hij zuchtte alsof het hem goed deed en dommelde weer in. Zijn koorts was afgenomen toen hij ontwaakte.
4777 Er kwam geen bloed of etter meer uit de buil onder zijn oksel en de ruis was uit zijn ademhaling verdwenen.
4778 In sommige plaatsen waren maar een of twee zieken geweest, in andere was helemaal niemand gestorven.
4779 Ze zei iets tegen Roche, die bleef staan om zijn masker voor te doen voordat hij naar haar toe ging.
4780 Gawyn liep de voorhof op, zijn paard aan de teugel meevoerend. Hij bleef abrupt staan toen hij haar zag.
4781 Gawyn had nog dezelfde uitdrukking op zijn gezicht, vol hoop en verlangen, en Kivrin ergerde zich eraan.
4782 De gezant van de bisschop is ook ziek geworden en Gawyn is teruggekomen om de anderen te waarschuwen.
4783 Haar haar was sinds de vorige dag niet meer geborsteld en stak aan alle kanten onder haar linnen mutsje uit.
4784 Ze probeerden de klerk te laten eten, maar het meeste liep van zijn dikke tong weer uit zijn mond. Er werd geklopt.
4785 Ze kwam met haar hoofd hard op de vloer terecht. Kivrin sprong over de bank en knielde bij haar neer.
4786 Rosemund had haar ogen weer gesloten en ze haalde langzaam en gelijkmatig adem, alsof ze in slaap was gevallen.
4787 Kivrin trok de zware mouw op tot over de schouder van het meisje en tilde de arm op om naar haar oksel te kijken.
4788 Ik ben nu wat rustiger. Ik geloof dat het helpt als ik tegen u kan praten, ook al zult u me misschien nooit horen.
4789 Kivrin legde een paar dekens over Rosemund heen, stopte haar goed in en legde de bontsprei weer op het bed.
4790 De klerk was nog steeds heel rustig, maar het ruisen in zijn borst was weer begonnen en af en toe hoestte hij.
4791 Eliwys had haar armen om hem heen geslagen en hij zou alles doen wat ze maar wilde, zelfs haar echtgenoot halen.
4792 Ze vroeg Roche naar de beek te gaan om wilgetakken te halen en daar brouwde ze een bittere thee van.
4793 Hij was te ver heen om zich iets van de smaak aan te trekken en zijn temperatuur leek iets te dalen.
4794 Kivrin stak de talglampjes aan en stopte Rosemund weer in terwijl ze zich afvroeg waar de priester bleef.
4795 Hij was niet ziek geworden. Maar ze stond toch op en klom op de bank om door het venster naar buiten te kijken.
4796 De baljuw had tenminste geen longpest, dus er was een kans dat hij zijn vrouw en twee zoons niet zou aansteken.
4797 Het was net of hij had gedronken, zo slecht was hij te verstaan. Zijn voeten en handen waren koud en gevoelloos.
4798 Ze had zelf in een van die hutten bij het haardvuur gezeten. Daar kon een kat zich nog niet aan warmen.
4799 Zijn hele tong was nu wit uitgeslagen en zijn adem stonk zo erg dat Kivrin haar hoofd moest afwenden.
4800 Zijn buil was weer opengegaan en er kwam een donker, stroperig vocht uit dat naar rottend vlees stonk.
4801 Imeyne zat in stilte te bidden toen Kivrin het voor haar neerzette en vroeg wat er in de linnen zakjes zat.
4802 Tegen de avond lag de klerk onafgebroken te hoesten en Rosemund had rode vlekken op haar buik en armen gekregen.
4803 Toch was de toestand van de klerk verbeterd nadat zijn buil was opengegaan en hij leefde nog steeds.
4804 Ze moest de open plek zien te vinden, maar het bos was zo groot, er waren overal eikebomen en open plekken.
4805 Kivrin nam de kruik die Roche had meegebracht, sprenkelde wat wijn op een doek en wreef zacht over de plek.
4806 Het was net of er een steen onder de huid zat en ze vroeg zich af of het mes wel scherp genoeg zou zijn.
4807 Na de eerste druppel begon het bloed uit de wond te gutsen en Kivrin dacht dat ze een slagader had geraakt.
4808 Rosemund verroerde zich niet. Al het bloed leek uit haar gezicht te zijn weggetrokken, wat ook het geval was.
4809 Ook de klerk is er slechter aan toe. Hij heeft telkens nieuwe bloeduitstortingen en het einde nadert.
4810 Vanmorgen gaf ze Maisry een oorvijg en zei dat haar luiheid en stommiteiten de plaag over ons hebben gebracht.
4811 Hij was al zwak van de scheurbuik en Kivrin wist niet of er slagaderen onder de schouderbladen lagen.
4812 Rosemund leek er helemaal niet op vooruit te zijn gegaan, hoewel Roche beweerde dat haar polsslag krachtiger was.
4813 Ze zag heel bleek, alsof al het bloed uit haar gezicht was getrokken, en ze lag roerloos op haar bed.
4814 Kivrin ging wat van hun eigen brandhout halen en stukken schors voor het aanmaken en bracht alles naar de hut.
4815 Ze knielde neer en stookte het vuur op met het nieuwe hout. Kivrin onderzocht de jongen nog een keer.
4816 Roche kwam net uit de hut van de meier en vertelde dat twee andere kinderen eveneens ziek waren geworden.
4817 De meier kwam hen aan het eind van de dag opnieuw halen, nu voor zijn jongste dochter. Zij was de achtste zieke.
4818 Ze ging bij het vuur liggen en deed haar ogen dicht, maar ondanks alles kon ze de slaap niet vatten.
4819 Het kind was ook niet in de ziekenkamer. Maisry was uit de stoel gekomen en zat nu doodsbang tegen de muur gedrukt.
4820 Ze ging weer naar buiten en knipperde met haar ogen tegen het schelle daglicht. Roche kwam net uit de keuken.
4821 Hij keek naar de poort en hield zijn hoofd schuin, alsof hij ingespannen luisterde. Kivrin hoorde helemaal niets.
4822 Op hetzelfde moment hoorde ze het paard. Het hoefgetrappel klonk luid op de harde grond en kwam snel naderbij.
4823 Roche stak zijn armen in de lucht, maar de ruiter was al door de poort. De priester liet zijn armen zakken.
4824 De jongen snakte naar adem en zijn neus en oren waren rood van de kou. Hij begon af te stijgen en staarde hen aan.
4825 Tijdens het gesprek met de bode was er een koude wind opgestoken en er leek sneeuw in de lucht te zitten.
4826 Maisry lag nog op dezelfde plaats te murmelen en Kivrin moest zich bedwingen om haar geen schop te geven.
4827 De oude vrouw sloeg geen acht op haar. Ze liet de ketting door haar vingers glijden en prevelde een gebed.
4828 Het begon laat te worden en de wind floot in het portaal. Kivrin rende naar buiten en volgde het pad naar het dorp.
4829 Er was geen mens te zien op het besneeuwde veld en de wind rukte aan haar kleren terwijl ze naar de kerk holde.
4830 Ze had het graf van haar hondje willen zien. Kivrin had haar niet verteld dat ze hem in het bos had gelegd.
4831 Kivrin zag niemand op de begraafplaats, maar ze ging toch door het hek naar binnen. Agnes was er wel geweest.
4832 De afdrukken van haar kleine laarzen liepen van het ene graf naar het andere en verdwenen achter de kerk.
4833 Ze holde de hoek om en volgde de voetstappen, die langs de kerk naar de ingang leidden. Kivrin deed de deur open.
4834 Er kwam geen antwoord, maar ze hoorde een vaag geluid bij het altaar, alsof er een rat over de stenen vloer liep.
4835 Ze klemde zich tegen de ruwe stenen rokken van de heilige aan en keek met grote angstige ogen om zich heen.
4836 Agnes rilde omdat ze al die tijd in de ijskoude kerk was geweest, maar haar gezicht gloeide tegen Kivrins huid.
4837 Ze vroeg of het meisje hoofdpijn had. Agnes maakte alleen een beweging met haar hoofd zonder iets te zeggen.
4838 Kivrin liep nog sneller door, op de voet gevolgd door Roche, langs het huis van de meier naar de voorhof.
4839 Ze draaide het meisje zelfs om en bekeek de huid tussen de schouderbladen, waar de jongen een buil had gehad.
4840 Hij kwam terug met een gerafelde sprei die blijkbaar van zijn eigen bed afkomstig was en legde Agnes daarop.
4841 Roche en ik hebben geprobeerd de koorts te verlagen door koude omslagen, maar dat heeft niet geholpen.
4842 De jongste zoon, Lefric, was de enige met een buil en ik heb hem hier laten komen om die door te prikken.
4843 Het was licht buiten, maar het licht wierp geen schaduwen. Het kon middag of halverwege de ochtend zijn.
4844 Er was geen klok in de kamer en hij was te zwak om zich om te draaien en op de beeldschermen aan de muur te kijken.
4845 Het licht was nog precies hetzelfde toen hij wakker werd, net als de regen en de afwezigheid van schaduw.
4846 Dunworthy zag hem in gedachten door de gangen dwalen en in de wachtkamer zitten tot iemand hem iets kwam vertellen.
4847 Het was ongelooflijk zwaar, zo zwaar dat hij het tegen de bedrand moest zetten om de bladzijden te kunnen omslaan.
4848 Hij moest zijn hoofd helemaal opzij draaien om iets te kunnen lezen, maar eindelijk vond hij wat hij zocht.
4849 Hij viel in slaap met zijn bril op zijn neus, maar hij werd wakker toen de zuster hem wilde afzetten.
4850 Na haar ontslag uit het ziekenhuis was ze natuurlijk regelrecht naar de opgraving gegaan om de recorder te zoeken.
4851 Zij wilde dat de recorder op een benen spoor zou lijken, zodat hij bewaard zou blijven als zij het niet overleefde.
4852 Ze zei nog dat u zich zorgen maakte om niets, maar als het kon zou ze zich op het kerkhof laten begraven, dan.
4853 Ze zal de ziekte alleen maar verspreiden of niet verder komen dan een ander dorp waar de pest al heerst.
4854 Rosemund is nog steeds bewusteloos en haar pols is heel zwak. Agnes ligt te ijlen, ze woelt en schreeuwt het uit.
4855 Ze roept dat ik bij haar moet komen, maar als ze me ziet begint ze te schoppen en om zich heen te slaan.
4856 Ik geloof nooit dat hij de avond haalt. Hij ruikt zo vreselijk dat we hem in een hoek hebben moeten leggen.
4857 Roche heeft vanmorgen een deel van het open veld gewijd, want op het kerkhof is bijna geen plaats meer.
4858 Dat is niet waar en misschien verdient ze geen vergiffenis, maar ze verdient het ook niet om zo weg te rotten.
4859 De miswijn is op en er is geen olijfolie meer. Roche gebruikt nu olie uit de keuken, die smerig ruikt.
4860 Het was ook werkelijk om bang van te worden, maar de stilte is nog erger. Het lijkt wel het einde van de wereld.
4861 Meneer Finch belde mijn moeder, maar die kon niet komen, daarom heeft hij alles voor de begrafenis geregeld.
4862 De zuster kwam binnen en gaf hem weer een slaapmiddel. Toen hij wakker werd voelde hij zich ineens beter.
4863 Gilchrist heeft het net gesloten. Ze klemde het draagbare infuus aan zijn schouder en hielp hem in zijn badjas.
4864 Hij deed de deur open. Latimer lag languit op zijn rug, zijn gebogen linkerarm vol met sensoren en infuusnaalden.
4865 Het was een vage, peinzende uitdrukking, alsof hij zich een passage uit Chaucer probeerde te herinneren.
4866 Zij is ouder dan Colin, ze zal allerlei verzachtende omstandigheden kunnen bedenken, ook dat hij ziek was geworden.
4867 Patiënten horen niet rond te lopen. U zult nog een terugval krijgen en doodgaan, en dan is het uw eigen schuld.
4868 Hij leek wel een oude man, zijn donkere gezicht doorgroefd met witte rimpels onder zijn ogen en rond zijn mond.
4869 De goede kant op. Natuurlijk ben ik depressief, maar dat is een normaal verschijnsel na een virusinfectie.
4870 Badri keek weer door het raam naar buiten en Dunworthy vroeg zich af of hij het ook onverdraaglijk vond.
4871 Hij bleef zwijgend toekijken terwijl Badri het ceintuur verfrommelde en hij voelde een groot medelijden.
4872 Daar wilde ik u voor de kerst nog over spreken, maar u was er niet. Ik had een briefje achtergelaten.
4873 De coördinaten voor tijd en plaats zijn al ingevoerd, maar ik weet niet hoeveel verschuiving er zal optreden.
4874 De zuster zei dat u een eindje was gaan lopen, maar ik kon u nergens vinden. Ik dacht dat u verdwaald was.
4875 Haar kleed en hemdje waren stijf van het bloed en braaksel en haar andere kleren waren allang aan repen gescheurd.
4876 Ik had hier niet moeten komen, er zouden verschrikkelijke dingen gebeuren. Nou, die zijn ook gebeurd.
4877 Terwijl Kivrin in de keuken was, had de klerk de deken van zich afgegooid en was half over de banken geklommen.
4878 Er waren wel een paar gedroogde oranjekleurige blaadjes die er enigszins als papaverblaadjes uitzagen.
4879 Heer Guillaume dacht dat ze hier veilig waren, maar ze zullen het allemaal krijgen, de een na de ander.
4880 Ze heeft alleen koorts. Misschien hebben ze nog een andere hofstede waar we heen kunnen, ergens in het noorden.
4881 Je bent heel ziek geweest, maar het ergste is voorbij. Je moet veel rusten om weer helemaal beter te worden.
4882 En Rosemund zou geen familie en geen vrienden hebben om haar te beschermen en voor haar te zorgen als ze ziek was.
4883 Omdat ze niet wisten dat ze in 1348 was. Als ze het wel wisten, zouden ze haar eerder hebben teruggehaald.
4884 Meneer Dunworthy had zich zorgen gemaakt over die verre reis, hij was bang geweest voor onvoorziene complicaties.
4885 Ze slaagde er niet in. Ze werd met de dag zwakker, hoewel ze nog geen enkel symptoom van de pest vertoonde.
4886 Maar die middag was ze weer gaan liggen en haar koorts werd geleidelijk aan heviger. Roche nam haar de biecht af.
4887 Hij zag er afgemat uit, net als alle anderen. Ze hoefden hun ogen maar dicht te doen om in slaap te vallen.
4888 Terwijl Kivrin de banken verschoof om de tocht uit het portaal te weren, begon de klerk ineens te schreeuwen.
4889 Zijn hele lichaam verkrampte alsof hij een stroomstoot had gekregen en zijn gezicht werd een gruwelijk masker.
4890 Zijn mond ging open en een straaltje zwart slijm liep over zijn lippen. Hij is dood, dacht ze ongelovig.
4891 Ik zei tegen Rosemund dat hij niet haar graf aan het delven was, dacht ze, maar dat deed hij juist wel.
4892 Ik moet ze in veiligheid brengen voordat ze allemaal ziek zijn geworden. Want ze zouden allemaal de pest krijgen.
4893 Zijn deken zat onder de troep en toen Kivrin zijn gezicht afveegde was hij te zwak om zijn hoofd op te tillen.
4894 Misschien kon de meier haar helpen hem te herstellen. Ze stak een olielampje aan en ging naar de stal.
4895 Het was helemaal donker toen ze weer naar buiten kwam en de sterren waren even helder als op kerstavond.
4896 Het smeulende vuur bescheen zijn gezicht van onderen, zodat hij weer op de moordenaar van die eerste nacht leek.
4897 Ze keek geschrokken naar Rosemund, maar die lag rustig op haar zij te slapen, met een hand onder haar wang.
4898 Zijn benen waren helemaal bedekt en het was een obsceen gezicht, bijna alsof hij een bad had willen nemen.
4899 Roche legde een zwarte doek over zijn gezicht en om beurten namen ze de spade om het graf te dichten.
4900 Als ze vroeg op pad gingen, konden ze tegen de middag uit het bos zijn en dan de hoofdweg naar York volgen.
4901 Ze kon alvast gaan pakken terwijl Roche de doodsklok luidde en hem daarna vertellen wat ze van plan was.
4902 Rosemund lag gelukkig nog te slapen. Het had geen zin haar te wekken voordat ze klaar waren om te gaan.
4903 Ze stopte alles in een zak en nam die mee naar de put. Rosemund stond in de deuropening en leunde tegen de post.
4904 Ze had haar tunica en schoenen aangetrokken, maar ze stond toch al te rillen in de koude buitenlucht.
4905 De appels waren gerimpeld en de meeste zaten onder de bruine vlekken, maar Kivrin sleepte de zak toch naar buiten.
4906 Kivrin zocht appels uit die goed genoeg waren om mee op reis te nemen en vroeg zich af hoeveel de ezel kon dragen.
4907 Kivrin bukte om hem op te rapen. Er was een hapje uit, wit afstekend tegen de gerimpelde rode schil.
4908 De klerk had een beurs met zilvergeld bij zich. En u hoeft zich geen zorgen te maken, wij redden ons wel.
4909 Apocalyptisch was hoogstwaarschijnlijk de juiste uitdrukking om zijn plan te beschrijven, dacht Dunworthy.
4910 Hij moest zich laten inenten tegen de pest. Hij vroeg zich af hoe snel het vaccin werkzaam zou zijn.
4911 Mary had Kivrin ingeënt toen ze in het ziekenhuis was om haar recorder in haar pols te laten zetten.
4912 Mevrouw Gaddson zat bij het bed driftig in haar bijbel te bladeren, op zoek naar plagen, kwalen en krankheden.
4913 Er zaten kleren in: een lang overhemd en een broek, allebei zwart en niet erg middeleeuws, en een zwarte maillot.
4914 Nog twee of drie dagen. Die middag liep hij geruime tijd over de gang om nieuwe krachten op te doen.
4915 Ze maakte geen zenuwachtige of steelse indruk, wat betekende dat William kennelijk toestemming had gekregen.
4916 Het was de kaart met zijn medische gegevens, even onbegrijpelijk als de kaart die hij van Badri had gezien.
4917 William had haar toegangscode achterhaald, misschien via zijn kennis op de administratie, en die ingevoerd.
4918 Ze had hem behandeld tot ze niet meer op haar benen kon staan. Geen wonder dat haar hart het had begeven.
4919 Er kwam de hele avond geen bezoek. De hoofdzuster kwam om acht uur met zijn koortspil en voelde zijn pols.
4920 Hij knipte de lamp uit, stak hem in de zak van zijn veel te grote jas en deed zachtjes de deur dicht.
4921 Dunworthy kon vaag een ambulance zien staan. Colin reed hem er naartoe en klopte met zijn vuist op de achterdeur.
4922 Dunworthy hield zich met één hand zo goed mogelijk vast en probeerde met de andere zijn broek aan te trekken.
4923 Colin hield als een echte schildknaap de sleep van de ruimvallende mantel omhoog terwijl Dunworthy uitstapte.
4924 Trouwens, als het zo erg is, moet u helemaal niet alleen gaan. Ik zal niet in de weg lopen, echt niet.
4925 Dunworthy keek naar de monitoren, maar zonder bril kon hij niets onderscheiden. Montoya was een wazige vlek.
4926 Ze legde haar naast het graf neer. Ze zag er afschuwelijk mager uit in haar mantel, bijna helemaal weggeteerd.
4927 De vingers van haar rechterhand, nog gekromd om de weggerolde appel tegen te houden, waren weinig meer dan botjes.
4928 Kivrin moest zijn grote hand beetpakken om hem te helpen uit de kuil te klimmen. Hij begon te bidden.
4929 Terwijl ze de spade in de bevroren aarde stak probeerde ze te berekenen hoever ze konden komen voor de avond viel.
4930 Ze maakte het riempje vast en begon de manden te vullen. Die waren te klein voor alles wat ze wilde meenemen.
4931 Ze bond de zakken op de rug van de ezel en nam hem mee over het open veld naar de kerk. Roche was nergens te zien.
4932 Kivrin moest de dekens en de kaarsen nog halen, maar ze wilde eerst de sacramenten in de manden doen.
4933 Hij wilde nog iets zeggen, maar ineens spuugde hij een grote straal braaksel en bloed over Kivrins tuniek heen.
4934 O nee, nee, nee, nee. Hij keek verbijsterd naar haar besmeurde tuniek en zijn woede was op slag verdwenen.
4935 Hij was niet in de klokketoren of op het kerkhof en hij kon onmogelijk naar de ridderzaal zijn gegaan.
4936 Roche lag nog te slapen. Geruisloos ging ze naar buiten en rende naar de put om een emmer water te halen.
4937 Hij had toch geen bloeduitstortingen, zijn huid had alleen gevlekt geleken in het flakkerende licht van de kaarsen.
4938 Hij had de zieken verpleegd, de stervenden getroost, de doden begraven. God zou hem om vergeving moeten smeken.
4939 We hebben Rosemund verzorgd en een arme bode uit het dorp geweerd en een baby van zes maanden begraven.
4940 Ze maakte een machteloos gebaar, niet in staat hem de absolutie te schenken, maar hij leek het niet te merken.
4941 Kivrin pakte zijn hand voorzichtig beet om zijn huid niet te beschadigen en legde hem tegen haar wang.
4942 Kon ik dat maar, dacht ze. Ze vroeg zich af hoe lang het net open was gebleven voordat ze het opgaven.
4943 Roche was het dus die vlak bij haar had gestaan toen ze met haar arm voor haar gezicht op de open plek lag.
4944 Ze legde zijn handen op zijn borst en probeerde de sprei weer over hem heen te trekken, maar hij duwde haar weg.
4945 Ze schoof zijn tuniek omhoog. Hij droeg een broek van grof geweven wol, die strak om zijn middel zat.
4946 Ze zou hem nooit omlaag kunnen krijgen zonder Roche op te tillen en door de stof heen kon ze niets zien.
4947 Heel voorzichtig legde ze een hand op zijn dijbeen, want ze herinnerde zich hoe gevoelig Rosemunds arm was geweest.
4948 Roche was zelfs nu nog niet wakker geworden. Zijn gezicht was vlekkerig en hij haalde luidruchtig adem.
4949 Ze moest het ontsmetten voordat ze er de buil mee doorprikte. De gezwollen lymfklier kon elk moment barsten.
4950 Ze rende langs het lege varkenskot naar de voorhof. De staldeur stond open en ze hoorde daarbinnen iets.
4951 Het was al vuil toen ze het uit de keuken haalde en daarna had het tussen de mest in de stal gelegen.
4952 Ze herinnerde zich de kruik van de klerk die nog in de bovenkamer moest liggen. De koe stootte haar aan.
4953 De gordijnen rond het bed waren door de klerk half naar beneden getrokken en de matras lag schuin op de grond.
4954 De kist bij het voeteneind was open, met het bewerkte deksel ernaast. De zware paarse mantel van de klerk lag erin.
4955 Het was of hij bewusteloos was geslagen. Zijn ademhaling was zwaar en ongelijkmatig, alsof hij lag te rillen.
4956 Het was in elk geval oude wijn, vol alcohol. Ze goot wat over het lemmet heen en wreef het af aan haar broekspijp.
4957 Ze wachtte een minuut en knielde daarna tussen zijn voeten neer, het mes in haar hand. Roche kreunde.
4958 Nog steeds schreeuwend lag hij te wiegen als een kind, zijn benen helemaal opgetrokken tot op zijn borst.
4959 Ze spuugde in haar hand, bang dat ze bloed zou zien. Ze bleef even zo zitten, voorovergebogen tegen de pijn.
4960 Hij had met zijn voet een van de kaarsen omgegooid en die lag nu brandend naast hem in een gele plas.
4961 Het mes had de huid niet eens geschramd. Ze hield de kaars nog hoger om te zien waar het mes was gebleven.
4962 Roche heeft me verteld waar de open plek is, maar ik heb mijn ribben gebroken en alle paarden zijn weg.
4963 Ik weet dat u me zou hebben teruggehaald als u had gekund, maar ik had Agnes nooit ziek kunnen achterlaten.
4964 Toen ik de open plek niet kon vinden en de pest uitbrak, leek u zo ver weg dat ik u nooit meer dacht terug te zien.
4965 Hij zag alleen maar bomen. De grond was bedekt met sneeuw en kristallen zweefden glinsterend in de lucht.
4966 Het was een dikke laag, maar niet dik genoeg om de kapotte kar en de verspreide kisten te verbergen.
4967 Hij kon zich niet voorstellen dat Kivrin hier ergens was, in een van die dorpen die hij niet kon zien.
4968 Het was het enige zichtbare dorp, als het al een dorp was, en het lag op ongeveer een kilometer afstand.
4969 Hij liep verder over het pad. De smalle akkers liepen tot aan de bosrand en de weg draaide terug naar het noorden.
4970 Het was nog smaller dan het spoor bij het rendez vous en niemand had erover gelopen sinds de sneeuw was gevallen.
4971 Het pad liep in westelijke richting, waar het dorp niet lag, en maakte iets verderop een bocht naar het noorden.
4972 Hij liep stampvoetend rond in de sneeuw en een vogel vloog geschrokken op. Dunworthy keek fronsend naar de lucht.
4973 Dunworthy zag de ribben uitsteken bij de buikriem. De riem was losgeschoten en het zadel hing een beetje scheef.
4974 In zijn pogingen om zich te bevrijden was de hengst hopeloos verstrikt geraakt in de doornige takken.
4975 Dunworthy moest ze opzij duwen en met zijn vrije hand de teugels lostrekken. Hij zat meteen onder de schrammen.
4976 Een paar hadden nog bij de bomen beschutting gezocht tegen de wind en de sneeuw. Colin had ze nog niet gezien.
4977 Hij duwde de deur helemaal open, maar er viel nauwelijks licht naar binnen en alles had een rode gloed.
4978 De tafel was leeg en het haardvuur had al dagen niet meer gebrand. De kleine ruimte stonk naar koude as.
4979 Ze waren niet meer begraven, hoewel er bij de kerk een ondiepe kuil was met een besneeuwde hoop aarde ernaast.
4980 Misschien waren dit de eerste slachtoffers, toen er nog mensen waren om ze te begraven. Hij ging naar de kerkdeur.
4981 De bovenste was een oude man, de onderste een vrouw. Hij zag de ruwe stof van haar mantel en een van haar handen.
4982 Het kleed van de vrouw was vuil en besmeurd met bloed, maar hij zag nog iets van de helblauwe kleur.
4983 Ook de vingers en de pols zaten onder het bloed. Haar arm was gebogen alsof ze haar val had willen breken.
4984 Ze was aan de builenpest gestorven. Een gore gele vlek zat op haar blauwe kleed, vlak bij haar oksel.
4985 Colin keek langs hem naar de vrouw. Haar gezicht was blauwwit tegen de witte sneeuw en haar helblauwe kleed.
4986 En ik kan niet nog meer lijken omdraaien in de verwachting dat zij het is. Zijn knieën begonnen te knikken.
4987 Hij rukte er met twee handen aan, de naad scheurde open en het graan stroomde eruit. Het paard at er gretig van.
4988 Het koperbeslag was dof geworden en er zat een snee in het leren deksel, maar verder zag het er gloednieuw uit.
4989 Dunworthy zag een rol leer en de roestige punt van een houweel, die de blauwe stof aan de binnenkant had gescheurd.
4990 En er waren lange pauzes tussen de slagen, maar hij hoorde ze wel. Hij stond op en ging naar buiten.
4991 Hij had het ijskoud. Dat kwam natuurlijk door de koorts, net als het kloppen van zijn slapen en de duizeligheid.
4992 Koorts was een goed teken, een bewijs dat zijn lichaam tegen het virus streed en nieuwe manschappen opriep.
4993 Ze kwamen bij een volgende splitsing en nog een, en elke keer raadpleegde Colin de kaart en zijn lokator.
4994 Hij wreef in zijn handen en blies ertegen. Ze reden nog steeds door het bos en het pad begon smaller te worden.
4995 In de sneeuw zagen ze slechts de vage omtrekken van een riddergoed, een paar hutten, de kerk met de toren.
4996 Hij zag nergens lijken liggen, maar er liepen ook geen mensen rond en er kwam geen rook uit de hutten.
4997 Dunworthy had het ook gezien, een flauwe beweging die net zo goed door een vogel of een tak veroorzaakt kon zijn.
4998 Hij liet zich van de rug van het paard glijden en moest zich aan de zadelknop vasthouden om niet om te vallen.
4999 De jongen had een smerig gezicht, vol met modder en bloed, ook zijn tuniek en opgerolde broek zaten onder de troep.
5000 Ik ben te laat, dacht hij radeloos. Hij zag haar te midden van die graven staan met haar bloederige tuniek.
5001 Aan de linkerkant zag hij een lage, zware gedaante, misschien een lijk, en de donkerder omtrekken van de pilaren.
5002 De rest van de kerk lag helemaal in het duister. Colin stond naast hem in zijn ruime zakken te zoeken.
5003 Een eind verder begon een klein vlammetje te flikkeren, dat meteen weer uitging. Dunworthy liep erheen.
5004 Colin richtte zijn lamp die kant op. Kivrin knielde neer bij iemand die bij het koorhek op de vloer lag.
5005 Zijn benen en onderlichaam waren bedekt met een paarse deken en zijn grote handen lagen kruislings op zijn borst.
5006 Het was inderdaad donkerder geworden terwijl ze in de kerk waren en er zat nog meer sneeuw in de lucht.
5007 Dunworthy ging naar binnen. Het was in de toren net zo koud en donker als in de kerk en het stonk er naar ratten.
5008 Hij besefte nu pas hoe moeilijk het was. Bij elke ruk aan het touw leek de lucht uit zijn longen geperst te worden.
5009 Hij mocht niet loslaten. Taylor was flauwgevallen en het touw van haar klok was wild gaan slingeren.
5010 Hij trok het touw omlaag en bleef eraan hangen tot hij zeker wist dat hij op zijn voeten kon blijven staan.
5011 De koe duwde de deur met haar kop open. Dunworthy duwde het beest ruw opzij en ging terug naar de kerk.
5012 Het licht van de lamp danste over het plafond. Dunworthy liet zich op een knie zakken en steunde op de vloer.
5013 Colin kwam terug met een emmer die halfvol was met water dat hij blijkbaar ergens uit een plas had geschept.
5014 Dunworthy stak zijn hand uit, maar ze kwam zelf overeind en liep naar de deur, haar hand tegen haar zij gedrukt.
5015 De sneeuw viel stil en vredig neer op het paard en de ezel die bij het hek van het kerkhof stonden te wachten.
5016 Zodra hij haar losliet leunde ze een beetje naar achteren tegen de zadelrug en drukte een hand tegen haar zij.
5017 Daarom ben ik langs de versperring geslopen en die agent riep dat ik moest blijven staan en kwam achter me aan.
5018 Hij wees naar het pad dat naar rechts ging, klom weer achter Kivrin in het zadel en ging verder met zijn avonturen.
5019 Hier in dit vreselijke jaar, in deze eeuw die voor iedereen verboden zou moeten zijn, was ze nog niet gestorven.
5020 Kivrin sloeg haar armen om hem heen, ook al moest dat verschrikkelijk pijn doen, en Colin liet hem langzaam zakken.
5021 Kivrin was op de schommelende ezel gaan zitten en ze gingen weer op weg. Colin was alweer aan het vertellen.
5022 Ze zouden het wel redden, zelfs als ze het rendez vous niet terugvonden, zelfs als Kivrin hem niet kon vergeven.
5023 Hij trok onhandig aan de teugel en de hengst begon de heuvel af te dalen. Kivrin ging ernaast lopen.
5024 Ik heb van meneer Dunworthy een boek gekregen en daar staat in dat ze bedorven vlees en zwanen en zo aten.

Связаться
Выделить
Выделите фрагменты страницы, относящиеся к вашему сообщению
Скрыть сведения
Скрыть всю личную информацию
Отмена