1 |
Zijn zusje danste alsof ze door een horzel was gestoken. Dat deed ze vaker als mama niet onmiddellijk kwam opdagen. |
2 |
Hij ging rustig door met het tellen van de schroeven. Op de doos stond dat het er honderd moesten zijn. |
3 |
Op het ogenblik dat ze zich bezeerde, zou hij eerst vloeken en daarna verband en ontsmettingsmiddel halen. |
4 |
Vijftien jaar huwelijk hadden hem volgzaam gemaakt. Vrouwen hielden van dat soort van onderdanigheid. |
5 |
Een gewapende vrede was altijd leefbaarder dan een uitputtende oorlog. Toch kon hij niet echt klagen. |
6 |
Zelfs een uit zijn voegen barstende stad als Brugge kan nog pronken met een paar lapjes ongerepte natuur. |
7 |
Het contrast tussen zijn bleke huid en de zwarte strepen op zijn gezicht bezorgde hem een grimmige uitdrukking. |
8 |
Versavel monsterde de schrale man. Vermast had een pezig lijf, jammer van de holle rug en de ingezakte borstkas. |
9 |
Over de medische stand circuleerden de laatste tijd de meest waanzinnige verhalen. Vermast haalde opgelucht adem. |
10 |
Stel je voor dat Tine het skelet van een schaap had opgedolven en dat hij daarvoor de politie had gebeld. |
11 |
De brigadier nam de kus welwillend aan. Er waren van die momenten waarop hij liever hetero was geweest. |
12 |
Na veel dreigementen en smeekbeden was ze er eindelijk in geslaagd het scheenbeen uit Tines handen te wrikken. |
13 |
Het scheenbeen interesseerde hem niet. Hij kwam twee schroeven tekort en deze anomalie eiste al zijn aandacht op. |
14 |
Ongelooflijk wat een kind met een spade kon aanrichten, dacht hij. De put was minstens een meter diep. |
15 |
Als een volleerd archeoloog veegde hij het opdrogende zand van de schedel. Versavel fronste het voorhoofd. |
16 |
Van In daarentegen voelde zijn onderbroek tegen zijn billen plakken en dat vond hij allesbehalve prettig. |
17 |
Ik hoop alleen maar dat het uw schoonmoeder niet is, want in dat geval hoeven we de moordenaar niet ver te zoeken. |
18 |
Hij was voorzitter van diverse culturele verenigingen en promotor van een lokale carnavalsvereniging. |
19 |
Hij nam de schedel in zijn handen en liet het doodshoofd als een goedkope trofee aan zijn toehoorders zien. |
20 |
Verder onderzoek zal moeten uitwijzen of het slachtoffer al dan niet een natuurlijke dood is gestorven. |
21 |
Vandaele was een man van de oude stempel, wat echter niet betekende dat hij de moderne technologie schuwde. |
22 |
Vandaele zette zijn computer aan en deponeerde het bericht in de elektronische brievenbus van Provoost. |
23 |
Als jonge agent had hij hem ooit met een halfnaakte knaap op de achterbank van een geparkeerde auto betrapt. |
24 |
Vandaele had hem tienduizend frank betaald en daarmee was de kous af. Baert kende het klappen van de zweep. |
25 |
De oude vos zwichtte echter niet voor de chantagepoging, maar stuurde hem evenmin met lege handen naar huis. |
26 |
Als daar nu plotseling een skelet opduikt, is dat hoogstens een fait divers. U denkt toch niet dat.. |
27 |
Misschien trok ze dan wel het kanten niemendalletje aan dat hij haar met Kerstmis cadeau had gedaan. |
28 |
Hannelore installeerde zich in de tuin, met haar benen omhoog en een glas gekoeld groentesap binnen handbereik. |
29 |
Van In keek begerig naar de twee resterende sigaretten, die als krijtjes contrasteerden met het houten tafelblad. |
30 |
Baert was een achterbakse streber die het via allerlei slinkse wegen tot hoofdinspecteur had geschopt. |
31 |
Hij probeerde die pijn te blussen met een slok lauwe thee. Linda reikte hem een beboterd sneetje toast aan. |
32 |
Ze flirtte, liet zich betasten, lachte als haar opgegeilde slachtoffers stiekem het toilet opzochten. |
33 |
De dag waarop dat gebeurde, vermoordde hij haar jeugd. Nu bekeken de vrienden van weleer haar met minachting. |
34 |
Tijdens de vlucht gleden de spiegeleieren van het bord en spatten als geelwitte slijmbommen op de vloer uiteen. |
35 |
Over een uur was de storm geluwd en dan kon ze terug naar beneden. Linda sloot de slaapkamerdeur af en luisterde. |
36 |
In de linkerbovenhoek herinnerde een rouwlint aan de tragedie die hem zestien dagen geleden had getroffen. |
37 |
Zijn schreeuwerige transistorradio vermoordde het geritsel van de bladeren en het gezang van een moedige lijster. |
38 |
Ook voor de kinderen is het een unieke ervaring. Die wilden net als mama tot elke prijs weg uit de stad. |
39 |
Waarschijnlijk maakte hij dat iedereen wijs die hier voor de eerste keer voet over de drempel zette. |
40 |
Het jongetje was net geen autist en bijgevolg werd het neurotische meisje meteen tot wonderkind gebombardeerd. |
41 |
Leen duwde met haar voet de keukendeur open. Ze torste een paar bruine zakken van de plaatselijke supermarkt. |
42 |
Vroeger deed hij dat ook als iemand zijn nagels over het schoolbord haalde. Leen liet haar dochter uitrazen. |
43 |
Ze haalde de keukenrobot uit de kast, scheurde een van de bruine zakken open en haalde er een bos wortelen uit. |
44 |
Hij liep naar een ouderwetse buffetkast, waar hij achter een stapel oude tijdschriften een fles cognac bewaarde. |
45 |
De sterke geestrijke drank brandde in zijn maag, maar dat vond hij geen voldoende reden om het aanbod af te slaan. |
46 |
In de keuken hield het geraas van de keukenrobot abrupt op. Leen moest liters wortelsap hebben geperst. |
47 |
Aan gadgets geef ik mijn geld niet uit. De afstandsbediening werd door de vorige eigenaar geïnstalleerd. |
48 |
Het kreng barstte terstond uit in een hysterische huilbui, een geluid waar Leen prompt op reageerde. |
49 |
Onaangenaam was het niet. Terwijl ze in die houding zat, moest hij constateren dat ze geen bh droeg. |
50 |
De woonkamer was tot lokettenhal omgevormd, een groot woord voor een betralied hok waarin niemand zat. |
51 |
Toch was dit een multifunctioneel bedrijf. Onroerend goed vormde slechts een gedeelte van het dienstenpakket. |
52 |
Indien jullie het skelet vóór de verkoop hadden ontdekt, zat ik nu met een waardeloos goed opgescheept. |
53 |
Alle fondsen worden rechtstreeks aangewend om de kansarmen op weg te helpen naar een betere toekomst. |
54 |
Voor mij is het een kwestie van tijd om de identiteit van uw anonieme weldoener te achterhalen. Aan u de keus. |
55 |
Mijnheer Vandaele heeft een hekel aan negatieve publiciteit en onze vzw is hem enorm veel verschuldigd. |
56 |
Linda droeg een satijnen nachthemd. De gladde stof accentueerde genadeloos iedere vetrol om haar lenden. |
57 |
William lag op een pluche matras. Zijn hoofd rustte op een geborduurd kussen met kwastjes aan de vier hoeken. |
58 |
Hij ademde, maar dat ontging het publiek. Niemand zag de zilveren boeien waarmee hij aan de kist gekluisterd lag. |
59 |
Ze reed langs de bank en keek opzij. Het gebouw, een kooi van staal en spiegelglas, reflecteerde haar beeltenis. |
60 |
Plotseling sprong een nar voor het paard. Hij greep de teugels beet en graaide begerig naar haar dijen. |
61 |
Hij had geen zin om met de hoofdinspecteur in de clinch te gaan. Baert genoot immers een kwalijke reputatie. |
62 |
De naam Vandaele voerde hem terug in de tijd naar een periode waaraan hij bijzonder goede herinneringen bewaarde. |
63 |
Obers met lange voorschoten voerden professioneel hun nummertje op. De toeristen knikten goedkeurend. |
64 |
En als er al eens een verwensing in het Brugs wordt geuit, lachen de dames en heren toeristen gemoedelijk. |
65 |
In tegenstelling tot de andere kroegen en restaurants op het plein werd er overwegend Brugs gesproken. |
66 |
De geroosterde lendenbiefstuk, 350 gram zwaar en drie centimeter dik, was warm, sappig en boterzacht. |
67 |
Hannelore verslond de augurken en de in zure mayonaise geweekte sla. Van het vlees bleef nog een klein stukje over. |
68 |
Suzanne, die het tafereel had gadegeslagen, vond dit het ideale moment om de chocolademousse te serveren. |
69 |
Leg mij dan maar eens uit waarom Vandaele zijn domein van een duur hek met afstandsbediening liet voorzien. |
70 |
Ik wil weten waarom Vandaele in 1986 zijn boerderij in vruchtgebruik gegeven heeft aan een obscure vzw. |
71 |
Zijn kleine, doffe ogen knipperden met regelmatige tussenpozen, maar dat kwam door de rook van de Davidoff. |
72 |
Waarschijnlijk is hij bang voor represailles van onze kant. Hij had het lijk nooit op mijn terrein mogen begraven. |
73 |
Dat was de afspraak niet. Aerts weet verduiveld goed dat ik hem voor zijn diensten ruimschoots heb vergoed. |
74 |
In de rechtbank was hij een superieur wezen, een man die gevreesd werd om zijn scherpe replieken. Dat zei men toch. |
75 |
De alcohol loste de angst in zijn ogen op. Vandaele schonk het glas weer vol en nam er zelf ook een. |
76 |
Niemand heeft medelijden met een advocaat die in de beklaagdenbank belandt. Het plebs zal feestvieren. |
77 |
De stuwkracht van vier gierende straalmotoren duwde hem met zijn rug tegen de zachte bekleding van de brede stoel. |
78 |
Voor die ruimte had hij flink wat geld betaald. Van dit soort luxe had hij zijn hele leven al gedroomd. |
79 |
Ostijn kwam een aantal coupons inwisselen, dagafschriften ophalen en een stapel facturen ter betaling aanbieden. |
80 |
Hij schoof eerst de waardepapieren onder het loket door en vergewiste zich pas daarna van de toestand. |
81 |
Denolf zoog in een paar seconden zoveel lucht door zijn neusgaten dat hij dreigde te hyperventileren. |
82 |
Het zou van rooms katholieke schijnheiligheid getuigen van een doodzonde een dagelijkse zonde te maken. |
83 |
Het was onze eerste vakantiewoning. Voorzover ik me herinner, heeft de barak er altijd bouwvallig uitgezien. |
84 |
Het was zo warm dat we met zijn allen onder de blote hemel sliepen. Nu zou dat natuurlijk niet meer mogelijk zijn. |
85 |
Hij zette zijn kopje op een bijzettafeltje neer en haalde een zakdoek boven. Tranen biggelden langs zijn wangen. |
86 |
Thuis heb ik mijn garagepoort ook voorzien van afstandsbediening. Dat bespaart me een paar pijnlijke momenten. |
87 |
Twijfel is immers een zaad dat vlug ontkiemt en dat de verdachte soms aanzet tot ondoordachte stappen. |
88 |
Hij trok zich niets aan van de verkeerslichten en baande zich vloekend een weg door de propvolle straten. |
89 |
Het mocht een klein wonder heten dat hij zijn klant ondanks alle obstakels veilig op zijn bestemming bracht. |
90 |
Er was geroosterde eendenborst op een bedje van frambozengelei, geserveerd met een lauwe artisjokmousse. |
91 |
Als tweede gang namen we een timbaal van zeeduivel met gevulde witlof en forelleneitjes en daarna lamszadel met. |
92 |
Een op drift geslagen Versavel was immers even bruikbaar als een pastoor bij het sterfbed van een vrijmetselaar. |
93 |
Ze trakteerde zich op een extra glas moezelwijn en vocht in stilte tegen de verterende drang naar een trek. |
94 |
Ik heb me aan de afspraak gehouden: tien sigaretten per dag, rauwkost, flauwe vis en vezelbrood met zagemeel. |
95 |
Haar hoofd tolde. Ze keek naar de sterrenhemel, slaakte een zucht en gooide de peuk tussen de rozen. |
96 |
De zee was zo glad als een babybips, waardoor de futuristische boot als een ruimteveer over het water gleed. |
97 |
Zijn longen zaten vol teer en zijn bloed bleef vloeibaar omdat hij het dagelijks met alcohol aanlengde. |
98 |
Vroeger heb ik er zelf hartelijk om gelachen, maar gisteren stortte die zekerheid als een kaartenhuis ineen. |
99 |
Leen ontfermde zich over de jongen, stopte hem onder, gaf hem een zoen. Daarna wendde ze zich tot haar dochter. |
100 |
Morgen ging ze met haar vriendinnen paardrijden. De trut had het recht niet haar dat plezier te ontzeggen. |
101 |
Amand zat net even uit te blazen op het winderige terras. Hij herkende zijn oude vriend onmiddellijk. |
102 |
Baert slikte. Zijn op en neer bewegende adamsappel gaf duidelijk de gemoedsgesteldheid aan waarin hij verkeerde. |
103 |
Linda stond tegen een keukenkast geleund. Haar kamerjas viel halfopen en onthulde een koppel plompe benen. |
104 |
Ze wachtte met opzet tot beide mannen hun blikken hadden afgewend voor ze het kledingstuk fatsoeneerde. |
105 |
Sinds ze drie jaar geleden was overleden, droeg hij haar foto als een kostbare talisman om zijn hals. |
106 |
Hij begreep dat moegetergde mannen soms de gekste bokkensprongen maakten om hun noodlot te ontlopen. |
107 |
Toen hij aan de Kruispoort door het rood licht reed, scheelde het maar een haar of ze ramden een twintigtonner. |
108 |
Ronny was een goede vriend en het had niet veel gescheeld of het hysterische vrouwmens had hem een oog uitgekrabd. |
109 |
Het kreng snakt naar een sigaret en een borrel. Dit is mijn enige kans om haar aan de praat te krijgen. |
110 |
Over twintig minuten kwam hij thuis. Ze zette de pan op het vuur en liet de stukjes vlees aanbraden. |
111 |
Hier en daar tekende een flauwe rookpluim boven een geïsoleerde hoeve zich af tegen de gewatteerde hemel. |
112 |
In de open haard knetterden vier blokken eikenhout. De kostbare brandstof deed het vuur zachtjes loeien. |
113 |
Hij is al tientallen keren bij haar weggelopen. Ik ben ervan overtuigd dat hij binnen een paar dagen weer opduikt. |
114 |
Het lijk werd trouwens op mijn eigendom gevonden. Technisch gezien ben ik medeplichtig aan doodslag. |
115 |
Dat Aerts het lijk tegen alle afspraken in op zijn grond had begraven, wilde hij door de vingers zien. |
116 |
Om halfdrie stuurde hij een jonge agent om sigaretten naar de nachtwinkel. De tijd begon te dringen. |
117 |
Ze kleedde zich aan als een zombie. De schokbehandeling had haar tijdsbesef compleet in de war gestuurd. |
118 |
Het meisje was zo groen als een biljartlaken en in deze situatie was dat eerder een voordeel dan een nadeel. |
119 |
De gedwongen onthouding begon zijn tol te eisen en de drankduivel zette meedogenloos zijn laatste offensief in. |
120 |
Ze werd bijna gek van die gedachte, want iemand opsluiten is het ergste wat je een medemens kan aandoen. |
121 |
Het begrip was in de jaren zeventig uitgevonden, toen gijzelingen om de haverklap het televisiescherm teisterden. |
122 |
Maar sinds de meeste mannen op gecapitonneerde skeletten vielen, had William haar tot barmeid gedegradeerd. |
123 |
Hij leunde achterover in zijn stoel, trok een lade open en haalde een fles whisky en een glas boven. |
124 |
Daarna nam hij pen en papier. Naarmate het peil van de drank in de fles zakte, groeide de lijst met namen. |
125 |
Hun houterige bewegingen stonden in fel contrast met de opzwepende beat van de ouderwetse discomuziek. |
126 |
De volksjury, tien miljoen man sterk, pikte het niet langer dat argumenten doorslaggevender waren dan emoties. |
127 |
In het verleden was meermaals gebleken dat die argumenten alleen het belang van de bezittende klasse dienden. |
128 |
Met haar geruïneerde kapsel en zonder make up zag ze er nog minder appetijtelijk uit dan gewoonlijk. |
129 |
Het publiek lag er niet van wakker dat de hooggeplaatsten in dit land af en toe een scheve schaats reden. |
130 |
Geen enkele hoofdredacteur zou het in zijn hoofd halen de namen van de betrokkenen in een artikel op te nemen. |
131 |
Als de commissaris een verband legde tussen de seksorgieën en het incident, zou hij doorgaan tot op het bot. |
132 |
Hij maakte een vlugge berekening. In de loop der jaren had hij bijna een achtste van dat bedrag opgehoest. |
133 |
Provoost haalde een pen uit zijn borstzak en trok de bovenste lade van zijn bureau open. Daar lag zijn chequeboek. |
134 |
De aanklacht die Linda tegen hem had geformuleerd woog zwaarder dan het gestoei van een paar notabelen. |
135 |
Ze zag er adembenemend mooi uit in haar turkooizen jurk. De zwangerschap leek haar iedere dag jonger te maken. |
136 |
Door de gebeurtenissen van de voorbije dagen was de dieetrage een beetje naar de achtergrond verschoven. |
137 |
Op de rechtbank ben je het gespreksonderwerp van de dag. Zelfs de receptionist vroeg smalend hoe het met je ging. |
138 |
Van In liep naar de koelkast. hij nam een halfvolle fles moezelwijn en zette de kwartels van het vuur. |
139 |
Ze vroeg zich af waarom hij uitgerekend op de dag dat ze pisnijdig was de heerlijkste gerechten voor haar kookte. |
140 |
Als het ooit tot een rechtszaak komt, zal zijn naam genoemd worden in verband met zijn activiteiten in de Love. |
141 |
Als iemand zijn goede bedoelingen in twijfel trok, kon hij exploderen als een partij illegaal vuurwerk. |
142 |
Door de dreun tuimelde zijn wijnglas omver, rolde over het tafelblad en kletterde tegen de keukenvloer. |
143 |
De opspattende wijn had haar jurk bevlekt. Ze liep naar de gootsteen en maakte een handdoek nat onder de kraan. |
144 |
Dit was het ogenblik waarop hij de hele avond had gewacht. Hij haalde een vel kettingpapier uit zijn broekzak. |
145 |
Een lijst met twintig voornamen bewijst niets. Je kan zelfs de identiteit van de vrouwen niet natrekken. |
146 |
Hij voelde de loomheid toeslaan als een man die hem met een rubberen hamer een vriendelijke tik gaf. |
147 |
De ex rijkswachter was zes jaar geleden voor zichzelf begonnen en hij verdiende nu tienmaal zoveel als vroeger. |
148 |
Brouwers kende de oude aannemer als een man die altijd kreeg wat hij wilde en daarvoor geen enkel middel schuwde. |
149 |
Ze verwelkomde de late gast met een tandeloze glimlach en zei dat mijnheer hem in de veranda verwachtte. |
150 |
Vandaele begroette Brouwers met een weids gebaar, dat meer van autoriteit dan van gastvrijheid getuigde. |
151 |
Virginie slofte naar de keuken en kwam terug met een schaal petitfours, een lekkernij waar Brouwers verzot op was. |
152 |
Precies daarom bied ik je een bonus aan. Voor mij is het van vitaal belang dat je hem eerder vindt dan de flikken. |
153 |
Hij liep naar een mahoniehouten serveerboy. Het was tijd om hun contract met een borrel te bezegelen. |
154 |
Jos Brouwers was lichtjes aangeschoten toen hij tegen middernacht afscheid nam van zijn opdrachtgever. |
155 |
Het was niet de eerste keer dat hij in een halfliggende houding kokend hete koffie op zijn hemd had gemorst. |
156 |
Behalve de professioneel afgeborstelde gevel had hij ook de binnenkant grondig laten opknappen en aankleden. |
157 |
Aan het einde van de gang maakte ze een vleugel van de dubbele, gecapitonneerde deur open en liet hem binnen. |
158 |
Ze kwam een stap dichterbij en probeerde haar blik af te wenden van het naakte mannenlijf. Dat lukte amper. |
159 |
Ze kon haar ogen niet afhouden van het lijk. Provoost was dikker dan zijn dure maatpakken lieten vermoeden. |
160 |
De klap waarmee de benen van Provoost op de grond bonkten, was akelig om te horen en trok het lichaam op zijn zij. |
161 |
Hannelore kneep hem bijna fijn, zo hard drukte ze zich tegen hem aan. Het was een eigenaardig gevoel. |
162 |
Op minder dan een meter afstand regeerde de dood, maar in haar angstige lichaam voelde hij nieuw leven kloppen. |
163 |
In dit geval ging het om een schoolvoorbeeld. De omgevingstemperatuur was constant en het lijk was kakelvers. |
164 |
De rest zou hij later wel in het autopsierapport lezen. Plotseling voelde hij een ijskoude hand op zijn arm. |
165 |
Het werd tijd dat hij de rest van het huis verkende. In de gang leidde een steile trap naar de eerste verdieping. |
166 |
Voor een schets van een stapel beurs fruit op een porseleinen schaal werd al gauw honderdduizend frank neergeteld. |
167 |
De lakens op het strak opgemaakte bed oogden een beetje vergeeld. Van het bloemetjesbehang was niet veel te zien. |
168 |
De tweede slaapkamer zag er niet zo netjes uit. Dit was ontegenzeggelijk het nest van een vrijgezel. |
169 |
Het nachtlampje, een bronzen onding uit de vorige eeuw, wierp een flauw schijnsel op het omgeslagen dekbed. |
170 |
Een breedbeeldtelevisie fungeerde als een soort van scheidingswand tussen het bed en de rest van de kamer. |
171 |
De mastodont rustte op een elegante consoletafel. Op het toestel torenden vier stapels videocassettes. |
172 |
Hij stamde immers uit een familie van eminente rechtsgeleerden. De stiel was hem met de paplepel ingegoten. |
173 |
In de kleerkast hingen diverse pakken, alle van onberispelijke kwaliteit. Daarna inspecteerde hij de commode. |
174 |
Hannelore bleef op de achtergrond. Ze deed haar uiterste best om haar gezicht in de plooi te houden. |
175 |
Als procuratiehouder kon hij zich een en ander permitteren. Binnen de bank was hij behoorlijk onschendbaar. |
176 |
Indien Verhelst zich echter met internationale transacties ging bemoeien, nam hij een niet te onderschatten risico. |
177 |
In de voorbije week was hij twee keer door een vrouw aan de deur gezet en dat lag hem zwaar op de maag. |
178 |
De kans dat getuigen de moordenaar het huis van Provoost binnen of buiten hadden zien gaan, was bijzonder klein. |
179 |
Hannelore bewonderde hem eigenlijk wel. De manier waarop hij de dingen observeerde, maakte haar een beetje jaloers. |
180 |
Van In had geen last van de wetenschappelijke beperkingen waaronder het gros van de intellectuelen gebukt gaat. |
181 |
Hij laat haar binnen. De vrouw overmeestert hem, slaat hem in de boeien en vermoordt hem een paar uur later. |
182 |
Stel je voor dat ooit uitlekt dat Versavel zich al wederrechtelijk toegang heeft verschaft tot hun computer. |
183 |
Er moest bijgevolg een verband bestaan tussen de stad Rome en de schuilplaats van de voortvluchtige. |
184 |
De ex rijkswachter trok bedachtzaam het cellofaanpapier van een pakje kauwgom met pepermuntsmaak los. |
185 |
Ze denken dat de oplossing van een probleem recht evenredig is met de complexiteit ervan. Niets is minder waar. |
186 |
Jos Brouwers wist dat een correcte analyse van een probleem meestal de helft van de oplossing ervan vormde. |
187 |
Ze waren beschaamd dat hun oudste broer slechts rijkswachter was geworden. Maar ieder drama heeft zijn keerpunt. |
188 |
Als hij zo snugger is als iedereen beweert, weet hij duivels goed dat die transactie te traceren is. |
189 |
Aerts rekent erop dat het gerecht hem over een paar maanden vergeten is. In zijn plaats zou ik hetzelfde doen. |
190 |
Bij het op een na laatste reisagentschap had hij geluk gehad. Brouwers had zijn smoes met veel verve gebracht. |
191 |
Van een grijze herfstlucht was daar niets te merken. De badplaats pronkte onder een azuurblauwe hemel. |
192 |
Voorbij het gebouw van de reddingsdiensten sloegen ze linksaf in de richting van het Oosterstaketsel. |
193 |
Aan het eind van de pier stond een houten loods die als café restaurant fungeerde. Het terras zat stampvol. |
194 |
Versavel rolde zijn hemdsmouwen op en strikte zijn das los. Niemand had in hem nog een politieman herkend. |
195 |
Het idee om hem het vuur aan de schenen te leggen door zijn epigonen uit te roken, klonk een stuk veiliger. |
196 |
Dat bewees dat haar metamorfose geslaagd was. Carine bekeek zich in het spiegelglas van een etalage. |
197 |
Muys reageerde alert. Hij drukte de knop van de intercom in en verzocht zijn secretaresse een asbak te brengen. |
198 |
Kaderleden hadden immers recht op vijf eenheden per maand. Die werden per speciale koerier geleverd. |
199 |
Tenzij uw vrouw er natuurlijk mee akkoord gaat dat haar man af en toe een katje in het donker knijpt. |
200 |
Vandaele had de Love plotseling opgedoekt en er deden geruchten de ronde dat daar iets vreselijks was gebeurd. |
201 |
Van In beschikte over geen enkel hard bewijs dat de vzw hulp verleende op basis van een ideologische voorkeur. |
202 |
Ik walg van jullie soort en ik kan u één ding beloven: de dag komt dat ik u persoonlijk in de boeien sla. |
203 |
Versavel keek zijn baas met grote ogen aan. Die grabbelde zijn laatste sigaret uit een verkreukt pakje. |
204 |
Net bij de voet was het snoer doorgeknipt. De draad is duidelijk nadien weer onder de lamp geschoven. |
205 |
Onlangs had hij op de televisie een film gezien waarin een gevangene op een bed met springveren werd vastgemaakt. |
206 |
Hij voelde zich een beetje schuldig. Als hij eerlijk was, moest hij toegeven dat hij er toen van had genoten. |
207 |
Een paar seconden later rolde een donderslag over de daken. Midden op de dag werd het plotseling nacht. |
208 |
In een democratie kreeg de meerderheid altijd het laatste woord. Of die ook gelijk had, was een andere vraag. |
209 |
Het kan me geen barst schelen, maar ik vind dat we ondertussen moeten roeien met de riemen die we hebben. |
210 |
De moordenaar van Provoost heeft blijkbaar de tijd genomen om het huis grondig te stofzuigen en te dweilen. |
211 |
Ze hoefde niet iedere passagier over dezelfde kam te scheren. De eerste hitte overviel hem als een droog saunabad. |
212 |
Niet voor lang echter. Na twee minuten stroomde het zweet in dunne beekjes tussen zijn schouderbladen. |
213 |
Het duurde amper een kwartier voor de bende ongeduldige vakantiegangers in kleurige busjes werd afgevoerd. |
214 |
Het kantoor van Avis was nauwelijks groter dan de lichtbak met het bekende rood witte logo van de firma. |
215 |
Gelukkig reageerden de autochtonen hoffelijk wanneer hij een bocht te ruim nam of te veel naar rechts uitweek. |
216 |
Nog voor Versavel van zijn verrassing bekomen was, zwaaide het drie meter brede hek geruisloos open. |
217 |
Joris was een bijzondere jongen geworden omdat een pientere scenarist een uitzondering tot norm had verheven. |
218 |
De nauwe straatjes, de armtierige terrassen en de schreeuwerige reclameborden deden hem weer aan Napels denken. |
219 |
Iets wat trouwens uiterst zelden gebeurde. De fiets paste in ieder geval bij haar nieuwe status van steuntrekkende. |
220 |
Het frame zat onder de roestvlekken en de ketting piepte als een nest in de steek gelaten vogeljongen. |
221 |
Vrouwen in nood vonden steeds vlugger de weg naar de Zorghe en dat scheelde een pak op haar jaarlijkse bonus. |
222 |
Ze had een leuk snoetje, brede schouders en onder haar dunne jack tekenden zich twee perfecte borsten af. |
223 |
Van In had daar geen aandacht aan besteed, maar plotseling bezorgde dat beeld hem een angstig visioen. |
224 |
Hannelore liet zich een zoen welgevallen. Mannen zouden nooit begrijpen hoe ongerust vrouwen kunnen zijn. |
225 |
In ruil voor die vriendendienst had de ex commando een commissieloon van duizend Maltese pond bedongen. |
226 |
Het was zo heet dat zelfs de toeristen beschutting zochten in de schrale schaduw van een solitaire palmboom. |
227 |
De stad was omringd met hoge vestingmuren die de mediterrane hitte opslorpten als oude woestijncactussen. |
228 |
Normaal was hij zeer matig met alcohol. Bovendien had hij de voorbije week al twee keer zwaar gezondigd. |
229 |
Hij antwoordde niet, maar hief zijn glas. Secondelang keek hij door de parelende wijn naar de diepblauwe hemel. |
230 |
Dat had zelfs een olifant kunnen aanvoelen. Brouwers voelde nattigheid en probeerde wanhopig de brokken te lijmen. |
231 |
Brouwers herinnerde hem aan zijn familie. De notoire oplichter genoot plotseling zijn volste sympathie. |
232 |
Jane schortte haar jurk op en kruiste de benen. Brooks vond dat het stilaan tijd werd om op te stappen. |
233 |
Versavel besnuffelde zijn oksel en trok een vies gezicht. Daarna concentreerde hij zich op het koffiezetapparaat. |
234 |
Van In dacht even dat hij op een filmset was aanbeland waar de regisseur net cut geschreeuwd heeft. |
235 |
Straks beschikte ieder gezin over zijn eigen privé flik. Van de zware criminaliteit daarentegen lag niemand wakker. |
236 |
Zijn hersenen maakten een merkwaardige hormonencocktail aan die zijn bloed omtoverde tot een kolkende bergstroom. |
237 |
Deze disharmonie tussen natuur en commercie bood echter ook een voordeel: toeristen meden de plek als de pest. |
238 |
Een vijftiental gehandicapten met bijna evenveel begeleiders had het leeuwendeel van de tafels ingepalmd. |
239 |
Ze vormen alleen het bewijs dat Herbert een transseksueel was en dat werpt een nieuw licht op de zaak. |
240 |
Als vrouw daarentegen past hij perfect in het perfide circuit dat Vandaele en consorten hebben gecreëerd. |
241 |
De Love fungeerde als een bordeel voor een uitgelezen elite, van wie verondersteld werd dat ze heteroseksueel was. |
242 |
Naast haar zat de jongeman wiens gezicht onder de chocoladesaus zat. Een begeleidster veegde zijn mond schoon. |
243 |
Van In stak zijn hand op toen de ijsjesverslindende jongeman hem op een kwijlende glimlach trakteerde. |
244 |
Op de lijst die je me hebt bezorgd, staan namen van invloedrijke mensen. Het zou wel eens kunnen dat. |
245 |
Aan zijn verstrakkende kaakspieren was duidelijk te zien dat hij zijn best deed om zich te beheersen. |
246 |
Maar nu onze strategieën op elkaar afgestemd zijn, kijk ik met spanning uit naar de ontknoping van beide zaken. |
247 |
Het gesprek had amper tien minuten geduurd en de uitkomst ervan was voor beide partijen bevredigend. |
248 |
Carine gebaarde dat ze hem wilde spreken. In haar uniform zag de jonge agente er allesbehalve sexy uit. |
249 |
Misschien is die Ilse een lesbienne die van haar functie profiteert om af en toe een liefje aan de haak te slaan. |
250 |
Zijn voornaamste hoop lag in de identificatie van Herbert, maar ook die speurtocht had vandaag niets opgeleverd. |
251 |
Van twee ziekenhuizen kregen ze morgen bericht. Als dat negatief was, stonden ze voor een onmogelijke opdracht. |
252 |
We dansen met zijn allen op het slappe koord en proberen met alle middelen ons wankel evenwicht te bestendigen. |
253 |
Hij was bijna vergeten dat ze vandaag naar de gynaecoloog was geweest. Een vruchtwaterpunctie was geen pretje. |
254 |
Vanuit het raam hield hij iedere auto die het parkeerterrein van het restaurant opreed scherp in de gaten. |
255 |
Indien het een olympische discipline was geweest, had William de oudjes met plezier hun medailles gegund. |
256 |
William had twee dagen in een euforie geleefd, twee dagen die niet langer dan een nanoseconde hadden geduurd. |
257 |
Penelope was een gesofisticeerde vrouw van rond de veertig met slappe, gladde borsten en grote, treurige ogen. |
258 |
Brouwers had op zijn hotelkamer tweemaal na elkaar gemasturbeerd en dat was al een hele tijd geleden. |
259 |
De kattenbak was in weken niet ververst en verspreidde een pregnante geur die haar de keel dichtsnoerde. |
260 |
Ze herkende de platte geur van slappe kostschoolkoffie die te lang op een verwarmingsplaat heeft gestaan. |
261 |
Mannen zien alles groots. Als ze een theelepeltje van hun smurrie kwijtraken, spreken ze al van een emmer. |
262 |
Linda grijnsde breed. Haar gebit vertoonde veel gelijkenissen met een conglomeraat van zwarte lavastenen. |
263 |
Hannelore gruwde van de blauwe spataderen en de harde, verschraalde huid die haar plompe kuiten omspande. |
264 |
Na de eerste trek voelde ze zich als een communist die zijn joodse buurman aan de Gestapo heeft verlinkt. |
265 |
De schurk laat nooit ofte nimmer zijn prooi los. Voor iedere dienst verlangt hij een tegenprestatie. |
266 |
De vlammen likten aan haar dijen. Het is merkwaardig hoe traag toeschouwers soms op een noodsituatie reageren. |
267 |
Een strook huid van tien bij twintig centimeter leek op een slordig aangebrachte strook behangselpapier. |
268 |
Tien minuten later was ze bijna even doorweekt als Linda, die voortdurend schreeuwde dat het genoeg was. |
269 |
De rijzende zon kleurde de oude stad met de tinten van het palet van een impressionistisch schilder in. |
270 |
Deze regel wordt door vele advocaten handig aangegrepen om hun cliënten uit de gevangenis te houden. |
271 |
De boterhammen met kwark, die Hannelore vanmorgen voor hem had ingepakt, lagen ongeopend in de papiermand. |
272 |
De meeste mannen die in die tijd dat soort van metamorfose wilden ondergaan, waren ouder dan vijfentwintig. |
273 |
Aan het frietkraam bestudeerde een Frans echtpaar van middelbare leeftijd luidkakelend de menukaart. |
274 |
Hannelore wankelde en kon zich nog net vastklampen aan Gerard, die onmerkbaar dichterbij was geschuifeld. |
275 |
Naast hen waren een paar Japanners neergestreken en die fungeerden als lokvogels voor de rest van de groep. |
276 |
Door de glas in loodramen konden zij hem niet zien, als ze hun neus tenminste niet tegen het glas aandrukten. |
277 |
Hij was argwanend geworden sinds hij vorig jaar door een stel mooipraters voor vijftigduizend frank was opgelicht. |
278 |
Als hij die door het raam gooide, zou het glasgerinkel de buren alarmeren. Dat hoopte hij tenminste. |
279 |
Mijn eigen oude onderwijzeres kan zich nog haarscherp herinneren wat voor jurkje ik op mijn eerste communie droeg. |
280 |
Toen zijn vader stierf, heeft Lodewijk het onderwijs vaarwel gezegd en het familiebedrijf overgenomen. |
281 |
De oude kon wel eens gelijk hebben. In de vakliteratuur had hij daar destijds een en ander over gelezen. |
282 |
Als zijn pupil huwde, voelde de pedofiel zich superieur aan de echtgenote, die hij als een tweede keus beschouwde. |
283 |
Tijdens de vakantie konden de kinderen twee keer in de week op de school terecht voor een spelnamiddag. |
284 |
Zijn wangen werden strakker, waardoor de steel van zijn pijp in een hoek van vijftien graden kwam te staan. |
285 |
De moordenaar van Provoost had zichzelf verraden door het ritueel te herhalen dat hij als kind had ondergaan. |
286 |
Ze zette thee en wilde pas opstappen toen de oude onderwijzer haar tot driemaal toe verzekerd had dat hij oké was. |
287 |
Warme toast met boter en smeerkaas, een niet te versmaden maaltijd voor wie vijf jaar kotstudent was geweest. |
288 |
Daar had zijn geschreeuw echter niets mee te maken. Ze stond op omdat ze dacht dat het huis in de fik stond. |
289 |
Toen het meisje Brouwers vijf minuten later een ticket overhandigde, wist hij dat zijn vermoeden klopte. |
290 |
Via de internationale inlichtingendienst informeerde hij naar het nummer van de rijkswacht in Zaventem. |
291 |
Toen hij inhaakte, straalde hij als een jonge renner die net zijn eerste kermiskoers heeft gewonnen. |
292 |
Wroeging knaagde aan zijn ziel. Het zag ernaar uit dat hij een jonge meid in het verderf had gestort. |
293 |
Toen dat niet lukte, bukte ze zich voorover. Haar armen werden gehinderd door een rinkelende ketting. |
294 |
Ze had contacten met diverse bladen en die betaalden hun mannequins goed. Zwart natuurlijk, gniffelde ze. |
295 |
De fotograaf die gisteren discreet op de achtergrond was gebleven, had haar nu geboeid en geblinddoekt. |
296 |
Daarna waren de anderen gekomen. Carine had geschreeuwd toen ze voor de eerste keer werd opengescheurd. |
297 |
Bovendien had ze haar undercoveropdracht verknoeid toen de stinkende man haar politiekaart had ontdekt. |
298 |
Een stervormige flits op het scherm verschrompelde tot een onooglijk punt. Het werd stil in de woonkamer. |
299 |
Hij voelde zijn krachten afnemen. Diep in zijn borstkas kreunden twee rotte longen als verweerde blaasbalgen. |
300 |
Dat was niet goed voor hen, zei men. Toch had geen enkele van zijn pupillen daar een trauma aan overgehouden. |
301 |
De onderwijzer haalde een zakmes boven en sneed het touwtje door waarmee de bundel was samengebonden. |
302 |
Hoewel de bedrieglijke middagtemperaturen de illusie van een late zomer creëerden, viel de avond behoorlijk tegen. |
303 |
Die beloofde dat hij zich persoonlijk met de zaak zou bemoeien. Tien minuten later kwam er een antwoord. |
304 |
Hij had zich vroeger altijd afgevraagd hoe vrouwen erin slaagden hun mannen af te richten tot gedweeë aapjes. |
305 |
Tussen de kieren van de gesloten overgordijnen sijpelden gelige slierten licht naar buiten. Brouwers belde aan. |
306 |
Er was alleen het geluid van de wind, die huilde over de polder. De ex rijkswachter vloekte binnensmonds. |
307 |
Hij liep naar zijn wagen. In het dashboardkastje bewaarde hij een kleine, platte doos met wat inbrekersgereedschap. |
308 |
Zijn gezicht stond zorgelijk. Het voorbije jaar had het gerechtelijk apparaat flinke klappen geïncasseerd. |
309 |
Het kabinet van de procureur was luchtig en fris. Hier geen stapels muffe dossiers in kromgetrokken rekken. |
310 |
Als jij voor gefundeerd bewijsmateriaal zorgt, zal mijnheer de procureur generaal gauw een toontje lager zingen. |
311 |
William Aerts werd geboeid en onder begeleiding van twee stoere gendarmes in gevechtskledij naar binnen gebracht. |
312 |
Zoals alle ruimtes waarin mensen ondervraagd worden, blonk ook deze kamer niet uit door een knusse inrichting. |
313 |
Aerts richtte zijn hoofd op. Hij wreef over zijn stoppelbaard en nam de politieman in een korte flits op. |
314 |
Het andere was een schuldbekentenis voor datzelfde bedrag. Dat gold trouwens voor alle tussenkomsten van de vzw. |
315 |
Het ging meestal om mensen die met een tijdelijk financieel probleem zaten en nergens anders terecht konden. |
316 |
Het geld werd officieel weggeschonken aan de minderbedeelden, maar officieus gerecupereerd via renteloze leningen. |
317 |
Hij wilde van Vlaanderen een modelstaat maken en om dat te verwezenlijken, diende eerst de discipline hersteld. |
318 |
Alleen wie de verleiding van de dictatuur heeft geproefd, kan weerstand bieden aan de lokroep van uiterst rechts. |
319 |
Aerts staarde wezenloos voor zich uit. De stress van de voorbije twee dagen begon zijn tol te eisen. |
320 |
Toen Aerts op zijn achttiende besloot naar de universiteit te gaan, lieten ze hem vallen als een baksteen. |
321 |
Nu mochten anderen scheten in brand steken, insecten vreten of in hun blote bast over het marktplein draven. |
322 |
Een mooiere wraakneming voor het leed dat ze zijn tweelingbroer hadden aangedaan, had Dani zich niet kunnen wensen. |
323 |
Toen hij Aerts begerig zag kijken, belde hij de meldkamer en stuurde een agent om een nieuwe voorraad rookgerei. |
324 |
Neemt u rustig de tijd, want de kans dat u dit gebouw binnen de vierentwintig uur verlaat, is behoorlijk klein. |
325 |
Hij had de indruk dat Aerts zijn vel probeerde te redden en alleen die dingen losliet die in zijn kraam pasten. |
326 |
Uiteindelijk was hij de enige, echte moordenaar en voor politiemensen golden geen verzachtende omstandigheden. |
327 |
Een uur geleden had hij het besluit genomen alles op te biechten. Eigenlijk was hij een beetje trots. |
328 |
Alles was netjes opgeruimd. Het interieur leek op een plaatje uit een handboek voor binnenhuisarchitecten. |
329 |
Hannelore trok voorzichtig de laden van de grenen commode open en woelde door de lingerie van de verdwenen agente. |
330 |
In de hoek van de kamer prijkte op een houten rek een klein televisietoestel met een ingebouwde videorecorder. |
331 |
Alle instrumenten lagen netjes op een rij. Het was immers niet de eerste keer dat hij in een snuff movie optrad. |
332 |
De genodigden namen plaats op de klapstoelen die buiten het schijnsel van de spots stonden opgesteld. |
333 |
Hij zag er vermoeid en bleek uit. Hannelore trakteerde hem op een flauwe knipoog en wees naar achteren. |
334 |
Ze verstijfde bij het zien van de lederen kap die op minder dan dertig centimeter boven haar gezicht zweefde. |
335 |
Ze wilde schreeuwen, maar toen dat niet lukte, sloot ze opnieuw de ogen. De man begon hitsig te pompen. |
336 |
Carine sloeg voorzichtig haar oogleden op. Pas nu bemerkte ze de serveerboy met de folterwerktuigen. |
337 |
Brys plaatste de nageltang op de rijpe tepel en wachtte tot Vervoort de perfecte kadrering had ingesteld. |
338 |
Ik zie niet in waarom we de staat met een duur proces op kosten zouden jagen. Gerechtigheid is geschied. |
339 |
In principe had hij gelijk, maar als substituut van de procureur moest zij ervoor zorgen dat de wet werd toegepast. |
340 |
Hij heeft zich min of meer vrijwillig aangegeven en beroept zich op het principe van strafuitsluiting door dwang. |
341 |
Twee weken geleden had ze haar koffers gepakt. Ze was het beu steeds in zijn schaduw te staan, had ze gezegd. |
342 |
De verloren tijd kon nooit meer worden ingehaald. Gerda vond dat ze eindelijk recht had op een eigen leven. |
343 |
Brouwers nam een slok van de cognac, duwde de loop van het pistool in zijn mond en haalde de trekker over. |
344 |
Het tijdstip van de ondervraging was niet toevallig gekozen. De commissaris wist dat hij gelogen had. |
345 |
William sleurde het lijk in de koffer van zijn wagen. Toen hij de klep wilde dichtslaan, hoorde hij gekreun. |
346 |
Alles verliep vlekkeloos, tot Dani zes maanden later weer opdaagde en extra geld eiste voor een nieuwe operatie. |
347 |
De manier waarop hij in uitzonderlijke omstandigheden met een apart gevoel voor humor kon reageren, beviel haar. |
348 |
Er kwamen trouwens weinig mensen zo ver de onderkelders in. Haar weving pikte in de verte het gepiep van ratten op. |
349 |
Met moeite trok ze zich van de drempel van hysterie terug. Ze moest aan iets anders dan ratten denken. |
350 |
Omdat ze niet om wilde kijken, bleef ze naar de deur staren en over het onoplosbare raadsels piekeren. |
351 |
Een kille woede maakte de olijfbruine huidskleur zo donker dat het litteken op haar wang bleek afstak. |
352 |
Niemand wist waarvan hij was gemaakt, maar het was zo hard als staal, afgezien van het licht hellende bovenvlak. |
353 |
Dat laatste zou niet gebeuren als hun verdenking juist was. Nee, geen verdenking, het was zekerheid. |
354 |
Seaine mocht van geluk spreken als Saerin om haar mening zou vragen, laat staan haar advies, voor ze iets besloot. |
355 |
Yukiri werd omgeven door de saidargloed en ze schermde de vrouw die op de Zetel zat zwijgend volkomen af. |
356 |
Talenes gezicht leek een masker van doodsangst. Ze beefde en hijgde zo hard alsof ze spannen ver hard gerend. |
357 |
Talene keek met uitpuilende ogen naar het plafond en kneep ze toen stijf dicht, maar ze schoten meteen weer open. |
358 |
Talene krijste tot ze geen lucht meer in haar longen had en gierend lucht naar binnen zoog om verder te krijsen. |
359 |
Iemand zuchtte hoorbaar en Seaine besefte dat zij niet de enige was die de wereld op de kop vond staan. |
360 |
Saerin had harder moeten werken dan wie ook om de stola te winnen en daarmee het recht om in de Toren te blijven. |
361 |
Ik zal jullie helpen en alles vertellen wat ik weet, maar ze zullen ons allen doden als we niet vluchten. |
362 |
Donder en sneeuw, de ergste soort winterstorm, de allerwoeste. Het was niet echt koud in het vertrek, maar. |
363 |
Ze at amper en was nauwelijks in staat om raad te verschaffen. De jacht op de moordenaar nam haar geheel in beslag. |
364 |
Drie dagen eerder zou die gedachte Elayne hebben laten huiveren, maar nu was het slechts een van de vele gevaren. |
365 |
Bloedvuur, ik heb honderden problemen, sommige zelfs vlak onder mijn neus in het paleis, en ik heb hen nodig. |
366 |
Vreemd genoeg bevond de ereplaats van de koningin zich het verst van de hitte van het vuur. Nou ja, het zij zo. |
367 |
Ze hielden slemppartijen en zochten ruzie en vielen vrouwen lastig die niet van hun uitsloverij gediend waren. |
368 |
Wonder boven wonder reageerden de twee vrouwen voor haar vrijwel op dezelfde manier. Dyelin gromde van ergernis. |
369 |
Elayne had haar bij hun aankomst in Caemlin een landgoed geschonken en dat schriftelijk laten vastleggen. |
370 |
Beiden konden urenlang naar willekeur en nagenoeg over van alles, zelfs over de kleur van houtskool, bekvechten. |
371 |
Dat valt slecht bij mensen van hoge en lage stand, heel slecht. En het laatste dat je hier wilt, is een opstand. |
372 |
Iedere zuster kende dat gevaarlijke verlangen. Een gebaar naar de andere twee maakte dat die zichzelf inschonken. |
373 |
Iemand die redelijk behoedzaam handelde en behoorlijk sluw was, zou dat pad volgen en kunnen slagen. |
374 |
Elayne wilde met haar hand langs haar slaap wrijven, maar herstelde zich door haar haren te schikken. |
375 |
Een ferme greep op allerlei zaken en een dapper hart zijn nutteloos als mensen je niet als koningin erkennen. |
376 |
Elayne haalde diep adem. Ze had deze kwestie van alle kanten bekeken en zag geen andere mogelijkheid. |
377 |
De donkerrode wijn spoot uit haar mond. Proestend trok ze een kanten doekje uit haar mouw en depte haar kin. |
378 |
Hoe meer je uitlegde, hoe meer verklaringen er nodig waren, tot je je alleen maar daarmee bezighield. |
379 |
Het paste goed bij de donderslagen buiten, ik heb alles op het spel gezet op de dag dat ik thuiskwam, Dyelin. |
380 |
Er was maar weinig waar ze bang voor was, maar de verhalen over de Seanchanen hadden haar beslist angst aangejaagd. |
381 |
Haar gezicht stond heel strak, maar boosheid streed met haar verlegenheid, waarbij de eerste de overhand kreeg. |
382 |
Birgitte kwam naast haar staan en maakte een gepaste buiging om de beker uit haar hand over te nemen. |
383 |
Het was net of ze zich doodgeschrokken was en erop rekende dat dit binnen enkele tellen opnieuw zou gebeuren. |
384 |
Uw overeenkomst zal op de juiste tijd worden nagekomen. Nu hebben we echter belangrijker zaken af te handelen. |
385 |
Ze griste een gouden reukdoosje van een van haar halskettingen, drukte dat tegen haar neus en ademde diep in. |
386 |
Elayne wist zeker dat er een manier moest bestaan om hen te laten inbinden, maar ze had die nog niet gevonden. |
387 |
Zaide fronste even en frunnikte wat aan het oogglas van de kijker, dat op dezelfde hoogte zat als haar hoofd. |
388 |
Dit klonk niet goed. In de ogen van de golfvrouwe hadden ze zojuist blijkbaar een nieuwe overeenkomst gesloten. |
389 |
Nu tenminste. Ze zouden tot hun eigen nadeel ondervinden wat het betekende om de huisvrouwe als vijand te hebben. |
390 |
De mannen wisten natuurlijk dat iemand saidar had geput, ook al konden ze de gloed rond de drie vrouwen niet zien. |
391 |
Elayne kreeg spijt dat ze aan haar impuls had toegegeven, maar ze was niet van de plan de Bron los te laten. |
392 |
Reene wist niets van saidar of saidin. Ze had zich meteen bij hun binnenkomst met boze ogen tot de mannen gewend. |
393 |
Nou, zijn gezag was hier niets waard. Rustig ging ze weer zitten waarbij ze de tijd nam om haar rok te schikken. |
394 |
Maar de binding liet haar... concentratie voelen. Een aangelegde pijl, klaar om afgeschoten te worden. |
395 |
Maar tenzij de koninginnegarde wordt toegelaten, beloof ik u dat er nog geen krielaardappel uw poorten binnenkomt. |
396 |
Niettemin ben ik bereid bezoek toe te staan wanneer u dat vraagt. Overeengekomen bezoeken onder begeleiding. |
397 |
Nog ietsjes meer en ze zou met saidar toeslaan. Met moeite bedwong ze haar woede tot een uiterlijke kalmte. |
398 |
Eigenlijk was er helemaal geen keus. Ze liet de koppeling met de andere twee geleidsters gaan en liet saidar los. |
399 |
Ze stonden schouder aan schouder en vormden een grimmige muur tussen haar en de mannen. Geen goede muur. |
400 |
Ze hadden heel veel uitgelegd, maar het voornaamste was dat ze niemand mocht zeggen wat er ging gebeuren. |
401 |
Zij had het graag exact willen weten, maar een kind werd geboren zonder voorkennis van wat er ging gebeuren. |
402 |
Ze hield de dikke wol strak om zich heen en haar eerste gedachte was snel het vertrek uit te schieten. |
403 |
Toen pas wandelde ze de kamer uit, gevolgd door Nadere, met de wens het nog beter afgehandeld te hebben. |
404 |
Ik zou het verboden hebben als die man in de geborduurde jas niet had omgekeken om je billen te bewonderen. |
405 |
Tamela met haar vierkante knokige gezicht en de knappe Viendre met haar arendsprofiel en blauwe ogen. |
406 |
Ze voelt wellicht door jullie binding een deel van wat jullie met elkaar delen, maar slechts een beetje. |
407 |
Monaelle ging sierlijk op de vloer zitten, met gekruiste benen, op twee pas afstand van de naakte vrouwen. |
408 |
Als je weifelt of twijfelt, is je toewijding niet sterk genoeg. Dan stuur ik je weg en dat betekent het eind. |
409 |
Ik zal vragen stellen en jullie antwoorden naar waarheid. Als je weigert te antwoorden, zul je worden weggezonden. |
410 |
Natuurlijk mogen jullie op elk tijdstip uit jezelf weggaan. Waarmee dit alles ook voor eeuwig is afgelopen. |
411 |
Je zult slap worden en je gekoesterde moed verliezen als je in het stof aan het huilen bent. Die dag zal komen. |
412 |
Aviendha fronste eveneens en wilde wat zeggen, maar Tamela drukte haar schouders omlaag en begon te praten. |
413 |
Ontken het en je ontkent jezelf. Je vond het prettig als mannen naar je keken en schonk hun een glimlach. |
414 |
Stamhoofden zullen je niet langer serieus nemen en bij jouw woorden slechts de wind horen. Pas op nu het nog kan. |
415 |
Wellicht zal je man jou nog zien zoals hij je de eerste keer zag, maar geen enkele andere man zal van je dromen. |
416 |
Je vlees wordt zwak maar je bent ook hart en geest en die veranderen slechts door sterker te worden. |
417 |
Opnieuw namen de wevingen hun woorden op en lieten ze tegelijk weer los. In hun stemmen klonk een lach door. |
418 |
Mijn hart is een en al stof omdat ik naar zijn liefde verlang, maar ik weet niet of hij ooit van me zal houden. |
419 |
Voorzichtig voelde ze aan haar wang en kromp ineen. De rest van de dag zou de handafdruk te zien zijn. |
420 |
Laat die klappen gelden voor alle klappen die je elkaar nog wilt geven. Jullie hebben toh jegens elkaar. |
421 |
Toh kun je niet terugbetalen en je zult het niet proberen, want elke vrouw is haar eerstezuster iets verschuldigd. |
422 |
Iets van dien aard. Ze dacht niet aan zichzelf als ik, ze dacht in het geheel niet, maar ze was zich bewust. |
423 |
Als ze had geweten hoe ze moest krijsen, als ze had geweten wat gekrijs was, zou ze hebben gekrijst. |
424 |
En toen opeens licht, verblindend, vol wervelende patronen. Ze voelde zich zwaar, had nooit eerder zwaarte ervaren. |
425 |
Hetzelfde geluid, dezelfde ruimte. Eenzaamheid overheerste, onherkenbaar, maar er was ook voldaanheid. |
426 |
Dit kleine kamertje van zeil was de werkelijkheid. Ze had slecht geslapen en ze voelde zich zweverig en uitgeput. |
427 |
Ze had zich ook verslapen en dus was er geen tijd meer voor het ontbijt. Met tegenzin gooide ze haar dekens opzij. |
428 |
Jammer voor hem dat hij haar niet had bevolen te stoppen met denken. Ze kon hem voelen, achter in haar hoofd. |
429 |
Ze liet haar ring in de kist liggen, verstopt in een fluwelen beursje onder vele andere dingen. Ook bevolen. |
430 |
Ze had een dik gewaad uitgekozen van fijngeweven wol en het was zo donkerrood dat het bijna zwart leek. |
431 |
Hier en daar spraken enkelen mompelend met elkaar, maar de rest meed elkaars blik, zelfs leden van dezelfde Ajah. |
432 |
Een tiental kleinere stenen huisjes was gebouwd voor tien Toegewijden en ook daar was een huis in aanbouw. |
433 |
Een heel scherp botje. Erger nog, ze had ruim een span door de bossen gezwoegd voor ze bij de muur was beland. |
434 |
De ingeklonken grond was opgeruimd, een werktaak die de mannen in opleiding voor zonsopgang moesten uitvoeren. |
435 |
Hoe een vrouw hier kon blijven in de wetenschap van wat haar man feitelijk was, ging Toveines begrip te boven. |
436 |
Een in een roodwitte mantel afgezet met zwart bont en de ander... Toveines wenkbrauwen rezen hoog op. |
437 |
De ander droeg een groene Kandoraanse broek en een jas in de stijl van de kapitein generaal van de garde. |
438 |
Hij droeg een zilveren zwaardspeld op de hoge kraag en keek haar nieuwsgierig aan zonder echter in te houden. |
439 |
Hij zou weldra naar buiten komen. Hij had haar gezegd gereed te staan wanneer hij naar buiten stapte. |
440 |
Ruw geschreeuw van de mannen volgde haar in de straat en lachende kinderen wezen toen ze voorbijholde. |
441 |
Ze sprong, tolde rond en schopte, maar de honden bleven haar aanvallen. Ze kon wel gillen van ergernis en woede. |
442 |
Een schreeuwende vrouw in bruin wollen kledij zwaaide met een zware mand naar de hond die aan Toveines rok trok. |
443 |
De emmer van een gezette vrouw trof de ribben van een gevlekte bruine hond en hij ging er jankend vandoor. |
444 |
Telkens als ze het huis zag, verbaasde het haar. Andere huizen hier waren even groot en twee zelfs nog groter. |
445 |
Een alledaags houten huis met een verdieping, hoewel de rode deur, de luiken en vensters vreemd aandeden. |
446 |
Ze wachtten gewoon. Geen van hen droeg een mantel, hoewel hun adem bleke wolkjes voor hun gezichten vormde. |
447 |
Zo was het elke ochtend geweest als ze zich kwam melden, hoewel er niet altijd dezelfde mannen stonden. |
448 |
Vroeg of laat zou er op hen worden gejaagd en elke inlichting die kon helpen hen te vinden, zou nuttig zijn. |
449 |
De rode deur ging open en de mannen richtten zich op, maar het was niet Logain die naar buiten stapte. |
450 |
Ik prijs mezelf gelukkig dat het me slechts vier dagen kostte om hem ervan te overtuigen mij de kans te geven. |
451 |
Hij rolde een zilveren muntstuk tussen zijn vingers door en leek er even nauwkeurig op te letten als op Logain. |
452 |
Met het aantal waarmee hij is teruggekomen, verbaast het me dat hij niet ook de kippetjes en lammetjes meenam. |
453 |
De Toren nam alleen meisjes van onder de vijftien op wanneer ze al een eerste begin met geleiden hadden gemaakt. |
454 |
Logain knikte langzaam. De anderen keken elkaar zwijgend aan met gezichten die uit steen leken gehouwen. |
455 |
Voortdurend had ze het gevoel dat hier kostelijke feiten verborgen lagen. Maar net buiten haar greep. |
456 |
Toveine probeerde net te doen alsof ze niet had staan luisteren en de namen in haar geheugen had gegrift. |
457 |
In plaats daarvan volgde ze de andere vrouw gedwee de rode deur in. Het had geen zin er tegenin te gaan. |
458 |
Ze zal gauw komen en vindt hem haar zonnetje aan de hemel, dus kunnen we belangrijke zaken maar beter nu bespreken. |
459 |
Wellicht zijn er nog andere groeperingen en er zijn beslist mannen die niet doorhebben dat er groeperingen bestaan. |
460 |
Daarmee kan het, hoop ik, beginnen. Als we nog enkele anderen overhalen, zal dat zeker het begin zijn. |
461 |
Ondanks de kou stroomden wagens, karren en mensen door de straten die de terrasheuvels van de stad bedekten. |
462 |
Het kon niemand wat schelen wie er naast hem stond en zelfs de beurzensnijders beoefenden niet hun vak. |
463 |
Verzamelpunten van kennis met geleerden en wijzen uit alle windstreken. De naam maakte geen verschil. |
464 |
De drakenkop met gouden manen op de rug van zijn hand glinsterde metalig, maar leverde hier geen gevaar op. |
465 |
Het open luik van die doos gloeide door het vuur erbinnen en uit een smalle hoge schoorsteen kringelde rook. |
466 |
Minder dan de keren ervoor, maar nog steeds te veel en sommige namen verschenen reeds als hij even zijn ogen sloot. |
467 |
Blauwwitte banen liepen over de voorkant van zijn donkere fluwelen jas vanaf zijn nek bijna tot aan zijn knieën. |
468 |
De magere grijzende vrouw die geduldig naast hem stond af te wachten, leek evenmin bang uitgevallen te zijn. |
469 |
En of dat nu vanuit hetzelfde geloof voortkwam, het was in elk geval pragmatisch en hij vond dat verder best. |
470 |
Hij keek weer naar het raam en maakte opnieuw dat ene plekje ijsvrij. Misschien kon je met dat ding water koken. |
471 |
Tenminste de wereld die vandaag voor hem van belang was. Cairhien was niet langer het slagveld voor een strijd. |
472 |
Onder hem liet de kale man de anderen van de wagen afstappen, waarna hij zich vergenoegd in de handen wreef. |
473 |
Hij was er zeker van dat Cadsuane haar aandacht volledig op hem had gericht, al deed ze net of dat niet zo was. |
474 |
Ik zal het pas geloven als hij wat verder komt dan vijftig pas voor er stukken kapot gaan of vastlopen. |
475 |
Hij herinnerde zich nu die Mervin weer, met zijn ontwerp dat op een tafel stond te schudden en niets deed. |
476 |
De mannen onder hem liepen vastberaden rond alsof ze in het geheel geen mislukking hadden meegemaakt. |
477 |
Er waren tijden dat de stem heel normaal klonk terwijl die de gekste dingen zei. Ze stonden hem aan te kijken. |
478 |
Hij zou haar toestaan hem tot haar dood te laten volgen, want hij was niet sterk genoeg om haar weg te houden. |
479 |
Ze was druk en overbodig bezig haar rok glad te strijken als een vrouw die onder zware druk haar mond moet houden. |
480 |
Al klaagde ze zo nog zoveel over de dromers en wijsgeren, boven alles wilde ze een zo goed mogelijke School. |
481 |
Haar eenvoudige bruine jas en kniebroek leken veel op wat ze bij hun eerste ontmoeting in Baerlon had gedragen. |
482 |
Ze hadden al genoeg gezien en gehoord. Hij stuurde hen weg en bezwoer hen te zeggen dat hij er nooit geweest was. |
483 |
Zijn knieën leken van water en hij wankelde. Een gezicht schemerde even in zijn hoofd en verdween weer. |
484 |
Hij schoof de band van de leren tas over zijn vrije schouder. De mannen op het erf waren nog aan het werk. |
485 |
Ze hield zich even in om haar rode handschoenen aan te trekken, waarna ze met haar voet op de vloer tikte. |
486 |
Over zijn redenen, hoopte hij, en hopelijk over de waarheid. De duizeligheid en misselijkheid verdwenen langzaam. |
487 |
Ze kreunde van inspanning, maar was niet van plan de andere tas met boeken in de sneeuw neer te zetten. |
488 |
Je probeert iedereen in de war te brengen die probeert uit te zoeken waar je bent en wat je van plan bent. |
489 |
En vervolgens uiteraard het echte spoor. Je pakt ze aan wanneer ze dat het minst verwachten, heb je gezegd. |
490 |
Ik betwijfel of ik zomaar kan ophouden als Dashiva en die anderen opeens opduiken om te zien wat er gaande is. |
491 |
In die herberg brandt een warm vuur. Ik hoop dat je mij en jezelf nog wat warm eten gunt voor we echt vertrekken. |
492 |
Hij spoorde in een opstuivende wolk sneeuw zijn paard aan en haalde haar in. Zwijgend reden ze verder. |
493 |
Er bleven slechts enkele nieuw aangekomenen in Tanchico, en die kon de stad gemakkelijk onderhouden. |
494 |
Naar het oosten blies de wind, span na span, soms luwend en soms aanwakkerend, maar hij ging nimmer liggen. |
495 |
Het was nog steeds een grens, maar nu slechts in naam. De grensposten waren verlaten en de grenswachten verdwenen. |
496 |
Masema hij zou de man nimmer de Profeet noemen, nimmer – was waarschijnlijk een dwaas en overduidelijk gestoord. |
497 |
Neald gaf Elyas de teugels van zijn muiskleurige ruin voor hij met verbeten mond op zijn eigen gevlekte paard klom. |
498 |
Dat deden vrouwen natuurlijk altijd al, maar soms dacht hij dat hij de ene wervelwind voor de andere had verruild. |
499 |
Haar uitschelden was al erg genoeg, als zij het eerst begon. Het was trouwens dwaasheid om daar nu aan te denken. |
500 |
Hij wilde de beweegredenen niet nog eens horen, nu niet en straks niet. En het scheen ook overbodig. |
501 |
Hun door de zon verweerde gezichten verrieden net zoveel als een standbeeld, maar ze roken naar stalen speren. |
502 |
Hij zag Gradi altijd als een boer, ondanks zijn zwarte mantel en het zilveren zwaard op zijn kraag, maar nu niet. |
503 |
Het ware grauwe mensen in grauwe kleren die meestal angstig naar de straatkant uitweken. Er waren geen kinderen. |
504 |
Overal waadden groepen gewapende mensen door de enkeldiepe modder die de avond tevoren sneeuw geweest was. |
505 |
Maar weinig volgelingen hadden paarden, en hoe meer er te voet meegingen, hoe langer de reis zou duren. |
506 |
De opluchting was bijna net zo groot toen ze de brug en de laatste wachters achter zich hadden gelaten. |
507 |
En dat liet hij merken zodra ze de stad achter zich gelaten hadden en midden tussen lage, beboste heuvels reden. |
508 |
De meeste takken waren kaal, en de paar overgebleven bladeren of naalden vlamden groen op tegen het wit. |
509 |
Ze hadden de weg voor zichzelf, maar de vastgevroren sneeuw in de karrensporen dwong hen langzaam te rijden. |
510 |
Balwer keek opzij om Perijn gade te slaan terwijl ze naast elkaar doorreden, ik heb twee nieuwtjes voor u, heer. |
511 |
Ze zullen snel tot struikroverij vervallen. Ailron zelf is gevangengenomen, tezamen met zijn hele hofhouding. |
512 |
Dus Amadicia had geen leger meer, en geen edelen om een ander leger bijeen te krijgen of aan te voeren. |
513 |
Niemand schijnt te weten waar ze naartoe zijn gegaan. Anders gezegd, iedere tong geeft een andere richting aan. |
514 |
Perijn kon zich een tijd herinneren waarin hij even weinig zorgen had als die havik. Vergeleken met nu tenminste. |
515 |
De kleine man wilde alles weten, maar er waren een paar geheimen die niemand ooit te weten zou komen. |
516 |
Paarden stampten ongeduldig, de rode mantels en de lange rode banieren aan de speren wapperden in de koude wind. |
517 |
En de top van de heuvel was omsingeld door mannen uit Tweewater, die hun voetbogen in de hand hadden. |
518 |
De man schudde zo heftig met zijn hoofd dat de grote witte pluimen op zijn glinsterende helm trilden. |
519 |
Haar merrie met de slanke benen stond te rillen. Op haar flanken bevroren de vlokken van een woeste galop. |
520 |
Tot op heden is nog niemand anders van de groep teruggekeerd; wellicht hebben de Aiel gevangenen gemaakt. |
521 |
We waren ongeveer tien span ten zuidoosten van hier, dus zouden ze tegen de avond met nieuws terug moeten zijn. |
522 |
Nooit dichtbij genoeg om je er zorgen over te maken of uit te zoeken of het om meer ging dan geruchten. |
523 |
Annoura wisselde haar medelijdende blikken af met onderzoekende blikken vanuit haar ooghoeken naar de Wijzen. |
524 |
Gradi en Neald hadden hun hoofd naar hem gewend en wierpen snelle, grimmige blikken in zijn richting. |
525 |
Een voor een vervaagden de beelden die zijn geest in woorden veranderde, tot er slechts een bleef hangen. |
526 |
Neem je manschappen nú mee naar je kamp en zorg ervoor dat je klaarstaat om op mijn bevel uit te rijden. |
527 |
Ze trokken zich niet terug en drongen ook niet op zoals hij verwacht had. Daar was hij dankbaar voor. |
528 |
Hij had Arganda afgebluft, maar er was geen reden om aan te nemen dat de man van gedachten was veranderd. |
529 |
Gradi was vroeger boer geweest, nooit jager of woudloper. Neald vond elke plaats zonder stenen muur een dorp. |
530 |
Haar groene ogen zagen het mes in zijn hand en ze plantte met ratelende armbanden de vuisten in haar zij. |
531 |
Ga naar je tent. Als je je gedachten niet kunt beheersen, bedrink je dan tot je niet meer kunt denken. |
532 |
Toch besloot hij zijn mannen op wacht te laten staan. Arganda kon proberen hem zand in de ogen te strooien. |
533 |
Zijn grote tent – die van hem en Faile – was al neergehaald en samen met alle meubels op een wagen gebonden. |
534 |
Samen stonden ze op de rotsrichel terwijl de schemering viel, en in het besneeuwde woud voor hen bewoog niets. |
535 |
Waarna ze in een kuil kon vallen en haar nek breken. Maar nu had ze dringender zorgen dan haar echtgenoot. |
536 |
Een ervan hield haar ellebogen strak op de rug gebonden, terwijl de tweede als een riem om haar nek was gebonden. |
537 |
Ze hielden de streek waar ze doorheen trokken waakzaam in het oog en trokken als stille spoken verder. |
538 |
Het enige geluid was het zachte geknisper van de sneeuw onder hun zachte, tot de knie reikende laarzen. |
539 |
Perijn zou zeker naar haar op zoek gaan, maar de gedachte aan redding kwam niet eens in haar overwegingen voor. |
540 |
Rolan was net zo breed als Perijn en bijna een hoofd groter en hij trok haar gewoon aan een handvol haren omhoog. |
541 |
Al struikelend bewoog ze alle voetspieren als ze haar voet naar voren zette en voortdurend bewoog ze haar vingers. |
542 |
Als dat gevoel verdween, zou haar nog maar weinig tijd resten. Span de spieren en stap, span de spieren en stap. |
543 |
Ze moest met haar trillende benen in beweging blijven en ervoor zorgen dat haar handen en voeten niet bevroren. |
544 |
Half verdoofd, misschien wel meer dan half, had ze niet gemerkt dat hij en de anderen waren blijven staan. |
545 |
Niemand anders droeg een riem om de hals, maar bij de meesten waren de armen op de rug vastgebonden. |
546 |
Het donkere haar op Alliandres rug werd door de wind rondgeblazen en uitputting tekende haar gezicht. |
547 |
Ze snakte naar adem, haar roodgouden haar zat in de war en haar blauwe ogen staarden nietsziend voor zich uit. |
548 |
Niettemin lukte het haar op eigen kracht te blijven staan toen een broodmagere Speervrouwe haar voet optilde. |
549 |
Haar donkere gezicht stond woest door hun gepor in haar voeten en misschien vanwege hun snelle handtaai. |
550 |
Maighdin zette zelfs haar tanden in de hand van een onoplettende Aiel en hield die als een jachthond vast. |
551 |
Alliandre werd schreeuwend en trappend plat op de grond geduwd. Faile wilde nogmaals een bevel roepen. |
552 |
Nee, wat doorstaan kon worden, moest worden doorstaan. Ze was van plan te ontsnappen, niet om iets zinloos te doen. |
553 |
De afranseling ging door tot beiden zwijgend schopten en huilden en toen nog wat langer om het ze af te leren. |
554 |
Misschien was de verloren tijd amper de moeite waard, maar het kon het verschil betekenen tussen leven en dood. |
555 |
Opeens huilde een enorme windvlaag door het vertrek, waardoor het vuur als een kaars werd uitgeblazen. |
556 |
Alleen dat ze haar prachtige wolf tot echte boosheid had gedreven, tot het punt dat er met dingen werd gesmeten. |
557 |
Ze wist echter ook dat ze moest vluchten, dat ze in beweging moest blijven, omdat ze anders zou sterven. |
558 |
Het monsterachtige houtvuur reikte tot hoog boven haar. Een hoge stapel dikke blokken vormde een laaiend vuur. |
559 |
De hitte van de vlammen nam toe tot ze zich er van terugtrok, maar de bittere kou bleef in haar vastzitten. |
560 |
Ze begon te krijsen vanwege de brandplekken en de vlijmende pijn, maar van binnen bleef ze een en al ijs. |
561 |
Haar tanden klapperden tegen de kom terwijl ze gretig de stroperige dampende vloeistof naar binnen gulpte. |
562 |
Gedachten druppelden als schaduwen naar binnen, maar wanneer ze ze trachtte vast te houden, verdwenen ze. |
563 |
Ze dacht echter alleen aan de warmte, niet aan gepaste kleding, hoewel ze van beide zaken weinig bezat. |
564 |
Maighdin, Alliandre en de anderen, ineengedoken op hun knieën en rillend in een deken vol sneeuwvlokken. |
565 |
De honing was erg dik, een andere keer zou daarvan gewalgd hebben, maar nu werd haar honger er iets door gestild. |
566 |
Ze waren echter bang dat jullie dood zouden vriezen en ze konden jullie alleen maar in hun jassen wikkelen. |
567 |
Nou, niemand zou het gevaar van bevriezing hebben gelopen als Rolan en de anderen er niet waren geweest. |
568 |
Hij wist in elk geval dat hij naar een vrouw zat te kijken. Licht, ze bewoog zich even lomp als een blinde os. |
569 |
Ze nam een grote slok hete thee en dwong zich te bedenken hoe duizenden Shaido in haar voordeel konden werken. |
570 |
Zandkleurige haren stroomden overvloedig omlaag en werden uit haar gezicht gehouden door een brede donkere doek. |
571 |
Faile wist opeens hoe iemand in een draaikolk zich moest voelen, wanhopig grijpend naar een houvast. |
572 |
Iemand die elke uitdaging volkomen wilde neerslaan en reeds in een achteloze blik een uitdaging kon zien. |
573 |
U kunt een grote losprijs voor ons verkrijgen, groter dan u zich kunt voorstellen, en vrijspraak voor uw misdaden. |
574 |
Mijn leenvorstin en ik eisen een passend onderkomen tot alles geregeld kan worden, en zo ook voor haar dienstmeid. |
575 |
De armbanden, die tot haar ellebogen reikten, verschilden op dezelfde wijze van de armbanden van de twee Wijzen. |
576 |
De ijzige wind deed haar mantel rimpelen, maar ze leek het niet te merken, net als de sneeuw op haar hoofd. |
577 |
De wereld leek voorbij te vliegen toen ze half en half opveerde. Uren verstreken of haar hartslag vertraagde. |
578 |
Faile had het gevoel dat ze zelfs nog omkeek toen de vallende sneeuw al een gordijn tussen hen vormde. |
579 |
Slechts een ervan was een Aiel, een slanke rossige met een smal wit litteken van haargrens tot kaak. |
580 |
Terwijl ze op de kaas kauwde, knoopte ze de laatste laarsveter vast en stond op, waarbij ze haar kleren gladstreek. |
581 |
Ze wist niet hoeveel Shaido zich nu verplaatsten, maar het leek een heel grote stad, zo niet een gehele natie. |
582 |
Haastig nam ze de mensen die vlakbij liepen op om er zeker van te zijn dat niemand hen kon afluisteren. |
583 |
Ze hoorden haar bevelen op te volgen, maar ze liet haar woorden wegsterven voor ze ze had uitgesproken. |
584 |
Ze hield haar hoofd in de kap gebogen en zorgde ervoor de langere vrouw niet rechtstreeks aan te kijken. |
585 |
Ik zie vuur in jullie alledrie. Sommigen proberen nooit te ontsnappen, maar alleen de doden slagen erin. |
586 |
Natlanders zijn niet als de anderen in het wit. Jullie zullen niet vrij zijn aan het eind van een jaar en een dag. |
587 |
Haar dunne lippen krulden iets en als er al iets van gevoel merkbaar was, was dat er een van voldoening. |
588 |
Iedereen besteedde al zijn aandacht aan het lopen door de sneeuw. Ze zouden het misschien niet eens zien. |
589 |
Jullie en honderd anderen, dus zullen jullie weinig om handen hebben en doen wat echt van belang is. |
590 |
Faile opperde maar niet dat eigenlijk een van hen diende te ontsnappen, laat staan dat ze dat bevel gaf. |
591 |
Als Sevanna honderd bedienden heeft, kunnen we nooit zo dicht bij haar komen om nog iets op te vangen. |
592 |
Als we één woord weglaten van wat we hebben opgevangen, kun je er zeker van zijn dat ze dat te horen krijgt. |
593 |
Onze omstandigheden vormen een beproeving, om het maar zo te stellen, maar je dient eraan te denken wie ik ben. |
594 |
Ze konden zich zeker voorstellen waartoe Therava in staat was en hen doden was misschien niet eens het ergste. |
595 |
Opeens bemerkte ze dat, bijna verborgen in de sneeuw, een andere in het wit geklede vrouw hen in het oog hield. |
596 |
Het ging niet soepel en vlot, maar ze leek het lopen in de sneeuw meer gewend te zijn dan de andere drie. |
597 |
Nu lag er echter niets deemoedigs in haar ogen. Haar ronde gezicht stond hard en haar ogen keken scherp rond. |
598 |
Ze bleef voortdurend omkijken en wierp behoedzame blikken om zich heen om te zien wie er in de buurt was. |
599 |
Haar gelaatsuitdrukking gaf aan dat ze redenen had om hier te zijn die anderen nooit zouden doorgronden. |
600 |
Haar dienaren zijn allemaal edelen, rijke kooplui of mannen en vrouwen die weten hoe ze edelen moeten bedienen. |
601 |
De eerste keer dat je probeert te ontsnappen, geselen ze je voetzolen net zo lang tot je niet meer kunt lopen. |
602 |
In feite keek ze net zo vergenoegd als Therava eerder en eigenlijk op dezelfde manier, wat het nog erger maakte. |
603 |
Als zij wist dat jij in haar handen was gevallen... O, wees maar niet bang, ze zal het van mij niet horen. |
604 |
Ze was boos geweest op Alliandre omdat die haar naam had genoemd en daarmee de aandacht had getrokken. |
605 |
Nog erger. En ik meende nog wel me te verschuilen door niet de naam van mijn vader te noemen, dacht ze verbitterd. |
606 |
Ze zaten in drie vallen verstrikt en elk van die drie was dodelijk. Gered worden leek opeens heel aantrekkelijk. |
607 |
Ze haalde haar hand van haar eigen kraag en vocht zich al plannen makend een weg door de sneeuwstorm. |
608 |
Hij draafde met zijn neus in de wind over de besneeuwde vlakte en joeg op een geur, op die ene kostbare geur. |
609 |
Ze is hier niet en je zult hier sterven als je hier nog langer blijft. Zoek haar in de ontwaakte wereld. |
610 |
Hij was doodop en hij voelde zich leeg en hol, maar de honger was niets vergeleken met de leegte in zijn borst. |
611 |
Binnen was het halfdonker en er waren vele schaduwen, maar het zonlicht lichtte het heldere tentdoek op. |
612 |
Hij lag op een veren matras in een groot bed met massieve bedstijlen vol ingewikkeld verguld snijwerk. |
613 |
Onder haar reukwater rook Berelain naar verbazing dat hij wist dat ze hier was, maar haar stem klonk beheerst. |
614 |
Arganda heeft ook een grote groep ruiters klaarstaan en heeft verkenners weggestuurd. Tegen mijn raad in. |
615 |
Ik weet niet of hij gelooft dat een ander hetzelfde probeert, maar hij gelooft beslist niet dat onze Aiel dat doen. |
616 |
De kleren die hij gedragen had, lagen netjes opgevouwen op een weelderig versierde reiskist met goudbeslag. |
617 |
Haar blik op zijn rug voelde aan als liefkozende vingers, maar hij dwong zich om door te gaan alsof hij alleen was. |
618 |
Ze zou niet het genoegen smaken dat hij zich vanwege haar ogen ging haasten. Hij keek niet naar haar. |
619 |
Voorzichtig, om niet om te vallen. Stevige wollen sokken en dikke leren zolen zouden zijn voeten gauw warm maken. |
620 |
Toen hij haar aankeek, glimlachte ze vaagjes, maar in haar grote ogen lag een glinstering van woede. |
621 |
Faile bezat echt een haviksgeest. Ze zou zelfs kunnen denken dat her leuk was om zelf ook te verspieden. |
622 |
Nee, hij zou niet kwaad op haar worden, zeker nu niet. Licht, ze zou inderdaad denken dat het leuk was. |
623 |
Maar ze was wie ze was. Hij zou dankbaar moeten zijn dat ze zich netjes had gedragen tot hij zich had aangekleed. |
624 |
Haar geur... Het enige dat hem te binnen wilde schieten was een wolf die een hert zag in een braambos. |
625 |
Net op dat ogenblik zeilde Rosene met een wapperende blauwe mantel op een wolk van ijzige lucht de tent in. |
626 |
Er stonden twee mannen uit Tweewater op wacht, maar de tenten waren neer en hij kon gepakte pakpaarden ontwaren. |
627 |
Waarschijnlijk hoe ze Masema konden ombrengen zonder dat hij erachter kwam dat zij verantwoordelijk waren. |
628 |
Hij keek even naar Berelains tent, maar de gedachte om terug te gaan liet zijn nekharen overeind komen. |
629 |
Wat verderop stond nog een andere tent overeind, de kleinere gestreepte tent van Berelains twee dienaressen. |
630 |
Ze hadden gezelschap en dat was wellicht de reden waarom ze niet binnen om een vuurkorf zaten gebogen. |
631 |
Ze waren heel gewoon gekleed en zo nietszeggend dat ze bij een botsing op straat niet eens zouden opvallen. |
632 |
Hij probeerde de geur te negeren, maar zijn maag rommelde toch. De gesprekken stopten toen hij dichterbij kwam. |
633 |
Het was moeilijk om zijn stem normaal te laten klinken met al die opgetrokken wenkbrauwen en meesmuilende lachjes. |
634 |
Rosene zei dat haar meesteres had gezegd dat het niet meer dan twee span ver was. Of misschien drie. |
635 |
Misschien waren het echt leeghoofden. Vermoeid sjouwde hij om de heuvel heen en bedacht wat hij moest doen. |
636 |
De Cairhienin zaten op de geladen wagens en sommigen hadden de teugels om hun pols terwijl anderen erbovenop zaten. |
637 |
Perijn zocht in de vallende sneeuw naar Danel en vond hem tussen de paarden bij een van de kampvuren. |
638 |
De hoed ging meteen weer op tegen de sneeuw. Hij was een stadsmens en hij leed behoorlijk onder de kou. |
639 |
Kenne kwam strompelend door de sneeuw terug en trok Stapper en zijn eigen magere ruin achter zich aan. |
640 |
Ondanks de vallende sneeuw had ze haar mantel aan een kant teruggeslagen, zodat ze gemakkelijk bij haar zwaard kon. |
641 |
Dat kleine vrouwtje had de rest van deze dwazen volkomen onder de duim, wat haarzelf niet minder dwaas maakte. |
642 |
Een grom van Selande was naast hun boze blikken het enige antwoord dat hij kreeg, waarna ze wegstampten. |
643 |
Als hij niet uitkeek, viel hij er zelf nog af. Het was tijd om de rit te gaan maken die hij niet wilde rijden. |
644 |
Wagenmenners stonden rechtop en tuurden naar voren of sprongen op de grond en hurkten naast de wagen. |
645 |
Een ervan voerde een groot wit paard mee. Achter hen reden drie mannen gehuld in een mantel met kap. |
646 |
Een hand greep Perijns hart, tot hij besefte dat het pak lang niet groot genoeg was voor een lichaam. |
647 |
De raven zouden bij de lichamen gewreest zijn, vossen, misschien dassen en het Licht mocht weten wat nog meer. |
648 |
Misschien dachten ze dat ze hem zouden ontzien door niet mee terug te brengen wat ze gevonden hadden. |
649 |
Hij voelde zich verdoofd rondom de pijn van het vasthouden aan die ene gedachte. Ze moest in leven zijn. |
650 |
De Speervrouwen droegen grove sneeuwlopers gemaakt van wijnranken en veerkrachtige pijnboomtakken met naalden. |
651 |
Dat was de reden waarom ze zo vreemd liepen. Jondien moest hun hebben geleerd hoe ze die moesten maken. |
652 |
Hij probeerde zijn aandacht erbij te houden en dacht dat het gebons van zijn hart zijn ribben zou verbrijzelen. |
653 |
Het was even duidelijk als Winters krulsnor dat ze er niet zeker van waren of dat wel goed nieuws was. |
654 |
Het was verkeerd om natlanders te nemen, maar ik kan niet geloven dat ze de gewoonten zo erg hebben geschonden. |
655 |
Ik weet zeker dat ze zelfs niet gestraft zullen worden als ze nederig kunnen blijven tot ze hersteld zijn. |
656 |
Elke stam noemde ze op, behalve de Shaido, en ze liet de pijlen vallen tot bijna de helft om haar heen lag. |
657 |
Ze hield de opengesneden rok open, pakte de overgebleven pijlen met beide handen vast en liet ze toen vallen. |
658 |
Ze bevinden zich een aantal dagen ten zuiden van ons. Misschien meer dagen dan ik denk, in deze sneeuw. |
659 |
Enorme monsters met geribbelde vleugels en mensen die ze berijden. En twee keer zagen we sporen die er zo uitzagen. |
660 |
Het had hem verrast dat katten elders slechts vijf tenen hadden. Hij kon echter wel raden wat het was. |
661 |
Maar zijn hoofd voelde warrig elke keer dat hij stukjes wilde grijpen die niet in elkaar wilden passen. |
662 |
De vreemdelingen verschenen in een warrige lijn tussen de bomen, alsof ze wilden benadrukken met hoeveel ze waren. |
663 |
Het waren er misschien honderd, met twee man in de voorhoede, en hun langzame nadering kwam dreigend over. |
664 |
Hij haalde diep adem en zoog de koude lucht in zijn longen. Faile was belangrijker dan al het andere. |
665 |
Zelfs nu de zon haar hoogste stand had bereikt, gaf ze ondanks een prachtige wolkeloze hemel geen warmte. |
666 |
Dragers en wagenmenners trokken hun mantels berustend goed dicht, terwijl ze zich een weg door de menigte baanden. |
667 |
In deze drukte konden zelfs de enkelingen te paard nauwelijks sneller vooruitkomen dan iemand te voet. |
668 |
Ik zal hun lof verdienen. Vandaag deden de overvolle straten echter eenzaam aan tussen het verspreide gejuich. |
669 |
De lange, breedgeschouderde jongeman had lichtblauwe ogen en korenblond krullend haar tot op de schouders. |
670 |
Terwijl de groep zich een weg baande door de menigte, trokken de anderen rond Elayne ook veel aandacht. |
671 |
Ze hadden allemaal met beide handen deze kans aangegrepen om in de koninginnegarde ingelijfd te worden. |
672 |
De zusters werden zo goed als maar enigszins mogelijk was in het oog gehouden, al wist Sareitha daar niets van. |
673 |
Haar ogen bleven even rusten op een vrouw met zwarte haren, die een blauwe mantel met teruggeslagen kap droeg. |
674 |
De vrouw keek amper op voor ze een kaarsenwinkel binnenstapte. Over haar schouder hing een volle linnen zak. |
675 |
Een goed gerichte steen en je bent een bewusteloos lichaam dat in de verwarring gemakkelijk weggedragen kan worden. |
676 |
Tenslotte was het ontvoeren van mensen die aanspraken op de troon maakten bijna een Andoraanse gewoonte. |
677 |
Er werden tegenwoordig nieuwe ambachten in de stad uitgeoefend. Vanochtend had ze al drie klokkenwinkels ontdekt. |
678 |
Over het algemeen vertoonden ze trouwens minder littekens. Huurlingen vielen op als krenten in een koek. |
679 |
Als ze niet wilde dat vreemden in de garde de overhand kregen, moest ze voldoende mannen zien te vinden. |
680 |
Het was een behoorlijk brede straat, al was hij even bochtig als een rivier, en hij liep heuvel op, heuvel af. |
681 |
Gelukkig kwam er een paard met het zadel onder het bloed terug, anders hadden we enige weken niets geweten. |
682 |
Winkeliers die handel probeerden aan te trekken, maakten genoeg herrie om de woorden onverstaanbaar te maken. |
683 |
Ze wist niet zeker hoeveel boosheid van haar was en hoeveel van Birgitte, maar het paste bij dit alles. |
684 |
De Bruine zuster trok vragend een wenkbrauw hoog op en ze probeerde haar tanden niet op elkaar te klemmen. |
685 |
Haar dienstmeid, een onaanzienlijke vrouw met haar armen vol pakjes, deed haar meesteres onhandig na. |
686 |
Doet ze dat niet, dan wordt haar keel in een afgelegen stille kerker opengesneden en wordt haar lijk begraven. |
687 |
Dus moeten we in de komende weken hopen op een bericht dat de landgoederen van Arawn in vuur en vlam staan. |
688 |
Bij de buitenmuur stegen nog dertig gardisten op, klaar om in paren een rondgang door de Binnenstad te maken. |
689 |
Hij was donker van uiterlijk en in zijn krullerige haren en baard was hier en daar wat grijs te zien. |
690 |
Maar sommige gardisten bij de muur bleven staan, met een voet in de stijgbeugel, en keken naar de nieuwelingen. |
691 |
De term stamde uit de tijd dat zwaardhanden niet altijd werd gevraagd of ze wel gebonden wilden worden. |
692 |
Ze besteedde geen aandacht meer aan het tweetal toen ze Vuurhart wegleidden en keek niet om, al wilde ze dat wel. |
693 |
De raamloze toegangshal achter de zuilen leek schemerig, ook al waren enkele staande spiegellampen aangestoken. |
694 |
De verzameling hier was niet echt klein, al was die niets in vergelijking met een echt grote librije. |
695 |
Hij droeg zijn zwaardhandmantel zorgvuldig opgevouwen over de arm. Zwaardhanden lieten die zelden uit het oog. |
696 |
Er waren niet genoeg vloerkleden om gangen en hallen net als de vertrekken van tapijten te voorzien. |
697 |
Die zouden trouwens binnen de kortste keren door het voortdurende geloop van schoonmakende dienaren verslijten. |
698 |
Het zou niet de eerste stomme gedachte in jouw hoofdje zijn. Voor iemand die meestal zo helder en goed nadenkt. |
699 |
Ze keek graag naar mooie mannen, al had ze een voorkeur voor mensen die zware klappen leken te hebben opgelopen. |
700 |
Het was een gok geweest maar hij was te jong om een verspieder te zijn en te zenuwachtig om iets verbodens te doen. |
701 |
Een vrouw en een man die allebei in dienst zijn genomen in de laatste maanden van uw moeders regering. |
702 |
Mijn vrouwe heeft geen raad van mij nodig om hun te zeggen dat het voor iedereen moeilijke tijden zijn. |
703 |
Hij leek door de gebeurtenissen van die dagen heel beledigd, al was dat op een wat bezadigde manier. |
704 |
Er sliepen zelfs twee of drie mensen in een bed en het paleis had kelders voor de opslag maar geen kerkers. |
705 |
Ze begreep echter niet waarom Elayne onderdak aanbood aan bijna honderdvijftig kooplieden en ambachtslieden. |
706 |
Ze werden afgezonderd en mochten met niemand spreken behalve met de vrouw die hen door de zalen begeleidde. |
707 |
Regeren betekende eindeloze weken van verveling en de uren waarin je kon doen wat je zelf wilde, waren zeldzaam. |
708 |
Nou, haar eigen ontspanning vandaag was de tijd die ze kreeg om zich om te kleden en haastig iets te eten. |
709 |
Die regels lagen verankerd in de wet van de Toren en hoe lang geleden dat gebeurd was, deed er niet toe. |
710 |
Een teruggekomen wegloper zou voortaan voor altijd weten dat ze nooit maar dan ook nooit meer weg wilde lopen. |
711 |
Ze moesten vrij veel uitgedokterd hebben, anders zou Vandene hen met een draai om beide oren hebben weggestuurd. |
712 |
Al hadden ze het graag anders gehad, de moordenares was een van de drie vrouwen die ze allemaal graag mochten. |
713 |
Of meerdere. Ze hadden uit alle macht geprobeerd dat feit geheim te houden totdat de moordenares was gevonden. |
714 |
Ergens had ze een lange sjaal met gele franje opgedoken waarop bladeren en fleurige bloemen waren geborduurd. |
715 |
Omdat haar dikke donkere vlecht over haar schouder en tussen haar borsten hing, was het net niet te gewaagd. |
716 |
Elayne schrok toen ze Lan wat verderop zag, die om hen heen draaide en beide gangen scherp in het oog hield. |
717 |
Hij was even lang als een Aiel in zijn donkergroene mantel en had schouders die een smid leken toe te behoren. |
718 |
Als je die twee hun gang laat gaan, zullen ze binnen de kortste keren proberen uit te zoeken wie de moordenares is. |
719 |
Elayne geloofde er geen klap van. Ze hadden al een heel leven lang geleerd hoe ze hun gevoelens moesten beheersen. |
720 |
Ze zei maar niet dat wanneer Nynaeve iemand koppig noemde, ze op een haan leek die een fazant trots noemt. |
721 |
Het is net of ze op de drempel van geleiden staat en een voet al opgetild heeft om eroverheen te stappen. |
722 |
Er glinsterden onverwachte tranen in haar ogen toen ze zich met een ruk omdraaide om hem aan te kijken. |
723 |
Misschien was hun huwelijksbed toch niet zo koud als ze had gedacht. Bij die gedachte voelde ze zich rood worden. |
724 |
Elayne vermoedde dat de gewrichten van de oude vrouw pijn deden, maar ze had een aangeboden Heling afgewezen. |
725 |
Twee dagen nadat vrouwe Harfor zich in de paleiselijke tabberd had gestoken, had hij dat ook gedaan. |
726 |
Misschien was dat de reden waarom zijn woorden nooit van toon veranderden. Ze verhief haar eigen stem. |
727 |
Dat deed hij altijd. Ze maakte het zich gemakkelijk, sloeg de benen over elkaar en schikte haar rok goed. |
728 |
Toch zal er voldoende zijn om uw verlangens ten aanzien van de koninginnegarde te vervullen, mijn vrouwe. |
729 |
Ze verweet hem echter niets. Hij was een behoedzame man en die goede eigenschap was voor zijn taak belangrijk. |
730 |
Fronsend wreef ze met haar duim over de ring. Elaida had die ring al langer gedragen dan zij leefde. |
731 |
De vrouw was hooghartig, had vreemde denkbeelden en een bord voor haar kop, maar ze was niet stom. Verre van dat. |
732 |
Morland was niet ver weg en niet onbelangrijk, maar ditmaal aarzelde hij en kneep de lippen op elkaar. |
733 |
Hij heeft ze in het geheim in dienst om daar te blijven en druk uit te oefenen als de andere legers zijn verdwenen. |
734 |
Als je ze niet in de gaten hield, hadden schrijvers de macht om zelfs een koningin op haar knieën te dwingen. |
735 |
Wat verloren stond in een hoekje van het blad haar gebruikelijke middagmaal van brood en een heldere soep. |
736 |
De ochtend was zeer vermoeiend geweest, maar thee zou haar kracht geven. Dyelin schoot recht overeind. |
737 |
Soms gedroeg Rhand zich net of hij de koning van de wereld was, maar zelfs hij zou toch niet... zeker niet. |
738 |
Birgittes ergernis, wat minder opgewonden dan eerst, bevond zich nog steeds in een hoekje van haar geest. |
739 |
Er werd geklopt en weifelend stak een bediende zijn hoofd om de deur. Elayne voelde een scheut van opluchting. |
740 |
Dat had ook best gekund, als haar vingers rond het heft maar niet als houtblokken hadden aangevoeld. |
741 |
Het drietal probeerde de stoel te ontwijken, maar een was te traag en de stoel klapte tegen zijn benen. |
742 |
Zijn eigen lange dolk flitste en Dyelin struikelde met een gil achteruit, terwijl een hand haar maag greep. |
743 |
Hij danste lichtvoetig naar voren en stak opnieuw toe. Zij gilde en viel als een lappenpop op de vloer. |
744 |
Zijn grote blauwe ogen namen haar behoedzaam op, terwijl hij langzaam naar voren stapte. Natuurlijk. |
745 |
Wankelend viel Elayne op haar knieën en ze kon nog net de tafelrand grijpen om een verdere val te voorkomen. |
746 |
Haar dwalende gedachten leken van lood. Die tapijten zouden met al dat bloed nooit meer schoon te krijgen zijn. |
747 |
Daar lag een andere moordenaar. Zijn hoofd stond in een vreemde hoek en zat nog maar half aan zijn nek vast. |
748 |
Dat idee had ze ooit heel vreemd gevonden. Opeens schoot haar iets te binnen en kwam ze moeizaam overeind. |
749 |
Ze zal echter tijd nodig hebben om haar krachten weer terug te krijgen. Ze heeft veel bloed verloren. |
750 |
Ze wist niet welke kruiden Nynaeve haar gegeven had, maar ze voelde zich niet zwakker dan na de dolkwortel. |
751 |
Ze meende best te kunnen lopen, zolang ze maar niet lang hoefde te staan en ver te lopen. En haar hoofd was helder. |
752 |
De kleine vlammen maakten het vertrek ineens veel lichter, waardoor Birgitte even een hand voor haar ogen hield. |
753 |
En het feit dat ze nu als een van de weinigen wist wie Birgitte eigenlijk was, had niet erg geholpen. |
754 |
Birgittes gezicht veranderde niet, maar een heel klein vonkje van voldoening flitste door hun binding. |
755 |
De meeste mensen denken dat wij voor de pracht en praal zijn, maar we zullen jouw eigen Speervrouwen zijn. |
756 |
Die bloedvrouwen weten hoe ze bevelen moeten geven, maar ik weet niet zeker of die kerels de bloedorders kennen. |
757 |
Ze zou Birgitte scherp in de gaten moeten houden om er zeker van te zijn dat het er geen vijftig zouden worden. |
758 |
Zijn vaandel zal weer een stuk hoger wapperen. Tenzij je vindt dat we dit alles geheim moeten houden. |
759 |
Natuurlijk, als jij er niet iets in gedaan hebt, als jij niet van plan was om mij om te praten dat op te drinken. |
760 |
Tot ze besefte wat ze deed en waarom ze dat deed. De herinnering aan de dolkwortel in haar thee was nog heel vers. |
761 |
Ze tilde de beker op voor nog een slok, maar hij leek erg zwaar. Uitdagend dronk ze de wijn in één teug op. |
762 |
De troon was gemaakt voor een vrouw, maar nog steeds heel groot op zijn zware poten als Ieeuwenklauwen. |
763 |
Een hand rustte licht op de leeuwenkop van de armleuning en ze wierp een koninklijke blik door de zaal. |
764 |
De fraai bewerkte staande lampen die in rijen langs de muren stonden, leken te trillen tegen de hoge pilaren. |
765 |
Elayne beeldde zich een grote passpiegel in en die verscheen vlak voor haar, waarin haar beeld werd weerspiegeld. |
766 |
Ze lier de edelstenen in het haar verdwijnen en knikte. Dir was passend voor de erfdochter en niet al te pronkerig. |
767 |
Haar bescheiden groenzijden gewaad veranderde in de strakke op het lichaam klevende kledij van Tarabon. |
768 |
Als jij tegen ramen praat, zou je echt in slaap moeten zijn in plaats van hier. Ik ben half en half van plan jou. |
769 |
Licht, ik ken niet eens de helft van de gebruiken en regels die Vandene en anderen als gewoon beschouwen. |
770 |
Het lukte haar gewoon niet zo goed om zich te concentreren. De rode stip op haar voorhoofd verdween echter nooit. |
771 |
De mouwen van haar gewaad liepen wijd uit en de lage halslijn was afgewerkt met geborduurde bloemen en pareltjes. |
772 |
En zeg me niet dat ik niet over leeftijd hoor te praten. Dat is een belachelijke gebruik en dat weet je. |
773 |
Ik ben zeer zeker van plan hen deel te laten uitmaken van de Toren en wil voorkomen dat ze hun eigen weg inslaan. |
774 |
Ik neem aan dat als de behandeling door die vrouw goed is, dat de hoofdpijn inmiddels verdwenen moet zijn. |
775 |
De gang was weer stil en verlaten. Ze zag slechts lampen, kisten en wandkleden die flikkerden en bewogen. |
776 |
Ze wilde niet opnieuw half slapend worden afgeluisterd, ik denk dat die vorsten in Breemwoud zitten. |
777 |
Asne wist dat als ze opstond, Chesmal haar heel gauw zou overladen met verhalen over hoe belangrijk ze was. |
778 |
De twee bedienden wisten dat ze niet gestoord mochten worden en trouwens, de vrouw en haar man waren diep in slaap. |
779 |
Hoe besmeurd en beschadigd de wereld deze dagen ook leek, alles zou goed komen, op wat voor manier dan ook. |
780 |
De kleine voormalige Witte zuster met het vossengezicht droeg een mantel met geborduurde leeuwen op de schouders. |
781 |
Omdat de mantel openhing, was haar roomkleurige zijden nachtpon zichtbaar, die onfatsoenlijk aan haar huid plakte. |
782 |
Hij heeft het me niet rechtstreeks gezegd, maar ik denk dat Moghedien opspringt als hij met zijn vingers knipt. |
783 |
Er was een grote kans dat beide vrouwen hierna moesten sterven. Shiaine hield niet van losse eindjes. |
784 |
Hanlon was zwierig gekleed in een donkere mantel en stak een hand uit om die op Falions bil te leggen. |
785 |
Hanlon was een deel van haar straf. Shiaine had echter geen zin om te zien hoe hij de vrouw ging opwarmen. |
786 |
Hij wilde kokhalzen, zich vooroverbuigen en braken. Het kostte hem moeite om zich overeind te houden. |
787 |
Hoog in de muur lieten spleten tussen de luiken van een paar kleine vensters wat licht naar binnen vallen. |
788 |
Haastig gehaarde hij Min om hem te volgen van de open plek in het bos aan de andere kant van de poort. |
789 |
Hij was nog wat draaierig, maar hij had niet meer het gevoel alsof hij moest braken of moest omvallen. |
790 |
Je weet dat dit niet werkt, tenzij ik herkend word. En met dat gezicht van jou lukt het al helemaal niet. |
791 |
Kennelijk was de opslagkamer niet helemaal vergeten; de scharnieren van de zware deuren piepten nauwelijks. |
792 |
Ze wierp een snelle blik naar links en rechts, haastte zich naar buiten en gebaarde hem haar te volgen. |
793 |
Ik wist dat er iets aan mijn aandacht ontsnapt was, maar ik kon me niet meer voor de geest halen wat dat was. |
794 |
Rhand zuchtte. Dit was te belangrijk voor haar spelletjes, maar als hij het toeliet, zou ze dat blijven doen. |
795 |
Maar zo zag zij het niet. Soms verschilde haar idee van wat belangrijk was aanzienlijk van het zijne. |
796 |
Ze trok een wenkbrauw op vanwege haar kleding, of misschien vanwege het zolderstof, maar ze zei er niets van. |
797 |
En hier kennelijk ook nog nooit geweest. In zijn hoofd tolden kleuren, bijna een beeld dat hij kon zien. |
798 |
Ze dacht zeker dat hij dronken was. Min keek nadenkend en tikte met een vinger tegen haar kin, heel even maar. |
799 |
Blijkbaar hadden Min en hij geluk gehad toen de gang leeg was op het moment dat ze de opslagkamer verlieten. |
800 |
In plaats daarvan was zelfs zijn oorspronkelijke hoop op een stuk of tien zusters wel heel optimistisch geweest. |
801 |
Geen enkele windvindster had het haar verteld en Nynaeve was er niet de vrouw naar om ernaar te vragen. |
802 |
Het Zeevolk leek amper iets van haar te willen aannemen, tenzij ze het tien keer zei en twintig keer voordeed. |
803 |
Ze haatten elkaar met een hartstocht die alleen maar uit bloedverwantschap kon ontstaan. Misschien was dat het. |
804 |
Als ze een keertje onhandig deed, had Renaile er buitengewoon veel plezier in om haar te laten zweten. |
805 |
Maar voor de stromen goed en wel verdwenen waren, schoten er zes nieuwe op Nynaeve af, sneller dan eerst. |
806 |
Ze was op dit moment zeker niet op haar best. ik ben bang dat dit alle tijd is die ik vandaag heb, dus. |
807 |
Twee dagen geleden had ze haar mening vrijelijk geuit en de gevolgen daarvan wilde ze niet nog eens ondervinden. |
808 |
Ze had geprobeerd het te zien als een boetedoening voor het spreken zonder nadenken, maar dat hielp niet veel. |
809 |
Talaans weving begon zich om haar heen te krullen en snel spon ze haar eigen weving om dat van Talaan op te vangen. |
810 |
Opnieuw verdween saidar en drukten stromen Lucht haar armen tegen haar zij en snoerden haar knieën vast. |
811 |
Haar zijden broek ritselde zacht boven haar blote voeten en de ingewikkeld geknoopte sjerp zwaaide tegen haar dij. |
812 |
Ze weigerde om rond te schuifelen als een gebroken speelpop, en dat was behalve stilstaan alles wat ze kon. |
813 |
Als aanmoediging... leerling, bereid je voor om haar ondersteboven te draaien als ik tot vijf heb geteld. |
814 |
Kurin stond wijdbeens, met haar handen op de heupen, alsof ze zich op het dek van een schip in evenwicht hield. |
815 |
Het was veel te precies in te veel dingen, ik weet zeker dat Merilille u iets over afschermen heeft verteld. |
816 |
Ze hijgde alsof ze tien span had gehold en staarde in het niets. Het zweet rolde over haar gezicht en rug. |
817 |
Ze dacht niet dat ze dat echt wilde weten. Tot ze de kamer had verlaten, was ze nog steeds de lerares. |
818 |
Het was geen diepe buiging, maar dat was alles wat ze vandaag zouden krijgen. Wacht, twee buigingen. |
819 |
Met opgeheven hoofd en rechte rug verliet Nynaeve de kamer met alle waardigheid die ze nog kon opbrengen. |
820 |
Ze draaide zich om en veegde tevreden haar handen af. En schrok op toen ze zag wie haar in de gang opwachtte. |
821 |
Ze was wat langer dan Nynaeve, met fijne rimpeltjes in haar ooghoeken en witte strepen in haar goudgele haar. |
822 |
Met inbegrip van een paar waarover ze het allemaal eens waren dat die te gemeen waren om iemand aan te doen. |
823 |
Behalve... Ze was er redelijk zeker van dat de ander haar ondanks al haar verzet gemakkelijk kon overweldigen. |
824 |
Talaan had gelijk; iemand die zo sterk was als zij zou nimmer toestemming krijgen om naar de Toren te gaan. |
825 |
Onder elkaar zijn we heel aanhankelijk hoor, maar in het openbaar moet ze alles vermijden waaruit voorkeur blijkt. |
826 |
Nynaeve probeerde weer aan het woord te komen, maar de woorden bleven als een vloedgolf uit Talaan stromen. |
827 |
En veerde weer met grote ogen op toen een dienaar zich voorbij haastte, wat haar weer terugbracht bij haar doel. |
828 |
Het voelde heerlijk om op zijn kracht te steunen, al was het maar even, terwijl hij haar haren zacht streelde. |
829 |
Hoe hij soms haar gedachten kon lezen terwijl een ander zijn binding hield, was haar niet duidelijk. |
830 |
Ze weerstond het idee om zichzelf te vermommen, even maar, om hem te laten zien dat zij dat ook kon. |
831 |
Ongelovig. Zelfs toen ze haar stola opzettelijk verschoof, zodat de gele franje heen en weer zwaaide. |
832 |
Roddel en achterklap, daarover gingen negen van de tien mannenpraatjes. Vermoeid liet ze saidar los. |
833 |
Misschien was die poging om hem te doden genoeg geweest om hem weer bij zijn verstand te laten komen. |
834 |
Kijk naar jezelf. Ondanks je dappere praat heeft iemand je bijna gedood en je sluipt rond als een stalknecht. |
835 |
Ze moest nadenken. Niet over haar beslissing, die had ze al genomen, maar over hoe ze die moest invullen. |
836 |
Lan beslist niet. Nou ja, mannen wilden het altijd op hun manier doen en dat kon gewoon niet altijd. |
837 |
Op dit moment was Birgitte druk bezig om vrouwen te ondervragen om er twintig voor de lijfwacht te kiezen. |
838 |
Ze nam buiten haar plichten zelden tijd voor zichzelf. Elayne hoopte dat ze het bij die twintig zou houden. |
839 |
Kennelijk wist iedere zuster met een zwaardhand dat je de binding kon versluieren, zelfs ongebondenen. |
840 |
De man van wie ze elke nacht droomde, was aan de andere kant van die deur, en ze stond hier als een onnozel wicht. |
841 |
Ze had zo lang gewacht en zo veel gewild, en nu was ze bijna bang. Ze wilde dit niet uit de hand laten lopen. |
842 |
Even waren ze, ondanks hun grote onderlinge verschillen, bijna een spiegelbeeld geweest van vrouwelijke afkeer. |
843 |
In haar droom had hij soms iets jongensachtigs gehad, maar dat was verdwenen alsof het weggebrand was. |
844 |
Onder de gevlochten leren band om zijn hoofd waren zijn ogen ijsblauw. iedereen in zijn buurt is in groot gevaar. |
845 |
Hij klonk alsof hij spijt had, maar niet zoveel; hij had het net zo goed over het koude weer kunnen hebben. |
846 |
Hij had de schaamteloosheid om haar vragend aan te kijken, alsof hij haar niet begreep. En hij praatte gewoon door. |
847 |
Nynaeves grote onschuldige ogen hadden haar schuld niet duidelijker kunnen maken dan een heraut onder het venster. |
848 |
Rhand bestudeerde het drietal alsof hij nog nooit eerder een vrouw gezien had en hij zich afvroeg wat ze waren. |
849 |
Ze sloot de deur zacht en sneed daarmee hun blikken af, maar ze had de deur wel dicht willen gooien. |
850 |
Hij liep naar de tafel en leunde ertegenaan. De lucht om hem heen begon weer te rimpelen en hij werd weer zichzelf. |
851 |
De zoete kruidenwijn was overgebleven toen haar ochtendmaal was weggehaald. Hij moest nu ijskoud zijn. |
852 |
Dat deed Min ook, maar met een grijns die zei dat je dit soort dingen van tijd tot tijd moest verwachten. |
853 |
Elayne voelde een klein steekje, maar niet echt van afgunst; op hen kon ze onmogelijk afgunstig zijn. |
854 |
Ze boog zich iets voorover en probeerde hem zuiver door wilskracht haar woorden te laten aanvaarden. |
855 |
Zusters binden zich niet aan dezelfde man vanwege een gewoonte, Rhand, maar omdat ze hem niet willen delen. |
856 |
Maar er was geen tijd te verliezen. Zelfs nu nog zag ze hem er best voor aan te besluiten dat de prijs te hoog was. |
857 |
Het was altijd een genoegen om met haar eerstezuster op een diepere manier gevoelens van geest en lichaam te delen. |
858 |
Zodra de wevingen op hun plaats zaten, gaf ze de hoofddraad van de cirkel van twee over aan Aviendha. |
859 |
Rhand keek hen met een behoedzame blik in zijn ogen na, alsof hij wist dat hun vertrek afgesproken was. |
860 |
En die glinsterende gouden aderen. Vlinders ter grootte van wolfshonden bonsden dreunend met hun vleugels. |
861 |
Deni haalde haar schouders op. Caseilles gezicht betrok, maar ze haalde haar hand van de grendel weg. |
862 |
Min wilde graag geloven dat de forse figuur van de ander ook best uit vet kon bestaan, maar dat deed ze niet. |
863 |
Ze kon ook geen beelden om hen heen zien, maar geen van beiden leken erg bang om te doen wat zij nodig vonden. |
864 |
Aiel waren volgens iedereen gewend dat vrouwen een man deelden. Dat was heel wat meer dan zijzelf kon opbrengen. |
865 |
Ineens besefte ze dat die bundeling van gevoelens en indrukken niet meer hetzelfde was. Er was een soort van. |
866 |
Haar groene ogen staarden recht vooruit, ze had haar kaken op elkaar geklemd en zweet parelde op haar voorhoofd. |
867 |
En mensen hielden er vaak niet van om iets over hun toekomst te horen, zelfs al zeiden ze dat ze dat wel wilden. |
868 |
Lichtschijnsels dansten om haar heen en er flikkerden talloze beelden, meer dan Min ooit bij iemand had gezien. |
869 |
Dienaren zagen haar kijken en besloten dat ze elders werk hadden, waardoor het drietal alleen achterbleef. |
870 |
Laat ik je zeggen dat als ze doet wat ik denk dat ze doet, dat ik haar het hele bloedpaleis rondschop. |
871 |
Geen wonder dat de Aielse zich gedroeg alsof ze bang was dat die bedreiging ter plekke zou worden uitgevoerd. |
872 |
Dat vuur brandde nog steeds en was amper minder geworden, maar het Licht zij dank, hij was niet meer. |
873 |
Ze had verliefd kunnen worden op een zakkenroller of een paardendief, maar ze moest hem zo nodig kiezen, de zottin. |
874 |
Maar als ze gedaan heeft wat ze ook gedaan mag hebben, zal ze alles vergeten en zit ze weer in mijn hoofd. |
875 |
Ze strekte zich behaaglijk uit onder de dekens en herinnerde zich hoe wild ze de avond tevoren geweest was. |
876 |
Op het kussen naast haar lag een gouden lelie in volle bloei, met de dauw nog fris op de weelderige blaadjes. |
877 |
Waar hij midden in de winter op zoiets zijn hand had kunnen leggen, kon ze zich onmogelijk voorstellen. |
878 |
Dat maakte het haastig geschreven briefje van Nynaeve bij de andere angrealen des te verontrustender. |
879 |
Nesune had een groot in hout gebonden boek uit de librije van het paleis op een lessenaar voor haar stoel. |
880 |
Bij Kiruna en de anderen was hijzelf er tenminste bij geweest, toen ze gehoorzaamheid wilden zweren. |
881 |
Het Zeevolk kon later misschien van nut blijken, maar voor nu moest ze proberen greep op hen te krijgen. |
882 |
Nesune boog zich naar voren om naar haar boek te turen en leek op een vogel die met zwarte ogen een worm bekeek. |
883 |
Een Bruine die een vat met een schorpioen zou instappen als ze wist dat ze daardoor iets nieuws kon leren. |
884 |
Aanvaardbare en idiote redenen, maar ze had ze kunnen geloven als die anderen er niet waren geweest. |
885 |
Zorg ervoor dat ze dat doen. En bij het eerste het beste onbeschaafde woord krijgen ze beiden een pak slaag. |
886 |
Cadsuane betreurde het bijna dat ze dat lichtzinnige bevel had gegeven. Sarene zou het precies zo uitvoeren. |
887 |
Haar ergernis moest opgelost worden, zodat ze haar aandacht aan echt belangrijke dingen kon schenken. |
888 |
Sorilea was geen vrouw die je naar je toe liet komen. ledereen dacht dat ze een vriendschap ontwikkelden. |
889 |
Vreemd genoeg had Verin haar eigen opgelegde leertijd opgepakt als een rondstappende reiger in een moeras. |
890 |
Ondanks haar vierkante gezicht leek ze door die vreemd schuine stand van haar hoofd op een heel dikke mus. |
891 |
Daaruit kwamen bijeenkomsten voort die tot vriendschap hebben geleid, en ten slotte deelden ze elkaars bed. |
892 |
Toen de twee vrouwen na de aanval op het paleis waren ontdekt, lagen ze gebonden en gekneveld onder Ailils bed. |
893 |
Toram Riatin kon nog steeds moeilijkheden veroorzaken, al leek zijn opstand in rook te zijn opgegaan. |
894 |
Ik weet niet in hoeverre zij Harine zal verraden, ongeacht de gevolgen die het voor haar zal hebben. |
895 |
Hoewel haar ogen gericht waren op een inktvlek op haar vinger, keek ze ergens in een ongeziene verte. |
896 |
Hoewel ze hen vertrouwde, wilde dat niet zeggen dat ze van plan was deze zusters hun eigen gang te laten gaan. |
897 |
Hoofden draaiden zich om naar de jongeman in de keurige blauwe jas die Merise voor hem had uitgekozen. |
898 |
Ze had hem willen zeggen voort te maken, maar als ze nog iets sneller liepen, zou het hollen worden. |
899 |
Ze waren in staat hun twee... gasten bij te staan, maar konden het niet opnemen tegen mijn wapenknechten. |
900 |
De kamer was niet groot en leek zelfs kleiner door de donkere houten panelen waar de Cairhienin zo dol op waren. |
901 |
Als hij niet zo kundig was geweest op sommige gebieden, zou hij nooit tot de Uitverkorenen hebben behoord. |
902 |
Ze verborg haar afkeer ongeveer even goed als de bijna doorzichtige zilveren nevel van haar volle vormen. |
903 |
Vuurdruppels in haar goudblonde haar, een grote robijn tussen haar borsten en fraaie gouden armbanden om de polsen. |
904 |
Hij scheen vaak zelf te denken dat hij dat was en het jongensgezicht dat hij nu droeg had dat niet veranderd. |
905 |
Ondanks zijn woorden keek hij grimmig en zijn onopgesmukte zwart deed zijn naam. Dood, alle eer aan. |
906 |
Een vlinder beweegt op een takje de vleugels en aan de andere kant van de wereld stort een berg omlaag. |
907 |
Midden in de lucht ontploften vlammen, iets wat heter was dan vuur, en de rat verdween. Moridin glimlachte. |
908 |
De glimlach werd nog dreigender door de saa. De kleinere man slikte en beantwoordde de glimlach bevend. |
909 |
Maar hij stond wel aan zijn kraag te rukken alsof die te strak zat en zijn ogen leken uit de kassen te rollen. |
910 |
Maar de betekenis moest nog steeds dezelfde zijn. Voortekenen veranderden op een andere plaats niet van betekenis. |
911 |
Het ochtendritueel met het scheermes van haar kamenierster was kalmerend, en vandaag had ze dat nodig. |
912 |
De vorige avond had ze boos een bevel gegeven. Een bevel zou nimmer in boosheid mogen worden uitgevaardigd. |
913 |
Als ze haar strenge trekken vergat te tonen, was haar hartvormige gezicht dat van een ondeugend kind. |
914 |
Het laatste geschenk was het aanbod aan Selucia om de plaats van haar volgende aanstelling te kiezen. |
915 |
En natuurlijk haar schaduw, hoewel dat feit niet openbaar gemaakt werd. Zijzelf was verrukt geweest. |
916 |
Tot dusver waren twee tijdens die gevechten gesneuveld en drie hadden geprobeerd om haar om te brengen. |
917 |
Een enkele misstap kon haar dood betekenen, of erger, ze kon uitgekleed worden en in het openbaar verkocht. |
918 |
Selucia grinnikte en draaide zich om om het hoofdkapje van goudkant van de roodgelakte standaard te pakken. |
919 |
Onder elkaar, zoals nu, was het haar toegestaan om vrijuit te spreken, maar ze wist wat ze kon zeggen en wat niet. |
920 |
Charral had haren die even grijs waren als haar ogen, maar ze was nog steeds de meest ervaren geleidster. |
921 |
En dat was maar goed ook, want de bemanning kon het schip niet al buigend en knielend varende houden. |
922 |
Yuril, de man met de dunne neus van wie iedereen dacht dat hij haar schrijver was, ging door een knie. |
923 |
Ze voegde zich bij de vrouw, greep de reling vast en moest haar handen ontspannen om geen nagel te breken. |
924 |
Anath lachte grof en begon haar opnieuw te vertellen wat een dwaas ze was, deze keer met meer bijzonderheden. |
925 |
Kapitein Tehan staarde recht voor zich uit, maar haar ogen vielen bijna uit haar gerimpelde gezicht. |
926 |
Van een waarheidsspreker werd geëist dat deze de naakte waarheid zou zeggen, of je die nu wilde horen of niet. |
927 |
Zij begrepen de gewoonten van haar familie net zo min als de kapitein met haar uitpuilende ogen deed. |
928 |
De gezichten van de Doodswachtgardisten, half verborgen door de wangstukken van hun helmen, bleven onbewogen. |
929 |
Ze luisterde genoeg om iets op te vangen, maar er werd niets gezegd dat ze al niet honderd keer eerder gehoord had. |
930 |
Ze was bezig grof zwart poeder fijn te malen met een houten stamper die bijna net zo lang was als haar arm. |
931 |
Hij wist niet echt hoe snel hij van dat krukje kon opstaan, ik wilde niet degene zijn die je het vertelde, maar. |
932 |
Er werd gevochten, ze probeerden het in ieder geval, toen de soldaten zich toch een weg naar binnen baanden. |
933 |
Ze staarde hem nog steeds aan en ze had nog steeds die rottige knuppel klaar om zijn schedel in te slaan. |
934 |
Niet alle herinneringen van al die lieden die in zijn hoofd gepropt zaten, hadden met veldslagen te maken. |
935 |
Maar misschien had hij wat vooruitgang bij haar geboekt, als hij tenminste haar raadsel kon oplossen. |
936 |
Hij slaagde er meestal wel in om te vergeten wat voor kleding hij droeg, tenzij iemand het onderwerp aansneed. |
937 |
De grond voelde soppig onder je voeten, zelfs als het droog was. Scheldend hobbelde hij van de wagen weg. |
938 |
De wind greep zijn mantel en liet hem opbollen, maar hij was te veel in gedachten om er iets aan te doen. |
939 |
Ze wierp zichzelf in de lucht en wist net voor ze naar de grond suisde, het touw met haar voeten te grijpen. |
940 |
Misschien zou hij in staat zijn om hetzelfde te doen. Die ballen lieten je tenminste niet bloeden of iets breken. |
941 |
En de anderen hadden de tijd van hun leven. Nynaeve voerde de scepter over iedereen die binnen haar bereik was. |
942 |
En uiteraard het geheim van het vuurwerk meenemen. Maar hij zou beslist een ontsnapping boven dat geheim verkiezen. |
943 |
Toen hij de vrouwen achter zich had gelaten, schold hij de jongen uit, die blij naast hem voorthuppelde. |
944 |
Beheerst en misschien een tikkeltje verlegen. Leg je op die eigenschappen toe en het zal je goed vergaan. |
945 |
Het is mogelijk dat ik weldra de eer heb om hoogvrouwe Suroth voor een besloten voorstelling te ontvangen. |
946 |
Deze titel stond in voet hoge, rode letters te lezen op het doek dat russen twee hoge palen bij de toegang hing. |
947 |
Als ze wel zou komen, zou ze waarschijnlijk de leeuwen opvreten. Of ze de doodsschrik op het lijf jagen. |
948 |
Ze zal me uithuwelijken aan iemand die scheel kijkt en een snor heeft als een Taraboonse voetsoldaat. |
949 |
Die rottige dobbelstenen waren zojuist opnieuw in zijn hoofd aan het rollen. Er kwam iets slechts zijn kant op. |
950 |
De witgepleisterde gebouwen, de witte spitsen en torens en de witte paleizen blonken zelfs op een grijze winterdag. |
951 |
Vandaag keek hij nauwelijks naar de haven. De dobbelstenen die in zijn hoofd tolden, donderden als onweer. |
952 |
De mensen die stonden te wachten om naar binnen te mogen, waren vaak stadsbewoners of boeren uit de omgeving. |
953 |
Hier en daar in de rij bevonden zich uitlanders, kooplieden met een kleine stoet door paarden getrokken wagens. |
954 |
Mart was al zo vaak door de poort gelopen dat hij de tentoongestelde hoofden nauwelijks meer opmerkte. |
955 |
Anders zouden die hoofden van jullie straks nog weleens buiten de poort te zien zijn, met dat van Tylin ernaast. |
956 |
Je hebt opmerkelijk veel geluk, Mart, en je hebt een zekere smaak voor, laten we zeggen, het avontuur. |
957 |
Suroth zegt dat ik iemand van het Bloed moet huwen en de zijkant van mijn hoofd moet scheren, en moeder luistert. |
958 |
Deze gedachte zorgde ervoor dat hij een prikkeling tussen zijn schouderbladen voelde, alsof hij werd gadegeslagen. |
959 |
Hij zorgde er terdege voor niet te dicht in de buurt te komen van de haven. Hij had zijn lesje geleerd. |
960 |
Een ernstige misrekening, hoe leuk het toen ook was geweest. Ze was daarna twee keer zo erg geworden als eerst. |
961 |
Hij had eigenlijk niet anders verwacht. Ook vóór de komst van de nieuwkomers was er niets vrij geweest. |
962 |
Een paar keer gaf hij bijna toe, maar als ze hem eenmaal hadden gehoord, zouden ze hun geld teruggevraagd hebben. |
963 |
Zijn maag was zo leeg als de herbergen vol waren en hij meende dat iedereen naar zijn opzichtige kleren gaapte. |
964 |
Tien passen lang deed hij moeite door de menigte heen te komen, tot hij een smal, donker steegje in kon slaan. |
965 |
Het witte pleisterwerk op de vensterloze muren was afgebladderd en op veel plaatsen waren de bakstenen zichtbaar. |
966 |
Het steegje was helemaal verlaten, waardoor hij flink kon doorstappen. Of wat er deze dag voor doorging. |
967 |
Hij bereikte het paleis in de tijd die het hem anders gekost zou hebben om drie straten ver te komen. |
968 |
Met een vloek greep Mart zijn gevallen stok en smeet hem onbeholpen als een soort speer naar het wezen. |
969 |
Na elke aanraking klonk er gesis en stonk het naar brand, alsof het wezen met een hete ijzeren staaf werd geraakt. |
970 |
Hij wil jou evenzeer dood hebben als hij haar wil hebben, had het wezen hem grijnzend in de Rahad gezegd. |
971 |
En hier stond hij, nauwelijks in staat om goed te blijven staan. Zijn been, heup en ribben brandden als vuur. |
972 |
De straat was niet ver weg. Hij kon het geroezemoes van stemmen horen, nauwelijks minder geworden door de afstand. |
973 |
Die stemmen in de straat waren zo verlokkend dichtbij, maar ze hadden net zo goed in Barsine kunnen zijn. |
974 |
Het gleed een stukje weg in de modder, maar scheen nog steeds weg te vloeien tot het achter de taveerne verdween. |
975 |
Hij zou niet hebben kunnen zeggen waarom, behalve dat het hem had proberen te doden en het opnieuw zou proberen. |
976 |
De achterdeur van de taveerne stond op een kier en Mart kon het geluid van feestvierende mensen horen. |
977 |
Mart verstijfde. Het wezen scheen nauwelijks wapens nodig te hebben, maar als het er daar een verstopt had. |
978 |
Hij geloofde niet dat hij het zou overleven als hij zich moest verdedigen tegen dat wezen met een wapen. |
979 |
Marts mond viel open. De borst van het wezen gleed erdoorheen, toen de benen, en toen was het verdwenen. |
980 |
De spreker was een oude man met wit haar, gebogen schouders en een grote haakneus midden in een droevig gezicht. |
981 |
Het is al moeilijk genoeg om iemand te horen. Hoe dan ook, ik dacht dat het wezen daardoor bang zou worden. |
982 |
De hand was een en al knobbel, alsof elk bot tegelijk gebroken en slecht geheeld was. Maar de greep was sterk. |
983 |
Hij had het zegel in een zak van zijn jak gepropt, waar hij het snel uit kon rukken als het nodig was. |
984 |
Als je er goed over nadacht, had de man een tong als een rasp. En eigenlijk had hij ook weinig oog voor paarden. |
985 |
Enkele verdwaasde vrouwen klampten zich vast aan de damane die met hen meeliep, alsof zij een reddingslijn was. |
986 |
Ze had hem geen dienst bewezen, en misschien wel een paar slechte, maar dit wenste hij haar niet toe. |
987 |
Maar Tylin mocht hem de rest van zijn leven onder de kin kietelen als dat hem van de brandstapel hield. |
988 |
Trouwens, ik heb hier tijd om te lezen. Krijg ik weinig kans toe als ik moet werken als een hoefsmid. |
989 |
In werkelijkheid was hij een paardendief en een stroper, de beste in twee landen, en misschien nog wel in meer. |
990 |
Ze boden aan om een bad klaar te maken en schone kleren te halen zonder dat de koningin ervan zou horen. |
991 |
Tylin was hun koningin, om maar iets te noemen, en wat hun betrof, mocht ze doen en laten waar ze zin in had. |
992 |
Thom en Juilin deelden ergens midden in de bediendenvleugel een kamer, en hij had geen reden om hier te zijn. |
993 |
Mart had hem nog nooit zo schichtig zien rondkijken, maar als een man zo deed, kon het maar één ding betekenen. |
994 |
Juilin had behoorlijk zijn best gedaan om een dievenvanger te zijn, nooit en te nimmer een dievenpakker. |
995 |
Mart gooide de deur van Tylins vertrekken open, wandelde naar binnen, slingerde zijn hoed de hele kamer door. |
996 |
Golven glanzend zwart haar met wat grijs aan de slapen omlijstten een prachtig gezicht met ogen van een roofvogel. |
997 |
Een gezicht dat op dit moment niet al te vermaakt was. Onbeduidende dingen schenen zomaar zijn aandacht te trekken. |
998 |
Ze leek best knap, ondanks haar tot een opstaande kam gekapte haren, maar liet daardoor Tylin op een konijn lijken. |
999 |
Ze had een sluier over haar hele hoofd – dat geheel geschoren leek – en droeg een fortuin aan robijnen. |
1000 |
Al voelde Mart zich alsof hij met een hamer op zijn hoofd was geslagen, hij bleef mooie vrouwen opmerken. |
1001 |
Maar het was niet de aanwezigheid van Suroth of die van de vreemdelingen waardoor hij met een ruk stil bleef staan. |
1002 |
En met gewoon haar in plaats van die kale schedel. Haar ogen waren groot en glanzend, maar volkomen onpersoonlijk. |
1003 |
Al haar lange vingernagels waren felrood gelakt, merkte hij op. Hij vroeg zich af of dat iets betekende. |
1004 |
Ze reikte met een hand naar zijn gezicht en legde haar vingertoppen onder zijn kin en hij wilde terugwijken. |
1005 |
Licht, hij had paarden gekocht na een minder grondig onderzoek. Nog even en ze zou zijn tanden willen zien. |
1006 |
Hij had de ring toevallig gekocht maar hij was eraan gehecht geraakt. Hij vroeg zich af of ze de ring wilde hebben. |
1007 |
Het zou het beste zijn als ik vertrok. Dat ding wil mij hebben, en het zal iedereen in mijn buurt eveneens doden. |
1008 |
Hij had niet beseft dat hij ook modder op zijn gezicht had. Ineens was die adelaar weer in haar ogen aanwezig. |
1009 |
Ze was het van die roze linten niet vergeten, waardoor hij behoorlijk lang al het andere mocht vergeten. |
1010 |
De dagen na de moordpoging van de gholam vergleden in een regelmaat waar Mart zich hevig aan ergerde. |
1011 |
Op straat werd gepraat over een man met een opengereten keel die niet ver van de stad door een wolf gedood was. |
1012 |
Stedelingen mochten dan geloven dat een wolf zich vlak bij de stadsmuren waagde, maar hij wist wel beter. |
1013 |
Maar geen van beiden had het over hun plannetjes, hoewel Thom nog zo beleefd was om beschaamd te kijken. |
1014 |
Mart hoopte dat ze niemand de dood in zouden jagen, maar ze toonden weinig belangstelling voor zijn mening. |
1015 |
Ze trokken noordwaarts in hun fel gekleurde wapenrustingen, en naar het oosten, over de rivier heen. |
1016 |
Mart telde ze niet eens meer. Soms zag hij vreemde beesten, hoewel de meeste buiten de haven werden uitgeladen. |
1017 |
Het waren enorme hagedissen die hun vleugels als vleermuizen konden spreiden en mannen op hun rug konden dragen. |
1018 |
Dat leek haar gek genoeg niet al te best te bevallen. Het beviel de kerels uit de binnenlanden evenmin. |
1019 |
De plattelanders en de groenwitte mannen van Mitsobar bekeken elkaar als vreemde katers in een klein hok. |
1020 |
Altaranen hadden hun eigen manier om moeilijkheden uit te buiten en probeerden wraak te nemen op hun huurlieden. |
1021 |
Mart had zo zijn twijfels over een dode Rhand of over het gerucht dat hij gehoorzaamheid had gezworen. |
1022 |
Dat nieuws – en al zijn verschillende versies – wond de Seanchanen op, zoals een stok een mierennest. |
1023 |
Hij verbrandde ook een roze jas die ze voor hem had laten maken, twee paar roze broeken en een roze mantel. |
1024 |
Grijze zeemeeuwen en schaarbekken met zwarte vleugels wervelden rond in een loodgrijze lucht met nog meer regen. |
1025 |
Op de helm onder zijn arm zaten drie dunne zwarte veren. Hij stond te wachten tot men zijn paard gebracht had. |
1026 |
Ook al zag de man er aardig uit, hij was en bleef een Doodswacht gardist, en ook nog eens een baniergeneraal. |
1027 |
Maar alle stoelen waren bezet door Seanchanen, sommigen in wapenrusting, anderen in lange, geborduurde jassen. |
1028 |
Een aantal Seanchanen had het hoofd zo kaalgeschoren dat het leek of ze een kom op het hoofd droegen. |
1029 |
Dit waren eenvoudige edelen, niet iets hoogs, maar dat deed er nauwelijks toe. Een edelman was een edelman. |
1030 |
Het bleek dat ze dat had. Hij kon een plank in de kelder gebruiken die volgens haar het hele jaar droog bleef. |
1031 |
En ze had nog de kleine ruimte onder de stenen vloer van de keuken, waar hij ooit zijn schatkist had bewaard. |
1032 |
De huurprijs was voor hem blijkbaar het openhouden van zijn mantel en zich omdraaien, zodat ze een beter zicht had. |
1033 |
Toen hij terugkeerde in Tylins vertrekken, kwam hij te weten dat hij nog steeds kleren had om op te bergen. |
1034 |
Maar de magere, grijze Cairhienin zou al even treurig de gift van een zakvol vuurdruppels aangekondigd hebben. |
1035 |
Ik betwijfel of er iemand in die kast is geweest nadat de prins zijn speelgoedsoldaatjes voorgoed opborg. |
1036 |
Hij kon altijd nog een nieuwe boog maken, maar hij was niet van plan om de ashandarei achter te laten. |
1037 |
Licht, het zou fijn zijn eindelijk eens te merken dat er meer was dan ongewilde littekens en veldslagen. |
1038 |
De klokkenmaker was een broodmagere, ongeduldige kerel die zweette vanwege de hitte van zijn grote ijzeren oven. |
1039 |
Hij legde nog twee bezoeken bij baas Sutoma af, maar na het tweede liet de klokkengieter de deur versperren. |
1040 |
Tylin begon de twee nagels van haar beide handen groen te lakken, hoewel ze niet de zijkant van haar hoofd schoor. |
1041 |
Hij vond het niet erg om Tylins bed te delen, ook al was ze koningin en even hooghartig als elke andere edelvrouwe. |
1042 |
Tylin leek Tuon als een soort aangenomen dochter te beschouwen, al leek het omgekeerde evenzeer het geval. |
1043 |
Anath viel het meisje echter meedogenloos lastig met messcherpe kritiek en noemde haar een dwaas en erger. |
1044 |
Hij moest het verkeerd gehoord hebben. Selucia, die er kalm met gevouwen handen bij stond, vertrok geen spier. |
1045 |
Nou ja, hij was er toch niet echt op gebrand geweest om onmiddellijk te vertrekken. Tuon maakte hem bezorgd. |
1046 |
Hij zag zelden een volwassen vrouw zonder even te denken hoe het zou zijn om haar te kussen of met haar te dansen. |
1047 |
Een man zou zijn beitels moeten breken om erin te komen. En hij had toen in de herberg zelf gewoond. |
1048 |
Iedereen kon die vloertegel oplichten, als ze wisten waar ze naar moesten kijken. Hij moest er zelf zeker van zijn. |
1049 |
Veel later, heel veel later ging hij zich afvragen waarom die stomme dobbelstenen hem niet gewaarschuwd hadden. |
1050 |
De meesten aten hun ontbijt en keken soms achterdochtig in de kom, alsof ze niet wisten wat ze nu precies aten. |
1051 |
Aan een tafel zaten drie mannen en een vrouw in hun lange geborduurde kleren te kaarten en pijp te roken. |
1052 |
Met in zijn mond een in zilver gevatte pijpensteel zat hij als een roofdier naar zijn tegenstanders te grijnzen. |
1053 |
Ze was een aardige, mollige jonge vrouw met mooie grote ogen in dezelfde kleur als die van haar moeder. |
1054 |
Marah luisterde maar half en hield een voorbijlopend dienstmeisje tegen, een kattige meid die hij goed kende. |
1055 |
Caira vulde de beker van de donkere kleine man en bood hem de zwoele glimlach die ze Mart ooit eens had geschonken. |
1056 |
Hij wist niet waarom ze nu iets tegen hem had, maar hij had op dit moment al genoeg met vrouwen te stellen. |
1057 |
De lekkere geuren in de gelagkamer die zich vermengd hadden met zoete pijprook, hadden de hele keuken doortrokken. |
1058 |
De grijze vloertegel voor de bakstoven lag stevig op zijn plaats en verschilde niet van de andere in de keuken. |
1059 |
Iemand in de gelagkamer kon wel even wachten, zei ze, en plaatste het bord aan het hoofd van de lange keukentafel. |
1060 |
En als ze boos was vanwege de vroege storing, gaf ze hem misschien niet eens te eten. Zijn maag rommelde. |
1061 |
Terwijl hij zijn mond afveegde met een linnen servet, glipte er achter vrouw Anan nog een vrouw de keuken in. |
1062 |
Ze sloot haastig de deur achter zich en hield haar vochtige mantel aan en de kap diep over haar gezicht getrokken. |
1063 |
Enid, ontruim de keuken alsjeblieft, en hou de deur in de gaten. Ik moet alleen spreken met dit heerschap. |
1064 |
Met tientallen Seanchanen aan de andere kant van een deur die bewaakt werd door een kokkin met een pollepel. |
1065 |
Joline trok haar mantel uit en hing hem aan een haak, en vrouw Anan maakte een geërgerd geluid in haar keel. |
1066 |
Mart negeerde het protest van zijn been en bewoog sneller dan hij ooit in zijn hele leven had gedaan. |
1067 |
Hij weerde de meeste slagen van Enid met zijn vrije hand af en scheen zich van de rest niets aan te trekken. |
1068 |
En deze kerel had iets bekends. Waarschijnlijk weer een van die duizenden gezichten die allang dood waren. |
1069 |
De kapitein geeft het bevel en de bemanning gehoorzaamt, maar op mijn dek laat ik nimmer iemand kruipen. |
1070 |
Enid slaakte een diepe zucht en zakte tegen de werktafel aan alsof haar botten zacht geworden waren. |
1071 |
Alsof er in honderd span geen Seanchaan te vinden was, stak ze een lamp op een plank naast de zware deur aan. |
1072 |
Mart gehoorzaamde maar wachtte op de tweede trede, terwijl vrouw Anan de deur dichttrok en weer op slot deed. |
1073 |
Er scheen weinig stof te zijn, maar de lucht had die droge geur die eigen is aan een goede voorraadkamer. |
1074 |
Genoeg om ieders zenuwen het te doen begeven, neem ik aan. Maar ik betwijfel of ze hier komen zoeken. |
1075 |
Nooit eerder had hij zoveel puur venijn in een stem gehoord, zelfs niet in al die oude herinneringen. |
1076 |
Mart slikte hevig. Het bericht was in de zak van zijn jas gestopt en had helemaal niet op zijn kussen gelegen. |
1077 |
De regen was op enkele plekken door zijn mantel heengedrongen en zijn jas was hier en daar vochtig. Vochtig. |
1078 |
De verdieping daarboven bevatte de ruime, voor iedereen toegankelijke zalen en de krappe hokjes van de schrijvers. |
1079 |
Mart bleef even staan aan de voet van een verborgen diensttrap, haalde diep adem en ging langzaam naar boven. |
1080 |
De meeste ruimte in de kamer werd ingenomen door het bed, een wastafel met een lampetstel en een kleine spiegel. |
1081 |
De gaatjes op de plaats waar haar oorringen en neusring hadden gezeten, hadden nog niet de tijd gehad om te helen. |
1082 |
Hij sloot die deur zachtjes alsof hij probeerde een koek van vrouw Alveren onder haar neus weg te kapen. |
1083 |
Een dozijn deuren verder haalde hij opgelucht adem, gleed naar binnen en trok de deur achter zich dicht. |
1084 |
Haar donkere ogen keken priemend naar hem. Ze zei niets en leek gaten in zijn schedel te willen boren. |
1085 |
Licht, hij had gehoopt dat zij het niet geweest was, dat iemand anders dat stomme papier in zijn zak had gestopt. |
1086 |
Haar gezicht en haar stem veranderden niet. Ze had net zo goed iets eenvoudigs en onbelangrijks kunnen uitleggen. |
1087 |
Het strenge gezicht dat het meisje altijd vertoonde, vervaagde tot een glimlach. Ze was echt heel mooi. |
1088 |
Drie vrouwen die weleens ongeduldig zouden kunnen worden als het hem niet snel lukte hen in veiligheid te brengen. |
1089 |
Vrouwen hielden van praten, en als ze genoeg praatten, verklapten ze zaken die beter onbesproken konden blijven. |
1090 |
Nou ja, dat zat hij ook, en de nacht begon te vallen en de regen kwam met bakken tegelijk uit de hemel. |
1091 |
Bethamin beklom de trappen tot helemaal boven in het Tarasinpaleis en hield haar schrijfplankje zorgvuldig vast. |
1092 |
Ze werden geacht een toegewezen taak uit te voeren, niet om wat te kletsen. Dat was een van haar redenen. |
1093 |
Renna was nog nooit aangewezen, hoewel ze eens Suroths beste oefenvrouw was geweest en overal gewaardeerd werd. |
1094 |
De meesten waarmee ze gebonden was geweest, begroetten haar met een glimlach, zelfs als ze knielden. |
1095 |
Of ze nu uit het keizerrijk kwamen of van deze kant van de oceaan, ze wisten dat ze streng maar eerlijk was. |
1096 |
Behalve nu en dan wat snoepgoed werd aan het eten streng de hand gehouden; een ongezonde damane was verspilling. |
1097 |
Ze moest altijd moeite doen om netjes te antwoorden en had gisteren nog straf gekregen vanwege een botte weigering. |
1098 |
De meesten waren omgekomen bij aanslagen, vaak door de handen van hun eigen erfgenamen of volgelingen. |
1099 |
Haar glimlach verdween half, maar kwam weer terug toen ze het zoete rode spul in haar mond had gepropt. |
1100 |
In Abunai was het nooit koud geweest, en ze had er nooit aan kunnen wennen, hoe ver ze ook gereisd had. |
1101 |
De blauwe kleding met het rode vlak en de bliksems was de enige die ze al die jaren gedacht had te zullen dragen. |
1102 |
Haar eigen vlucht was dus overbodig geweest en dan, tja, dan zou ze niet in Tanchico terecht zijn gekomen. |
1103 |
Heel toepasselijk, aangezien ze met hart en ziel verknocht was aan het bewaren van haar eigen vrijheid. |
1104 |
En omdat de enige andere keus waarschijnlijk een hooizolder was, deelde ze maar al te graag een bed met een ander. |
1105 |
De dienstmeisjes waren zogenaamde vrije vrouwen, maar ze sprongen slaafs overeind wanneer de herbergierster sprak. |
1106 |
Geen jongen, maar ook niet erg oud. Iemand van u, en hij sprak zo traag dat ik hem amper kon verstaan. |
1107 |
Ze keek nog steeds verontwaardigd toen Bethamin de trap opliep en deed of winkelen het enige in haar gedachten was. |
1108 |
Ze verstijfde slechts een ogenblik. Toen trok ze haar mes uit de riem schede en wilde om hulp schreeuwen. |
1109 |
In zijn vingers hield hij een goudgerande ivoren schijf waarin een raaf en een toren waren uitgesneden. |
1110 |
Tot haar verbijstering beval hij haar niet gewoon hem te gehoorzamen, maar keek hij haar onderzoekend aan. |
1111 |
Hij veroorzaakte enige opschudding toen zijn schip geënterd werd en hij werd tot eigendom verklaard. |
1112 |
Ze was blij dat ze zat. Haar knieën trilden zo erg dat ze verbaasd was dat het onder de rok niet te zien was. |
1113 |
Egeanin lag op bed met haar handen hoog, de handpalmen naar het plafond gericht en de vingers gespreid. |
1114 |
En ze moest toegeven dat ze na eenmaal tot Voorloper te zijn gekozen, zelfs aan de kans op een nieuwe naam dacht. |
1115 |
Ze betwijfelde echter of ze ooit het bevel zou krijgen over een grootschip, laat staan een flottielje. |
1116 |
Zolang hij het echter bij waarnemen hield, mocht hij blijven staren tot zijn ogen rood zagen en verdroogden. |
1117 |
Ze zwaaide haar benen buiten het bed, ging rechtop zitten en tikte de punten een voor een op haar vingers af. |
1118 |
Ik twijfel er eigenlijk niet aan dat we zonder dat geluk aan de beulshanden zouden zijn overgeleverd. |
1119 |
Dat laatste was altijd een eerste eis van haar geweest. Ze was echter niet bekend met zijn gewoonten. |
1120 |
Er werd op de deur geklopt en ze duwde hem weg. Hij had inmiddels al wel zoveel geleerd om nu niet te protesteren. |
1121 |
Ze koerste langs een kust aan lijzijde en Zielblinder zelf reed over de golven om haar ogen te stelen. |
1122 |
In de waarheid van het Licht, het waren amper meer dan meisjes geweest, en ook nog eens zo onschuldig als wat. |
1123 |
Het vuur had het vertrek nog niet echt verwarmd, maar de zweetdruppeltjes parelden op Bethamins voorhoofd. |
1124 |
Ze was zo opgelucht dat iemand anders het gevaar zou afhandelen dat ze weer knielde en Egeanins hand kuste. |
1125 |
De beker raakte de stenen, kaatste terug en rolde over het tapijt naar de stenen vloer. Met een flinke deuk. |
1126 |
Als ze tenminste voor die tijd al niet tot eigendom zou zijn verklaard. Ze rilde bij die mogelijkheid. |
1127 |
Eraan gewend dat iedereen gehoorzaamt. Hij zal er niet op rekenen dat iemand zijn magere nek wil breken. |
1128 |
Je vertrekt op het eerste het beste schip. Scheer de rest van je hoofd kaal en je zult geen moeilijkheden krijgen. |
1129 |
Het is nog steeds een schok om een kale man geen pruik te zien dragen, maar tot dusver schijnt niemand. |
1130 |
Die dingen konden lang zo verschrikkelijk niet zijn als hij beschreef. Hij grinnikte hoofdschuddend. |
1131 |
Opnieuw schudde hij zijn hoofd, legde een hand op de schoorsteenmantel en staarde fronsend in het vuur. |
1132 |
Ze zou niet toestaan dat de Zoeker haar kwam ophalen, wat het ook mocht kosten om hem tegen te houden. |
1133 |
In plaats daarvan bleef ze echter de hele ochtend in de donkere vloeistof staren, zonder er iets van te proeven. |
1134 |
Maar soms kon je alleen kiezen tussen slecht en slechter. Rochaid liep voor hem uit, bijna binnen handbereik. |
1135 |
De haarspelden van de mannen waren vaak versierd met stukjes gekleurd glas, soms parels of duurdere stenen. |
1136 |
Hij kon hem morgen daar opwachten en op een nieuwe kans wachten, maar de anderen zouden vannacht kunnen komen. |
1137 |
Rhand dacht dat hij er twee tegelijk kon doden, of misschien wel alle vijf, maar niet zonder lawaai. |
1138 |
Tegen vijf tegelijk kon hij gewond raken en wellicht zijn zwaard kwijtraken, en dat zag hij niet graag gebeuren. |
1139 |
Zijn oog ving een flits op van een rode mantel die wapperde in de wind en om een hoek verdween. Hij holde erheen. |
1140 |
De knuppel werd weer aan de riem gehangen, de vangstaak weer tegen het trapje gezet. Hij keek niet meer om. |
1141 |
Marskramers met spelden, naalden of kammen in hun bakken probeerden met hun geroep ieders aandacht te trekken. |
1142 |
Er waren hier weinig mensen met borduursels op hun kleren en hij zag vaker een touwtje als haarband dan een speld. |
1143 |
Rochaid was al uit het gezicht verdwenen, maar Rhand kon zijn laarzen horen op de vochtige, steenachtige grond. |
1144 |
Ineens besefte Rhand dat de enige laarzen die hij hoorde die van hemzelf waren en hij bleef stokstijf staan. |
1145 |
Hij zag hier drie nauwe steegjes die op het zijne uitkwamen. Hij haalde nauwelijks adem en luisterde gespannen. |
1146 |
De draden van de vredesband waren doorgesneden en weer vastgemaakt, zodat ze bij een vluchtige blik nog heel leken. |
1147 |
Hij bewoog naar achteren om ruimte te maken, zodat hij zijn zwaard helemaal uit de schede kon trekken. |
1148 |
Rhand zette reeds een dodelijke slag onder het borstbeen in toen hij achter zich een fluisterzacht geluid hoorde. |
1149 |
Rhand greep het heft van Rochaids zwaard, rolde verder en trok het wapen uit de schede toen hij op zijn rug rolde. |
1150 |
Als de wachten hen hier aantroffen, zouden ze naar de kerkers onder de Zaal van de raadsleden worden gesleept. |
1151 |
Ze werden geacht op de anderen te wachten nadat ze een voor een de stad waren ingeglipt om aandacht te vermijden. |
1152 |
Zijn razernij kwam voor een deel voort uit zijn onzekerheid of ze inderdaad geacht werden om Altor te doden. |
1153 |
Hij vermoedde dat wat ze onuitgesproken lieten, een man sneller kon doden dan een getekend bevel van een hoogheer. |
1154 |
Het voelde niet aan als een diepe snede, en geen enkele beurzensnijder zou in zijn onderarm snijden. |
1155 |
Iedereen was heel goed in het negeren van wat hij niet wilde zien. De wond klopte en begon te branden. |
1156 |
Kisman liet zijn mantel los en drukte zijn hand tegen de bebloede mouw. Zijn arm voelde gezwollen en gloeiend heet. |
1157 |
Hij meende de ratels van de wachten te horen, maar het kon ook het bonzende bloed in zijn oren zijn. |
1158 |
Zijn laatste gedachte was dat een Uitverkorene had besloten hem te straffen, maar waarom, dat wist hij niet. |
1159 |
Zelfs met slechts een dolk in zijn riem zag hij er gevaarlijk uit, maar daar kon niets aan gedaan worden. |
1160 |
Ze dronken thee en praatten en lachten. Rhand klemde zijn kaken op elkaar bij het zien van de vroegere damane. |
1161 |
De gewaden waren van het lijfje tot aan de kin en de schouders helemaal geborduurd met bloemen en vogels. |
1162 |
Min draaide zich op haar stoel om en grijnsde, zoals ze elke keer deed als hij haar zijn vrouw noemde. |
1163 |
Er zaten witte lokken in haar goudblonde haren en dunne lijntjes bij haar ooghoeken. Haar ogen stonden dwingend. |
1164 |
Ze was kennelijk van plan om dat boek mee te dragen en het bij de eerste de beste gelegenheid te lezen. |
1165 |
Dode lieden horen stil te zijn in hun graf, maar dat zijn ze nooit. Rhand hoorde de stem in zijn hoofd nauwelijks. |
1166 |
Hij had vele gaven gekregen, maar onkwetsbaarheid tegen vergif of enig ander wapen hoorde daar niet bij. |
1167 |
De pijnbomen, de enige bomen die ze kende, waren klein en krom, dus alleen voor teer en terpentijn te gebruiken. |
1168 |
Diep verborgen sterke stromingen die alles konden veranderen wat aan de oppervlakte zo duidelijk leek te zijn. |
1169 |
Ze zwaaide van links naar rechts door de bewegingen van het paard en dreigde bij iedere stap op de grond te vallen. |
1170 |
Ze zaten in de weg en konden armen en benen in hun beweging belemmeren als je die nodig had om te overleven. |
1171 |
Nesune Bihara, geheel in koperkleurige wol, reed de poort door en keek rond alsof ze iedereen tegelijk wilde zien. |
1172 |
Harine zou nooit een minnaar nemen die van lagere rang was en dat betekende nu natuurlijk dat ze niemand zou nemen. |
1173 |
Naar het noorden toe stegen de heuvels tot een gebergte dat van het noordoosten naar het zuidwesten liep. |
1174 |
Ze hoopte dat Harine niet had gemerkt dat ze was geschrokken, ik heb al eerder nee tegen haar gezegd, golfvrouwe. |
1175 |
Corele, mager maar knap, lachte en speelde met de manen van haar zwarte paard terwijl ze met Humira sprak. |
1176 |
De landrotten leken helemaal geen plezier in kleuren te vinden. Zelfs haar donkere mantel was met wit bont afgezet. |
1177 |
Bij Cadsuane rijden betekende in werkelijkheid achter haar rijden, zuidwaarts, tussen de bomen door. |
1178 |
Als Shalon niet beter had geweten, zou ze hebben gedacht dat er meer verbittering in die blik lag dan kwaadheid. |
1179 |
De inspanning die het nu kostte om haar woede te onderdrukken, moest haar inwendig op een kookpunt hebben gebracht. |
1180 |
Ze had al een behoorlijk aantal zaken door waarneming opgestoken, al wist ze nog niet precies wat ze ermee kon. |
1181 |
De wind begon op te steken. Windvlagen drukten haar mantel tegen haar rug en lieten hem aan beide kanten fladderen. |
1182 |
In elk geval was de vraag niet hoeveel zwaardhanden er waren, maar of ze allemaal wel zwaardhand waren. |
1183 |
Als ze kon bewijzen dat dat gebeurd was, was dat mes misschien scherp genoeg om haar van Cadsuane los te snijden. |
1184 |
De wind blies haar mantel over haar hoofd, zodat ze die omlaag moest rukken voor ze weer rechtop kon zitten. |
1185 |
Ze stonden aan de rand van een vlak stuk land waarop bruin gras zich als een bruine zee uitstrekte naar de einder. |
1186 |
De weg was breed en de aarde hard als gevolg van het vele verkeer, maar op dit moment waren ze alleen. |
1187 |
Ze moeten tijdens het Breken zijn gemaakt, toen de vrees voor krankzinnige geleiders zich op een hoogtepunt bevond. |
1188 |
Harine wilde al wat zeggen, maar gebaarde toen naar Shalon dat ze de voor de hand liggende vraag moest stellen. |
1189 |
Als haar moeder de wateren bevoer, was zij belast met het opvoeden van haar eerste kind en van Harine. |
1190 |
Als je buiten een stedding een weving maakt, werkt die daarbinnen niet, al doet dat er niet zoveel toe. |
1191 |
Op sommige werden de netten binnengehaald, terwijl andere langzaam voort bewogen met behulp van lange roeiriemen. |
1192 |
Dorpsvrouwen liepen met grote manden haastig rond, maar stopten even om naar de groep ruiters te kijken. |
1193 |
Bijna gewend. In elk geval trok de verdedigingsmuur aan de andere kant van het dorp al haar aandacht. |
1194 |
Vanuit een grote met ijzer beslagen deur dicht bij de brug stroomden nog meer gehelmde soldaten de weg op. |
1195 |
Ze trok een dikke beurs uit haar zadeltas en overhandigde hem die. Hij nam hem aan en stapte achteruit. |
1196 |
Ze verschilde in het geheel niet van een ander, nu ze gedurende haar oponthoud hier van haar gave was beroofd. |
1197 |
Zwaarden worden alleen toegestaan als ze verzegeld zijn met de vredesband, zodat ze niet getrokken kunnen worden. |
1198 |
Nu en dan stopte hij, pakte een zegel uit zijn riem en vouwde een klein loden plaatje rond de draden. |
1199 |
Nu en dan gleed er een boot onder hen door, wat ze niet hadden kunnen doen als ze masten hadden gehad. |
1200 |
Nooit eerder was het tot haar doorgedrongen dat die onzichtbare aanwezigheid haar zoveel troost had geboden. |
1201 |
De Bron was weg, maar die zou terugkomen – natuurlijk zou dat gebeuren – en ze moest haar plicht doen. |
1202 |
Zijn blauwe jas leek van goede wol, met de grote gouden zwaard en hand links op de borst geborduurd. |
1203 |
Een man in de koepel is al erg, maar een man met een zwaard zal elk raadslid een toeval bezorgen, zo niet meer. |
1204 |
Harines gezicht leek een houten masker doordat ze de inspanning van het traplopen trachtte te verbergen. |
1205 |
Boven haar steeg een blauwe koepel wel honderd voet de lucht in. Niets leek hem te dragen, alleen de koepel zelf. |
1206 |
Ze waren echter alleen en dat leek Cadsuane plezier te doen, hoewel ze alleen kort in zichzelf knikte. |
1207 |
Naast elke vrouw was een schijf van ruim twee pas doorsnee aangebracht die leek te bestaan uit gewolkt kristal. |
1208 |
In elke schijf was een lange smalle wig van helder kristal geplaatst die het midden van de ruimte aanwees. |
1209 |
Shalon wist het niet zeker maar de metalen rand onder haar leek van getallen te zijn voorzien. Dat was alles. |
1210 |
Medelijden en wijsheid vulden haar grote donkere ogen, en je kon zien dat zij de zaken onder controle had. |
1211 |
Ik heb een vleugel in mijn paleis voor u laten klaarmaken. Wanneer u hebt gerust en gegeten, kunnen we praten. |
1212 |
Harine maakte een klein knikje met haar hoofd en er straalde enige voldoening in haar glimlach door. |
1213 |
Ze richtte zich in al haar lengte op en keek recht voor zich uit, min of meer over Cadsuanes hoofd heen. |
1214 |
Misschien voelde ze wel twaalf paar ogen in haar rug. De andere raadsleden plaatsten haar lot op de weegschaal. |
1215 |
Ergens achter die deur bevond zich een kaart en weldra zou worden aangegeven waar die geleider zich bevond. |
1216 |
Shalon wierp een blik over het hek en knipperde weer met haar ogen toen de kleine zwarte wiggen veranderden. |
1217 |
Harine had haar naam niet meer gebruikt nadat ze zeilvrouwe was geworden, behalve zo nu en dan als ze alleen waren. |
1218 |
Min stond hem met de armen over elkaar aan te kijken, trok toen haar rok goed en streek die glad op haar heupen. |
1219 |
Ze wilde iets duidelijk te maken, en je zou als een hond worden afgemaakt als je er nu vandoor ging. |
1220 |
Hij moest de winter indrinken, tot hij het hart van de winter tot iets gemaakt had wat op Zonnedag leek. |
1221 |
Ze rolde om en hief haar hoofd op, en hij besefte dat ze probeerde zichzelf in de spiegel van de wastafel te zien. |
1222 |
Ik denk wel dat ik jouw geheim kan bewaren, voorlopig althans. Niet iedereen weet dat je in de stad bent. |
1223 |
Deze keer nam hij niet de moeite om zijn vloek in te houden en Cadsuanes klap ontwrichtte bijna zijn kaak. |
1224 |
Dat hielp om de vlekken weg te jagen. Hij wilde aan zijn kaak voelen, maar hij hief zijn handen niet op. |
1225 |
Toen hief ze boos de handen in de lucht en liep binnensmonds mopperend met grote stappen achter Cadsuane aan. |
1226 |
Zelfs terwijl ik hier sta, kan ik nauwelijks zeggen of je ontdaan bent of niet. Hoe dan ook, hier is het beter. |
1227 |
Dat besef is even sterk in mij verankerd als de eed die ik gezworen heb om je te gehoorzamen. Even sterk. |
1228 |
Vertrouwen of geen vertrouwen, als het enigszins kon, zou nooit iemand antwoord op die vraag krijgen. |
1229 |
De hele wereld wil dat weten. Ik wist dat je diep in het zuiden zat en dat je dagenlang niet had gereisd. |
1230 |
Maar ik wist niet dat je hier was tot ik door de poort in de heuvels ten noorden van de stad stapte. |
1231 |
Hij nam er twee dagen voor om het te aanvaarden, en ik heb nooit gemerkt dat ze hem onder druk zette. |
1232 |
Zonder die steun zul je elk land moeten veroveren, en daar ben je tot dusver nog niet al te succesvol in geweest. |
1233 |
De vrees dat de zusters hem zouden gebruiken voor hun eigen doeleinden had hem blind gemaakt voor al het andere. |
1234 |
Over al het andere kunnen ze vrijelijk onderhandelen, zolang ze de opstand maar beëindigen. Daarna.. |
1235 |
Sorilea heeft haar op het hart gedrukt om als een moederkloek over ons te waken, en dat doet ze. Op haar manier. |
1236 |
Ik zal het geheimhouden als je dat wilt. Ik kon nooit langer dan een paar dagen in een stedding blijven. |
1237 |
De vochtige wind die over het meer naar de stad werd geblazen, werd kouder toen de schemering overging in de nacht. |
1238 |
De wind speelde met haar mantel terwijl ze twee zilveren penners uit haar beurs pakte en aan de dragers gaf. |
1239 |
Deze plek, die hoog en steil boven het water oprees, was de enige plek op het eiland die op een heuvel leek. |
1240 |
Cadsuane zat met haar naaimandje op een tafeltje naast de marmeren schouw kalm op haar borduurraam te werken. |
1241 |
Ze was niet alleen. Verin legde haar mantel over de rug van een stoel, ging op een andere zitten en wachtte. |
1242 |
Naar andere zusters toe was Elza zich altijd heel goed van haar rang bewust, misschien zelfs wel te veel. |
1243 |
Cadsuane hield haar hoofd over het borduurraam gebogen en bleef met haar naald kleine steekjes maken. |
1244 |
Ik verslikte me bijna toen het bij me opkwam dat deze plaats de reden kon zijn waarom hij niet meer rondreist. |
1245 |
Als je er ooit aan toekomt om die thee in te schenken, zal ik misschien nog wat mededeelzamer worden. |
1246 |
De zon stond recht boven hun hoofd, al hoopte Elayne vurig dat het nog steeds nacht was in de echte wereld. |
1247 |
Ze wilde echt wat slapen voor de ochtend aanbrak. Ze was de laatste paar dagen steeds vermoeid geweest. |
1248 |
Deze stroom welde zo sterk op uit een bron onder een rots dat een man erdoor meegesleurd kon worden. |
1249 |
Maar aan de andere kant van die grote rotsplaat stond een nieuwere herberg, vele malen groter, die bijna klaar was. |
1250 |
Misschien stuurde ze zelf wel iemand naar Emondsveld, als ze tenminste iemand wist die ze kon vertrouwen. |
1251 |
Toen ze haar tegen zich aanhield, verdween de sneeuw en was er op hun rok geen enkel nat plekje meer te zien. |
1252 |
Ze kon maanden slapen. Ze had moeite met haar plicht, maar de plicht won, want het zou een drukke dag worden. |
1253 |
Door het schuin naar binnen vallende licht kon ze zien dat de zon al een tijdje geleden was opgekomen. |
1254 |
Met een ruk werd de ander wakker en reikte naar haar mes, dat op een klein tafeltje naast haar bed lag. |
1255 |
De mannen waren niet al te erg, afgezien van her feit dat ze het wisten en dat zij wist dat zij het wisten. |
1256 |
De met kant afgezette sjerp en het kant rond de nek en polsen versterkten de harde trekken op zijn gezicht. |
1257 |
Geef me tien dagen en ik kan honderd man vinden die beter zijn en u met evenveel liefde in het harr dragen als ik. |
1258 |
Maar steeds als ze opperde dat het er niet zoveel hoefden te zijn, zette Birgitte de hakken in het zand. |
1259 |
Aviendha toonde hem haar tanden en hij knipperde met zijn ogen en kuchte toen achter een magere hand. |
1260 |
Nu zou ze hen niet door gebrek aan goud kwijtraken voor Birgitte nieuwe mannen had geworven om hen te vervangen. |
1261 |
Wanneer je een verspieder vindt, had Thom haar verteld, wikkel ze dan in zwachtels en voed ze met een lepel. |
1262 |
Als ze inmiddels nog niet bekend waren met de verhalen over een aanslag op haar, moesten ze wel doof zijn. |
1263 |
Het was heel vernederend dat Aviendha haar min of meer naar bed moest dragen, maar ze kon niet ophouden. |
1264 |
Ze werd gevolgd door de gehelmde gardisten. Het was pas zeven dagen geleden dat ze waren vertrokken. |
1265 |
Merililles terugkeer was belangrijk en aan haar haast te zien bracht ze ofwel goed of heel slecht nieuws. |
1266 |
Vandaag droeg ze een ruim zittende groene broek bij haar rode jasje, een combinatie die pijn deed aan de ogen. |
1267 |
Hij behoorde niet hier te zijn, maar ze liet hem blijven en schonk hem zelfs een heel warme glimlach. |
1268 |
Elayne bleef glimlachen tot de deur dichtviel. Alles wat haar kind beschermde wras ze bereid te doen. |
1269 |
Ze had gehoord dat hij Elaynes leven had gered, maar was al weg toen de geruchten over hen beiden begonnen. |
1270 |
Ditmaal lag er geen glimlach op zijn smalle gezicht. Turend in zijn wijnbeker trok hij de schouders op. |
1271 |
Zelfs het grootste leger ter wereld is zonder have of goed slechts een verzameling bewegende lijken. |
1272 |
Birgitte keek strak en donker naar zijn rug, maar Elayne gebaarde haar dat ze zich rustig moest houden. |
1273 |
Zeer veel zusters lijken zich afzijdig te houden tot de moeilijkheden in de Toren voorbij zijn, vrees ik. |
1274 |
Geloof me, ik heb het op de harde manier moeten leren. Ze vinden altijd wel een weg om het je betaald te zetten. |
1275 |
Nou ja, ze beende boos weg, al vloekend en tierend, terwijl ze de deur met een klap achter zich dichtgooide. |
1276 |
Alles moest echter zo verschrikkelijk snel gebeuren dat Elayne een goede smoes had om er niet naar te luisteren. |
1277 |
Essande werd opgetrommeld om gepaste kleding klaar te leggen, terwijl Elayne snel een vroeg middagmaal genoot. |
1278 |
Blijkbaar had Monaelle ook gezegd dat het overslaan van maaltijden even slecht was als te veel eten. |
1279 |
In vogelvlucht ongeveer vijftig roede ten noorden van Caemlin, maar voor haar slechts een stap door een poort. |
1280 |
Ze droeg nog steeds haar Aielkleren, met als enige sieraden de zilveren ketting en de dikke ivoren armband. |
1281 |
Toch gaf ze niet de indruk het koud te hebben, alhoewel ze haar doek strak om haar hoofd had geslagen. |
1282 |
De binding bracht naast oplettende aandacht ook ergernis over. Elayne zuchtte en haar adem wolkte wit rond. |
1283 |
Een dochter daarentegen stelde de opvolging veilig, terwijl een zoon alleen opzij geschoven kon worden. |
1284 |
Moge de vrede me verlaten en de Verwording mijn ziel verteren indien u of de uwen in ons kamp enig kwaad geschiedt. |
1285 |
Even later kon ze geharnaste schildwachten te paard onderscheiden en nog wat later reden ze het kamp in. |
1286 |
Een leger werd altijd gevolgd door grote aantallen mensen, soms door evenveel mensen als het leger groot was. |
1287 |
Ze weerstond de aandrang om de Bron te omhelzen en saidar te putten door de schildpadangreaal op haar borst. |
1288 |
Zijn gelaat vertoonde geen enkele rimpel, al hing zijn knor lang en wit langs de zijkant van zijn gezicht. |
1289 |
Haar donkere haar toonde al wat grijs, maar ondanks haar glimlach was er niets moederlijks aan haar te bespeuren. |
1290 |
Hij was echter groot en breedgeschouderd, ging in het groen gekleed en zag er sterk uit. Zeker geen dwaas. |
1291 |
Ethenielle schonk Tenobia wederom een snelle blik toen ze zelf plaatsnam en mompelde iets binnensmonds. |
1292 |
En we hebben deze lange tocht ondernomen om slechts te ontdekken dat niemand weet waar we hem kunnen vinden. |
1293 |
Elayne dwong zich rustig adem te halen en hun blikken zonder met de ogen te knipperen te beantwoorden. |
1294 |
Hier was ze niet de erfdochter van Andor die moest strijden om de aanspraken op haar moeders troon of nog meer. |
1295 |
In feite hoop ik van ganser harte dat jullie door Andor trekken zonder dat ergens een zwaard moet worden getrokken. |
1296 |
Aviendha keek haar fronsend vanuit de ooghoeken aan. Zelfs nu wilden ze nog voor de aanstaande moeder zorgen. |
1297 |
Ze zouden nu zeker naar het zuiden trekken, wist ze, maar zonder hun instemming zou er veel bloed worden vergoten. |
1298 |
Ze geloofde nog steeds dat de dieren zouden blijven staan als ze niet voortdurend werden aangespoord. |
1299 |
Ze dacht er pas aan toen de zilveren spleet verscheen en die uitzicht bood op een veld met bruin gras. |
1300 |
De schemering viel snel in en de hemel werd donkergrijs; de schaduwen in de straten versmolten met elkaar. |
1301 |
Een groepje van vier gardisten kwam te paard op hen af, maar reed hen zonder op of om te kijken voorbij. |
1302 |
Haar mes stak in de bedstijl en ze lagen nog steeds op de verkreukelde linnen lakens en warrige dekens. |
1303 |
Hij droeg slechts de zijden das die zijn litteken om zijn hals verborg, en zij had alleen maar haar vel aan. |
1304 |
Hij had er op de een of andere manier nogal wat opgelopen, hoezeer hij ook had geprobeerd dat te voorkomen. |
1305 |
Zijn geluk leek bij de paardenrennen niet te werken, maar hij zou tegen het hele stel op Pips hebben gewed. |
1306 |
Hij had een goed idee om de man over te halen reeds voor de lente weg te gaan, als het erop aan zou komen. |
1307 |
Een gevaarlijk idee misschien, maar hij had niet veel keus. De andere mogelijkheid was veel gevaarlijker. |
1308 |
Hij reed niet alleen achteraan. Meer dan vijftig mannen en vrouwen stapten in twee rijen achter hem aan. |
1309 |
Hij had geen enkele poging gedaan om tijd te rekken of zich te verbergen, laat staan de bestraffing te ontlopen. |
1310 |
De mantelkappen hingen op de rug en de koude wind blies hun mantels omhoog, alsof de kou hen niet deerde. |
1311 |
De meeste kooplieden zouden nog handelen met de moordenaars van hun moeder als het hun winst opleverde. |
1312 |
Het grootste deel scheen opnieuw te zijn opgetuigd, met Seanchaanse geribbelde zeilen en ander soort tuigage. |
1313 |
Niemand op de pier besteedde enige aandacht aan hem. Zodra de boten waren losgegooid, verdwenen de officieren. |
1314 |
Ze staken hun neus in de boten die de aangemeerde schepen verlieten en niet van Seanchaanse afkomst waren. |
1315 |
Zijn linkerbeen kon nog net zijn gewicht dragen. Misschien zou een heet bad de pijn iets verminderen. |
1316 |
Luca moest verrast worden, maar voor hij naar Luca kon, moesten er nog wat probleempjes worden opgelost. |
1317 |
Dat is begrijpelijk. Maar als ik je kwaad had willen doen, had ik die avond slechts weg hoeven lopen. |
1318 |
Ik heb belangrijke mannen plannen zien beramen, en ook schurken die even duister zijn als de Doemkrocht. |
1319 |
Als er nog iets is wat ik voor je kan doen, vraag het gerust. Maar nu ga ik op zoek naar een heet bad. |
1320 |
Zoals altijd draaide ze zich om zodra hij haar zag en verdween. Haar witte plooirok ruiste zachtjes. |
1321 |
De rode kleren had hij in de klerenkast gestopt, samen met alle andere opzichtige kleding die ze hem gegeven had. |
1322 |
De jas die hij aan had, was het eenvoudigste dat hij bezat, een blauwe jas van fijne wol zonder borduursel. |
1323 |
Het soort jas dat een man kon dragen zonder dat iedereen hem stond aan te gapen. Een fatsoenlijke jas. |
1324 |
Ze grijnsden bij hoorbaar afgesloten weddenschappen over hoe snel hij zich weer zou verkleden als Tylin terug was. |
1325 |
Een aantal vrouwen en bijna alle mannen beschouwden het omkleden als een teken dat hij ging vertrekken. |
1326 |
Hoe meer mensen konden zeggen dat hij zijn vlucht voorbereidde tijdens Tylins afwezigheid, des te beter voor haar. |
1327 |
Het gebeurde iets te vaak om zich gerust te blijven voelen. Maar ook niet zo vaak dat hij meende dat ze hem volgde. |
1328 |
Hij betwijfelde of het meisje een tweede keer zou geloven dat hij zoetigheid voor een windvindster kwam brengen. |
1329 |
Hij begreep toch al nooit wat vrouwen in een man aantrok, want ze leken bij de gewoonste kerel uit hun bol te gaan. |
1330 |
Vrouwen logen om een man in bed te krijgen, en ze logen nog erger als ze hem daar eenmaal in hadden. |
1331 |
Niet meer dan dat. Er was meer nodig dan enkele kletsende vrouwen of starende meisjes om hem te laten zweten. |
1332 |
Er was elke nacht een nieuwe moord, hoewel niemand anders dan zij drieën de moorden met elkaar in verband bracht. |
1333 |
Hij had hem in de keuken gevonden, waar hij met de koks zat te kletsen over hoe je kip in honing kon braden. |
1334 |
Thom Merrilin had zijn eigen maniertjes waarmee hij geruchten kon opvangen en samenvoegen tot een volledig plaatje. |
1335 |
Jammer genoeg had hij eerst aan de deur geluisterd en genoeg gehoord om niet het bos ingestuurd te kunnen w:orden. |
1336 |
Mart had geen andere keus dan bij de deur te gaan staan om te voorkomen dat er nog iemand zou binnenkomen. |
1337 |
Hij vermoedde dat als Beslan het teken gaf, hij en zijn vrienden de enige opstandelingen zouden zijn. |
1338 |
Voor de rest leken ze twee stappen te zetten en dan tegen een stenen muur te botsen. Of een struikeldraad te raken. |
1339 |
Het was beter dan staan, maar niet veel beter. De meeste mensen zouden op dit uur vast in slaap zijn. |
1340 |
Schijnbaar vindt ze de zang van baniergeneraal Yamada goed genoeg om te besluiten dat ze met hem wil trouwen. |
1341 |
Schrijven in een handschrift waarvan de bezitter zelf dacht het geschreven te hebben, dat was pas kunst. |
1342 |
De vroegere speelman glimlachte alsof hij een nietszeggend praatje hield, maar hij hield zijn stem zacht. |
1343 |
Mart wilde boos uitvallen, maar in plaats daarvan grinnikte hij zo ontwapenend mogelijk, en Narvin vertrok nijdig. |
1344 |
De pijn was echt minder geworden. Hij had zijn wandelstok aan de kant gelegd en oefende om aan kracht te winnen. |
1345 |
Hij meende twee of drie span te kunnen lopen zonder het been rust te moeten geven. Zonder al te veel rust, dan. |
1346 |
De lijn kronkelde in zijn hand als een lange zilveren slang, glinsterend in het flakkerende lamplicht. |
1347 |
Hij liet de kerel zijn tanden zien en hoopte dat de Shienaraan het als een glimlachend bedankje zag. |
1348 |
Als je weg wilt, ga dan met een vissersboot van je man. Maar ik stel voor dat je een paar dagen wacht. |
1349 |
Het ergste van alles was dat ze het zelfs nog moeilijker zouden maken om de stadspoort uit te komen. |
1350 |
Zijn eigen ervaring was in dit geval meer dan voldoende. Fen pookte met een harde vinger in zijn linkerschouder. |
1351 |
Mart voelde een spierknoop in zijn nek wat losser worden, ongeveer op de plek waar de beulsbijl zou treffen. |
1352 |
Setalle klikte de armband om haar pols, wikkelde de lijn om haar onderarm en hield de open halsband omhoog. |
1353 |
Hij moest de maat verkeerd hebben ingeschat: de halsband paste precies boven de hoge hals van haar gewaad. |
1354 |
Ze kromp in elkaar en haar armen en benen en zelfs haar vingers trilden en bogen zich in vreemde hoeken. |
1355 |
Toen hij de voet van het hoge standbeeld van koningin Nariene bereikte, viel een hand op zijn schouder. |
1356 |
Een gevecht was niet de manier om onopvallend te blijven. Bovendien wist hij niet zeker of hij wel kon winnen. |
1357 |
Domon zag er dik uit, maar dat vet lag over harde spieren heen. Een drankje zou trouwens best welkom zijn. |
1358 |
Ze droeg een lichtgele plooirok, met daaroverheen een met bloemen geborduurd gewaad. Mart herinnerde zich haar. |
1359 |
Als je anderen kent zoals jezelf, zal ik ze huren. Maar ze moeten in staat zijn om hun mond te houden. |
1360 |
Domon gromde en schudde zijn hoofd, en even leek ze nog bozer, maar toen verloor haar gezicht de strenge trekken. |
1361 |
Om iedereen hun plaats te wijzen, als het erop aankwam. Egeanin was heel wat minder taai dan ze eruitzag. |
1362 |
U kunt altijd meer goud krijgen, maar eerst moet u proberen niet in handen van de Zoekers te vallen. |
1363 |
Thom heeft me verteld dat ze zich ergens heel erg druk over maken. Over hete ijzers en de pijnbank klaarmaken. |
1364 |
Nu was hij daar niet zeker van – ze fronste zelfs – maar één ding wist hij wel: het effect van zijn glimlach. |
1365 |
Ze deinsde niet terug – hij vermoedde dat ze voor heel weinig dingen terugdeinsde – maar ze knikte bijna. |
1366 |
Maar Juilin keek elke keer weer boos als hij naar het weggesmeten bundeltje in de hoek van de kamer keek. |
1367 |
Ze zei alleen dat ze er drie wist die zouden doen waarvoor we ze nodig hebben, en ze kan ze morgen al hebben. |
1368 |
We liepen uiteindelijk weg en lieten de munt staande op de tafel achter. Ik neem aan dat er van alles kan gebeuren. |
1369 |
Als het verhaal de ronde ging doen dat zoiets bestaat, mag her Licht weten welke verhalen er dan zullen ontstaan. |
1370 |
Verhalen hebben macht. De verhalen van speelmannen, de vertellingen van minstrelen, en ook de geruchten op straat. |
1371 |
Als ze geloven dat hij een speelpop van de Toren is, hebben ze nog meer reden om zich tegen hem te keren. |
1372 |
Een man wilde altijd de vijandelijke generaal laten geloven dat hij iets anders ging doen dan wat hij ging doen. |
1373 |
Om dezelfde redenen werden oogsten vernietigd, waarna tienduizenden stierven tijdens de hongersnood die volgde. |
1374 |
Ik denk niet dat we er morgenavond aan toe komen en ik wil graag minstens een van de twee nachten slapen. |
1375 |
Die gedachte deed hem lachen, hoewel het te veel het geluid van hees gefluister had om leuk te zijn. |
1376 |
Hij rolde het zegel over de rug van zijn hand heen en weer en probeerde te bedenken wat er fout kon gaan. |
1377 |
In verhalen was dit niet het soort dag voor grootse reddingen en ontsnappingen. Het was een dag voor moordpartijen. |
1378 |
Geen plezierige gedachte als je hoopte de dauw van de volgende dag mee te maken. Het plan was eenvoudig. |
1379 |
Een gewone donkergroene jas. Een man wilde heel gewoon zijn terwijl hij zaken als die van vandaag afhandelde. |
1380 |
Hij paste net zo goed op de veer als op de beurs waarin twintig goudkronen en een vuistvol zilver zaten. |
1381 |
Maar Beslan had die reden geslikt als een eend vers kroos, en hij weigerde er buiten gelaten te worden. |
1382 |
Op geen enkele manier kon natuurlijk geheim worden gehouden dat drie Roodarmen de paarden uit de stallen haalden. |
1383 |
Een bosbrand kon niet zo snel van droge boom tot boom overslaan als de onderlinge praatjes van vrouwen. |
1384 |
Alleen de wachters buiten zouden wakker zijn, maar hij wilde niet riskeren dat hij ermee gezien werd. |
1385 |
Goed zwart taxushout was buiten Tweewater bijna onmogelijk te vinden, en ze sneden het bovendien altijd te kort. |
1386 |
Geluk luisterde heel nauw, met de dobbelstenen. Elders op geluk vertrouwen kon een man zijn dood betekenen. |
1387 |
Hij ging op het bed liggen, legde zijn gelaarsde benen over elkaar en bleef naar de boog en speer kijken. |
1388 |
Het duurde zo lang voordat het donker werd dat hij bijna opstond om te zien of de zon was blijven hangen. |
1389 |
Maar eindelijk vervaagde het grijze licht tot een purperen schemering, en toen tot volledige duisternis. |
1390 |
Werklieden die het weer hadden getrotseerd, zouden hun gereedschap nu neerleggen en naar huis sloffen. |
1391 |
Alles was nu in beweging. Olver zat veilig in die oude stal, waar nog een groot deel van het dak aanwezig was. |
1392 |
Hij kwam overeind, liep al tastend door de inktzwarte kamer en sloeg het raam in een hoog venster open. |
1393 |
De maan was achter wolken verborgen en de stad was een donkere massa in de in regen gehulde duisternis. |
1394 |
Als ze tenminste echt in staat was geweest om er drie te vinden die volgens haar zouden doen wat ze beval. |
1395 |
Misschien, in zulk weer. Zijn gezicht vertrok tot een grijns en hij trok zich verder terug in de voorhal. |
1396 |
Na een paar tellen verschenen er vier gestalten in zware mantels, die zich naar de deuropening haastten. |
1397 |
Dat deed er ook niet toe. Wat er wel toe deed, was dat ze hier waren en klaar stonden om te doen wat nodig was. |
1398 |
Seta en Renna kenden uiteraard de weg, en hij werd geacht enkel zijn mantel en verdere eigendommen te pakken. |
1399 |
Niet echt een beeld dat vertrouwen uitstraalde. Nou ja, als wensen paarden waren, zouden bedelaars rijden. |
1400 |
Hij glipte even zacht de kamer uit als hij was binnengekomen en deed de deur dicht. En hapte naar adem. |
1401 |
Ze doet het heel goed nu, vrouwe, maar... Mart hield nog steeds zijn adem in en liep op zijn tenen achteruit. |
1402 |
Hij greep een zomertapijt om overeind te blijven, en de kleurige zijde scheurde half uit de kroonlijst. |
1403 |
Daarna kon hij alleen nog strompelen. Maar hij strompelde zo snel als geen man ooit eerder gedaan had. |
1404 |
Hij moest zich alleen om de vrouw voor hem bekommeren. En de enige manier was rechttoe, zonder omwegen. |
1405 |
Tylin stond erop om zelf aan te geven hoe ze moest worden vastgebonden. Ze scheen er trots uit te putten. |
1406 |
Mopperend trok hij zijn mantel om zich heen en wilde op een holletje door de stortbui naar de stallen rennen. |
1407 |
Hij verwachtte dat ze op de vlucht zou slaan, maar in plaats daarvan liet ze een regen van slagen op hem neerkomen. |
1408 |
Ineens gleed ze van hem weg en gebruikte beide handen om de diadeem te verschikken die haar sluier vasthield. |
1409 |
Er stond nu beslist geen verrukking meer op haar gezicht te lezen, maar slechts intense concentratie. |
1410 |
Hij begreep niet waarom ze niet om hulp had geschreeuwd, maar hij wist dat ze van plan was om hem te schoppen. |
1411 |
Hij sprong op haar af en alles gebeurde tegelijk. Door een pijnscheut in zijn heup viel hij op een knie. |
1412 |
Ze was op een pruilerige manier mooi, met een rozenmondje, maar zeker vijf of zes jaar ouder dan Mart verwacht had. |
1413 |
Dat was de enige uitleg die hij voor zijn late komst gaf, voor hij zijn aandacht richrte op Noals gevangene. |
1414 |
Noal sleepte Tuon naar de andere hoek en liet een arm los om een hand in zijn zak met lange messen te steken. |
1415 |
Teslyn was echter een huiverend hoopje verlangen, dat haar lippen likte en naar de staldeuren staarde. |
1416 |
Ze draaide haar hoofd zo snel naar hem toe dat haar paardenstaart rondzwierde en in haar gezicht sloeg. |
1417 |
Ze bleef tussen hen in staan en kromp half ineen. Ze legde een hand op ieders schouder alsof ze bescherming zocht. |
1418 |
Ze sloeg tenminste geen wartaal meer uit. Vreemd, hoe dat met vrouwen zomaar kon beginnen en verdwijnen. |
1419 |
Het stond vol met kleine vierkante tafeltjes. Maar zelfs midden op de dag was slechts een op de vijf tafels bezet. |
1420 |
Alle vreemdelingen in de gelagkamer waren mannen, aangezien de vrouwen meestal in de vrouwenkamer zaten. |
1421 |
Soms werd met een kreet van een tafel een bediende geroepen die naast de anderen achterin stond te wachten. |
1422 |
Hij nam de gekreukte tekeningen terug van een bediende met een vierkante kaak, die hij apart had genomen. |
1423 |
Onder de gele boog naar de vrouwenkamer stond een magere vrouw met een grote ivoren kam in haar donkere knot. |
1424 |
Twee grote haarden aan elke kant van de kamer verjoegen de kou, maar Rhand hield zijn handschoenen aan. |
1425 |
Hij deed alsof hij in de wijnbeker tussen zijn handen staarde, terwijl hij een oogje op de buitendeur hield. |
1426 |
Het moest wel. Er kwam een lange man binnen, gehuld in een vochtige mantel waarvan de kap zijn gezicht verborg. |
1427 |
In Mins binding voelde hij dat ze deze dag alledrie de stad uit waren en de heuvels in waren gereden. |
1428 |
Dat had hij aanvaard. Ze hebben geprobeerd me te doden, en daarom wil ik ze dood hebben, dacht hij. |
1429 |
Het haar van de dragers plakte doorweekt op de rug en hun laarzen spetterden door de plassen op de kasseien. |
1430 |
Ik denk dat ze zowat alle manieren kent om iets met de Kracht te vernietigen, maar helaas niets anders. |
1431 |
Daarom lees ik niets over veldslagen. Ze schijnen op den duur weinig te veranderen, alleen maar de nabije toekomst. |
1432 |
Veldslagen kunnen de geschiedenis veranderen. Hij leek uit die woorden geen troost te kunnen putten. |
1433 |
De moeilijkheid is dat je soms niet kunt zeggen hoe de geschiedenis veranderd wordt, tot het te laat is. |
1434 |
Ze vindt het veel belangrijker of mensen dwaas doen of niet. Als je aantoont geen dwaas te zijn, zal ze luisteren. |
1435 |
Ik verontschuldig mij voor mijn gedrag in Cairhien en ik zal mijn best doen om mij in de toekomst te beheersen. |
1436 |
Als ze je voorstel aanvaardt en jij geen echte dwaas bent, dan zul je luisteren naar haar raadgevingen. |
1437 |
Ze was nog steeds ergens opgewonden over, een gevoel dat rees en daalde alsof ze het trachtte te onderdrukken. |
1438 |
Er stroomde een koesterende warmte door de binding, hoewel ze haar opwinding nog steeds probeerde te onderdrukken. |
1439 |
Denk aan haar als je tante, als iemand die niets van allerlei onzin moet hebben, en je zult het goed bij haar doen. |
1440 |
Als de voorzieningen en het voedsel niet zo goed waren, zou ze misschien helemaal geen klanten hebben. |
1441 |
In plaats van Rhand de boodschap te geven, verbrak ze met haar duim het zegel en vouwde de brief open. |
1442 |
Hij sprong van de bank op en wist de brief uit haar hand te grissen voor ze hem in de vlammen kon gooien. |
1443 |
Hij sloeg helemaal geen acht op haar. Het metalig rood en goud van de draken op zijn armen glinsterden. |
1444 |
Haastig liet ze het ding op het bloementapijt vallen en schopte het met de zijkant van haar voet onder het bed. |
1445 |
Haar gezicht hoorde op dat van een porseleinen pop te zitten, zo weinig gevoelens weerspiegelde het. |
1446 |
Bijna. Rhand gordde zijn zwaard aan over zijn jas, deed zijn mantel om en wendde zich naar haar toe. |
1447 |
Hij knikte, alsof hij het werkelijk begreep, en pakte zijn handschoenen van het tafeltje bij de deur. |
1448 |
Rana leek altijd te weten als je iets had uitgehaald en zorgde ervoor dat je dat geen tweede keer flikte. |
1449 |
Aan weerszijden van de straat stonden stenen winkels en huizen met leien daken, de meeste met een verdieping. |
1450 |
Dat was de winkel van een kaarsenmaker, en vanaf het dak van deze winkel kon je gemakkelijk naar beneden springen. |
1451 |
Een windvlaag blies de kap van het hoofd van de kleinere man. Hij greep ernaar, maar het kwaad was al geschied. |
1452 |
Charl Gedwyn had de gewoonte overgenomen om zijn haar achter met een zilveren speld bijeen te houden. |
1453 |
Op de speld zat een rode steen. De man had een hard gezicht en hij keek met uitdagende blikken de wereld in. |
1454 |
Rhand liep Zerams winkel voorbij, bleef voor het lage huis staan en keek zo onopvallend mogelijk rond. |
1455 |
Dat hij geen straatwachten zag, betekende niets; hij had de wachten die Rochaid waren gevolgd ook niet opgemerkt. |
1456 |
De steenachtige bodem vertoonde de sporen van vuilkarren die er in de ochtenden langs werden getrokken. |
1457 |
Zachtjes stappend zochten de twee mannen de vloerplanken af tot ze een tweede luik in de vloer vonden. |
1458 |
Hij landde licht op de bal van zijn voeten in een kamer die in plaats van de zolder als opslagruimte werd gebruikt. |
1459 |
Hij gebaarde Lan hetzelfde te doen als bij het luik en plaatste zich voor de deur, met zijn zwaard in beide handen. |
1460 |
Hij draaide zich onhandig om en weerde de steken van de kromme dolk af. Elke beweging kostte hem inspanning. |
1461 |
Een dolle wezel die zelfs een luipaard aan zou vliegen. Met die dolk kon hij een hele troep luipaarden doden. |
1462 |
Torams gezicht stond vermoeid, maar hij ging de zwaarddans aan als een sierlijke zwaardmeester, die hij ook was. |
1463 |
De grote robijn op de greep gloeide in het licht van de lampen die op de tafels in de vensterloze kamer stonden. |
1464 |
Zodra Rhand de kamer inliep, raasden het vuur en ijs weer door zijn zij tot hij zijn hart voelde huiveren. |
1465 |
Het was niet genoeg, maar hij moest het ermee doen. Rhand was het zat waar hij het allemaal mee moest doen. |
1466 |
Op zolder sprong Lan omhoog om de rand van het luik te grijpen en trok zich op om op het dak te komen. |
1467 |
Met Fajin was ook de verschrikkelijke pijn verdwenen, maar zijn zij voelde aan alsof die met bijlen was bewerkt. |
1468 |
Hij vermande zich om het te proberen, en toen stak Lan zijn hoofd door het luik en stak een hand uit. |
1469 |
Rhand gooide zich om en greep Lans pols, maar zijn gewicht trok hem over de gladde grijze helling omlaag. |
1470 |
Tevergeefs grabbelden ze met hun vrije hand naar uitsteeksels, naar de rand van een lei, naar alles. |
1471 |
Rhands gehandschoende vingers wisten iets te grijpen. Hij wist niet wat het was en het kon hem niet schelen ook. |
1472 |
Wat zijn vingers hadden gegrepen, knapte met een scherp geluid, en de steeg kwam hen razendsnel tegemoet. |
1473 |
Het kwam van de kant van het wachthuisje en het lawaai van de ratels van de straatwachten werd steeds luider. |
1474 |
Ook Nynaeve perste zich snel tegen de stenen gevel, vlak naast de verkoopster, die met open mond rondkeek. |
1475 |
Een menigte wachten vulde de hele straat en hun vangstaken en vechtstokken staken als pieken omhoog. |
1476 |
Zeker honderd man riepen elkaar van alles toe alsof ze opeens twijfelden over wat ze hierna moesten doen. |
1477 |
Ze trok de kap van haar mantel over het hoofd en liep naar de mannen toe die voor de laarzenmaker stonden. |
1478 |
Je hebt de raadsleden de stuipen op het lijf gejaagd door te geleiden in een plaats waar niemand kan geleiden. |
1479 |
Als ik tenminste iets kan klaarspelen. Maar ik heb de jongen iets beloofd en ik houd me aan mijn beloftes. |
1480 |
Hij liet hem daar staan en dwong zich het hele rondje te lopen, helemaal rond tot aan de ijzeren deur. |
1481 |
Ze liep statig en toonde geen haast. Bij haast namen mensen aan dat je bezorgd was en dat zij sterker stonden. |
1482 |
Cadsuane zuchtte. Het was een lompenleger van niks, maar zelfs een leger in nood diende orde en tucht te bewaren. |
1483 |
Hun hoofden draaiden tegelijk naar de goudblonde vrouw en het gekwetter ging over in heerlijke stilte. |
1484 |
Maar het waren en bleven slechts klerken en boodschappenjongens. De schrijvers aarzelden in ambtelijke verbazing. |
1485 |
Ze schoven over de vloertegels naar de zijkant van het vertrek en de schrijvers weken voor haar uiteen. |
1486 |
Aleis zat aan het hoofd van de cirkel en keek fronsend hoe Cadsuane haar kleine stoet de kamer inleidde. |
1487 |
Ik heb in de loop der jaren tegenover meer dan twintig geleiders gestaan. Hij jaagt mij geen angst aan. |
1488 |
Ze had geoefend, het kleine gouden honingvogeltje kon lang niet zoveel saidar bevatten als Nynaeves gordel. |
1489 |
Hij voelde de kou niet echt, alleen maar als iets dat ver weg was en eigenlijk niets met hem te maken had. |
1490 |
De straatwachten die hem de avond ervoor uit de kerker kwamen ophalen, hadden verbaasd gezien dat hij glimlachte. |
1491 |
Cadsuane boog zich half uit haar zadel, sprak enkele zachte woorden en overhandigde de man een opgevouwen papier. |
1492 |
Harine wilde hem niet uit het oog verliezen en had daardoor de afgelopen nacht maar weinig geslapen. |
1493 |
Je hebt een overeenkomst met ze gesloten, knaap, en dat is net zo geldig als een getekend verdrag of je belofte. |
1494 |
Hij wist zeker dat zij hem even snel in de steek zou laten als de vier vrouwen, misschien nog sneller. |
1495 |
De paarden hielden hun staarten strak tegen de wind, maar nu en dan stampte een hoef of werd een hoofd opgegooid. |
1496 |
Nu het tijdstip was aangebroken gleed haar hand over de volle tas, een beweging die ze niet eens leek te merken. |
1497 |
Lews Therin had ervoor gezorgd dat die naam in zijn hoofd verankerd was alsof die er altijd was geweest. |
1498 |
Rhand stapte af en keek naar de boven de bomen uitstekende gebouwen van de stad die ooit Aridhol had geheten. |
1499 |
Het kristallen zwaard met het lange doorzichtige gevest en de iets gebogen kling fonkelde in het bleke zonlicht. |
1500 |
Het waren gladde witte beeldjes van een voet hoog, elk met een doorzichtige bol in een opgeheven hand. |
1501 |
Een mannengezicht op het randje van herkenbaarheid. Licht, als dat ooit gebeurde wanneer hij saidin echt vasthield. |
1502 |
Hij zag Nynaeve snel ademhalen, besefte dat het maar een tel duurde, maar voor hem leken het wel uren voor. |
1503 |
Het was zo... anders. Vergeleken met het geweld van saidin was saidar een kalme rivier, een lieflijke stroom. |
1504 |
Nynaeve had hem gezegd wat hij moest doen, maar het had zo vreemd geleken dat hij haar eigenlijk nu pas geloofde. |
1505 |
Hij spande zich in en dwong zichzelf om de stromen niet te bevechten, en al snel was de rivier weer kalm en vredig. |
1506 |
Alsof saidar een eigen wil bezat, vormde de weving zich tot krullen en spiralen die hem aan een bloem deden denken. |
1507 |
Zo niet... Hij greep saidin, bestreed het en overmeesterde het in de dodelijke dans die hij zo goed kende. |
1508 |
Temidden van de vuurstormen en de ijzige woede van saidin leek het of de smerigheid bewoog en veranderde. |
1509 |
Ze kon voelen hoe saidar door Nynaeve stroomde in hoeveelheden waarvan niemand zelfs maar had kunnen dromen. |
1510 |
Ze benijdde de wilder erom en bedacht tegelijk dat zijzelf waanzinnig zou zijn geworden van saidars pure vreugde. |
1511 |
Zodra een groep zich had gevormd, verdween die van de heuveltop in verschillende richtingen tussen de bomen. |
1512 |
Het was al laat in de winter en ze was misschien bereid tot de lente te wachten om beter spul te kopen. |
1513 |
Met samengeknepen ogen tuurde hij door zijn vingers en zag een felgloeiende bal; het leek wel een tweede zon. |
1514 |
Hij was van plan thuis te blijven, in zijn eigen huis, met alle deuren dicht, en die brandewijn zelf op te drinken. |
1515 |
Tremalkin was een groot eiland en zo ver van de zee af was er nog maar weinig zilt in de wind te ruiken. |
1516 |
Uit de grond rees een grote stenen hand op die een doorzichtige bol zo groot als een huis vasthield. |
1517 |
Een stroom Lucht die zo dun was als een scheermes sneed de baard van de kerel doormidden toen zij hem onthoofdde. |
1518 |
Ten zuiden van haar straalde dat baken genoeg saidar uit om in één klap een heel werelddeel in as te leggen. |
1519 |
Hij kon niets zien, niets voelen. Hij zwom in woelige vlammenzeeën en klauterde over instortende ijsbergen. |
1520 |
Als hij ook maar een tel de controle verloor, zou de smet hem verscheuren en hem door de buis meevoeren. |
1521 |
Het leek een dun laagje olie op water, zo dun dat je het niet zou opmerken tot je het oppervlak aanraakte. |
1522 |
Het bedekte echter alles, heel die vreemde uitgestrektheid van de mannelijke helft. Het was op zichzelf een oceaan. |
1523 |
Een blik op de met puin bedekte straat deed hem echter van gedachte veranderen om alles om te keren. |
1524 |
In de oorlog kwam de tegenstander altijd met iets onverwachts en je diende daar een antwoord op te hebben. |
1525 |
Maar eerst moest hij dichterbij zien te komen. Opeens zag hij even verderop rechts van hem mensen tussen de bomen. |
1526 |
Met een snauw trok hij zich terug, temidden van het gekraak van brandende bomen en donderende ontploffingen. |
1527 |
Vroeg of laat moest die oude vent moe worden en dan kon hij zich weer bezighouden met het doden van Altor. |
1528 |
Met de rok opgetrokken tot haar knieën rende Cyndane vloekend weg van haar derde poort zodra ze erdoorheen was. |
1529 |
Ze kon horen hoe de ontploffingen de poort naderen, maar ditmaal had ze beseft waarom ze recht op haar afkwamen. |
1530 |
Gelukkig waren enkele anderen er ook. Ze had gezien hoe die vuurfonteinen ook naar andere plekken waren gesneld. |
1531 |
De ontploffingen die hem bijna hadden gedood, stierven weg en begonnen toen weer ergens anders, ergens verder weg. |
1532 |
Niet dat hij erop rekende dat hout erg veel bescherming bood. Hij was eigenlijk nooit een echte soldaat geweest. |
1533 |
Op een onopvallende manier, tenminste zo stelde hij zich dat voor. Hij sloop in de richting van de toegangssleutel. |
1534 |
Ze gebruikte alle kracht van haar cirkel, weefde haar schild en zag tot haar afgrijzen hoe dat werd teruggekaatst. |
1535 |
Ze kreeg geen tijd meer om iets anders te bedenken, want de goudblonde vrouw had zich al omgedraaid en geleidde. |
1536 |
Golven ravenzwart haar omkransten een knap gezicht met groene ogen die fonkelden toen ze glimlachte. |
1537 |
Het gevoel dat elders met de Kracht strijd werd geleverd, maakte haar voorzichtig maar gaf ook hoop. |
1538 |
Ze was met opzet traag geweest in de hoop dat het voorbij zou zijn voor zij gedwongen werd iets te doen. |
1539 |
Zwarte rook steeg in dikke pluimen omhoog van brandende bomen en donderende ontploffingen rolden rond. |
1540 |
Ze kromp ineen toen er een rimpeling over het donkere oppervlak gleed en de koepel zich merkbaar hoger uitstrekte. |
1541 |
Het was waanzin daar nog dichterbij te komen, wat het ook was. Moridin wist niet wat ze hier wel of niet deed. |
1542 |
Ze ging zitten en deed wat ze in een ver verleden zo vaak had gedaan. Vanuit de schaduw toekijken en overleven. |
1543 |
De smerige oceaan van de smet stroomde door hem heen en de snelheid van de stroom maakte een zwiepend geluid. |
1544 |
De reden waarom hij nog steeds de Kracht beheerste, was de smet – een andere reden kon hij niet bedenken. |
1545 |
Gelukkig waren de mannen zo verstandig geweest om te aanvaarden dat ze geen deel konden uitmaken van dit gevecht. |
1546 |
Haar oogleden knipperden zwakjes en haar borsten gingen zwaar op en neer, alsof ze wanhopig lucht naar binnen zoog. |
1547 |
Na zoveel door haar heen te hebben gekregen, en dat urenlang, moest ze wel bijna sterven van uitputting. |
1548 |
Ze nam Nynaeves hoofd in beide handen en verminderde de hoeveelheid saidar die ze in het schild stuurde. |
1549 |
Een vrouw deed langzaam de ronde over de heuveltop terwijl ze alle kanten opkeek, maar alle anderen zaten stil. |
1550 |
Jahar hield het glanzende zwaard Callandor in zijn armen terwijl een vrouw haar hoofd op zijn knie had gelegd. |
1551 |
Ze draaide haar hoofd langzaam om, maar niet helemaal naar de heuvel waar ze die flits had opgemerkt. |
1552 |
Dat was haar zo verblindend duidelijk geworden dat het haar verbaasde dit niet eerder te hebben ingezien. |
1553 |
Zwart leek niet meer het beste woord ervoor. Er was geen woord voor, maar zwart was hiermee vergeleken lichtgrijs. |
1554 |
Vreemd genoeg voelde ze nog steeds geen vrees. Ze dacht dat als ze dit overleefde, ze nooit meer angst zou kennen. |
1555 |
In het licht van de ondergaande zon kon ze nog net de andere kant zien, die in de aarde omlaag liep. |
1556 |
De wonden in de zij van de jongen waren niet veranderd, al had Damer erop gerekend dat dat zou gebeuren. |
1557 |
Na enkele jaren geleiden krijgen ze een leeftijdloos uiterlijk, waardoor hun leeftijd moeilijk te bepalen is. |
1558 |
Leden van een krijgsgenootschap vechten niet onderling, zelfs niet als er een bloedvete tussen hun stammen is. |
1559 |
De sterkste wilder in eeuwen, hoewel ze haar blokkering tegen geleiden alleen kon doorbreken als ze razend werd. |
1560 |
Sindsdien noemt men hem heer, en Guldenoog, vanwege de gele ogen die duiden op zijn band met de wolven. |
1561 |
Sinds het oversteken van de Drakenmuur zijn er groentinten aan toegevoegd om beter op te gaan in het landschap. |
1562 |
Elke clan bezit eigen schepen. Aan het hoofd ervan staat een golfvrouwe, bijgestaan door een wapenmeester. |
1563 |
Werd zelf ook belaagd, omdat een van de zegels van de kerker van de Duistere in zijn bezit was gekomen. |
1564 |
De menselijke gardisten zijn als kind geselecteerd om de keizerin te dienen, wier persoonlijk eigendom ze zijn. |
1565 |
Droomsters kunnen dromen verklaren en toekomstige gebeurtenissen specifieker duiden dan Voorspellers. |
1566 |
Wie van die laatste groep de Kracht niet leert beheersen, sterft vrijwel altijd een verschrikkelijke dood. |
1567 |
Zij mogen slechts huwen als ze het genootschap verlaten, en als ze zwanger zijn mogen ze niet vechten. |
1568 |
Alle kracht die wordt uitgeoefend om hartsteen te breken, wordt door de steen opgenomen en maakt die sterker. |
1569 |
Emon Valda, hun nieuwe kapiteinheer gebieder, is echter met een groot aantal legioenen naar het noorden getrokken. |
1570 |
Los van deze uitzonderingen moet een cirkel met het minimum aantal mannen geleid worden door een vrouw. |
1571 |
Voor elk van hen geldt dat buiten deze gebieden hun autoriteit slechts is gedelegeerd door de vrouwe die hij dient. |
1572 |
Afgezien van hun vrees voor stromend water hebben ze maar weinig zwakten. Spiegels weerkaatsen hen slechts vaag. |
1573 |
Ze hechten grote waarde aan kennis en hun boeken en verhalen gaan vaak over zaken die de wereld vergeten is. |
1574 |
Ogier leven zeker drie tot viermaal zo lang als mensen. Ze zijn zeer vaardig in het bewerken van steen en hout. |
1575 |
De tegenaanval van de Duistere veroorzaakte de smet op saidin en maakte elke mannelijke geleider krankzinnig. |
1576 |
Edelen en geletterden worden geacht ze te beheersen, doch slechts weinigen komen verder dan enkele woorden. |
1577 |
Voorwerpen uit deze stad binden hun bezitter waarna deze uiteindelijk wordt overgenomen door Mashadar. |
1578 |
Uit de omliggende gebieden is er een grote toestroom van vluchtelingen die nieuwe gebruiken introduceren. |
1579 |
Ze hebben groot gezag en veel invloed op de sibbe en stamhoofden, hoewel die hun vaak bemoeizucht verwijten. |
1580 |
Ook de mindere overeenstemming vereist elf Gezetenen, maar slechts twee derde van hen hoeft op te staan. |
1581 |
Er kwamen trouwens weinig mensen zo ver de onderkelders in. Haar weving pikte in de verte het gepiep van ratten op. |
1582 |
Met moeite trok ze zich van de drempel van hysterie terug. Ze moest aan iets anders dan ratten denken. |
1583 |
Omdat ze niet om wilde kijken, bleef ze naar de deur staren en over het onoplosbare raadsels piekeren. |
1584 |
Een kille woede maakte de olijfbruine huidskleur zo donker dat het litteken op haar wang bleek afstak. |
1585 |
Niemand wist waarvan hij was gemaakt, maar het was zo hard als staal, afgezien van het licht hellende bovenvlak. |
1586 |
Dat laatste zou niet gebeuren als hun verdenking juist was. Nee, geen verdenking, het was zekerheid. |
1587 |
Seaine mocht van geluk spreken als Saerin om haar mening zou vragen, laat staan haar advies, voor ze iets besloot. |
1588 |
Yukiri werd omgeven door de saidargloed en ze schermde de vrouw die op de Zetel zat zwijgend volkomen af. |
1589 |
Talenes gezicht leek een masker van doodsangst. Ze beefde en hijgde zo hard alsof ze spannen ver hard gerend. |
1590 |
Talene keek met uitpuilende ogen naar het plafond en kneep ze toen stijf dicht, maar ze schoten meteen weer open. |
1591 |
Talene krijste tot ze geen lucht meer in haar longen had en gierend lucht naar binnen zoog om verder te krijsen. |
1592 |
Iemand zuchtte hoorbaar en Seaine besefte dat zij niet de enige was die de wereld op de kop vond staan. |
1593 |
Saerin had harder moeten werken dan wie ook om de stola te winnen en daarmee het recht om in de Toren te blijven. |
1594 |
Ik zal jullie helpen en alles vertellen wat ik weet, maar ze zullen ons allen doden als we niet vluchten. |
1595 |
Donder en sneeuw, de ergste soort winterstorm, de allerwoeste. Het was niet echt koud in het vertrek, maar. |
1596 |
Ze at amper en was nauwelijks in staat om raad te verschaffen. De jacht op de moordenaar nam haar geheel in beslag. |
1597 |
Drie dagen eerder zou die gedachte Elayne hebben laten huiveren, maar nu was het slechts een van de vele gevaren. |
1598 |
Bloedvuur, ik heb honderden problemen, sommige zelfs vlak onder mijn neus in het paleis, en ik heb hen nodig. |
1599 |
Vreemd genoeg bevond de ereplaats van de koningin zich het verst van de hitte van het vuur. Nou ja, het zij zo. |
1600 |
Ze hielden slemppartijen en zochten ruzie en vielen vrouwen lastig die niet van hun uitsloverij gediend waren. |
1601 |
Wonder boven wonder reageerden de twee vrouwen voor haar vrijwel op dezelfde manier. Dyelin gromde van ergernis. |
1602 |
Elayne had haar bij hun aankomst in Caemlin een landgoed geschonken en dat schriftelijk laten vastleggen. |
1603 |
Beiden konden urenlang naar willekeur en nagenoeg over van alles, zelfs over de kleur van houtskool, bekvechten. |
1604 |
Dat valt slecht bij mensen van hoge en lage stand, heel slecht. En het laatste dat je hier wilt, is een opstand. |
1605 |
Iedere zuster kende dat gevaarlijke verlangen. Een gebaar naar de andere twee maakte dat die zichzelf inschonken. |
1606 |
Iemand die redelijk behoedzaam handelde en behoorlijk sluw was, zou dat pad volgen en kunnen slagen. |
1607 |
Elayne wilde met haar hand langs haar slaap wrijven, maar herstelde zich door haar haren te schikken. |
1608 |
Een ferme greep op allerlei zaken en een dapper hart zijn nutteloos als mensen je niet als koningin erkennen. |
1609 |
Elayne haalde diep adem. Ze had deze kwestie van alle kanten bekeken en zag geen andere mogelijkheid. |
1610 |
De donkerrode wijn spoot uit haar mond. Proestend trok ze een kanten doekje uit haar mouw en depte haar kin. |
1611 |
Hoe meer je uitlegde, hoe meer verklaringen er nodig waren, tot je je alleen maar daarmee bezighield. |
1612 |
Het paste goed bij de donderslagen buiten, ik heb alles op het spel gezet op de dag dat ik thuiskwam, Dyelin. |
1613 |
Er was maar weinig waar ze bang voor was, maar de verhalen over de Seanchanen hadden haar beslist angst aangejaagd. |
1614 |
Haar gezicht stond heel strak, maar boosheid streed met haar verlegenheid, waarbij de eerste de overhand kreeg. |
1615 |
Birgitte kwam naast haar staan en maakte een gepaste buiging om de beker uit haar hand over te nemen. |
1616 |
Het was net of ze zich doodgeschrokken was en erop rekende dat dit binnen enkele tellen opnieuw zou gebeuren. |
1617 |
Uw overeenkomst zal op de juiste tijd worden nagekomen. Nu hebben we echter belangrijker zaken af te handelen. |
1618 |
Ze griste een gouden reukdoosje van een van haar halskettingen, drukte dat tegen haar neus en ademde diep in. |
1619 |
Elayne wist zeker dat er een manier moest bestaan om hen te laten inbinden, maar ze had die nog niet gevonden. |
1620 |
Zaide fronste even en frunnikte wat aan het oogglas van de kijker, dat op dezelfde hoogte zat als haar hoofd. |
1621 |
Dit klonk niet goed. In de ogen van de golfvrouwe hadden ze zojuist blijkbaar een nieuwe overeenkomst gesloten. |
1622 |
Nu tenminste. Ze zouden tot hun eigen nadeel ondervinden wat het betekende om de huisvrouwe als vijand te hebben. |
1623 |
De mannen wisten natuurlijk dat iemand saidar had geput, ook al konden ze de gloed rond de drie vrouwen niet zien. |
1624 |
Elayne kreeg spijt dat ze aan haar impuls had toegegeven, maar ze was niet van de plan de Bron los te laten. |
1625 |
Reene wist niets van saidar of saidin. Ze had zich meteen bij hun binnenkomst met boze ogen tot de mannen gewend. |
1626 |
Nou, zijn gezag was hier niets waard. Rustig ging ze weer zitten waarbij ze de tijd nam om haar rok te schikken. |
1627 |
Maar de binding liet haar... concentratie voelen. Een aangelegde pijl, klaar om afgeschoten te worden. |
1628 |
Maar tenzij de koninginnegarde wordt toegelaten, beloof ik u dat er nog geen krielaardappel uw poorten binnenkomt. |
1629 |
Niettemin ben ik bereid bezoek toe te staan wanneer u dat vraagt. Overeengekomen bezoeken onder begeleiding. |
1630 |
Nog ietsjes meer en ze zou met saidar toeslaan. Met moeite bedwong ze haar woede tot een uiterlijke kalmte. |
1631 |
Eigenlijk was er helemaal geen keus. Ze liet de koppeling met de andere twee geleidsters gaan en liet saidar los. |
1632 |
Ze stonden schouder aan schouder en vormden een grimmige muur tussen haar en de mannen. Geen goede muur. |
1633 |
Ze hadden heel veel uitgelegd, maar het voornaamste was dat ze niemand mocht zeggen wat er ging gebeuren. |
1634 |
Zij had het graag exact willen weten, maar een kind werd geboren zonder voorkennis van wat er ging gebeuren. |
1635 |
Ze hield de dikke wol strak om zich heen en haar eerste gedachte was snel het vertrek uit te schieten. |
1636 |
Toen pas wandelde ze de kamer uit, gevolgd door Nadere, met de wens het nog beter afgehandeld te hebben. |
1637 |
Ik zou het verboden hebben als die man in de geborduurde jas niet had omgekeken om je billen te bewonderen. |
1638 |
Tamela met haar vierkante knokige gezicht en de knappe Viendre met haar arendsprofiel en blauwe ogen. |
1639 |
Ze voelt wellicht door jullie binding een deel van wat jullie met elkaar delen, maar slechts een beetje. |
1640 |
Monaelle ging sierlijk op de vloer zitten, met gekruiste benen, op twee pas afstand van de naakte vrouwen. |
1641 |
Als je weifelt of twijfelt, is je toewijding niet sterk genoeg. Dan stuur ik je weg en dat betekent het eind. |
1642 |
Ik zal vragen stellen en jullie antwoorden naar waarheid. Als je weigert te antwoorden, zul je worden weggezonden. |
1643 |
Natuurlijk mogen jullie op elk tijdstip uit jezelf weggaan. Waarmee dit alles ook voor eeuwig is afgelopen. |
1644 |
Je zult slap worden en je gekoesterde moed verliezen als je in het stof aan het huilen bent. Die dag zal komen. |
1645 |
Aviendha fronste eveneens en wilde wat zeggen, maar Tamela drukte haar schouders omlaag en begon te praten. |
1646 |
Ontken het en je ontkent jezelf. Je vond het prettig als mannen naar je keken en schonk hun een glimlach. |
1647 |
Stamhoofden zullen je niet langer serieus nemen en bij jouw woorden slechts de wind horen. Pas op nu het nog kan. |
1648 |
Wellicht zal je man jou nog zien zoals hij je de eerste keer zag, maar geen enkele andere man zal van je dromen. |
1649 |
Je vlees wordt zwak maar je bent ook hart en geest en die veranderen slechts door sterker te worden. |
1650 |
Opnieuw namen de wevingen hun woorden op en lieten ze tegelijk weer los. In hun stemmen klonk een lach door. |
1651 |
Mijn hart is een en al stof omdat ik naar zijn liefde verlang, maar ik weet niet of hij ooit van me zal houden. |
1652 |
Voorzichtig voelde ze aan haar wang en kromp ineen. De rest van de dag zou de handafdruk te zien zijn. |
1653 |
Laat die klappen gelden voor alle klappen die je elkaar nog wilt geven. Jullie hebben toh jegens elkaar. |
1654 |
Toh kun je niet terugbetalen en je zult het niet proberen, want elke vrouw is haar eerstezuster iets verschuldigd. |
1655 |
Iets van dien aard. Ze dacht niet aan zichzelf als ik, ze dacht in het geheel niet, maar ze was zich bewust. |
1656 |
Als ze had geweten hoe ze moest krijsen, als ze had geweten wat gekrijs was, zou ze hebben gekrijst. |
1657 |
En toen opeens licht, verblindend, vol wervelende patronen. Ze voelde zich zwaar, had nooit eerder zwaarte ervaren. |
1658 |
Hetzelfde geluid, dezelfde ruimte. Eenzaamheid overheerste, onherkenbaar, maar er was ook voldaanheid. |
1659 |
Dit kleine kamertje van zeil was de werkelijkheid. Ze had slecht geslapen en ze voelde zich zweverig en uitgeput. |
1660 |
Ze had zich ook verslapen en dus was er geen tijd meer voor het ontbijt. Met tegenzin gooide ze haar dekens opzij. |
1661 |
Jammer voor hem dat hij haar niet had bevolen te stoppen met denken. Ze kon hem voelen, achter in haar hoofd. |
1662 |
Ze liet haar ring in de kist liggen, verstopt in een fluwelen beursje onder vele andere dingen. Ook bevolen. |
1663 |
Ze had een dik gewaad uitgekozen van fijngeweven wol en het was zo donkerrood dat het bijna zwart leek. |
1664 |
Hier en daar spraken enkelen mompelend met elkaar, maar de rest meed elkaars blik, zelfs leden van dezelfde Ajah. |
1665 |
Een tiental kleinere stenen huisjes was gebouwd voor tien Toegewijden en ook daar was een huis in aanbouw. |
1666 |
Een heel scherp botje. Erger nog, ze had ruim een span door de bossen gezwoegd voor ze bij de muur was beland. |
1667 |
De ingeklonken grond was opgeruimd, een werktaak die de mannen in opleiding voor zonsopgang moesten uitvoeren. |
1668 |
Hoe een vrouw hier kon blijven in de wetenschap van wat haar man feitelijk was, ging Toveines begrip te boven. |
1669 |
Een in een roodwitte mantel afgezet met zwart bont en de ander... Toveines wenkbrauwen rezen hoog op. |
1670 |
De ander droeg een groene Kandoraanse broek en een jas in de stijl van de kapitein generaal van de garde. |
1671 |
Hij droeg een zilveren zwaardspeld op de hoge kraag en keek haar nieuwsgierig aan zonder echter in te houden. |
1672 |
Hij zou weldra naar buiten komen. Hij had haar gezegd gereed te staan wanneer hij naar buiten stapte. |
1673 |
Ruw geschreeuw van de mannen volgde haar in de straat en lachende kinderen wezen toen ze voorbijholde. |
1674 |
Ze sprong, tolde rond en schopte, maar de honden bleven haar aanvallen. Ze kon wel gillen van ergernis en woede. |
1675 |
Een schreeuwende vrouw in bruin wollen kledij zwaaide met een zware mand naar de hond die aan Toveines rok trok. |
1676 |
De emmer van een gezette vrouw trof de ribben van een gevlekte bruine hond en hij ging er jankend vandoor. |
1677 |
Telkens als ze het huis zag, verbaasde het haar. Andere huizen hier waren even groot en twee zelfs nog groter. |
1678 |
Een alledaags houten huis met een verdieping, hoewel de rode deur, de luiken en vensters vreemd aandeden. |
1679 |
Ze wachtten gewoon. Geen van hen droeg een mantel, hoewel hun adem bleke wolkjes voor hun gezichten vormde. |
1680 |
Zo was het elke ochtend geweest als ze zich kwam melden, hoewel er niet altijd dezelfde mannen stonden. |
1681 |
Vroeg of laat zou er op hen worden gejaagd en elke inlichting die kon helpen hen te vinden, zou nuttig zijn. |
1682 |
De rode deur ging open en de mannen richtten zich op, maar het was niet Logain die naar buiten stapte. |
1683 |
Ik prijs mezelf gelukkig dat het me slechts vier dagen kostte om hem ervan te overtuigen mij de kans te geven. |
1684 |
Hij rolde een zilveren muntstuk tussen zijn vingers door en leek er even nauwkeurig op te letten als op Logain. |
1685 |
Met het aantal waarmee hij is teruggekomen, verbaast het me dat hij niet ook de kippetjes en lammetjes meenam. |
1686 |
De Toren nam alleen meisjes van onder de vijftien op wanneer ze al een eerste begin met geleiden hadden gemaakt. |
1687 |
Logain knikte langzaam. De anderen keken elkaar zwijgend aan met gezichten die uit steen leken gehouwen. |
1688 |
Voortdurend had ze het gevoel dat hier kostelijke feiten verborgen lagen. Maar net buiten haar greep. |
1689 |
Toveine probeerde net te doen alsof ze niet had staan luisteren en de namen in haar geheugen had gegrift. |
1690 |
In plaats daarvan volgde ze de andere vrouw gedwee de rode deur in. Het had geen zin er tegenin te gaan. |
1691 |
Ze zal gauw komen en vindt hem haar zonnetje aan de hemel, dus kunnen we belangrijke zaken maar beter nu bespreken. |
1692 |
Wellicht zijn er nog andere groeperingen en er zijn beslist mannen die niet doorhebben dat er groeperingen bestaan. |
1693 |
Daarmee kan het, hoop ik, beginnen. Als we nog enkele anderen overhalen, zal dat zeker het begin zijn. |
1694 |
Ondanks de kou stroomden wagens, karren en mensen door de straten die de terrasheuvels van de stad bedekten. |
1695 |
Het kon niemand wat schelen wie er naast hem stond en zelfs de beurzensnijders beoefenden niet hun vak. |
1696 |
Verzamelpunten van kennis met geleerden en wijzen uit alle windstreken. De naam maakte geen verschil. |
1697 |
De drakenkop met gouden manen op de rug van zijn hand glinsterde metalig, maar leverde hier geen gevaar op. |
1698 |
Het open luik van die doos gloeide door het vuur erbinnen en uit een smalle hoge schoorsteen kringelde rook. |
1699 |
Minder dan de keren ervoor, maar nog steeds te veel en sommige namen verschenen reeds als hij even zijn ogen sloot. |
1700 |
Blauwwitte banen liepen over de voorkant van zijn donkere fluwelen jas vanaf zijn nek bijna tot aan zijn knieën. |
1701 |
De magere grijzende vrouw die geduldig naast hem stond af te wachten, leek evenmin bang uitgevallen te zijn. |
1702 |
En of dat nu vanuit hetzelfde geloof voortkwam, het was in elk geval pragmatisch en hij vond dat verder best. |
1703 |
Hij keek weer naar het raam en maakte opnieuw dat ene plekje ijsvrij. Misschien kon je met dat ding water koken. |
1704 |
Tenminste de wereld die vandaag voor hem van belang was. Cairhien was niet langer het slagveld voor een strijd. |
1705 |
Onder hem liet de kale man de anderen van de wagen afstappen, waarna hij zich vergenoegd in de handen wreef. |
1706 |
Hij was er zeker van dat Cadsuane haar aandacht volledig op hem had gericht, al deed ze net of dat niet zo was. |
1707 |
Ik zal het pas geloven als hij wat verder komt dan vijftig pas voor er stukken kapot gaan of vastlopen. |
1708 |
Hij herinnerde zich nu die Mervin weer, met zijn ontwerp dat op een tafel stond te schudden en niets deed. |
1709 |
De mannen onder hem liepen vastberaden rond alsof ze in het geheel geen mislukking hadden meegemaakt. |
1710 |
Er waren tijden dat de stem heel normaal klonk terwijl die de gekste dingen zei. Ze stonden hem aan te kijken. |
1711 |
Hij zou haar toestaan hem tot haar dood te laten volgen, want hij was niet sterk genoeg om haar weg te houden. |
1712 |
Ze was druk en overbodig bezig haar rok glad te strijken als een vrouw die onder zware druk haar mond moet houden. |
1713 |
Al klaagde ze zo nog zoveel over de dromers en wijsgeren, boven alles wilde ze een zo goed mogelijke School. |
1714 |
Haar eenvoudige bruine jas en kniebroek leken veel op wat ze bij hun eerste ontmoeting in Baerlon had gedragen. |
1715 |
Ze hadden al genoeg gezien en gehoord. Hij stuurde hen weg en bezwoer hen te zeggen dat hij er nooit geweest was. |
1716 |
Zijn knieën leken van water en hij wankelde. Een gezicht schemerde even in zijn hoofd en verdween weer. |
1717 |
Hij schoof de band van de leren tas over zijn vrije schouder. De mannen op het erf waren nog aan het werk. |
1718 |
Ze hield zich even in om haar rode handschoenen aan te trekken, waarna ze met haar voet op de vloer tikte. |
1719 |
Over zijn redenen, hoopte hij, en hopelijk over de waarheid. De duizeligheid en misselijkheid verdwenen langzaam. |
1720 |
Ze kreunde van inspanning, maar was niet van plan de andere tas met boeken in de sneeuw neer te zetten. |
1721 |
Je probeert iedereen in de war te brengen die probeert uit te zoeken waar je bent en wat je van plan bent. |
1722 |
En vervolgens uiteraard het echte spoor. Je pakt ze aan wanneer ze dat het minst verwachten, heb je gezegd. |
1723 |
Ik betwijfel of ik zomaar kan ophouden als Dashiva en die anderen opeens opduiken om te zien wat er gaande is. |
1724 |
In die herberg brandt een warm vuur. Ik hoop dat je mij en jezelf nog wat warm eten gunt voor we echt vertrekken. |
1725 |
Hij spoorde in een opstuivende wolk sneeuw zijn paard aan en haalde haar in. Zwijgend reden ze verder. |
1726 |
Er bleven slechts enkele nieuw aangekomenen in Tanchico, en die kon de stad gemakkelijk onderhouden. |
1727 |
Naar het oosten blies de wind, span na span, soms luwend en soms aanwakkerend, maar hij ging nimmer liggen. |
1728 |
Het was nog steeds een grens, maar nu slechts in naam. De grensposten waren verlaten en de grenswachten verdwenen. |
1729 |
Masema hij zou de man nimmer de Profeet noemen, nimmer – was waarschijnlijk een dwaas en overduidelijk gestoord. |
1730 |
Neald gaf Elyas de teugels van zijn muiskleurige ruin voor hij met verbeten mond op zijn eigen gevlekte paard klom. |
1731 |
Dat deden vrouwen natuurlijk altijd al, maar soms dacht hij dat hij de ene wervelwind voor de andere had verruild. |
1732 |
Haar uitschelden was al erg genoeg, als zij het eerst begon. Het was trouwens dwaasheid om daar nu aan te denken. |
1733 |
Hij wilde de beweegredenen niet nog eens horen, nu niet en straks niet. En het scheen ook overbodig. |
1734 |
Hun door de zon verweerde gezichten verrieden net zoveel als een standbeeld, maar ze roken naar stalen speren. |
1735 |
Hij zag Gradi altijd als een boer, ondanks zijn zwarte mantel en het zilveren zwaard op zijn kraag, maar nu niet. |
1736 |
Het ware grauwe mensen in grauwe kleren die meestal angstig naar de straatkant uitweken. Er waren geen kinderen. |
1737 |
Overal waadden groepen gewapende mensen door de enkeldiepe modder die de avond tevoren sneeuw geweest was. |
1738 |
Maar weinig volgelingen hadden paarden, en hoe meer er te voet meegingen, hoe langer de reis zou duren. |
1739 |
De opluchting was bijna net zo groot toen ze de brug en de laatste wachters achter zich hadden gelaten. |
1740 |
En dat liet hij merken zodra ze de stad achter zich gelaten hadden en midden tussen lage, beboste heuvels reden. |
1741 |
De meeste takken waren kaal, en de paar overgebleven bladeren of naalden vlamden groen op tegen het wit. |
1742 |
Ze hadden de weg voor zichzelf, maar de vastgevroren sneeuw in de karrensporen dwong hen langzaam te rijden. |
1743 |
Balwer keek opzij om Perijn gade te slaan terwijl ze naast elkaar doorreden, ik heb twee nieuwtjes voor u, heer. |
1744 |
Ze zullen snel tot struikroverij vervallen. Ailron zelf is gevangengenomen, tezamen met zijn hele hofhouding. |
1745 |
Dus Amadicia had geen leger meer, en geen edelen om een ander leger bijeen te krijgen of aan te voeren. |
1746 |
Niemand schijnt te weten waar ze naartoe zijn gegaan. Anders gezegd, iedere tong geeft een andere richting aan. |
1747 |
Perijn kon zich een tijd herinneren waarin hij even weinig zorgen had als die havik. Vergeleken met nu tenminste. |
1748 |
De kleine man wilde alles weten, maar er waren een paar geheimen die niemand ooit te weten zou komen. |
1749 |
Paarden stampten ongeduldig, de rode mantels en de lange rode banieren aan de speren wapperden in de koude wind. |
1750 |
En de top van de heuvel was omsingeld door mannen uit Tweewater, die hun voetbogen in de hand hadden. |
1751 |
De man schudde zo heftig met zijn hoofd dat de grote witte pluimen op zijn glinsterende helm trilden. |
1752 |
Haar merrie met de slanke benen stond te rillen. Op haar flanken bevroren de vlokken van een woeste galop. |
1753 |
Tot op heden is nog niemand anders van de groep teruggekeerd; wellicht hebben de Aiel gevangenen gemaakt. |
1754 |
We waren ongeveer tien span ten zuidoosten van hier, dus zouden ze tegen de avond met nieuws terug moeten zijn. |
1755 |
Nooit dichtbij genoeg om je er zorgen over te maken of uit te zoeken of het om meer ging dan geruchten. |
1756 |
Annoura wisselde haar medelijdende blikken af met onderzoekende blikken vanuit haar ooghoeken naar de Wijzen. |
1757 |
Gradi en Neald hadden hun hoofd naar hem gewend en wierpen snelle, grimmige blikken in zijn richting. |
1758 |
Een voor een vervaagden de beelden die zijn geest in woorden veranderde, tot er slechts een bleef hangen. |
1759 |
Neem je manschappen nú mee naar je kamp en zorg ervoor dat je klaarstaat om op mijn bevel uit te rijden. |
1760 |
Ze trokken zich niet terug en drongen ook niet op zoals hij verwacht had. Daar was hij dankbaar voor. |
1761 |
Hij had Arganda afgebluft, maar er was geen reden om aan te nemen dat de man van gedachten was veranderd. |
1762 |
Gradi was vroeger boer geweest, nooit jager of woudloper. Neald vond elke plaats zonder stenen muur een dorp. |
1763 |
Haar groene ogen zagen het mes in zijn hand en ze plantte met ratelende armbanden de vuisten in haar zij. |
1764 |
Ga naar je tent. Als je je gedachten niet kunt beheersen, bedrink je dan tot je niet meer kunt denken. |
1765 |
Toch besloot hij zijn mannen op wacht te laten staan. Arganda kon proberen hem zand in de ogen te strooien. |
1766 |
Zijn grote tent – die van hem en Faile – was al neergehaald en samen met alle meubels op een wagen gebonden. |
1767 |
Samen stonden ze op de rotsrichel terwijl de schemering viel, en in het besneeuwde woud voor hen bewoog niets. |
1768 |
Waarna ze in een kuil kon vallen en haar nek breken. Maar nu had ze dringender zorgen dan haar echtgenoot. |
1769 |
Een ervan hield haar ellebogen strak op de rug gebonden, terwijl de tweede als een riem om haar nek was gebonden. |
1770 |
Ze hielden de streek waar ze doorheen trokken waakzaam in het oog en trokken als stille spoken verder. |
1771 |
Het enige geluid was het zachte geknisper van de sneeuw onder hun zachte, tot de knie reikende laarzen. |
1772 |
Perijn zou zeker naar haar op zoek gaan, maar de gedachte aan redding kwam niet eens in haar overwegingen voor. |
1773 |
Rolan was net zo breed als Perijn en bijna een hoofd groter en hij trok haar gewoon aan een handvol haren omhoog. |
1774 |
Al struikelend bewoog ze alle voetspieren als ze haar voet naar voren zette en voortdurend bewoog ze haar vingers. |
1775 |
Als dat gevoel verdween, zou haar nog maar weinig tijd resten. Span de spieren en stap, span de spieren en stap. |
1776 |
Ze moest met haar trillende benen in beweging blijven en ervoor zorgen dat haar handen en voeten niet bevroren. |
1777 |
Half verdoofd, misschien wel meer dan half, had ze niet gemerkt dat hij en de anderen waren blijven staan. |
1778 |
Niemand anders droeg een riem om de hals, maar bij de meesten waren de armen op de rug vastgebonden. |
1779 |
Het donkere haar op Alliandres rug werd door de wind rondgeblazen en uitputting tekende haar gezicht. |
1780 |
Ze snakte naar adem, haar roodgouden haar zat in de war en haar blauwe ogen staarden nietsziend voor zich uit. |
1781 |
Niettemin lukte het haar op eigen kracht te blijven staan toen een broodmagere Speervrouwe haar voet optilde. |
1782 |
Haar donkere gezicht stond woest door hun gepor in haar voeten en misschien vanwege hun snelle handtaai. |
1783 |
Maighdin zette zelfs haar tanden in de hand van een onoplettende Aiel en hield die als een jachthond vast. |
1784 |
Alliandre werd schreeuwend en trappend plat op de grond geduwd. Faile wilde nogmaals een bevel roepen. |
1785 |
Nee, wat doorstaan kon worden, moest worden doorstaan. Ze was van plan te ontsnappen, niet om iets zinloos te doen. |
1786 |
De afranseling ging door tot beiden zwijgend schopten en huilden en toen nog wat langer om het ze af te leren. |
1787 |
Misschien was de verloren tijd amper de moeite waard, maar het kon het verschil betekenen tussen leven en dood. |
1788 |
Opeens huilde een enorme windvlaag door het vertrek, waardoor het vuur als een kaars werd uitgeblazen. |
1789 |
Alleen dat ze haar prachtige wolf tot echte boosheid had gedreven, tot het punt dat er met dingen werd gesmeten. |
1790 |
Ze wist echter ook dat ze moest vluchten, dat ze in beweging moest blijven, omdat ze anders zou sterven. |
1791 |
Het monsterachtige houtvuur reikte tot hoog boven haar. Een hoge stapel dikke blokken vormde een laaiend vuur. |
1792 |
De hitte van de vlammen nam toe tot ze zich er van terugtrok, maar de bittere kou bleef in haar vastzitten. |
1793 |
Ze begon te krijsen vanwege de brandplekken en de vlijmende pijn, maar van binnen bleef ze een en al ijs. |
1794 |
Haar tanden klapperden tegen de kom terwijl ze gretig de stroperige dampende vloeistof naar binnen gulpte. |
1795 |
Gedachten druppelden als schaduwen naar binnen, maar wanneer ze ze trachtte vast te houden, verdwenen ze. |
1796 |
Ze dacht echter alleen aan de warmte, niet aan gepaste kleding, hoewel ze van beide zaken weinig bezat. |
1797 |
Maighdin, Alliandre en de anderen, ineengedoken op hun knieën en rillend in een deken vol sneeuwvlokken. |
1798 |
De honing was erg dik, een andere keer zou daarvan gewalgd hebben, maar nu werd haar honger er iets door gestild. |
1799 |
Ze waren echter bang dat jullie dood zouden vriezen en ze konden jullie alleen maar in hun jassen wikkelen. |
1800 |
Nou, niemand zou het gevaar van bevriezing hebben gelopen als Rolan en de anderen er niet waren geweest. |
1801 |
Hij wist in elk geval dat hij naar een vrouw zat te kijken. Licht, ze bewoog zich even lomp als een blinde os. |
1802 |
Ze nam een grote slok hete thee en dwong zich te bedenken hoe duizenden Shaido in haar voordeel konden werken. |
1803 |
Zandkleurige haren stroomden overvloedig omlaag en werden uit haar gezicht gehouden door een brede donkere doek. |
1804 |
Faile wist opeens hoe iemand in een draaikolk zich moest voelen, wanhopig grijpend naar een houvast. |
1805 |
Iemand die elke uitdaging volkomen wilde neerslaan en reeds in een achteloze blik een uitdaging kon zien. |
1806 |
U kunt een grote losprijs voor ons verkrijgen, groter dan u zich kunt voorstellen, en vrijspraak voor uw misdaden. |
1807 |
Mijn leenvorstin en ik eisen een passend onderkomen tot alles geregeld kan worden, en zo ook voor haar dienstmeid. |
1808 |
De armbanden, die tot haar ellebogen reikten, verschilden op dezelfde wijze van de armbanden van de twee Wijzen. |
1809 |
De ijzige wind deed haar mantel rimpelen, maar ze leek het niet te merken, net als de sneeuw op haar hoofd. |
1810 |
De wereld leek voorbij te vliegen toen ze half en half opveerde. Uren verstreken of haar hartslag vertraagde. |
1811 |
Faile had het gevoel dat ze zelfs nog omkeek toen de vallende sneeuw al een gordijn tussen hen vormde. |
1812 |
Slechts een ervan was een Aiel, een slanke rossige met een smal wit litteken van haargrens tot kaak. |
1813 |
Terwijl ze op de kaas kauwde, knoopte ze de laatste laarsveter vast en stond op, waarbij ze haar kleren gladstreek. |
1814 |
Ze wist niet hoeveel Shaido zich nu verplaatsten, maar het leek een heel grote stad, zo niet een gehele natie. |
1815 |
Haastig nam ze de mensen die vlakbij liepen op om er zeker van te zijn dat niemand hen kon afluisteren. |
1816 |
Ze hoorden haar bevelen op te volgen, maar ze liet haar woorden wegsterven voor ze ze had uitgesproken. |
1817 |
Ze hield haar hoofd in de kap gebogen en zorgde ervoor de langere vrouw niet rechtstreeks aan te kijken. |
1818 |
Ik zie vuur in jullie alledrie. Sommigen proberen nooit te ontsnappen, maar alleen de doden slagen erin. |
1819 |
Natlanders zijn niet als de anderen in het wit. Jullie zullen niet vrij zijn aan het eind van een jaar en een dag. |
1820 |
Haar dunne lippen krulden iets en als er al iets van gevoel merkbaar was, was dat er een van voldoening. |
1821 |
Iedereen besteedde al zijn aandacht aan het lopen door de sneeuw. Ze zouden het misschien niet eens zien. |
1822 |
Jullie en honderd anderen, dus zullen jullie weinig om handen hebben en doen wat echt van belang is. |
1823 |
Faile opperde maar niet dat eigenlijk een van hen diende te ontsnappen, laat staan dat ze dat bevel gaf. |
1824 |
Als Sevanna honderd bedienden heeft, kunnen we nooit zo dicht bij haar komen om nog iets op te vangen. |
1825 |
Als we één woord weglaten van wat we hebben opgevangen, kun je er zeker van zijn dat ze dat te horen krijgt. |
1826 |
Onze omstandigheden vormen een beproeving, om het maar zo te stellen, maar je dient eraan te denken wie ik ben. |
1827 |
Ze konden zich zeker voorstellen waartoe Therava in staat was en hen doden was misschien niet eens het ergste. |
1828 |
Opeens bemerkte ze dat, bijna verborgen in de sneeuw, een andere in het wit geklede vrouw hen in het oog hield. |
1829 |
Het ging niet soepel en vlot, maar ze leek het lopen in de sneeuw meer gewend te zijn dan de andere drie. |
1830 |
Nu lag er echter niets deemoedigs in haar ogen. Haar ronde gezicht stond hard en haar ogen keken scherp rond. |
1831 |
Ze bleef voortdurend omkijken en wierp behoedzame blikken om zich heen om te zien wie er in de buurt was. |
1832 |
Haar gelaatsuitdrukking gaf aan dat ze redenen had om hier te zijn die anderen nooit zouden doorgronden. |
1833 |
Haar dienaren zijn allemaal edelen, rijke kooplui of mannen en vrouwen die weten hoe ze edelen moeten bedienen. |
1834 |
De eerste keer dat je probeert te ontsnappen, geselen ze je voetzolen net zo lang tot je niet meer kunt lopen. |
1835 |
In feite keek ze net zo vergenoegd als Therava eerder en eigenlijk op dezelfde manier, wat het nog erger maakte. |
1836 |
Als zij wist dat jij in haar handen was gevallen... O, wees maar niet bang, ze zal het van mij niet horen. |
1837 |
Ze was boos geweest op Alliandre omdat die haar naam had genoemd en daarmee de aandacht had getrokken. |
1838 |
Nog erger. En ik meende nog wel me te verschuilen door niet de naam van mijn vader te noemen, dacht ze verbitterd. |
1839 |
Ze zaten in drie vallen verstrikt en elk van die drie was dodelijk. Gered worden leek opeens heel aantrekkelijk. |
1840 |
Ze haalde haar hand van haar eigen kraag en vocht zich al plannen makend een weg door de sneeuwstorm. |
1841 |
Hij draafde met zijn neus in de wind over de besneeuwde vlakte en joeg op een geur, op die ene kostbare geur. |
1842 |
Ze is hier niet en je zult hier sterven als je hier nog langer blijft. Zoek haar in de ontwaakte wereld. |
1843 |
Hij was doodop en hij voelde zich leeg en hol, maar de honger was niets vergeleken met de leegte in zijn borst. |
1844 |
Binnen was het halfdonker en er waren vele schaduwen, maar het zonlicht lichtte het heldere tentdoek op. |
1845 |
Hij lag op een veren matras in een groot bed met massieve bedstijlen vol ingewikkeld verguld snijwerk. |
1846 |
Onder haar reukwater rook Berelain naar verbazing dat hij wist dat ze hier was, maar haar stem klonk beheerst. |
1847 |
Arganda heeft ook een grote groep ruiters klaarstaan en heeft verkenners weggestuurd. Tegen mijn raad in. |
1848 |
Ik weet niet of hij gelooft dat een ander hetzelfde probeert, maar hij gelooft beslist niet dat onze Aiel dat doen. |
1849 |
De kleren die hij gedragen had, lagen netjes opgevouwen op een weelderig versierde reiskist met goudbeslag. |
1850 |
Haar blik op zijn rug voelde aan als liefkozende vingers, maar hij dwong zich om door te gaan alsof hij alleen was. |
1851 |
Ze zou niet het genoegen smaken dat hij zich vanwege haar ogen ging haasten. Hij keek niet naar haar. |
1852 |
Voorzichtig, om niet om te vallen. Stevige wollen sokken en dikke leren zolen zouden zijn voeten gauw warm maken. |
1853 |
Toen hij haar aankeek, glimlachte ze vaagjes, maar in haar grote ogen lag een glinstering van woede. |
1854 |
Faile bezat echt een haviksgeest. Ze zou zelfs kunnen denken dat her leuk was om zelf ook te verspieden. |
1855 |
Nee, hij zou niet kwaad op haar worden, zeker nu niet. Licht, ze zou inderdaad denken dat het leuk was. |
1856 |
Maar ze was wie ze was. Hij zou dankbaar moeten zijn dat ze zich netjes had gedragen tot hij zich had aangekleed. |
1857 |
Haar geur... Het enige dat hem te binnen wilde schieten was een wolf die een hert zag in een braambos. |
1858 |
Net op dat ogenblik zeilde Rosene met een wapperende blauwe mantel op een wolk van ijzige lucht de tent in. |
1859 |
Er stonden twee mannen uit Tweewater op wacht, maar de tenten waren neer en hij kon gepakte pakpaarden ontwaren. |
1860 |
Waarschijnlijk hoe ze Masema konden ombrengen zonder dat hij erachter kwam dat zij verantwoordelijk waren. |
1861 |
Hij keek even naar Berelains tent, maar de gedachte om terug te gaan liet zijn nekharen overeind komen. |
1862 |
Wat verderop stond nog een andere tent overeind, de kleinere gestreepte tent van Berelains twee dienaressen. |
1863 |
Ze hadden gezelschap en dat was wellicht de reden waarom ze niet binnen om een vuurkorf zaten gebogen. |
1864 |
Ze waren heel gewoon gekleed en zo nietszeggend dat ze bij een botsing op straat niet eens zouden opvallen. |
1865 |
Hij probeerde de geur te negeren, maar zijn maag rommelde toch. De gesprekken stopten toen hij dichterbij kwam. |
1866 |
Het was moeilijk om zijn stem normaal te laten klinken met al die opgetrokken wenkbrauwen en meesmuilende lachjes. |
1867 |
Rosene zei dat haar meesteres had gezegd dat het niet meer dan twee span ver was. Of misschien drie. |
1868 |
Misschien waren het echt leeghoofden. Vermoeid sjouwde hij om de heuvel heen en bedacht wat hij moest doen. |
1869 |
De Cairhienin zaten op de geladen wagens en sommigen hadden de teugels om hun pols terwijl anderen erbovenop zaten. |
1870 |
Perijn zocht in de vallende sneeuw naar Danel en vond hem tussen de paarden bij een van de kampvuren. |
1871 |
De hoed ging meteen weer op tegen de sneeuw. Hij was een stadsmens en hij leed behoorlijk onder de kou. |
1872 |
Kenne kwam strompelend door de sneeuw terug en trok Stapper en zijn eigen magere ruin achter zich aan. |
1873 |
Ondanks de vallende sneeuw had ze haar mantel aan een kant teruggeslagen, zodat ze gemakkelijk bij haar zwaard kon. |
1874 |
Dat kleine vrouwtje had de rest van deze dwazen volkomen onder de duim, wat haarzelf niet minder dwaas maakte. |
1875 |
Een grom van Selande was naast hun boze blikken het enige antwoord dat hij kreeg, waarna ze wegstampten. |
1876 |
Als hij niet uitkeek, viel hij er zelf nog af. Het was tijd om de rit te gaan maken die hij niet wilde rijden. |
1877 |
Wagenmenners stonden rechtop en tuurden naar voren of sprongen op de grond en hurkten naast de wagen. |
1878 |
Een ervan voerde een groot wit paard mee. Achter hen reden drie mannen gehuld in een mantel met kap. |
1879 |
Een hand greep Perijns hart, tot hij besefte dat het pak lang niet groot genoeg was voor een lichaam. |
1880 |
De raven zouden bij de lichamen gewreest zijn, vossen, misschien dassen en het Licht mocht weten wat nog meer. |
1881 |
Misschien dachten ze dat ze hem zouden ontzien door niet mee terug te brengen wat ze gevonden hadden. |
1882 |
Hij voelde zich verdoofd rondom de pijn van het vasthouden aan die ene gedachte. Ze moest in leven zijn. |
1883 |
De Speervrouwen droegen grove sneeuwlopers gemaakt van wijnranken en veerkrachtige pijnboomtakken met naalden. |
1884 |
Dat was de reden waarom ze zo vreemd liepen. Jondien moest hun hebben geleerd hoe ze die moesten maken. |
1885 |
Hij probeerde zijn aandacht erbij te houden en dacht dat het gebons van zijn hart zijn ribben zou verbrijzelen. |
1886 |
Het was even duidelijk als Winters krulsnor dat ze er niet zeker van waren of dat wel goed nieuws was. |
1887 |
Het was verkeerd om natlanders te nemen, maar ik kan niet geloven dat ze de gewoonten zo erg hebben geschonden. |
1888 |
Ik weet zeker dat ze zelfs niet gestraft zullen worden als ze nederig kunnen blijven tot ze hersteld zijn. |
1889 |
Elke stam noemde ze op, behalve de Shaido, en ze liet de pijlen vallen tot bijna de helft om haar heen lag. |
1890 |
Ze hield de opengesneden rok open, pakte de overgebleven pijlen met beide handen vast en liet ze toen vallen. |
1891 |
Ze bevinden zich een aantal dagen ten zuiden van ons. Misschien meer dagen dan ik denk, in deze sneeuw. |
1892 |
Enorme monsters met geribbelde vleugels en mensen die ze berijden. En twee keer zagen we sporen die er zo uitzagen. |
1893 |
Het had hem verrast dat katten elders slechts vijf tenen hadden. Hij kon echter wel raden wat het was. |
1894 |
Maar zijn hoofd voelde warrig elke keer dat hij stukjes wilde grijpen die niet in elkaar wilden passen. |
1895 |
De vreemdelingen verschenen in een warrige lijn tussen de bomen, alsof ze wilden benadrukken met hoeveel ze waren. |
1896 |
Het waren er misschien honderd, met twee man in de voorhoede, en hun langzame nadering kwam dreigend over. |
1897 |
Hij haalde diep adem en zoog de koude lucht in zijn longen. Faile was belangrijker dan al het andere. |
1898 |
Zelfs nu de zon haar hoogste stand had bereikt, gaf ze ondanks een prachtige wolkeloze hemel geen warmte. |
1899 |
Dragers en wagenmenners trokken hun mantels berustend goed dicht, terwijl ze zich een weg door de menigte baanden. |
1900 |
In deze drukte konden zelfs de enkelingen te paard nauwelijks sneller vooruitkomen dan iemand te voet. |
1901 |
Ik zal hun lof verdienen. Vandaag deden de overvolle straten echter eenzaam aan tussen het verspreide gejuich. |
1902 |
De lange, breedgeschouderde jongeman had lichtblauwe ogen en korenblond krullend haar tot op de schouders. |
1903 |
Terwijl de groep zich een weg baande door de menigte, trokken de anderen rond Elayne ook veel aandacht. |
1904 |
Ze hadden allemaal met beide handen deze kans aangegrepen om in de koninginnegarde ingelijfd te worden. |
1905 |
De zusters werden zo goed als maar enigszins mogelijk was in het oog gehouden, al wist Sareitha daar niets van. |
1906 |
Haar ogen bleven even rusten op een vrouw met zwarte haren, die een blauwe mantel met teruggeslagen kap droeg. |
1907 |
De vrouw keek amper op voor ze een kaarsenwinkel binnenstapte. Over haar schouder hing een volle linnen zak. |
1908 |
Een goed gerichte steen en je bent een bewusteloos lichaam dat in de verwarring gemakkelijk weggedragen kan worden. |
1909 |
Tenslotte was het ontvoeren van mensen die aanspraken op de troon maakten bijna een Andoraanse gewoonte. |
1910 |
Er werden tegenwoordig nieuwe ambachten in de stad uitgeoefend. Vanochtend had ze al drie klokkenwinkels ontdekt. |
1911 |
Over het algemeen vertoonden ze trouwens minder littekens. Huurlingen vielen op als krenten in een koek. |
1912 |
Als ze niet wilde dat vreemden in de garde de overhand kregen, moest ze voldoende mannen zien te vinden. |
1913 |
Het was een behoorlijk brede straat, al was hij even bochtig als een rivier, en hij liep heuvel op, heuvel af. |
1914 |
Gelukkig kwam er een paard met het zadel onder het bloed terug, anders hadden we enige weken niets geweten. |
1915 |
Winkeliers die handel probeerden aan te trekken, maakten genoeg herrie om de woorden onverstaanbaar te maken. |
1916 |
Ze wist niet zeker hoeveel boosheid van haar was en hoeveel van Birgitte, maar het paste bij dit alles. |
1917 |
De Bruine zuster trok vragend een wenkbrauw hoog op en ze probeerde haar tanden niet op elkaar te klemmen. |
1918 |
Haar dienstmeid, een onaanzienlijke vrouw met haar armen vol pakjes, deed haar meesteres onhandig na. |
1919 |
Doet ze dat niet, dan wordt haar keel in een afgelegen stille kerker opengesneden en wordt haar lijk begraven. |
1920 |
Dus moeten we in de komende weken hopen op een bericht dat de landgoederen van Arawn in vuur en vlam staan. |
1921 |
Bij de buitenmuur stegen nog dertig gardisten op, klaar om in paren een rondgang door de Binnenstad te maken. |
1922 |
Hij was donker van uiterlijk en in zijn krullerige haren en baard was hier en daar wat grijs te zien. |
1923 |
Maar sommige gardisten bij de muur bleven staan, met een voet in de stijgbeugel, en keken naar de nieuwelingen. |
1924 |
De term stamde uit de tijd dat zwaardhanden niet altijd werd gevraagd of ze wel gebonden wilden worden. |
1925 |
Ze besteedde geen aandacht meer aan het tweetal toen ze Vuurhart wegleidden en keek niet om, al wilde ze dat wel. |
1926 |
De raamloze toegangshal achter de zuilen leek schemerig, ook al waren enkele staande spiegellampen aangestoken. |
1927 |
De verzameling hier was niet echt klein, al was die niets in vergelijking met een echt grote librije. |
1928 |
Hij droeg zijn zwaardhandmantel zorgvuldig opgevouwen over de arm. Zwaardhanden lieten die zelden uit het oog. |
1929 |
Er waren niet genoeg vloerkleden om gangen en hallen net als de vertrekken van tapijten te voorzien. |
1930 |
Die zouden trouwens binnen de kortste keren door het voortdurende geloop van schoonmakende dienaren verslijten. |
1931 |
Het zou niet de eerste stomme gedachte in jouw hoofdje zijn. Voor iemand die meestal zo helder en goed nadenkt. |
1932 |
Ze keek graag naar mooie mannen, al had ze een voorkeur voor mensen die zware klappen leken te hebben opgelopen. |
1933 |
Het was een gok geweest maar hij was te jong om een verspieder te zijn en te zenuwachtig om iets verbodens te doen. |
1934 |
Een vrouw en een man die allebei in dienst zijn genomen in de laatste maanden van uw moeders regering. |
1935 |
Mijn vrouwe heeft geen raad van mij nodig om hun te zeggen dat het voor iedereen moeilijke tijden zijn. |
1936 |
Hij leek door de gebeurtenissen van die dagen heel beledigd, al was dat op een wat bezadigde manier. |
1937 |
Er sliepen zelfs twee of drie mensen in een bed en het paleis had kelders voor de opslag maar geen kerkers. |
1938 |
Ze begreep echter niet waarom Elayne onderdak aanbood aan bijna honderdvijftig kooplieden en ambachtslieden. |
1939 |
Ze werden afgezonderd en mochten met niemand spreken behalve met de vrouw die hen door de zalen begeleidde. |
1940 |
Regeren betekende eindeloze weken van verveling en de uren waarin je kon doen wat je zelf wilde, waren zeldzaam. |
1941 |
Nou, haar eigen ontspanning vandaag was de tijd die ze kreeg om zich om te kleden en haastig iets te eten. |
1942 |
Die regels lagen verankerd in de wet van de Toren en hoe lang geleden dat gebeurd was, deed er niet toe. |
1943 |
Een teruggekomen wegloper zou voortaan voor altijd weten dat ze nooit maar dan ook nooit meer weg wilde lopen. |
1944 |
Ze moesten vrij veel uitgedokterd hebben, anders zou Vandene hen met een draai om beide oren hebben weggestuurd. |
1945 |
Al hadden ze het graag anders gehad, de moordenares was een van de drie vrouwen die ze allemaal graag mochten. |
1946 |
Of meerdere. Ze hadden uit alle macht geprobeerd dat feit geheim te houden totdat de moordenares was gevonden. |
1947 |
Ergens had ze een lange sjaal met gele franje opgedoken waarop bladeren en fleurige bloemen waren geborduurd. |
1948 |
Omdat haar dikke donkere vlecht over haar schouder en tussen haar borsten hing, was het net niet te gewaagd. |
1949 |
Elayne schrok toen ze Lan wat verderop zag, die om hen heen draaide en beide gangen scherp in het oog hield. |
1950 |
Hij was even lang als een Aiel in zijn donkergroene mantel en had schouders die een smid leken toe te behoren. |
1951 |
Als je die twee hun gang laat gaan, zullen ze binnen de kortste keren proberen uit te zoeken wie de moordenares is. |
1952 |
Elayne geloofde er geen klap van. Ze hadden al een heel leven lang geleerd hoe ze hun gevoelens moesten beheersen. |
1953 |
Ze zei maar niet dat wanneer Nynaeve iemand koppig noemde, ze op een haan leek die een fazant trots noemt. |
1954 |
Het is net of ze op de drempel van geleiden staat en een voet al opgetild heeft om eroverheen te stappen. |
1955 |
Er glinsterden onverwachte tranen in haar ogen toen ze zich met een ruk omdraaide om hem aan te kijken. |
1956 |
Misschien was hun huwelijksbed toch niet zo koud als ze had gedacht. Bij die gedachte voelde ze zich rood worden. |
1957 |
Elayne vermoedde dat de gewrichten van de oude vrouw pijn deden, maar ze had een aangeboden Heling afgewezen. |
1958 |
Twee dagen nadat vrouwe Harfor zich in de paleiselijke tabberd had gestoken, had hij dat ook gedaan. |
1959 |
Misschien was dat de reden waarom zijn woorden nooit van toon veranderden. Ze verhief haar eigen stem. |
1960 |
Dat deed hij altijd. Ze maakte het zich gemakkelijk, sloeg de benen over elkaar en schikte haar rok goed. |
1961 |
Toch zal er voldoende zijn om uw verlangens ten aanzien van de koninginnegarde te vervullen, mijn vrouwe. |
1962 |
Ze verweet hem echter niets. Hij was een behoedzame man en die goede eigenschap was voor zijn taak belangrijk. |
1963 |
Fronsend wreef ze met haar duim over de ring. Elaida had die ring al langer gedragen dan zij leefde. |
1964 |
De vrouw was hooghartig, had vreemde denkbeelden en een bord voor haar kop, maar ze was niet stom. Verre van dat. |
1965 |
Morland was niet ver weg en niet onbelangrijk, maar ditmaal aarzelde hij en kneep de lippen op elkaar. |
1966 |
Hij heeft ze in het geheim in dienst om daar te blijven en druk uit te oefenen als de andere legers zijn verdwenen. |
1967 |
Als je ze niet in de gaten hield, hadden schrijvers de macht om zelfs een koningin op haar knieën te dwingen. |
1968 |
Wat verloren stond in een hoekje van het blad haar gebruikelijke middagmaal van brood en een heldere soep. |
1969 |
De ochtend was zeer vermoeiend geweest, maar thee zou haar kracht geven. Dyelin schoot recht overeind. |
1970 |
Soms gedroeg Rhand zich net of hij de koning van de wereld was, maar zelfs hij zou toch niet... zeker niet. |
1971 |
Birgittes ergernis, wat minder opgewonden dan eerst, bevond zich nog steeds in een hoekje van haar geest. |
1972 |
Er werd geklopt en weifelend stak een bediende zijn hoofd om de deur. Elayne voelde een scheut van opluchting. |
1973 |
Dat had ook best gekund, als haar vingers rond het heft maar niet als houtblokken hadden aangevoeld. |
1974 |
Het drietal probeerde de stoel te ontwijken, maar een was te traag en de stoel klapte tegen zijn benen. |
1975 |
Zijn eigen lange dolk flitste en Dyelin struikelde met een gil achteruit, terwijl een hand haar maag greep. |
1976 |
Hij danste lichtvoetig naar voren en stak opnieuw toe. Zij gilde en viel als een lappenpop op de vloer. |
1977 |
Zijn grote blauwe ogen namen haar behoedzaam op, terwijl hij langzaam naar voren stapte. Natuurlijk. |
1978 |
Wankelend viel Elayne op haar knieën en ze kon nog net de tafelrand grijpen om een verdere val te voorkomen. |
1979 |
Haar dwalende gedachten leken van lood. Die tapijten zouden met al dat bloed nooit meer schoon te krijgen zijn. |
1980 |
Daar lag een andere moordenaar. Zijn hoofd stond in een vreemde hoek en zat nog maar half aan zijn nek vast. |
1981 |
Dat idee had ze ooit heel vreemd gevonden. Opeens schoot haar iets te binnen en kwam ze moeizaam overeind. |
1982 |
Ze zal echter tijd nodig hebben om haar krachten weer terug te krijgen. Ze heeft veel bloed verloren. |
1983 |
Ze wist niet welke kruiden Nynaeve haar gegeven had, maar ze voelde zich niet zwakker dan na de dolkwortel. |
1984 |
Ze meende best te kunnen lopen, zolang ze maar niet lang hoefde te staan en ver te lopen. En haar hoofd was helder. |
1985 |
De kleine vlammen maakten het vertrek ineens veel lichter, waardoor Birgitte even een hand voor haar ogen hield. |
1986 |
En het feit dat ze nu als een van de weinigen wist wie Birgitte eigenlijk was, had niet erg geholpen. |
1987 |
Birgittes gezicht veranderde niet, maar een heel klein vonkje van voldoening flitste door hun binding. |
1988 |
De meeste mensen denken dat wij voor de pracht en praal zijn, maar we zullen jouw eigen Speervrouwen zijn. |
1989 |
Die bloedvrouwen weten hoe ze bevelen moeten geven, maar ik weet niet zeker of die kerels de bloedorders kennen. |
1990 |
Ze zou Birgitte scherp in de gaten moeten houden om er zeker van te zijn dat het er geen vijftig zouden worden. |
1991 |
Zijn vaandel zal weer een stuk hoger wapperen. Tenzij je vindt dat we dit alles geheim moeten houden. |
1992 |
Natuurlijk, als jij er niet iets in gedaan hebt, als jij niet van plan was om mij om te praten dat op te drinken. |
1993 |
Tot ze besefte wat ze deed en waarom ze dat deed. De herinnering aan de dolkwortel in haar thee was nog heel vers. |
1994 |
Ze tilde de beker op voor nog een slok, maar hij leek erg zwaar. Uitdagend dronk ze de wijn in één teug op. |
1995 |
De troon was gemaakt voor een vrouw, maar nog steeds heel groot op zijn zware poten als Ieeuwenklauwen. |
1996 |
Een hand rustte licht op de leeuwenkop van de armleuning en ze wierp een koninklijke blik door de zaal. |
1997 |
De fraai bewerkte staande lampen die in rijen langs de muren stonden, leken te trillen tegen de hoge pilaren. |
1998 |
Elayne beeldde zich een grote passpiegel in en die verscheen vlak voor haar, waarin haar beeld werd weerspiegeld. |
1999 |
Ze lier de edelstenen in het haar verdwijnen en knikte. Dir was passend voor de erfdochter en niet al te pronkerig. |
2000 |
Haar bescheiden groenzijden gewaad veranderde in de strakke op het lichaam klevende kledij van Tarabon. |
2001 |
Als jij tegen ramen praat, zou je echt in slaap moeten zijn in plaats van hier. Ik ben half en half van plan jou. |
2002 |
Licht, ik ken niet eens de helft van de gebruiken en regels die Vandene en anderen als gewoon beschouwen. |
2003 |
Het lukte haar gewoon niet zo goed om zich te concentreren. De rode stip op haar voorhoofd verdween echter nooit. |
2004 |
De mouwen van haar gewaad liepen wijd uit en de lage halslijn was afgewerkt met geborduurde bloemen en pareltjes. |
2005 |
En zeg me niet dat ik niet over leeftijd hoor te praten. Dat is een belachelijke gebruik en dat weet je. |
2006 |
Ik ben zeer zeker van plan hen deel te laten uitmaken van de Toren en wil voorkomen dat ze hun eigen weg inslaan. |
2007 |
Ik neem aan dat als de behandeling door die vrouw goed is, dat de hoofdpijn inmiddels verdwenen moet zijn. |
2008 |
De gang was weer stil en verlaten. Ze zag slechts lampen, kisten en wandkleden die flikkerden en bewogen. |
2009 |
Ze wilde niet opnieuw half slapend worden afgeluisterd, ik denk dat die vorsten in Breemwoud zitten. |
2010 |
Asne wist dat als ze opstond, Chesmal haar heel gauw zou overladen met verhalen over hoe belangrijk ze was. |
2011 |
De twee bedienden wisten dat ze niet gestoord mochten worden en trouwens, de vrouw en haar man waren diep in slaap. |
2012 |
Hoe besmeurd en beschadigd de wereld deze dagen ook leek, alles zou goed komen, op wat voor manier dan ook. |
2013 |
De kleine voormalige Witte zuster met het vossengezicht droeg een mantel met geborduurde leeuwen op de schouders. |
2014 |
Omdat de mantel openhing, was haar roomkleurige zijden nachtpon zichtbaar, die onfatsoenlijk aan haar huid plakte. |
2015 |
Hij heeft het me niet rechtstreeks gezegd, maar ik denk dat Moghedien opspringt als hij met zijn vingers knipt. |
2016 |
Er was een grote kans dat beide vrouwen hierna moesten sterven. Shiaine hield niet van losse eindjes. |
2017 |
Hanlon was zwierig gekleed in een donkere mantel en stak een hand uit om die op Falions bil te leggen. |
2018 |
Hanlon was een deel van haar straf. Shiaine had echter geen zin om te zien hoe hij de vrouw ging opwarmen. |
2019 |
Hij wilde kokhalzen, zich vooroverbuigen en braken. Het kostte hem moeite om zich overeind te houden. |
2020 |
Hoog in de muur lieten spleten tussen de luiken van een paar kleine vensters wat licht naar binnen vallen. |
2021 |
Haastig gehaarde hij Min om hem te volgen van de open plek in het bos aan de andere kant van de poort. |
2022 |
Hij was nog wat draaierig, maar hij had niet meer het gevoel alsof hij moest braken of moest omvallen. |
2023 |
Je weet dat dit niet werkt, tenzij ik herkend word. En met dat gezicht van jou lukt het al helemaal niet. |
2024 |
Kennelijk was de opslagkamer niet helemaal vergeten; de scharnieren van de zware deuren piepten nauwelijks. |
2025 |
Ze wierp een snelle blik naar links en rechts, haastte zich naar buiten en gebaarde hem haar te volgen. |
2026 |
Ik wist dat er iets aan mijn aandacht ontsnapt was, maar ik kon me niet meer voor de geest halen wat dat was. |
2027 |
Rhand zuchtte. Dit was te belangrijk voor haar spelletjes, maar als hij het toeliet, zou ze dat blijven doen. |
2028 |
Maar zo zag zij het niet. Soms verschilde haar idee van wat belangrijk was aanzienlijk van het zijne. |
2029 |
Ze trok een wenkbrauw op vanwege haar kleding, of misschien vanwege het zolderstof, maar ze zei er niets van. |
2030 |
En hier kennelijk ook nog nooit geweest. In zijn hoofd tolden kleuren, bijna een beeld dat hij kon zien. |
2031 |
Ze dacht zeker dat hij dronken was. Min keek nadenkend en tikte met een vinger tegen haar kin, heel even maar. |
2032 |
Blijkbaar hadden Min en hij geluk gehad toen de gang leeg was op het moment dat ze de opslagkamer verlieten. |
2033 |
In plaats daarvan was zelfs zijn oorspronkelijke hoop op een stuk of tien zusters wel heel optimistisch geweest. |
2034 |
Geen enkele windvindster had het haar verteld en Nynaeve was er niet de vrouw naar om ernaar te vragen. |
2035 |
Het Zeevolk leek amper iets van haar te willen aannemen, tenzij ze het tien keer zei en twintig keer voordeed. |
2036 |
Ze haatten elkaar met een hartstocht die alleen maar uit bloedverwantschap kon ontstaan. Misschien was dat het. |
2037 |
Als ze een keertje onhandig deed, had Renaile er buitengewoon veel plezier in om haar te laten zweten. |
2038 |
Maar voor de stromen goed en wel verdwenen waren, schoten er zes nieuwe op Nynaeve af, sneller dan eerst. |
2039 |
Ze was op dit moment zeker niet op haar best. ik ben bang dat dit alle tijd is die ik vandaag heb, dus. |
2040 |
Twee dagen geleden had ze haar mening vrijelijk geuit en de gevolgen daarvan wilde ze niet nog eens ondervinden. |
2041 |
Ze had geprobeerd het te zien als een boetedoening voor het spreken zonder nadenken, maar dat hielp niet veel. |
2042 |
Talaans weving begon zich om haar heen te krullen en snel spon ze haar eigen weving om dat van Talaan op te vangen. |
2043 |
Opnieuw verdween saidar en drukten stromen Lucht haar armen tegen haar zij en snoerden haar knieën vast. |
2044 |
Haar zijden broek ritselde zacht boven haar blote voeten en de ingewikkeld geknoopte sjerp zwaaide tegen haar dij. |
2045 |
Ze weigerde om rond te schuifelen als een gebroken speelpop, en dat was behalve stilstaan alles wat ze kon. |
2046 |
Als aanmoediging... leerling, bereid je voor om haar ondersteboven te draaien als ik tot vijf heb geteld. |
2047 |
Kurin stond wijdbeens, met haar handen op de heupen, alsof ze zich op het dek van een schip in evenwicht hield. |
2048 |
Het was veel te precies in te veel dingen, ik weet zeker dat Merilille u iets over afschermen heeft verteld. |
2049 |
Ze hijgde alsof ze tien span had gehold en staarde in het niets. Het zweet rolde over haar gezicht en rug. |
2050 |
Ze dacht niet dat ze dat echt wilde weten. Tot ze de kamer had verlaten, was ze nog steeds de lerares. |
2051 |
Het was geen diepe buiging, maar dat was alles wat ze vandaag zouden krijgen. Wacht, twee buigingen. |
2052 |
Met opgeheven hoofd en rechte rug verliet Nynaeve de kamer met alle waardigheid die ze nog kon opbrengen. |
2053 |
Ze draaide zich om en veegde tevreden haar handen af. En schrok op toen ze zag wie haar in de gang opwachtte. |
2054 |
Ze was wat langer dan Nynaeve, met fijne rimpeltjes in haar ooghoeken en witte strepen in haar goudgele haar. |
2055 |
Met inbegrip van een paar waarover ze het allemaal eens waren dat die te gemeen waren om iemand aan te doen. |
2056 |
Behalve... Ze was er redelijk zeker van dat de ander haar ondanks al haar verzet gemakkelijk kon overweldigen. |
2057 |
Talaan had gelijk; iemand die zo sterk was als zij zou nimmer toestemming krijgen om naar de Toren te gaan. |
2058 |
Onder elkaar zijn we heel aanhankelijk hoor, maar in het openbaar moet ze alles vermijden waaruit voorkeur blijkt. |
2059 |
Nynaeve probeerde weer aan het woord te komen, maar de woorden bleven als een vloedgolf uit Talaan stromen. |
2060 |
En veerde weer met grote ogen op toen een dienaar zich voorbij haastte, wat haar weer terugbracht bij haar doel. |
2061 |
Het voelde heerlijk om op zijn kracht te steunen, al was het maar even, terwijl hij haar haren zacht streelde. |
2062 |
Hoe hij soms haar gedachten kon lezen terwijl een ander zijn binding hield, was haar niet duidelijk. |
2063 |
Ze weerstond het idee om zichzelf te vermommen, even maar, om hem te laten zien dat zij dat ook kon. |
2064 |
Ongelovig. Zelfs toen ze haar stola opzettelijk verschoof, zodat de gele franje heen en weer zwaaide. |
2065 |
Roddel en achterklap, daarover gingen negen van de tien mannenpraatjes. Vermoeid liet ze saidar los. |
2066 |
Misschien was die poging om hem te doden genoeg geweest om hem weer bij zijn verstand te laten komen. |
2067 |
Kijk naar jezelf. Ondanks je dappere praat heeft iemand je bijna gedood en je sluipt rond als een stalknecht. |
2068 |
Ze moest nadenken. Niet over haar beslissing, die had ze al genomen, maar over hoe ze die moest invullen. |
2069 |
Lan beslist niet. Nou ja, mannen wilden het altijd op hun manier doen en dat kon gewoon niet altijd. |
2070 |
Op dit moment was Birgitte druk bezig om vrouwen te ondervragen om er twintig voor de lijfwacht te kiezen. |
2071 |
Ze nam buiten haar plichten zelden tijd voor zichzelf. Elayne hoopte dat ze het bij die twintig zou houden. |
2072 |
Kennelijk wist iedere zuster met een zwaardhand dat je de binding kon versluieren, zelfs ongebondenen. |
2073 |
De man van wie ze elke nacht droomde, was aan de andere kant van die deur, en ze stond hier als een onnozel wicht. |
2074 |
Ze had zo lang gewacht en zo veel gewild, en nu was ze bijna bang. Ze wilde dit niet uit de hand laten lopen. |
2075 |
Even waren ze, ondanks hun grote onderlinge verschillen, bijna een spiegelbeeld geweest van vrouwelijke afkeer. |
2076 |
In haar droom had hij soms iets jongensachtigs gehad, maar dat was verdwenen alsof het weggebrand was. |
2077 |
Onder de gevlochten leren band om zijn hoofd waren zijn ogen ijsblauw. iedereen in zijn buurt is in groot gevaar. |
2078 |
Hij klonk alsof hij spijt had, maar niet zoveel; hij had het net zo goed over het koude weer kunnen hebben. |
2079 |
Hij had de schaamteloosheid om haar vragend aan te kijken, alsof hij haar niet begreep. En hij praatte gewoon door. |
2080 |
Nynaeves grote onschuldige ogen hadden haar schuld niet duidelijker kunnen maken dan een heraut onder het venster. |
2081 |
Rhand bestudeerde het drietal alsof hij nog nooit eerder een vrouw gezien had en hij zich afvroeg wat ze waren. |
2082 |
Ze sloot de deur zacht en sneed daarmee hun blikken af, maar ze had de deur wel dicht willen gooien. |
2083 |
Hij liep naar de tafel en leunde ertegenaan. De lucht om hem heen begon weer te rimpelen en hij werd weer zichzelf. |
2084 |
De zoete kruidenwijn was overgebleven toen haar ochtendmaal was weggehaald. Hij moest nu ijskoud zijn. |
2085 |
Dat deed Min ook, maar met een grijns die zei dat je dit soort dingen van tijd tot tijd moest verwachten. |
2086 |
Elayne voelde een klein steekje, maar niet echt van afgunst; op hen kon ze onmogelijk afgunstig zijn. |
2087 |
Ze boog zich iets voorover en probeerde hem zuiver door wilskracht haar woorden te laten aanvaarden. |
2088 |
Zusters binden zich niet aan dezelfde man vanwege een gewoonte, Rhand, maar omdat ze hem niet willen delen. |
2089 |
Maar er was geen tijd te verliezen. Zelfs nu nog zag ze hem er best voor aan te besluiten dat de prijs te hoog was. |
2090 |
Het was altijd een genoegen om met haar eerstezuster op een diepere manier gevoelens van geest en lichaam te delen. |
2091 |
Zodra de wevingen op hun plaats zaten, gaf ze de hoofddraad van de cirkel van twee over aan Aviendha. |
2092 |
Rhand keek hen met een behoedzame blik in zijn ogen na, alsof hij wist dat hun vertrek afgesproken was. |
2093 |
En die glinsterende gouden aderen. Vlinders ter grootte van wolfshonden bonsden dreunend met hun vleugels. |
2094 |
Deni haalde haar schouders op. Caseilles gezicht betrok, maar ze haalde haar hand van de grendel weg. |
2095 |
Min wilde graag geloven dat de forse figuur van de ander ook best uit vet kon bestaan, maar dat deed ze niet. |
2096 |
Ze kon ook geen beelden om hen heen zien, maar geen van beiden leken erg bang om te doen wat zij nodig vonden. |
2097 |
Aiel waren volgens iedereen gewend dat vrouwen een man deelden. Dat was heel wat meer dan zijzelf kon opbrengen. |
2098 |
Ineens besefte ze dat die bundeling van gevoelens en indrukken niet meer hetzelfde was. Er was een soort van. |
2099 |
Haar groene ogen staarden recht vooruit, ze had haar kaken op elkaar geklemd en zweet parelde op haar voorhoofd. |
2100 |
En mensen hielden er vaak niet van om iets over hun toekomst te horen, zelfs al zeiden ze dat ze dat wel wilden. |
2101 |
Lichtschijnsels dansten om haar heen en er flikkerden talloze beelden, meer dan Min ooit bij iemand had gezien. |
2102 |
Dienaren zagen haar kijken en besloten dat ze elders werk hadden, waardoor het drietal alleen achterbleef. |
2103 |
Laat ik je zeggen dat als ze doet wat ik denk dat ze doet, dat ik haar het hele bloedpaleis rondschop. |
2104 |
Geen wonder dat de Aielse zich gedroeg alsof ze bang was dat die bedreiging ter plekke zou worden uitgevoerd. |
2105 |
Dat vuur brandde nog steeds en was amper minder geworden, maar het Licht zij dank, hij was niet meer. |
2106 |
Ze had verliefd kunnen worden op een zakkenroller of een paardendief, maar ze moest hem zo nodig kiezen, de zottin. |
2107 |
Maar als ze gedaan heeft wat ze ook gedaan mag hebben, zal ze alles vergeten en zit ze weer in mijn hoofd. |
2108 |
Ze strekte zich behaaglijk uit onder de dekens en herinnerde zich hoe wild ze de avond tevoren geweest was. |
2109 |
Op het kussen naast haar lag een gouden lelie in volle bloei, met de dauw nog fris op de weelderige blaadjes. |
2110 |
Waar hij midden in de winter op zoiets zijn hand had kunnen leggen, kon ze zich onmogelijk voorstellen. |
2111 |
Dat maakte het haastig geschreven briefje van Nynaeve bij de andere angrealen des te verontrustender. |
2112 |
Nesune had een groot in hout gebonden boek uit de librije van het paleis op een lessenaar voor haar stoel. |
2113 |
Bij Kiruna en de anderen was hijzelf er tenminste bij geweest, toen ze gehoorzaamheid wilden zweren. |
2114 |
Het Zeevolk kon later misschien van nut blijken, maar voor nu moest ze proberen greep op hen te krijgen. |
2115 |
Nesune boog zich naar voren om naar haar boek te turen en leek op een vogel die met zwarte ogen een worm bekeek. |
2116 |
Een Bruine die een vat met een schorpioen zou instappen als ze wist dat ze daardoor iets nieuws kon leren. |
2117 |
Aanvaardbare en idiote redenen, maar ze had ze kunnen geloven als die anderen er niet waren geweest. |
2118 |
Zorg ervoor dat ze dat doen. En bij het eerste het beste onbeschaafde woord krijgen ze beiden een pak slaag. |
2119 |
Cadsuane betreurde het bijna dat ze dat lichtzinnige bevel had gegeven. Sarene zou het precies zo uitvoeren. |
2120 |
Haar ergernis moest opgelost worden, zodat ze haar aandacht aan echt belangrijke dingen kon schenken. |
2121 |
Sorilea was geen vrouw die je naar je toe liet komen. ledereen dacht dat ze een vriendschap ontwikkelden. |
2122 |
Vreemd genoeg had Verin haar eigen opgelegde leertijd opgepakt als een rondstappende reiger in een moeras. |
2123 |
Ondanks haar vierkante gezicht leek ze door die vreemd schuine stand van haar hoofd op een heel dikke mus. |
2124 |
Daaruit kwamen bijeenkomsten voort die tot vriendschap hebben geleid, en ten slotte deelden ze elkaars bed. |
2125 |
Toen de twee vrouwen na de aanval op het paleis waren ontdekt, lagen ze gebonden en gekneveld onder Ailils bed. |
2126 |
Toram Riatin kon nog steeds moeilijkheden veroorzaken, al leek zijn opstand in rook te zijn opgegaan. |
2127 |
Ik weet niet in hoeverre zij Harine zal verraden, ongeacht de gevolgen die het voor haar zal hebben. |
2128 |
Hoewel haar ogen gericht waren op een inktvlek op haar vinger, keek ze ergens in een ongeziene verte. |
2129 |
Hoewel ze hen vertrouwde, wilde dat niet zeggen dat ze van plan was deze zusters hun eigen gang te laten gaan. |
2130 |
Hoofden draaiden zich om naar de jongeman in de keurige blauwe jas die Merise voor hem had uitgekozen. |
2131 |
Ze had hem willen zeggen voort te maken, maar als ze nog iets sneller liepen, zou het hollen worden. |
2132 |
Ze waren in staat hun twee... gasten bij te staan, maar konden het niet opnemen tegen mijn wapenknechten. |
2133 |
De kamer was niet groot en leek zelfs kleiner door de donkere houten panelen waar de Cairhienin zo dol op waren. |
2134 |
Als hij niet zo kundig was geweest op sommige gebieden, zou hij nooit tot de Uitverkorenen hebben behoord. |
2135 |
Ze verborg haar afkeer ongeveer even goed als de bijna doorzichtige zilveren nevel van haar volle vormen. |
2136 |
Vuurdruppels in haar goudblonde haar, een grote robijn tussen haar borsten en fraaie gouden armbanden om de polsen. |
2137 |
Hij scheen vaak zelf te denken dat hij dat was en het jongensgezicht dat hij nu droeg had dat niet veranderd. |
2138 |
Ondanks zijn woorden keek hij grimmig en zijn onopgesmukte zwart deed zijn naam. Dood, alle eer aan. |
2139 |
Een vlinder beweegt op een takje de vleugels en aan de andere kant van de wereld stort een berg omlaag. |
2140 |
Midden in de lucht ontploften vlammen, iets wat heter was dan vuur, en de rat verdween. Moridin glimlachte. |
2141 |
De glimlach werd nog dreigender door de saa. De kleinere man slikte en beantwoordde de glimlach bevend. |
2142 |
Maar hij stond wel aan zijn kraag te rukken alsof die te strak zat en zijn ogen leken uit de kassen te rollen. |
2143 |
Maar de betekenis moest nog steeds dezelfde zijn. Voortekenen veranderden op een andere plaats niet van betekenis. |
2144 |
Het ochtendritueel met het scheermes van haar kamenierster was kalmerend, en vandaag had ze dat nodig. |
2145 |
De vorige avond had ze boos een bevel gegeven. Een bevel zou nimmer in boosheid mogen worden uitgevaardigd. |
2146 |
Als ze haar strenge trekken vergat te tonen, was haar hartvormige gezicht dat van een ondeugend kind. |
2147 |
Het laatste geschenk was het aanbod aan Selucia om de plaats van haar volgende aanstelling te kiezen. |
2148 |
En natuurlijk haar schaduw, hoewel dat feit niet openbaar gemaakt werd. Zijzelf was verrukt geweest. |
2149 |
Tot dusver waren twee tijdens die gevechten gesneuveld en drie hadden geprobeerd om haar om te brengen. |
2150 |
Een enkele misstap kon haar dood betekenen, of erger, ze kon uitgekleed worden en in het openbaar verkocht. |
2151 |
Selucia grinnikte en draaide zich om om het hoofdkapje van goudkant van de roodgelakte standaard te pakken. |
2152 |
Onder elkaar, zoals nu, was het haar toegestaan om vrijuit te spreken, maar ze wist wat ze kon zeggen en wat niet. |
2153 |
Charral had haren die even grijs waren als haar ogen, maar ze was nog steeds de meest ervaren geleidster. |
2154 |
En dat was maar goed ook, want de bemanning kon het schip niet al buigend en knielend varende houden. |
2155 |
Yuril, de man met de dunne neus van wie iedereen dacht dat hij haar schrijver was, ging door een knie. |
2156 |
Ze voegde zich bij de vrouw, greep de reling vast en moest haar handen ontspannen om geen nagel te breken. |
2157 |
Anath lachte grof en begon haar opnieuw te vertellen wat een dwaas ze was, deze keer met meer bijzonderheden. |
2158 |
Kapitein Tehan staarde recht voor zich uit, maar haar ogen vielen bijna uit haar gerimpelde gezicht. |
2159 |
Van een waarheidsspreker werd geëist dat deze de naakte waarheid zou zeggen, of je die nu wilde horen of niet. |
2160 |
Zij begrepen de gewoonten van haar familie net zo min als de kapitein met haar uitpuilende ogen deed. |
2161 |
De gezichten van de Doodswachtgardisten, half verborgen door de wangstukken van hun helmen, bleven onbewogen. |
2162 |
Ze luisterde genoeg om iets op te vangen, maar er werd niets gezegd dat ze al niet honderd keer eerder gehoord had. |
2163 |
Ze was bezig grof zwart poeder fijn te malen met een houten stamper die bijna net zo lang was als haar arm. |
2164 |
Hij wist niet echt hoe snel hij van dat krukje kon opstaan, ik wilde niet degene zijn die je het vertelde, maar. |
2165 |
Er werd gevochten, ze probeerden het in ieder geval, toen de soldaten zich toch een weg naar binnen baanden. |
2166 |
Ze staarde hem nog steeds aan en ze had nog steeds die rottige knuppel klaar om zijn schedel in te slaan. |
2167 |
Niet alle herinneringen van al die lieden die in zijn hoofd gepropt zaten, hadden met veldslagen te maken. |
2168 |
Maar misschien had hij wat vooruitgang bij haar geboekt, als hij tenminste haar raadsel kon oplossen. |
2169 |
Hij slaagde er meestal wel in om te vergeten wat voor kleding hij droeg, tenzij iemand het onderwerp aansneed. |
2170 |
De grond voelde soppig onder je voeten, zelfs als het droog was. Scheldend hobbelde hij van de wagen weg. |
2171 |
De wind greep zijn mantel en liet hem opbollen, maar hij was te veel in gedachten om er iets aan te doen. |
2172 |
Ze wierp zichzelf in de lucht en wist net voor ze naar de grond suisde, het touw met haar voeten te grijpen. |
2173 |
Misschien zou hij in staat zijn om hetzelfde te doen. Die ballen lieten je tenminste niet bloeden of iets breken. |
2174 |
En de anderen hadden de tijd van hun leven. Nynaeve voerde de scepter over iedereen die binnen haar bereik was. |
2175 |
En uiteraard het geheim van het vuurwerk meenemen. Maar hij zou beslist een ontsnapping boven dat geheim verkiezen. |
2176 |
Toen hij de vrouwen achter zich had gelaten, schold hij de jongen uit, die blij naast hem voorthuppelde. |
2177 |
Beheerst en misschien een tikkeltje verlegen. Leg je op die eigenschappen toe en het zal je goed vergaan. |
2178 |
Het is mogelijk dat ik weldra de eer heb om hoogvrouwe Suroth voor een besloten voorstelling te ontvangen. |
2179 |
Deze titel stond in voet hoge, rode letters te lezen op het doek dat russen twee hoge palen bij de toegang hing. |
2180 |
Als ze wel zou komen, zou ze waarschijnlijk de leeuwen opvreten. Of ze de doodsschrik op het lijf jagen. |
2181 |
Ze zal me uithuwelijken aan iemand die scheel kijkt en een snor heeft als een Taraboonse voetsoldaat. |
2182 |
Die rottige dobbelstenen waren zojuist opnieuw in zijn hoofd aan het rollen. Er kwam iets slechts zijn kant op. |
2183 |
De witgepleisterde gebouwen, de witte spitsen en torens en de witte paleizen blonken zelfs op een grijze winterdag. |
2184 |
Vandaag keek hij nauwelijks naar de haven. De dobbelstenen die in zijn hoofd tolden, donderden als onweer. |
2185 |
De mensen die stonden te wachten om naar binnen te mogen, waren vaak stadsbewoners of boeren uit de omgeving. |
2186 |
Hier en daar in de rij bevonden zich uitlanders, kooplieden met een kleine stoet door paarden getrokken wagens. |
2187 |
Mart was al zo vaak door de poort gelopen dat hij de tentoongestelde hoofden nauwelijks meer opmerkte. |
2188 |
Anders zouden die hoofden van jullie straks nog weleens buiten de poort te zien zijn, met dat van Tylin ernaast. |
2189 |
Je hebt opmerkelijk veel geluk, Mart, en je hebt een zekere smaak voor, laten we zeggen, het avontuur. |
2190 |
Suroth zegt dat ik iemand van het Bloed moet huwen en de zijkant van mijn hoofd moet scheren, en moeder luistert. |
2191 |
Deze gedachte zorgde ervoor dat hij een prikkeling tussen zijn schouderbladen voelde, alsof hij werd gadegeslagen. |
2192 |
Hij zorgde er terdege voor niet te dicht in de buurt te komen van de haven. Hij had zijn lesje geleerd. |
2193 |
Een ernstige misrekening, hoe leuk het toen ook was geweest. Ze was daarna twee keer zo erg geworden als eerst. |
2194 |
Hij had eigenlijk niet anders verwacht. Ook vóór de komst van de nieuwkomers was er niets vrij geweest. |
2195 |
Een paar keer gaf hij bijna toe, maar als ze hem eenmaal hadden gehoord, zouden ze hun geld teruggevraagd hebben. |
2196 |
Zijn maag was zo leeg als de herbergen vol waren en hij meende dat iedereen naar zijn opzichtige kleren gaapte. |
2197 |
Tien passen lang deed hij moeite door de menigte heen te komen, tot hij een smal, donker steegje in kon slaan. |
2198 |
Het witte pleisterwerk op de vensterloze muren was afgebladderd en op veel plaatsen waren de bakstenen zichtbaar. |
2199 |
Het steegje was helemaal verlaten, waardoor hij flink kon doorstappen. Of wat er deze dag voor doorging. |
2200 |
Hij bereikte het paleis in de tijd die het hem anders gekost zou hebben om drie straten ver te komen. |
2201 |
Met een vloek greep Mart zijn gevallen stok en smeet hem onbeholpen als een soort speer naar het wezen. |
2202 |
Na elke aanraking klonk er gesis en stonk het naar brand, alsof het wezen met een hete ijzeren staaf werd geraakt. |
2203 |
Hij wil jou evenzeer dood hebben als hij haar wil hebben, had het wezen hem grijnzend in de Rahad gezegd. |
2204 |
En hier stond hij, nauwelijks in staat om goed te blijven staan. Zijn been, heup en ribben brandden als vuur. |
2205 |
De straat was niet ver weg. Hij kon het geroezemoes van stemmen horen, nauwelijks minder geworden door de afstand. |
2206 |
Die stemmen in de straat waren zo verlokkend dichtbij, maar ze hadden net zo goed in Barsine kunnen zijn. |
2207 |
Het gleed een stukje weg in de modder, maar scheen nog steeds weg te vloeien tot het achter de taveerne verdween. |
2208 |
Hij zou niet hebben kunnen zeggen waarom, behalve dat het hem had proberen te doden en het opnieuw zou proberen. |
2209 |
De achterdeur van de taveerne stond op een kier en Mart kon het geluid van feestvierende mensen horen. |
2210 |
Mart verstijfde. Het wezen scheen nauwelijks wapens nodig te hebben, maar als het er daar een verstopt had. |
2211 |
Hij geloofde niet dat hij het zou overleven als hij zich moest verdedigen tegen dat wezen met een wapen. |
2212 |
Marts mond viel open. De borst van het wezen gleed erdoorheen, toen de benen, en toen was het verdwenen. |
2213 |
De spreker was een oude man met wit haar, gebogen schouders en een grote haakneus midden in een droevig gezicht. |
2214 |
Het is al moeilijk genoeg om iemand te horen. Hoe dan ook, ik dacht dat het wezen daardoor bang zou worden. |
2215 |
De hand was een en al knobbel, alsof elk bot tegelijk gebroken en slecht geheeld was. Maar de greep was sterk. |
2216 |
Hij had het zegel in een zak van zijn jak gepropt, waar hij het snel uit kon rukken als het nodig was. |
2217 |
Als je er goed over nadacht, had de man een tong als een rasp. En eigenlijk had hij ook weinig oog voor paarden. |
2218 |
Enkele verdwaasde vrouwen klampten zich vast aan de damane die met hen meeliep, alsof zij een reddingslijn was. |
2219 |
Ze had hem geen dienst bewezen, en misschien wel een paar slechte, maar dit wenste hij haar niet toe. |
2220 |
Maar Tylin mocht hem de rest van zijn leven onder de kin kietelen als dat hem van de brandstapel hield. |
2221 |
Trouwens, ik heb hier tijd om te lezen. Krijg ik weinig kans toe als ik moet werken als een hoefsmid. |
2222 |
In werkelijkheid was hij een paardendief en een stroper, de beste in twee landen, en misschien nog wel in meer. |
2223 |
Ze boden aan om een bad klaar te maken en schone kleren te halen zonder dat de koningin ervan zou horen. |
2224 |
Tylin was hun koningin, om maar iets te noemen, en wat hun betrof, mocht ze doen en laten waar ze zin in had. |
2225 |
Thom en Juilin deelden ergens midden in de bediendenvleugel een kamer, en hij had geen reden om hier te zijn. |
2226 |
Mart had hem nog nooit zo schichtig zien rondkijken, maar als een man zo deed, kon het maar één ding betekenen. |
2227 |
Juilin had behoorlijk zijn best gedaan om een dievenvanger te zijn, nooit en te nimmer een dievenpakker. |
2228 |
Mart gooide de deur van Tylins vertrekken open, wandelde naar binnen, slingerde zijn hoed de hele kamer door. |
2229 |
Golven glanzend zwart haar met wat grijs aan de slapen omlijstten een prachtig gezicht met ogen van een roofvogel. |
2230 |
Een gezicht dat op dit moment niet al te vermaakt was. Onbeduidende dingen schenen zomaar zijn aandacht te trekken. |
2231 |
Ze leek best knap, ondanks haar tot een opstaande kam gekapte haren, maar liet daardoor Tylin op een konijn lijken. |
2232 |
Ze had een sluier over haar hele hoofd – dat geheel geschoren leek – en droeg een fortuin aan robijnen. |
2233 |
Al voelde Mart zich alsof hij met een hamer op zijn hoofd was geslagen, hij bleef mooie vrouwen opmerken. |
2234 |
Maar het was niet de aanwezigheid van Suroth of die van de vreemdelingen waardoor hij met een ruk stil bleef staan. |
2235 |
En met gewoon haar in plaats van die kale schedel. Haar ogen waren groot en glanzend, maar volkomen onpersoonlijk. |
2236 |
Al haar lange vingernagels waren felrood gelakt, merkte hij op. Hij vroeg zich af of dat iets betekende. |
2237 |
Ze reikte met een hand naar zijn gezicht en legde haar vingertoppen onder zijn kin en hij wilde terugwijken. |
2238 |
Licht, hij had paarden gekocht na een minder grondig onderzoek. Nog even en ze zou zijn tanden willen zien. |
2239 |
Hij had de ring toevallig gekocht maar hij was eraan gehecht geraakt. Hij vroeg zich af of ze de ring wilde hebben. |
2240 |
Het zou het beste zijn als ik vertrok. Dat ding wil mij hebben, en het zal iedereen in mijn buurt eveneens doden. |
2241 |
Hij had niet beseft dat hij ook modder op zijn gezicht had. Ineens was die adelaar weer in haar ogen aanwezig. |
2242 |
Ze was het van die roze linten niet vergeten, waardoor hij behoorlijk lang al het andere mocht vergeten. |
2243 |
De dagen na de moordpoging van de gholam vergleden in een regelmaat waar Mart zich hevig aan ergerde. |
2244 |
Op straat werd gepraat over een man met een opengereten keel die niet ver van de stad door een wolf gedood was. |
2245 |
Stedelingen mochten dan geloven dat een wolf zich vlak bij de stadsmuren waagde, maar hij wist wel beter. |
2246 |
Maar geen van beiden had het over hun plannetjes, hoewel Thom nog zo beleefd was om beschaamd te kijken. |
2247 |
Mart hoopte dat ze niemand de dood in zouden jagen, maar ze toonden weinig belangstelling voor zijn mening. |
2248 |
Ze trokken noordwaarts in hun fel gekleurde wapenrustingen, en naar het oosten, over de rivier heen. |
2249 |
Mart telde ze niet eens meer. Soms zag hij vreemde beesten, hoewel de meeste buiten de haven werden uitgeladen. |
2250 |
Het waren enorme hagedissen die hun vleugels als vleermuizen konden spreiden en mannen op hun rug konden dragen. |
2251 |
Dat leek haar gek genoeg niet al te best te bevallen. Het beviel de kerels uit de binnenlanden evenmin. |
2252 |
De plattelanders en de groenwitte mannen van Mitsobar bekeken elkaar als vreemde katers in een klein hok. |
2253 |
Altaranen hadden hun eigen manier om moeilijkheden uit te buiten en probeerden wraak te nemen op hun huurlieden. |
2254 |
Mart had zo zijn twijfels over een dode Rhand of over het gerucht dat hij gehoorzaamheid had gezworen. |
2255 |
Dat nieuws – en al zijn verschillende versies – wond de Seanchanen op, zoals een stok een mierennest. |
2256 |
Hij verbrandde ook een roze jas die ze voor hem had laten maken, twee paar roze broeken en een roze mantel. |
2257 |
Grijze zeemeeuwen en schaarbekken met zwarte vleugels wervelden rond in een loodgrijze lucht met nog meer regen. |
2258 |
Op de helm onder zijn arm zaten drie dunne zwarte veren. Hij stond te wachten tot men zijn paard gebracht had. |
2259 |
Ook al zag de man er aardig uit, hij was en bleef een Doodswacht gardist, en ook nog eens een baniergeneraal. |
2260 |
Maar alle stoelen waren bezet door Seanchanen, sommigen in wapenrusting, anderen in lange, geborduurde jassen. |
2261 |
Een aantal Seanchanen had het hoofd zo kaalgeschoren dat het leek of ze een kom op het hoofd droegen. |
2262 |
Dit waren eenvoudige edelen, niet iets hoogs, maar dat deed er nauwelijks toe. Een edelman was een edelman. |
2263 |
Het bleek dat ze dat had. Hij kon een plank in de kelder gebruiken die volgens haar het hele jaar droog bleef. |
2264 |
En ze had nog de kleine ruimte onder de stenen vloer van de keuken, waar hij ooit zijn schatkist had bewaard. |
2265 |
De huurprijs was voor hem blijkbaar het openhouden van zijn mantel en zich omdraaien, zodat ze een beter zicht had. |
2266 |
Toen hij terugkeerde in Tylins vertrekken, kwam hij te weten dat hij nog steeds kleren had om op te bergen. |
2267 |
Maar de magere, grijze Cairhienin zou al even treurig de gift van een zakvol vuurdruppels aangekondigd hebben. |
2268 |
Ik betwijfel of er iemand in die kast is geweest nadat de prins zijn speelgoedsoldaatjes voorgoed opborg. |
2269 |
Hij kon altijd nog een nieuwe boog maken, maar hij was niet van plan om de ashandarei achter te laten. |
2270 |
Licht, het zou fijn zijn eindelijk eens te merken dat er meer was dan ongewilde littekens en veldslagen. |
2271 |
De klokkenmaker was een broodmagere, ongeduldige kerel die zweette vanwege de hitte van zijn grote ijzeren oven. |
2272 |
Hij legde nog twee bezoeken bij baas Sutoma af, maar na het tweede liet de klokkengieter de deur versperren. |
2273 |
Tylin begon de twee nagels van haar beide handen groen te lakken, hoewel ze niet de zijkant van haar hoofd schoor. |
2274 |
Hij vond het niet erg om Tylins bed te delen, ook al was ze koningin en even hooghartig als elke andere edelvrouwe. |
2275 |
Tylin leek Tuon als een soort aangenomen dochter te beschouwen, al leek het omgekeerde evenzeer het geval. |
2276 |
Anath viel het meisje echter meedogenloos lastig met messcherpe kritiek en noemde haar een dwaas en erger. |
2277 |
Hij moest het verkeerd gehoord hebben. Selucia, die er kalm met gevouwen handen bij stond, vertrok geen spier. |
2278 |
Nou ja, hij was er toch niet echt op gebrand geweest om onmiddellijk te vertrekken. Tuon maakte hem bezorgd. |
2279 |
Hij zag zelden een volwassen vrouw zonder even te denken hoe het zou zijn om haar te kussen of met haar te dansen. |
2280 |
Een man zou zijn beitels moeten breken om erin te komen. En hij had toen in de herberg zelf gewoond. |
2281 |
Iedereen kon die vloertegel oplichten, als ze wisten waar ze naar moesten kijken. Hij moest er zelf zeker van zijn. |
2282 |
Veel later, heel veel later ging hij zich afvragen waarom die stomme dobbelstenen hem niet gewaarschuwd hadden. |
2283 |
De meesten aten hun ontbijt en keken soms achterdochtig in de kom, alsof ze niet wisten wat ze nu precies aten. |
2284 |
Aan een tafel zaten drie mannen en een vrouw in hun lange geborduurde kleren te kaarten en pijp te roken. |
2285 |
Met in zijn mond een in zilver gevatte pijpensteel zat hij als een roofdier naar zijn tegenstanders te grijnzen. |
2286 |
Ze was een aardige, mollige jonge vrouw met mooie grote ogen in dezelfde kleur als die van haar moeder. |
2287 |
Marah luisterde maar half en hield een voorbijlopend dienstmeisje tegen, een kattige meid die hij goed kende. |
2288 |
Caira vulde de beker van de donkere kleine man en bood hem de zwoele glimlach die ze Mart ooit eens had geschonken. |
2289 |
Hij wist niet waarom ze nu iets tegen hem had, maar hij had op dit moment al genoeg met vrouwen te stellen. |
2290 |
De lekkere geuren in de gelagkamer die zich vermengd hadden met zoete pijprook, hadden de hele keuken doortrokken. |
2291 |
De grijze vloertegel voor de bakstoven lag stevig op zijn plaats en verschilde niet van de andere in de keuken. |
2292 |
Iemand in de gelagkamer kon wel even wachten, zei ze, en plaatste het bord aan het hoofd van de lange keukentafel. |
2293 |
En als ze boos was vanwege de vroege storing, gaf ze hem misschien niet eens te eten. Zijn maag rommelde. |
2294 |
Terwijl hij zijn mond afveegde met een linnen servet, glipte er achter vrouw Anan nog een vrouw de keuken in. |
2295 |
Ze sloot haastig de deur achter zich en hield haar vochtige mantel aan en de kap diep over haar gezicht getrokken. |
2296 |
Enid, ontruim de keuken alsjeblieft, en hou de deur in de gaten. Ik moet alleen spreken met dit heerschap. |
2297 |
Met tientallen Seanchanen aan de andere kant van een deur die bewaakt werd door een kokkin met een pollepel. |
2298 |
Joline trok haar mantel uit en hing hem aan een haak, en vrouw Anan maakte een geërgerd geluid in haar keel. |
2299 |
Mart negeerde het protest van zijn been en bewoog sneller dan hij ooit in zijn hele leven had gedaan. |
2300 |
Hij weerde de meeste slagen van Enid met zijn vrije hand af en scheen zich van de rest niets aan te trekken. |
2301 |
En deze kerel had iets bekends. Waarschijnlijk weer een van die duizenden gezichten die allang dood waren. |
2302 |
De kapitein geeft het bevel en de bemanning gehoorzaamt, maar op mijn dek laat ik nimmer iemand kruipen. |
2303 |
Enid slaakte een diepe zucht en zakte tegen de werktafel aan alsof haar botten zacht geworden waren. |
2304 |
Alsof er in honderd span geen Seanchaan te vinden was, stak ze een lamp op een plank naast de zware deur aan. |
2305 |
Mart gehoorzaamde maar wachtte op de tweede trede, terwijl vrouw Anan de deur dichttrok en weer op slot deed. |
2306 |
Er scheen weinig stof te zijn, maar de lucht had die droge geur die eigen is aan een goede voorraadkamer. |
2307 |
Genoeg om ieders zenuwen het te doen begeven, neem ik aan. Maar ik betwijfel of ze hier komen zoeken. |
2308 |
Nooit eerder had hij zoveel puur venijn in een stem gehoord, zelfs niet in al die oude herinneringen. |
2309 |
Mart slikte hevig. Het bericht was in de zak van zijn jas gestopt en had helemaal niet op zijn kussen gelegen. |
2310 |
De regen was op enkele plekken door zijn mantel heengedrongen en zijn jas was hier en daar vochtig. Vochtig. |
2311 |
De verdieping daarboven bevatte de ruime, voor iedereen toegankelijke zalen en de krappe hokjes van de schrijvers. |
2312 |
Mart bleef even staan aan de voet van een verborgen diensttrap, haalde diep adem en ging langzaam naar boven. |
2313 |
De meeste ruimte in de kamer werd ingenomen door het bed, een wastafel met een lampetstel en een kleine spiegel. |
2314 |
De gaatjes op de plaats waar haar oorringen en neusring hadden gezeten, hadden nog niet de tijd gehad om te helen. |
2315 |
Hij sloot die deur zachtjes alsof hij probeerde een koek van vrouw Alveren onder haar neus weg te kapen. |
2316 |
Een dozijn deuren verder haalde hij opgelucht adem, gleed naar binnen en trok de deur achter zich dicht. |
2317 |
Haar donkere ogen keken priemend naar hem. Ze zei niets en leek gaten in zijn schedel te willen boren. |
2318 |
Licht, hij had gehoopt dat zij het niet geweest was, dat iemand anders dat stomme papier in zijn zak had gestopt. |
2319 |
Haar gezicht en haar stem veranderden niet. Ze had net zo goed iets eenvoudigs en onbelangrijks kunnen uitleggen. |
2320 |
Het strenge gezicht dat het meisje altijd vertoonde, vervaagde tot een glimlach. Ze was echt heel mooi. |
2321 |
Drie vrouwen die weleens ongeduldig zouden kunnen worden als het hem niet snel lukte hen in veiligheid te brengen. |
2322 |
Vrouwen hielden van praten, en als ze genoeg praatten, verklapten ze zaken die beter onbesproken konden blijven. |
2323 |
Nou ja, dat zat hij ook, en de nacht begon te vallen en de regen kwam met bakken tegelijk uit de hemel. |
2324 |
Bethamin beklom de trappen tot helemaal boven in het Tarasinpaleis en hield haar schrijfplankje zorgvuldig vast. |
2325 |
Ze werden geacht een toegewezen taak uit te voeren, niet om wat te kletsen. Dat was een van haar redenen. |
2326 |
Renna was nog nooit aangewezen, hoewel ze eens Suroths beste oefenvrouw was geweest en overal gewaardeerd werd. |
2327 |
De meesten waarmee ze gebonden was geweest, begroetten haar met een glimlach, zelfs als ze knielden. |
2328 |
Of ze nu uit het keizerrijk kwamen of van deze kant van de oceaan, ze wisten dat ze streng maar eerlijk was. |
2329 |
Behalve nu en dan wat snoepgoed werd aan het eten streng de hand gehouden; een ongezonde damane was verspilling. |
2330 |
Ze moest altijd moeite doen om netjes te antwoorden en had gisteren nog straf gekregen vanwege een botte weigering. |
2331 |
De meesten waren omgekomen bij aanslagen, vaak door de handen van hun eigen erfgenamen of volgelingen. |
2332 |
Haar glimlach verdween half, maar kwam weer terug toen ze het zoete rode spul in haar mond had gepropt. |
2333 |
In Abunai was het nooit koud geweest, en ze had er nooit aan kunnen wennen, hoe ver ze ook gereisd had. |
2334 |
De blauwe kleding met het rode vlak en de bliksems was de enige die ze al die jaren gedacht had te zullen dragen. |
2335 |
Haar eigen vlucht was dus overbodig geweest en dan, tja, dan zou ze niet in Tanchico terecht zijn gekomen. |
2336 |
Heel toepasselijk, aangezien ze met hart en ziel verknocht was aan het bewaren van haar eigen vrijheid. |
2337 |
En omdat de enige andere keus waarschijnlijk een hooizolder was, deelde ze maar al te graag een bed met een ander. |
2338 |
De dienstmeisjes waren zogenaamde vrije vrouwen, maar ze sprongen slaafs overeind wanneer de herbergierster sprak. |
2339 |
Geen jongen, maar ook niet erg oud. Iemand van u, en hij sprak zo traag dat ik hem amper kon verstaan. |
2340 |
Ze keek nog steeds verontwaardigd toen Bethamin de trap opliep en deed of winkelen het enige in haar gedachten was. |
2341 |
Ze verstijfde slechts een ogenblik. Toen trok ze haar mes uit de riem schede en wilde om hulp schreeuwen. |
2342 |
In zijn vingers hield hij een goudgerande ivoren schijf waarin een raaf en een toren waren uitgesneden. |
2343 |
Tot haar verbijstering beval hij haar niet gewoon hem te gehoorzamen, maar keek hij haar onderzoekend aan. |
2344 |
Hij veroorzaakte enige opschudding toen zijn schip geënterd werd en hij werd tot eigendom verklaard. |
2345 |
Ze was blij dat ze zat. Haar knieën trilden zo erg dat ze verbaasd was dat het onder de rok niet te zien was. |
2346 |
Egeanin lag op bed met haar handen hoog, de handpalmen naar het plafond gericht en de vingers gespreid. |
2347 |
En ze moest toegeven dat ze na eenmaal tot Voorloper te zijn gekozen, zelfs aan de kans op een nieuwe naam dacht. |
2348 |
Ze betwijfelde echter of ze ooit het bevel zou krijgen over een grootschip, laat staan een flottielje. |
2349 |
Zolang hij het echter bij waarnemen hield, mocht hij blijven staren tot zijn ogen rood zagen en verdroogden. |
2350 |
Ze zwaaide haar benen buiten het bed, ging rechtop zitten en tikte de punten een voor een op haar vingers af. |
2351 |
Ik twijfel er eigenlijk niet aan dat we zonder dat geluk aan de beulshanden zouden zijn overgeleverd. |
2352 |
Dat laatste was altijd een eerste eis van haar geweest. Ze was echter niet bekend met zijn gewoonten. |
2353 |
Er werd op de deur geklopt en ze duwde hem weg. Hij had inmiddels al wel zoveel geleerd om nu niet te protesteren. |
2354 |
Ze koerste langs een kust aan lijzijde en Zielblinder zelf reed over de golven om haar ogen te stelen. |
2355 |
In de waarheid van het Licht, het waren amper meer dan meisjes geweest, en ook nog eens zo onschuldig als wat. |
2356 |
Het vuur had het vertrek nog niet echt verwarmd, maar de zweetdruppeltjes parelden op Bethamins voorhoofd. |
2357 |
Ze was zo opgelucht dat iemand anders het gevaar zou afhandelen dat ze weer knielde en Egeanins hand kuste. |
2358 |
De beker raakte de stenen, kaatste terug en rolde over het tapijt naar de stenen vloer. Met een flinke deuk. |
2359 |
Als ze tenminste voor die tijd al niet tot eigendom zou zijn verklaard. Ze rilde bij die mogelijkheid. |
2360 |
Eraan gewend dat iedereen gehoorzaamt. Hij zal er niet op rekenen dat iemand zijn magere nek wil breken. |
2361 |
Je vertrekt op het eerste het beste schip. Scheer de rest van je hoofd kaal en je zult geen moeilijkheden krijgen. |
2362 |
Het is nog steeds een schok om een kale man geen pruik te zien dragen, maar tot dusver schijnt niemand. |
2363 |
Die dingen konden lang zo verschrikkelijk niet zijn als hij beschreef. Hij grinnikte hoofdschuddend. |
2364 |
Opnieuw schudde hij zijn hoofd, legde een hand op de schoorsteenmantel en staarde fronsend in het vuur. |
2365 |
Ze zou niet toestaan dat de Zoeker haar kwam ophalen, wat het ook mocht kosten om hem tegen te houden. |
2366 |
In plaats daarvan bleef ze echter de hele ochtend in de donkere vloeistof staren, zonder er iets van te proeven. |
2367 |
Maar soms kon je alleen kiezen tussen slecht en slechter. Rochaid liep voor hem uit, bijna binnen handbereik. |
2368 |
De haarspelden van de mannen waren vaak versierd met stukjes gekleurd glas, soms parels of duurdere stenen. |
2369 |
Hij kon hem morgen daar opwachten en op een nieuwe kans wachten, maar de anderen zouden vannacht kunnen komen. |
2370 |
Rhand dacht dat hij er twee tegelijk kon doden, of misschien wel alle vijf, maar niet zonder lawaai. |
2371 |
Tegen vijf tegelijk kon hij gewond raken en wellicht zijn zwaard kwijtraken, en dat zag hij niet graag gebeuren. |
2372 |
Zijn oog ving een flits op van een rode mantel die wapperde in de wind en om een hoek verdween. Hij holde erheen. |
2373 |
De knuppel werd weer aan de riem gehangen, de vangstaak weer tegen het trapje gezet. Hij keek niet meer om. |
2374 |
Marskramers met spelden, naalden of kammen in hun bakken probeerden met hun geroep ieders aandacht te trekken. |
2375 |
Er waren hier weinig mensen met borduursels op hun kleren en hij zag vaker een touwtje als haarband dan een speld. |
2376 |
Rochaid was al uit het gezicht verdwenen, maar Rhand kon zijn laarzen horen op de vochtige, steenachtige grond. |
2377 |
Ineens besefte Rhand dat de enige laarzen die hij hoorde die van hemzelf waren en hij bleef stokstijf staan. |
2378 |
Hij zag hier drie nauwe steegjes die op het zijne uitkwamen. Hij haalde nauwelijks adem en luisterde gespannen. |
2379 |
De draden van de vredesband waren doorgesneden en weer vastgemaakt, zodat ze bij een vluchtige blik nog heel leken. |
2380 |
Hij bewoog naar achteren om ruimte te maken, zodat hij zijn zwaard helemaal uit de schede kon trekken. |
2381 |
Rhand zette reeds een dodelijke slag onder het borstbeen in toen hij achter zich een fluisterzacht geluid hoorde. |
2382 |
Rhand greep het heft van Rochaids zwaard, rolde verder en trok het wapen uit de schede toen hij op zijn rug rolde. |
2383 |
Als de wachten hen hier aantroffen, zouden ze naar de kerkers onder de Zaal van de raadsleden worden gesleept. |
2384 |
Ze werden geacht op de anderen te wachten nadat ze een voor een de stad waren ingeglipt om aandacht te vermijden. |
2385 |
Zijn razernij kwam voor een deel voort uit zijn onzekerheid of ze inderdaad geacht werden om Altor te doden. |
2386 |
Hij vermoedde dat wat ze onuitgesproken lieten, een man sneller kon doden dan een getekend bevel van een hoogheer. |
2387 |
Het voelde niet aan als een diepe snede, en geen enkele beurzensnijder zou in zijn onderarm snijden. |
2388 |
Iedereen was heel goed in het negeren van wat hij niet wilde zien. De wond klopte en begon te branden. |
2389 |
Kisman liet zijn mantel los en drukte zijn hand tegen de bebloede mouw. Zijn arm voelde gezwollen en gloeiend heet. |
2390 |
Hij meende de ratels van de wachten te horen, maar het kon ook het bonzende bloed in zijn oren zijn. |
2391 |
Zijn laatste gedachte was dat een Uitverkorene had besloten hem te straffen, maar waarom, dat wist hij niet. |
2392 |
Zelfs met slechts een dolk in zijn riem zag hij er gevaarlijk uit, maar daar kon niets aan gedaan worden. |
2393 |
Ze dronken thee en praatten en lachten. Rhand klemde zijn kaken op elkaar bij het zien van de vroegere damane. |
2394 |
De gewaden waren van het lijfje tot aan de kin en de schouders helemaal geborduurd met bloemen en vogels. |
2395 |
Min draaide zich op haar stoel om en grijnsde, zoals ze elke keer deed als hij haar zijn vrouw noemde. |
2396 |
Er zaten witte lokken in haar goudblonde haren en dunne lijntjes bij haar ooghoeken. Haar ogen stonden dwingend. |
2397 |
Ze was kennelijk van plan om dat boek mee te dragen en het bij de eerste de beste gelegenheid te lezen. |
2398 |
Dode lieden horen stil te zijn in hun graf, maar dat zijn ze nooit. Rhand hoorde de stem in zijn hoofd nauwelijks. |
2399 |
Hij had vele gaven gekregen, maar onkwetsbaarheid tegen vergif of enig ander wapen hoorde daar niet bij. |
2400 |
De pijnbomen, de enige bomen die ze kende, waren klein en krom, dus alleen voor teer en terpentijn te gebruiken. |
2401 |
Diep verborgen sterke stromingen die alles konden veranderen wat aan de oppervlakte zo duidelijk leek te zijn. |
2402 |
Ze zwaaide van links naar rechts door de bewegingen van het paard en dreigde bij iedere stap op de grond te vallen. |
2403 |
Ze zaten in de weg en konden armen en benen in hun beweging belemmeren als je die nodig had om te overleven. |
2404 |
Nesune Bihara, geheel in koperkleurige wol, reed de poort door en keek rond alsof ze iedereen tegelijk wilde zien. |
2405 |
Harine zou nooit een minnaar nemen die van lagere rang was en dat betekende nu natuurlijk dat ze niemand zou nemen. |
2406 |
Naar het noorden toe stegen de heuvels tot een gebergte dat van het noordoosten naar het zuidwesten liep. |
2407 |
Ze hoopte dat Harine niet had gemerkt dat ze was geschrokken, ik heb al eerder nee tegen haar gezegd, golfvrouwe. |
2408 |
Corele, mager maar knap, lachte en speelde met de manen van haar zwarte paard terwijl ze met Humira sprak. |
2409 |
De landrotten leken helemaal geen plezier in kleuren te vinden. Zelfs haar donkere mantel was met wit bont afgezet. |
2410 |
Bij Cadsuane rijden betekende in werkelijkheid achter haar rijden, zuidwaarts, tussen de bomen door. |
2411 |
Als Shalon niet beter had geweten, zou ze hebben gedacht dat er meer verbittering in die blik lag dan kwaadheid. |
2412 |
De inspanning die het nu kostte om haar woede te onderdrukken, moest haar inwendig op een kookpunt hebben gebracht. |
2413 |
Ze had al een behoorlijk aantal zaken door waarneming opgestoken, al wist ze nog niet precies wat ze ermee kon. |
2414 |
De wind begon op te steken. Windvlagen drukten haar mantel tegen haar rug en lieten hem aan beide kanten fladderen. |
2415 |
In elk geval was de vraag niet hoeveel zwaardhanden er waren, maar of ze allemaal wel zwaardhand waren. |
2416 |
Als ze kon bewijzen dat dat gebeurd was, was dat mes misschien scherp genoeg om haar van Cadsuane los te snijden. |
2417 |
De wind blies haar mantel over haar hoofd, zodat ze die omlaag moest rukken voor ze weer rechtop kon zitten. |
2418 |
Ze stonden aan de rand van een vlak stuk land waarop bruin gras zich als een bruine zee uitstrekte naar de einder. |
2419 |
De weg was breed en de aarde hard als gevolg van het vele verkeer, maar op dit moment waren ze alleen. |
2420 |
Ze moeten tijdens het Breken zijn gemaakt, toen de vrees voor krankzinnige geleiders zich op een hoogtepunt bevond. |
2421 |
Harine wilde al wat zeggen, maar gebaarde toen naar Shalon dat ze de voor de hand liggende vraag moest stellen. |
2422 |
Als haar moeder de wateren bevoer, was zij belast met het opvoeden van haar eerste kind en van Harine. |
2423 |
Als je buiten een stedding een weving maakt, werkt die daarbinnen niet, al doet dat er niet zoveel toe. |
2424 |
Op sommige werden de netten binnengehaald, terwijl andere langzaam voort bewogen met behulp van lange roeiriemen. |
2425 |
Dorpsvrouwen liepen met grote manden haastig rond, maar stopten even om naar de groep ruiters te kijken. |
2426 |
Bijna gewend. In elk geval trok de verdedigingsmuur aan de andere kant van het dorp al haar aandacht. |
2427 |
Vanuit een grote met ijzer beslagen deur dicht bij de brug stroomden nog meer gehelmde soldaten de weg op. |
2428 |
Ze trok een dikke beurs uit haar zadeltas en overhandigde hem die. Hij nam hem aan en stapte achteruit. |
2429 |
Ze verschilde in het geheel niet van een ander, nu ze gedurende haar oponthoud hier van haar gave was beroofd. |
2430 |
Zwaarden worden alleen toegestaan als ze verzegeld zijn met de vredesband, zodat ze niet getrokken kunnen worden. |
2431 |
Nu en dan stopte hij, pakte een zegel uit zijn riem en vouwde een klein loden plaatje rond de draden. |
2432 |
Nu en dan gleed er een boot onder hen door, wat ze niet hadden kunnen doen als ze masten hadden gehad. |
2433 |
Nooit eerder was het tot haar doorgedrongen dat die onzichtbare aanwezigheid haar zoveel troost had geboden. |
2434 |
De Bron was weg, maar die zou terugkomen – natuurlijk zou dat gebeuren – en ze moest haar plicht doen. |
2435 |
Zijn blauwe jas leek van goede wol, met de grote gouden zwaard en hand links op de borst geborduurd. |
2436 |
Een man in de koepel is al erg, maar een man met een zwaard zal elk raadslid een toeval bezorgen, zo niet meer. |
2437 |
Harines gezicht leek een houten masker doordat ze de inspanning van het traplopen trachtte te verbergen. |
2438 |
Boven haar steeg een blauwe koepel wel honderd voet de lucht in. Niets leek hem te dragen, alleen de koepel zelf. |
2439 |
Ze waren echter alleen en dat leek Cadsuane plezier te doen, hoewel ze alleen kort in zichzelf knikte. |
2440 |
Naast elke vrouw was een schijf van ruim twee pas doorsnee aangebracht die leek te bestaan uit gewolkt kristal. |
2441 |
In elke schijf was een lange smalle wig van helder kristal geplaatst die het midden van de ruimte aanwees. |
2442 |
Shalon wist het niet zeker maar de metalen rand onder haar leek van getallen te zijn voorzien. Dat was alles. |
2443 |
Medelijden en wijsheid vulden haar grote donkere ogen, en je kon zien dat zij de zaken onder controle had. |
2444 |
Ik heb een vleugel in mijn paleis voor u laten klaarmaken. Wanneer u hebt gerust en gegeten, kunnen we praten. |
2445 |
Harine maakte een klein knikje met haar hoofd en er straalde enige voldoening in haar glimlach door. |
2446 |
Ze richtte zich in al haar lengte op en keek recht voor zich uit, min of meer over Cadsuanes hoofd heen. |
2447 |
Misschien voelde ze wel twaalf paar ogen in haar rug. De andere raadsleden plaatsten haar lot op de weegschaal. |
2448 |
Ergens achter die deur bevond zich een kaart en weldra zou worden aangegeven waar die geleider zich bevond. |
2449 |
Shalon wierp een blik over het hek en knipperde weer met haar ogen toen de kleine zwarte wiggen veranderden. |
2450 |
Harine had haar naam niet meer gebruikt nadat ze zeilvrouwe was geworden, behalve zo nu en dan als ze alleen waren. |
2451 |
Min stond hem met de armen over elkaar aan te kijken, trok toen haar rok goed en streek die glad op haar heupen. |
2452 |
Ze wilde iets duidelijk te maken, en je zou als een hond worden afgemaakt als je er nu vandoor ging. |
2453 |
Hij moest de winter indrinken, tot hij het hart van de winter tot iets gemaakt had wat op Zonnedag leek. |
2454 |
Ze rolde om en hief haar hoofd op, en hij besefte dat ze probeerde zichzelf in de spiegel van de wastafel te zien. |
2455 |
Ik denk wel dat ik jouw geheim kan bewaren, voorlopig althans. Niet iedereen weet dat je in de stad bent. |
2456 |
Deze keer nam hij niet de moeite om zijn vloek in te houden en Cadsuanes klap ontwrichtte bijna zijn kaak. |
2457 |
Dat hielp om de vlekken weg te jagen. Hij wilde aan zijn kaak voelen, maar hij hief zijn handen niet op. |
2458 |
Toen hief ze boos de handen in de lucht en liep binnensmonds mopperend met grote stappen achter Cadsuane aan. |
2459 |
Zelfs terwijl ik hier sta, kan ik nauwelijks zeggen of je ontdaan bent of niet. Hoe dan ook, hier is het beter. |
2460 |
Dat besef is even sterk in mij verankerd als de eed die ik gezworen heb om je te gehoorzamen. Even sterk. |
2461 |
Vertrouwen of geen vertrouwen, als het enigszins kon, zou nooit iemand antwoord op die vraag krijgen. |
2462 |
De hele wereld wil dat weten. Ik wist dat je diep in het zuiden zat en dat je dagenlang niet had gereisd. |
2463 |
Maar ik wist niet dat je hier was tot ik door de poort in de heuvels ten noorden van de stad stapte. |
2464 |
Hij nam er twee dagen voor om het te aanvaarden, en ik heb nooit gemerkt dat ze hem onder druk zette. |
2465 |
Zonder die steun zul je elk land moeten veroveren, en daar ben je tot dusver nog niet al te succesvol in geweest. |
2466 |
De vrees dat de zusters hem zouden gebruiken voor hun eigen doeleinden had hem blind gemaakt voor al het andere. |
2467 |
Over al het andere kunnen ze vrijelijk onderhandelen, zolang ze de opstand maar beëindigen. Daarna.. |
2468 |
Sorilea heeft haar op het hart gedrukt om als een moederkloek over ons te waken, en dat doet ze. Op haar manier. |
2469 |
Ik zal het geheimhouden als je dat wilt. Ik kon nooit langer dan een paar dagen in een stedding blijven. |
2470 |
De vochtige wind die over het meer naar de stad werd geblazen, werd kouder toen de schemering overging in de nacht. |
2471 |
De wind speelde met haar mantel terwijl ze twee zilveren penners uit haar beurs pakte en aan de dragers gaf. |
2472 |
Deze plek, die hoog en steil boven het water oprees, was de enige plek op het eiland die op een heuvel leek. |
2473 |
Cadsuane zat met haar naaimandje op een tafeltje naast de marmeren schouw kalm op haar borduurraam te werken. |
2474 |
Ze was niet alleen. Verin legde haar mantel over de rug van een stoel, ging op een andere zitten en wachtte. |
2475 |
Naar andere zusters toe was Elza zich altijd heel goed van haar rang bewust, misschien zelfs wel te veel. |
2476 |
Cadsuane hield haar hoofd over het borduurraam gebogen en bleef met haar naald kleine steekjes maken. |
2477 |
Ik verslikte me bijna toen het bij me opkwam dat deze plaats de reden kon zijn waarom hij niet meer rondreist. |
2478 |
Als je er ooit aan toekomt om die thee in te schenken, zal ik misschien nog wat mededeelzamer worden. |
2479 |
De zon stond recht boven hun hoofd, al hoopte Elayne vurig dat het nog steeds nacht was in de echte wereld. |
2480 |
Ze wilde echt wat slapen voor de ochtend aanbrak. Ze was de laatste paar dagen steeds vermoeid geweest. |
2481 |
Deze stroom welde zo sterk op uit een bron onder een rots dat een man erdoor meegesleurd kon worden. |
2482 |
Maar aan de andere kant van die grote rotsplaat stond een nieuwere herberg, vele malen groter, die bijna klaar was. |
2483 |
Misschien stuurde ze zelf wel iemand naar Emondsveld, als ze tenminste iemand wist die ze kon vertrouwen. |
2484 |
Toen ze haar tegen zich aanhield, verdween de sneeuw en was er op hun rok geen enkel nat plekje meer te zien. |
2485 |
Ze kon maanden slapen. Ze had moeite met haar plicht, maar de plicht won, want het zou een drukke dag worden. |
2486 |
Door het schuin naar binnen vallende licht kon ze zien dat de zon al een tijdje geleden was opgekomen. |
2487 |
Met een ruk werd de ander wakker en reikte naar haar mes, dat op een klein tafeltje naast haar bed lag. |
2488 |
De mannen waren niet al te erg, afgezien van her feit dat ze het wisten en dat zij wist dat zij het wisten. |
2489 |
De met kant afgezette sjerp en het kant rond de nek en polsen versterkten de harde trekken op zijn gezicht. |
2490 |
Geef me tien dagen en ik kan honderd man vinden die beter zijn en u met evenveel liefde in het harr dragen als ik. |
2491 |
Maar steeds als ze opperde dat het er niet zoveel hoefden te zijn, zette Birgitte de hakken in het zand. |
2492 |
Aviendha toonde hem haar tanden en hij knipperde met zijn ogen en kuchte toen achter een magere hand. |
2493 |
Nu zou ze hen niet door gebrek aan goud kwijtraken voor Birgitte nieuwe mannen had geworven om hen te vervangen. |
2494 |
Wanneer je een verspieder vindt, had Thom haar verteld, wikkel ze dan in zwachtels en voed ze met een lepel. |
2495 |
Als ze inmiddels nog niet bekend waren met de verhalen over een aanslag op haar, moesten ze wel doof zijn. |
2496 |
Het was heel vernederend dat Aviendha haar min of meer naar bed moest dragen, maar ze kon niet ophouden. |
2497 |
Ze werd gevolgd door de gehelmde gardisten. Het was pas zeven dagen geleden dat ze waren vertrokken. |
2498 |
Merililles terugkeer was belangrijk en aan haar haast te zien bracht ze ofwel goed of heel slecht nieuws. |
2499 |
Vandaag droeg ze een ruim zittende groene broek bij haar rode jasje, een combinatie die pijn deed aan de ogen. |
2500 |
Hij behoorde niet hier te zijn, maar ze liet hem blijven en schonk hem zelfs een heel warme glimlach. |
2501 |
Elayne bleef glimlachen tot de deur dichtviel. Alles wat haar kind beschermde wras ze bereid te doen. |
2502 |
Ze had gehoord dat hij Elaynes leven had gered, maar was al weg toen de geruchten over hen beiden begonnen. |
2503 |
Ditmaal lag er geen glimlach op zijn smalle gezicht. Turend in zijn wijnbeker trok hij de schouders op. |
2504 |
Zelfs het grootste leger ter wereld is zonder have of goed slechts een verzameling bewegende lijken. |
2505 |
Birgitte keek strak en donker naar zijn rug, maar Elayne gebaarde haar dat ze zich rustig moest houden. |
2506 |
Zeer veel zusters lijken zich afzijdig te houden tot de moeilijkheden in de Toren voorbij zijn, vrees ik. |
2507 |
Geloof me, ik heb het op de harde manier moeten leren. Ze vinden altijd wel een weg om het je betaald te zetten. |
2508 |
Nou ja, ze beende boos weg, al vloekend en tierend, terwijl ze de deur met een klap achter zich dichtgooide. |
2509 |
Alles moest echter zo verschrikkelijk snel gebeuren dat Elayne een goede smoes had om er niet naar te luisteren. |
2510 |
Essande werd opgetrommeld om gepaste kleding klaar te leggen, terwijl Elayne snel een vroeg middagmaal genoot. |
2511 |
Blijkbaar had Monaelle ook gezegd dat het overslaan van maaltijden even slecht was als te veel eten. |
2512 |
In vogelvlucht ongeveer vijftig roede ten noorden van Caemlin, maar voor haar slechts een stap door een poort. |
2513 |
Ze droeg nog steeds haar Aielkleren, met als enige sieraden de zilveren ketting en de dikke ivoren armband. |
2514 |
Toch gaf ze niet de indruk het koud te hebben, alhoewel ze haar doek strak om haar hoofd had geslagen. |
2515 |
De binding bracht naast oplettende aandacht ook ergernis over. Elayne zuchtte en haar adem wolkte wit rond. |
2516 |
Een dochter daarentegen stelde de opvolging veilig, terwijl een zoon alleen opzij geschoven kon worden. |
2517 |
Moge de vrede me verlaten en de Verwording mijn ziel verteren indien u of de uwen in ons kamp enig kwaad geschiedt. |
2518 |
Even later kon ze geharnaste schildwachten te paard onderscheiden en nog wat later reden ze het kamp in. |
2519 |
Een leger werd altijd gevolgd door grote aantallen mensen, soms door evenveel mensen als het leger groot was. |
2520 |
Ze weerstond de aandrang om de Bron te omhelzen en saidar te putten door de schildpadangreaal op haar borst. |
2521 |
Zijn gelaat vertoonde geen enkele rimpel, al hing zijn knor lang en wit langs de zijkant van zijn gezicht. |
2522 |
Haar donkere haar toonde al wat grijs, maar ondanks haar glimlach was er niets moederlijks aan haar te bespeuren. |
2523 |
Hij was echter groot en breedgeschouderd, ging in het groen gekleed en zag er sterk uit. Zeker geen dwaas. |
2524 |
Ethenielle schonk Tenobia wederom een snelle blik toen ze zelf plaatsnam en mompelde iets binnensmonds. |
2525 |
En we hebben deze lange tocht ondernomen om slechts te ontdekken dat niemand weet waar we hem kunnen vinden. |
2526 |
Elayne dwong zich rustig adem te halen en hun blikken zonder met de ogen te knipperen te beantwoorden. |
2527 |
Hier was ze niet de erfdochter van Andor die moest strijden om de aanspraken op haar moeders troon of nog meer. |
2528 |
In feite hoop ik van ganser harte dat jullie door Andor trekken zonder dat ergens een zwaard moet worden getrokken. |
2529 |
Aviendha keek haar fronsend vanuit de ooghoeken aan. Zelfs nu wilden ze nog voor de aanstaande moeder zorgen. |
2530 |
Ze zouden nu zeker naar het zuiden trekken, wist ze, maar zonder hun instemming zou er veel bloed worden vergoten. |
2531 |
Ze geloofde nog steeds dat de dieren zouden blijven staan als ze niet voortdurend werden aangespoord. |
2532 |
Ze dacht er pas aan toen de zilveren spleet verscheen en die uitzicht bood op een veld met bruin gras. |
2533 |
De schemering viel snel in en de hemel werd donkergrijs; de schaduwen in de straten versmolten met elkaar. |
2534 |
Een groepje van vier gardisten kwam te paard op hen af, maar reed hen zonder op of om te kijken voorbij. |
2535 |
Haar mes stak in de bedstijl en ze lagen nog steeds op de verkreukelde linnen lakens en warrige dekens. |
2536 |
Hij droeg slechts de zijden das die zijn litteken om zijn hals verborg, en zij had alleen maar haar vel aan. |
2537 |
Hij had er op de een of andere manier nogal wat opgelopen, hoezeer hij ook had geprobeerd dat te voorkomen. |
2538 |
Zijn geluk leek bij de paardenrennen niet te werken, maar hij zou tegen het hele stel op Pips hebben gewed. |
2539 |
Hij had een goed idee om de man over te halen reeds voor de lente weg te gaan, als het erop aan zou komen. |
2540 |
Een gevaarlijk idee misschien, maar hij had niet veel keus. De andere mogelijkheid was veel gevaarlijker. |
2541 |
Hij reed niet alleen achteraan. Meer dan vijftig mannen en vrouwen stapten in twee rijen achter hem aan. |
2542 |
Hij had geen enkele poging gedaan om tijd te rekken of zich te verbergen, laat staan de bestraffing te ontlopen. |
2543 |
De mantelkappen hingen op de rug en de koude wind blies hun mantels omhoog, alsof de kou hen niet deerde. |
2544 |
De meeste kooplieden zouden nog handelen met de moordenaars van hun moeder als het hun winst opleverde. |
2545 |
Het grootste deel scheen opnieuw te zijn opgetuigd, met Seanchaanse geribbelde zeilen en ander soort tuigage. |
2546 |
Niemand op de pier besteedde enige aandacht aan hem. Zodra de boten waren losgegooid, verdwenen de officieren. |
2547 |
Ze staken hun neus in de boten die de aangemeerde schepen verlieten en niet van Seanchaanse afkomst waren. |
2548 |
Zijn linkerbeen kon nog net zijn gewicht dragen. Misschien zou een heet bad de pijn iets verminderen. |
2549 |
Luca moest verrast worden, maar voor hij naar Luca kon, moesten er nog wat probleempjes worden opgelost. |
2550 |
Dat is begrijpelijk. Maar als ik je kwaad had willen doen, had ik die avond slechts weg hoeven lopen. |
2551 |
Ik heb belangrijke mannen plannen zien beramen, en ook schurken die even duister zijn als de Doemkrocht. |
2552 |
Als er nog iets is wat ik voor je kan doen, vraag het gerust. Maar nu ga ik op zoek naar een heet bad. |
2553 |
Zoals altijd draaide ze zich om zodra hij haar zag en verdween. Haar witte plooirok ruiste zachtjes. |
2554 |
De rode kleren had hij in de klerenkast gestopt, samen met alle andere opzichtige kleding die ze hem gegeven had. |
2555 |
De jas die hij aan had, was het eenvoudigste dat hij bezat, een blauwe jas van fijne wol zonder borduursel. |
2556 |
Het soort jas dat een man kon dragen zonder dat iedereen hem stond aan te gapen. Een fatsoenlijke jas. |
2557 |
Ze grijnsden bij hoorbaar afgesloten weddenschappen over hoe snel hij zich weer zou verkleden als Tylin terug was. |
2558 |
Een aantal vrouwen en bijna alle mannen beschouwden het omkleden als een teken dat hij ging vertrekken. |
2559 |
Hoe meer mensen konden zeggen dat hij zijn vlucht voorbereidde tijdens Tylins afwezigheid, des te beter voor haar. |
2560 |
Het gebeurde iets te vaak om zich gerust te blijven voelen. Maar ook niet zo vaak dat hij meende dat ze hem volgde. |
2561 |
Hij betwijfelde of het meisje een tweede keer zou geloven dat hij zoetigheid voor een windvindster kwam brengen. |
2562 |
Hij begreep toch al nooit wat vrouwen in een man aantrok, want ze leken bij de gewoonste kerel uit hun bol te gaan. |
2563 |
Vrouwen logen om een man in bed te krijgen, en ze logen nog erger als ze hem daar eenmaal in hadden. |
2564 |
Niet meer dan dat. Er was meer nodig dan enkele kletsende vrouwen of starende meisjes om hem te laten zweten. |
2565 |
Er was elke nacht een nieuwe moord, hoewel niemand anders dan zij drieën de moorden met elkaar in verband bracht. |
2566 |
Hij had hem in de keuken gevonden, waar hij met de koks zat te kletsen over hoe je kip in honing kon braden. |
2567 |
Thom Merrilin had zijn eigen maniertjes waarmee hij geruchten kon opvangen en samenvoegen tot een volledig plaatje. |
2568 |
Jammer genoeg had hij eerst aan de deur geluisterd en genoeg gehoord om niet het bos ingestuurd te kunnen w:orden. |
2569 |
Mart had geen andere keus dan bij de deur te gaan staan om te voorkomen dat er nog iemand zou binnenkomen. |
2570 |
Hij vermoedde dat als Beslan het teken gaf, hij en zijn vrienden de enige opstandelingen zouden zijn. |
2571 |
Voor de rest leken ze twee stappen te zetten en dan tegen een stenen muur te botsen. Of een struikeldraad te raken. |
2572 |
Het was beter dan staan, maar niet veel beter. De meeste mensen zouden op dit uur vast in slaap zijn. |
2573 |
Schijnbaar vindt ze de zang van baniergeneraal Yamada goed genoeg om te besluiten dat ze met hem wil trouwen. |
2574 |
Schrijven in een handschrift waarvan de bezitter zelf dacht het geschreven te hebben, dat was pas kunst. |
2575 |
De vroegere speelman glimlachte alsof hij een nietszeggend praatje hield, maar hij hield zijn stem zacht. |
2576 |
Mart wilde boos uitvallen, maar in plaats daarvan grinnikte hij zo ontwapenend mogelijk, en Narvin vertrok nijdig. |
2577 |
De pijn was echt minder geworden. Hij had zijn wandelstok aan de kant gelegd en oefende om aan kracht te winnen. |
2578 |
Hij meende twee of drie span te kunnen lopen zonder het been rust te moeten geven. Zonder al te veel rust, dan. |
2579 |
De lijn kronkelde in zijn hand als een lange zilveren slang, glinsterend in het flakkerende lamplicht. |
2580 |
Hij liet de kerel zijn tanden zien en hoopte dat de Shienaraan het als een glimlachend bedankje zag. |
2581 |
Als je weg wilt, ga dan met een vissersboot van je man. Maar ik stel voor dat je een paar dagen wacht. |
2582 |
Het ergste van alles was dat ze het zelfs nog moeilijker zouden maken om de stadspoort uit te komen. |
2583 |
Zijn eigen ervaring was in dit geval meer dan voldoende. Fen pookte met een harde vinger in zijn linkerschouder. |
2584 |
Mart voelde een spierknoop in zijn nek wat losser worden, ongeveer op de plek waar de beulsbijl zou treffen. |
2585 |
Setalle klikte de armband om haar pols, wikkelde de lijn om haar onderarm en hield de open halsband omhoog. |
2586 |
Hij moest de maat verkeerd hebben ingeschat: de halsband paste precies boven de hoge hals van haar gewaad. |
2587 |
Ze kromp in elkaar en haar armen en benen en zelfs haar vingers trilden en bogen zich in vreemde hoeken. |
2588 |
Toen hij de voet van het hoge standbeeld van koningin Nariene bereikte, viel een hand op zijn schouder. |
2589 |
Een gevecht was niet de manier om onopvallend te blijven. Bovendien wist hij niet zeker of hij wel kon winnen. |
2590 |
Domon zag er dik uit, maar dat vet lag over harde spieren heen. Een drankje zou trouwens best welkom zijn. |
2591 |
Ze droeg een lichtgele plooirok, met daaroverheen een met bloemen geborduurd gewaad. Mart herinnerde zich haar. |
2592 |
Als je anderen kent zoals jezelf, zal ik ze huren. Maar ze moeten in staat zijn om hun mond te houden. |
2593 |
Domon gromde en schudde zijn hoofd, en even leek ze nog bozer, maar toen verloor haar gezicht de strenge trekken. |
2594 |
Om iedereen hun plaats te wijzen, als het erop aankwam. Egeanin was heel wat minder taai dan ze eruitzag. |
2595 |
U kunt altijd meer goud krijgen, maar eerst moet u proberen niet in handen van de Zoekers te vallen. |
2596 |
Thom heeft me verteld dat ze zich ergens heel erg druk over maken. Over hete ijzers en de pijnbank klaarmaken. |
2597 |
Nu was hij daar niet zeker van – ze fronste zelfs – maar één ding wist hij wel: het effect van zijn glimlach. |
2598 |
Ze deinsde niet terug – hij vermoedde dat ze voor heel weinig dingen terugdeinsde – maar ze knikte bijna. |
2599 |
Maar Juilin keek elke keer weer boos als hij naar het weggesmeten bundeltje in de hoek van de kamer keek. |
2600 |
Ze zei alleen dat ze er drie wist die zouden doen waarvoor we ze nodig hebben, en ze kan ze morgen al hebben. |
2601 |
We liepen uiteindelijk weg en lieten de munt staande op de tafel achter. Ik neem aan dat er van alles kan gebeuren. |
2602 |
Als het verhaal de ronde ging doen dat zoiets bestaat, mag her Licht weten welke verhalen er dan zullen ontstaan. |
2603 |
Verhalen hebben macht. De verhalen van speelmannen, de vertellingen van minstrelen, en ook de geruchten op straat. |
2604 |
Als ze geloven dat hij een speelpop van de Toren is, hebben ze nog meer reden om zich tegen hem te keren. |
2605 |
Een man wilde altijd de vijandelijke generaal laten geloven dat hij iets anders ging doen dan wat hij ging doen. |
2606 |
Om dezelfde redenen werden oogsten vernietigd, waarna tienduizenden stierven tijdens de hongersnood die volgde. |
2607 |
Ik denk niet dat we er morgenavond aan toe komen en ik wil graag minstens een van de twee nachten slapen. |
2608 |
Die gedachte deed hem lachen, hoewel het te veel het geluid van hees gefluister had om leuk te zijn. |
2609 |
Hij rolde het zegel over de rug van zijn hand heen en weer en probeerde te bedenken wat er fout kon gaan. |
2610 |
In verhalen was dit niet het soort dag voor grootse reddingen en ontsnappingen. Het was een dag voor moordpartijen. |
2611 |
Geen plezierige gedachte als je hoopte de dauw van de volgende dag mee te maken. Het plan was eenvoudig. |
2612 |
Een gewone donkergroene jas. Een man wilde heel gewoon zijn terwijl hij zaken als die van vandaag afhandelde. |
2613 |
Hij paste net zo goed op de veer als op de beurs waarin twintig goudkronen en een vuistvol zilver zaten. |
2614 |
Maar Beslan had die reden geslikt als een eend vers kroos, en hij weigerde er buiten gelaten te worden. |
2615 |
Op geen enkele manier kon natuurlijk geheim worden gehouden dat drie Roodarmen de paarden uit de stallen haalden. |
2616 |
Een bosbrand kon niet zo snel van droge boom tot boom overslaan als de onderlinge praatjes van vrouwen. |
2617 |
Alleen de wachters buiten zouden wakker zijn, maar hij wilde niet riskeren dat hij ermee gezien werd. |
2618 |
Goed zwart taxushout was buiten Tweewater bijna onmogelijk te vinden, en ze sneden het bovendien altijd te kort. |
2619 |
Geluk luisterde heel nauw, met de dobbelstenen. Elders op geluk vertrouwen kon een man zijn dood betekenen. |
2620 |
Hij ging op het bed liggen, legde zijn gelaarsde benen over elkaar en bleef naar de boog en speer kijken. |
2621 |
Het duurde zo lang voordat het donker werd dat hij bijna opstond om te zien of de zon was blijven hangen. |
2622 |
Maar eindelijk vervaagde het grijze licht tot een purperen schemering, en toen tot volledige duisternis. |
2623 |
Werklieden die het weer hadden getrotseerd, zouden hun gereedschap nu neerleggen en naar huis sloffen. |
2624 |
Alles was nu in beweging. Olver zat veilig in die oude stal, waar nog een groot deel van het dak aanwezig was. |
2625 |
Hij kwam overeind, liep al tastend door de inktzwarte kamer en sloeg het raam in een hoog venster open. |
2626 |
De maan was achter wolken verborgen en de stad was een donkere massa in de in regen gehulde duisternis. |
2627 |
Als ze tenminste echt in staat was geweest om er drie te vinden die volgens haar zouden doen wat ze beval. |
2628 |
Misschien, in zulk weer. Zijn gezicht vertrok tot een grijns en hij trok zich verder terug in de voorhal. |
2629 |
Na een paar tellen verschenen er vier gestalten in zware mantels, die zich naar de deuropening haastten. |
2630 |
Dat deed er ook niet toe. Wat er wel toe deed, was dat ze hier waren en klaar stonden om te doen wat nodig was. |
2631 |
Seta en Renna kenden uiteraard de weg, en hij werd geacht enkel zijn mantel en verdere eigendommen te pakken. |
2632 |
Niet echt een beeld dat vertrouwen uitstraalde. Nou ja, als wensen paarden waren, zouden bedelaars rijden. |
2633 |
Hij glipte even zacht de kamer uit als hij was binnengekomen en deed de deur dicht. En hapte naar adem. |
2634 |
Ze doet het heel goed nu, vrouwe, maar... Mart hield nog steeds zijn adem in en liep op zijn tenen achteruit. |
2635 |
Hij greep een zomertapijt om overeind te blijven, en de kleurige zijde scheurde half uit de kroonlijst. |
2636 |
Daarna kon hij alleen nog strompelen. Maar hij strompelde zo snel als geen man ooit eerder gedaan had. |
2637 |
Hij moest zich alleen om de vrouw voor hem bekommeren. En de enige manier was rechttoe, zonder omwegen. |
2638 |
Tylin stond erop om zelf aan te geven hoe ze moest worden vastgebonden. Ze scheen er trots uit te putten. |
2639 |
Mopperend trok hij zijn mantel om zich heen en wilde op een holletje door de stortbui naar de stallen rennen. |
2640 |
Hij verwachtte dat ze op de vlucht zou slaan, maar in plaats daarvan liet ze een regen van slagen op hem neerkomen. |
2641 |
Ineens gleed ze van hem weg en gebruikte beide handen om de diadeem te verschikken die haar sluier vasthield. |
2642 |
Er stond nu beslist geen verrukking meer op haar gezicht te lezen, maar slechts intense concentratie. |
2643 |
Hij begreep niet waarom ze niet om hulp had geschreeuwd, maar hij wist dat ze van plan was om hem te schoppen. |
2644 |
Hij sprong op haar af en alles gebeurde tegelijk. Door een pijnscheut in zijn heup viel hij op een knie. |
2645 |
Ze was op een pruilerige manier mooi, met een rozenmondje, maar zeker vijf of zes jaar ouder dan Mart verwacht had. |
2646 |
Dat was de enige uitleg die hij voor zijn late komst gaf, voor hij zijn aandacht richrte op Noals gevangene. |
2647 |
Noal sleepte Tuon naar de andere hoek en liet een arm los om een hand in zijn zak met lange messen te steken. |
2648 |
Teslyn was echter een huiverend hoopje verlangen, dat haar lippen likte en naar de staldeuren staarde. |
2649 |
Ze draaide haar hoofd zo snel naar hem toe dat haar paardenstaart rondzwierde en in haar gezicht sloeg. |
2650 |
Ze bleef tussen hen in staan en kromp half ineen. Ze legde een hand op ieders schouder alsof ze bescherming zocht. |
2651 |
Ze sloeg tenminste geen wartaal meer uit. Vreemd, hoe dat met vrouwen zomaar kon beginnen en verdwijnen. |
2652 |
Het stond vol met kleine vierkante tafeltjes. Maar zelfs midden op de dag was slechts een op de vijf tafels bezet. |
2653 |
Alle vreemdelingen in de gelagkamer waren mannen, aangezien de vrouwen meestal in de vrouwenkamer zaten. |
2654 |
Soms werd met een kreet van een tafel een bediende geroepen die naast de anderen achterin stond te wachten. |
2655 |
Hij nam de gekreukte tekeningen terug van een bediende met een vierkante kaak, die hij apart had genomen. |
2656 |
Onder de gele boog naar de vrouwenkamer stond een magere vrouw met een grote ivoren kam in haar donkere knot. |
2657 |
Twee grote haarden aan elke kant van de kamer verjoegen de kou, maar Rhand hield zijn handschoenen aan. |
2658 |
Hij deed alsof hij in de wijnbeker tussen zijn handen staarde, terwijl hij een oogje op de buitendeur hield. |
2659 |
Het moest wel. Er kwam een lange man binnen, gehuld in een vochtige mantel waarvan de kap zijn gezicht verborg. |
2660 |
In Mins binding voelde hij dat ze deze dag alledrie de stad uit waren en de heuvels in waren gereden. |
2661 |
Dat had hij aanvaard. Ze hebben geprobeerd me te doden, en daarom wil ik ze dood hebben, dacht hij. |
2662 |
Het haar van de dragers plakte doorweekt op de rug en hun laarzen spetterden door de plassen op de kasseien. |
2663 |
Ik denk dat ze zowat alle manieren kent om iets met de Kracht te vernietigen, maar helaas niets anders. |
2664 |
Daarom lees ik niets over veldslagen. Ze schijnen op den duur weinig te veranderen, alleen maar de nabije toekomst. |
2665 |
Veldslagen kunnen de geschiedenis veranderen. Hij leek uit die woorden geen troost te kunnen putten. |
2666 |
De moeilijkheid is dat je soms niet kunt zeggen hoe de geschiedenis veranderd wordt, tot het te laat is. |
2667 |
Ze vindt het veel belangrijker of mensen dwaas doen of niet. Als je aantoont geen dwaas te zijn, zal ze luisteren. |
2668 |
Ik verontschuldig mij voor mijn gedrag in Cairhien en ik zal mijn best doen om mij in de toekomst te beheersen. |
2669 |
Als ze je voorstel aanvaardt en jij geen echte dwaas bent, dan zul je luisteren naar haar raadgevingen. |
2670 |
Ze was nog steeds ergens opgewonden over, een gevoel dat rees en daalde alsof ze het trachtte te onderdrukken. |
2671 |
Er stroomde een koesterende warmte door de binding, hoewel ze haar opwinding nog steeds probeerde te onderdrukken. |
2672 |
Denk aan haar als je tante, als iemand die niets van allerlei onzin moet hebben, en je zult het goed bij haar doen. |
2673 |
Als de voorzieningen en het voedsel niet zo goed waren, zou ze misschien helemaal geen klanten hebben. |
2674 |
In plaats van Rhand de boodschap te geven, verbrak ze met haar duim het zegel en vouwde de brief open. |
2675 |
Hij sprong van de bank op en wist de brief uit haar hand te grissen voor ze hem in de vlammen kon gooien. |
2676 |
Hij sloeg helemaal geen acht op haar. Het metalig rood en goud van de draken op zijn armen glinsterden. |
2677 |
Haastig liet ze het ding op het bloementapijt vallen en schopte het met de zijkant van haar voet onder het bed. |
2678 |
Haar gezicht hoorde op dat van een porseleinen pop te zitten, zo weinig gevoelens weerspiegelde het. |
2679 |
Bijna. Rhand gordde zijn zwaard aan over zijn jas, deed zijn mantel om en wendde zich naar haar toe. |
2680 |
Hij knikte, alsof hij het werkelijk begreep, en pakte zijn handschoenen van het tafeltje bij de deur. |
2681 |
Rana leek altijd te weten als je iets had uitgehaald en zorgde ervoor dat je dat geen tweede keer flikte. |
2682 |
Aan weerszijden van de straat stonden stenen winkels en huizen met leien daken, de meeste met een verdieping. |
2683 |
Dat was de winkel van een kaarsenmaker, en vanaf het dak van deze winkel kon je gemakkelijk naar beneden springen. |
2684 |
Een windvlaag blies de kap van het hoofd van de kleinere man. Hij greep ernaar, maar het kwaad was al geschied. |
2685 |
Charl Gedwyn had de gewoonte overgenomen om zijn haar achter met een zilveren speld bijeen te houden. |
2686 |
Op de speld zat een rode steen. De man had een hard gezicht en hij keek met uitdagende blikken de wereld in. |
2687 |
Rhand liep Zerams winkel voorbij, bleef voor het lage huis staan en keek zo onopvallend mogelijk rond. |
2688 |
Dat hij geen straatwachten zag, betekende niets; hij had de wachten die Rochaid waren gevolgd ook niet opgemerkt. |
2689 |
De steenachtige bodem vertoonde de sporen van vuilkarren die er in de ochtenden langs werden getrokken. |
2690 |
Zachtjes stappend zochten de twee mannen de vloerplanken af tot ze een tweede luik in de vloer vonden. |
2691 |
Hij landde licht op de bal van zijn voeten in een kamer die in plaats van de zolder als opslagruimte werd gebruikt. |
2692 |
Hij gebaarde Lan hetzelfde te doen als bij het luik en plaatste zich voor de deur, met zijn zwaard in beide handen. |
2693 |
Hij draaide zich onhandig om en weerde de steken van de kromme dolk af. Elke beweging kostte hem inspanning. |
2694 |
Een dolle wezel die zelfs een luipaard aan zou vliegen. Met die dolk kon hij een hele troep luipaarden doden. |
2695 |
Torams gezicht stond vermoeid, maar hij ging de zwaarddans aan als een sierlijke zwaardmeester, die hij ook was. |
2696 |
De grote robijn op de greep gloeide in het licht van de lampen die op de tafels in de vensterloze kamer stonden. |
2697 |
Zodra Rhand de kamer inliep, raasden het vuur en ijs weer door zijn zij tot hij zijn hart voelde huiveren. |
2698 |
Het was niet genoeg, maar hij moest het ermee doen. Rhand was het zat waar hij het allemaal mee moest doen. |
2699 |
Op zolder sprong Lan omhoog om de rand van het luik te grijpen en trok zich op om op het dak te komen. |
2700 |
Met Fajin was ook de verschrikkelijke pijn verdwenen, maar zijn zij voelde aan alsof die met bijlen was bewerkt. |
2701 |
Hij vermande zich om het te proberen, en toen stak Lan zijn hoofd door het luik en stak een hand uit. |
2702 |
Rhand gooide zich om en greep Lans pols, maar zijn gewicht trok hem over de gladde grijze helling omlaag. |
2703 |
Tevergeefs grabbelden ze met hun vrije hand naar uitsteeksels, naar de rand van een lei, naar alles. |
2704 |
Rhands gehandschoende vingers wisten iets te grijpen. Hij wist niet wat het was en het kon hem niet schelen ook. |
2705 |
Wat zijn vingers hadden gegrepen, knapte met een scherp geluid, en de steeg kwam hen razendsnel tegemoet. |
2706 |
Het kwam van de kant van het wachthuisje en het lawaai van de ratels van de straatwachten werd steeds luider. |
2707 |
Ook Nynaeve perste zich snel tegen de stenen gevel, vlak naast de verkoopster, die met open mond rondkeek. |
2708 |
Een menigte wachten vulde de hele straat en hun vangstaken en vechtstokken staken als pieken omhoog. |
2709 |
Zeker honderd man riepen elkaar van alles toe alsof ze opeens twijfelden over wat ze hierna moesten doen. |
2710 |
Ze trok de kap van haar mantel over het hoofd en liep naar de mannen toe die voor de laarzenmaker stonden. |
2711 |
Je hebt de raadsleden de stuipen op het lijf gejaagd door te geleiden in een plaats waar niemand kan geleiden. |
2712 |
Als ik tenminste iets kan klaarspelen. Maar ik heb de jongen iets beloofd en ik houd me aan mijn beloftes. |
2713 |
Hij liet hem daar staan en dwong zich het hele rondje te lopen, helemaal rond tot aan de ijzeren deur. |
2714 |
Ze liep statig en toonde geen haast. Bij haast namen mensen aan dat je bezorgd was en dat zij sterker stonden. |
2715 |
Cadsuane zuchtte. Het was een lompenleger van niks, maar zelfs een leger in nood diende orde en tucht te bewaren. |
2716 |
Hun hoofden draaiden tegelijk naar de goudblonde vrouw en het gekwetter ging over in heerlijke stilte. |
2717 |
Maar het waren en bleven slechts klerken en boodschappenjongens. De schrijvers aarzelden in ambtelijke verbazing. |
2718 |
Ze schoven over de vloertegels naar de zijkant van het vertrek en de schrijvers weken voor haar uiteen. |
2719 |
Aleis zat aan het hoofd van de cirkel en keek fronsend hoe Cadsuane haar kleine stoet de kamer inleidde. |
2720 |
Ik heb in de loop der jaren tegenover meer dan twintig geleiders gestaan. Hij jaagt mij geen angst aan. |
2721 |
Ze had geoefend, het kleine gouden honingvogeltje kon lang niet zoveel saidar bevatten als Nynaeves gordel. |
2722 |
Hij voelde de kou niet echt, alleen maar als iets dat ver weg was en eigenlijk niets met hem te maken had. |
2723 |
De straatwachten die hem de avond ervoor uit de kerker kwamen ophalen, hadden verbaasd gezien dat hij glimlachte. |
2724 |
Cadsuane boog zich half uit haar zadel, sprak enkele zachte woorden en overhandigde de man een opgevouwen papier. |
2725 |
Harine wilde hem niet uit het oog verliezen en had daardoor de afgelopen nacht maar weinig geslapen. |
2726 |
Je hebt een overeenkomst met ze gesloten, knaap, en dat is net zo geldig als een getekend verdrag of je belofte. |
2727 |
Hij wist zeker dat zij hem even snel in de steek zou laten als de vier vrouwen, misschien nog sneller. |
2728 |
De paarden hielden hun staarten strak tegen de wind, maar nu en dan stampte een hoef of werd een hoofd opgegooid. |
2729 |
Nu het tijdstip was aangebroken gleed haar hand over de volle tas, een beweging die ze niet eens leek te merken. |
2730 |
Lews Therin had ervoor gezorgd dat die naam in zijn hoofd verankerd was alsof die er altijd was geweest. |
2731 |
Rhand stapte af en keek naar de boven de bomen uitstekende gebouwen van de stad die ooit Aridhol had geheten. |
2732 |
Het kristallen zwaard met het lange doorzichtige gevest en de iets gebogen kling fonkelde in het bleke zonlicht. |
2733 |
Het waren gladde witte beeldjes van een voet hoog, elk met een doorzichtige bol in een opgeheven hand. |
2734 |
Een mannengezicht op het randje van herkenbaarheid. Licht, als dat ooit gebeurde wanneer hij saidin echt vasthield. |
2735 |
Hij zag Nynaeve snel ademhalen, besefte dat het maar een tel duurde, maar voor hem leken het wel uren voor. |
2736 |
Het was zo... anders. Vergeleken met het geweld van saidin was saidar een kalme rivier, een lieflijke stroom. |
2737 |
Nynaeve had hem gezegd wat hij moest doen, maar het had zo vreemd geleken dat hij haar eigenlijk nu pas geloofde. |
2738 |
Hij spande zich in en dwong zichzelf om de stromen niet te bevechten, en al snel was de rivier weer kalm en vredig. |
2739 |
Alsof saidar een eigen wil bezat, vormde de weving zich tot krullen en spiralen die hem aan een bloem deden denken. |
2740 |
Zo niet... Hij greep saidin, bestreed het en overmeesterde het in de dodelijke dans die hij zo goed kende. |
2741 |
Temidden van de vuurstormen en de ijzige woede van saidin leek het of de smerigheid bewoog en veranderde. |
2742 |
Ze kon voelen hoe saidar door Nynaeve stroomde in hoeveelheden waarvan niemand zelfs maar had kunnen dromen. |
2743 |
Ze benijdde de wilder erom en bedacht tegelijk dat zijzelf waanzinnig zou zijn geworden van saidars pure vreugde. |
2744 |
Zodra een groep zich had gevormd, verdween die van de heuveltop in verschillende richtingen tussen de bomen. |
2745 |
Het was al laat in de winter en ze was misschien bereid tot de lente te wachten om beter spul te kopen. |
2746 |
Met samengeknepen ogen tuurde hij door zijn vingers en zag een felgloeiende bal; het leek wel een tweede zon. |
2747 |
Hij was van plan thuis te blijven, in zijn eigen huis, met alle deuren dicht, en die brandewijn zelf op te drinken. |
2748 |
Tremalkin was een groot eiland en zo ver van de zee af was er nog maar weinig zilt in de wind te ruiken. |
2749 |
Uit de grond rees een grote stenen hand op die een doorzichtige bol zo groot als een huis vasthield. |
2750 |
Een stroom Lucht die zo dun was als een scheermes sneed de baard van de kerel doormidden toen zij hem onthoofdde. |
2751 |
Ten zuiden van haar straalde dat baken genoeg saidar uit om in één klap een heel werelddeel in as te leggen. |
2752 |
Hij kon niets zien, niets voelen. Hij zwom in woelige vlammenzeeën en klauterde over instortende ijsbergen. |
2753 |
Als hij ook maar een tel de controle verloor, zou de smet hem verscheuren en hem door de buis meevoeren. |
2754 |
Het leek een dun laagje olie op water, zo dun dat je het niet zou opmerken tot je het oppervlak aanraakte. |
2755 |
Het bedekte echter alles, heel die vreemde uitgestrektheid van de mannelijke helft. Het was op zichzelf een oceaan. |
2756 |
Een blik op de met puin bedekte straat deed hem echter van gedachte veranderen om alles om te keren. |
2757 |
In de oorlog kwam de tegenstander altijd met iets onverwachts en je diende daar een antwoord op te hebben. |
2758 |
Maar eerst moest hij dichterbij zien te komen. Opeens zag hij even verderop rechts van hem mensen tussen de bomen. |
2759 |
Met een snauw trok hij zich terug, temidden van het gekraak van brandende bomen en donderende ontploffingen. |
2760 |
Vroeg of laat moest die oude vent moe worden en dan kon hij zich weer bezighouden met het doden van Altor. |
2761 |
Met de rok opgetrokken tot haar knieën rende Cyndane vloekend weg van haar derde poort zodra ze erdoorheen was. |
2762 |
Ze kon horen hoe de ontploffingen de poort naderen, maar ditmaal had ze beseft waarom ze recht op haar afkwamen. |
2763 |
Gelukkig waren enkele anderen er ook. Ze had gezien hoe die vuurfonteinen ook naar andere plekken waren gesneld. |
2764 |
De ontploffingen die hem bijna hadden gedood, stierven weg en begonnen toen weer ergens anders, ergens verder weg. |
2765 |
Niet dat hij erop rekende dat hout erg veel bescherming bood. Hij was eigenlijk nooit een echte soldaat geweest. |
2766 |
Op een onopvallende manier, tenminste zo stelde hij zich dat voor. Hij sloop in de richting van de toegangssleutel. |
2767 |
Ze gebruikte alle kracht van haar cirkel, weefde haar schild en zag tot haar afgrijzen hoe dat werd teruggekaatst. |
2768 |
Ze kreeg geen tijd meer om iets anders te bedenken, want de goudblonde vrouw had zich al omgedraaid en geleidde. |
2769 |
Golven ravenzwart haar omkransten een knap gezicht met groene ogen die fonkelden toen ze glimlachte. |
2770 |
Het gevoel dat elders met de Kracht strijd werd geleverd, maakte haar voorzichtig maar gaf ook hoop. |
2771 |
Ze was met opzet traag geweest in de hoop dat het voorbij zou zijn voor zij gedwongen werd iets te doen. |
2772 |
Zwarte rook steeg in dikke pluimen omhoog van brandende bomen en donderende ontploffingen rolden rond. |
2773 |
Ze kromp ineen toen er een rimpeling over het donkere oppervlak gleed en de koepel zich merkbaar hoger uitstrekte. |
2774 |
Het was waanzin daar nog dichterbij te komen, wat het ook was. Moridin wist niet wat ze hier wel of niet deed. |
2775 |
Ze ging zitten en deed wat ze in een ver verleden zo vaak had gedaan. Vanuit de schaduw toekijken en overleven. |
2776 |
De smerige oceaan van de smet stroomde door hem heen en de snelheid van de stroom maakte een zwiepend geluid. |
2777 |
De reden waarom hij nog steeds de Kracht beheerste, was de smet – een andere reden kon hij niet bedenken. |
2778 |
Gelukkig waren de mannen zo verstandig geweest om te aanvaarden dat ze geen deel konden uitmaken van dit gevecht. |
2779 |
Haar oogleden knipperden zwakjes en haar borsten gingen zwaar op en neer, alsof ze wanhopig lucht naar binnen zoog. |
2780 |
Na zoveel door haar heen te hebben gekregen, en dat urenlang, moest ze wel bijna sterven van uitputting. |
2781 |
Ze nam Nynaeves hoofd in beide handen en verminderde de hoeveelheid saidar die ze in het schild stuurde. |
2782 |
Een vrouw deed langzaam de ronde over de heuveltop terwijl ze alle kanten opkeek, maar alle anderen zaten stil. |
2783 |
Jahar hield het glanzende zwaard Callandor in zijn armen terwijl een vrouw haar hoofd op zijn knie had gelegd. |
2784 |
Ze draaide haar hoofd langzaam om, maar niet helemaal naar de heuvel waar ze die flits had opgemerkt. |
2785 |
Dat was haar zo verblindend duidelijk geworden dat het haar verbaasde dit niet eerder te hebben ingezien. |
2786 |
Zwart leek niet meer het beste woord ervoor. Er was geen woord voor, maar zwart was hiermee vergeleken lichtgrijs. |
2787 |
Vreemd genoeg voelde ze nog steeds geen vrees. Ze dacht dat als ze dit overleefde, ze nooit meer angst zou kennen. |
2788 |
In het licht van de ondergaande zon kon ze nog net de andere kant zien, die in de aarde omlaag liep. |
2789 |
De wonden in de zij van de jongen waren niet veranderd, al had Damer erop gerekend dat dat zou gebeuren. |
2790 |
Na enkele jaren geleiden krijgen ze een leeftijdloos uiterlijk, waardoor hun leeftijd moeilijk te bepalen is. |
2791 |
Leden van een krijgsgenootschap vechten niet onderling, zelfs niet als er een bloedvete tussen hun stammen is. |
2792 |
De sterkste wilder in eeuwen, hoewel ze haar blokkering tegen geleiden alleen kon doorbreken als ze razend werd. |
2793 |
Sindsdien noemt men hem heer, en Guldenoog, vanwege de gele ogen die duiden op zijn band met de wolven. |
2794 |
Sinds het oversteken van de Drakenmuur zijn er groentinten aan toegevoegd om beter op te gaan in het landschap. |
2795 |
Elke clan bezit eigen schepen. Aan het hoofd ervan staat een golfvrouwe, bijgestaan door een wapenmeester. |
2796 |
Werd zelf ook belaagd, omdat een van de zegels van de kerker van de Duistere in zijn bezit was gekomen. |
2797 |
De menselijke gardisten zijn als kind geselecteerd om de keizerin te dienen, wier persoonlijk eigendom ze zijn. |
2798 |
Droomsters kunnen dromen verklaren en toekomstige gebeurtenissen specifieker duiden dan Voorspellers. |
2799 |
Wie van die laatste groep de Kracht niet leert beheersen, sterft vrijwel altijd een verschrikkelijke dood. |
2800 |
Zij mogen slechts huwen als ze het genootschap verlaten, en als ze zwanger zijn mogen ze niet vechten. |
2801 |
Alle kracht die wordt uitgeoefend om hartsteen te breken, wordt door de steen opgenomen en maakt die sterker. |
2802 |
Emon Valda, hun nieuwe kapiteinheer gebieder, is echter met een groot aantal legioenen naar het noorden getrokken. |
2803 |
Los van deze uitzonderingen moet een cirkel met het minimum aantal mannen geleid worden door een vrouw. |
2804 |
Voor elk van hen geldt dat buiten deze gebieden hun autoriteit slechts is gedelegeerd door de vrouwe die hij dient. |
2805 |
Afgezien van hun vrees voor stromend water hebben ze maar weinig zwakten. Spiegels weerkaatsen hen slechts vaag. |
2806 |
Ze hechten grote waarde aan kennis en hun boeken en verhalen gaan vaak over zaken die de wereld vergeten is. |
2807 |
Ogier leven zeker drie tot viermaal zo lang als mensen. Ze zijn zeer vaardig in het bewerken van steen en hout. |
2808 |
De tegenaanval van de Duistere veroorzaakte de smet op saidin en maakte elke mannelijke geleider krankzinnig. |
2809 |
Edelen en geletterden worden geacht ze te beheersen, doch slechts weinigen komen verder dan enkele woorden. |
2810 |
Voorwerpen uit deze stad binden hun bezitter waarna deze uiteindelijk wordt overgenomen door Mashadar. |
2811 |
Uit de omliggende gebieden is er een grote toestroom van vluchtelingen die nieuwe gebruiken introduceren. |
2812 |
Ze hebben groot gezag en veel invloed op de sibbe en stamhoofden, hoewel die hun vaak bemoeizucht verwijten. |
2813 |
Ook de mindere overeenstemming vereist elf Gezetenen, maar slechts twee derde van hen hoeft op te staan. |
2814 |
Een zwerver, een doelloze dwaler, een verschoppeling van de schepping; deze wereld was al die dingen tegelijk. |
2815 |
Opeenvolgende generaties van sterren hadden hun grootste banen door zijn steriele uitspansel beschreven. |
2816 |
Worlorn noemde ze hem, maar ze vertelde nooit waarom, of wat het betekende, en bij Worlorn bleef het. |
2817 |
Het Vuurwiel was altijd al de glorie van de buitenwerelden geweest, maar tot dan toe een glorie zonder planeten. |
2818 |
Hij kon zich de dag herinneren dat de esper het voor hen had geslepen toen ze terug waren op Avalon. |
2819 |
Het voelde glad en heel koud aan tegen zijn vingertop en hij hoorde het diep binnen in zijn hoofd fluisteren. |
2820 |
Hij was zonder een bepaalde bedoeling op Braque, en hij was er nooit achter gekomen hoe ze hem gevonden hadden. |
2821 |
Het was nu zeven standaardjaar geleden, bedacht hij, terwijl zijn vinger het o zo koude juweel streelde. |
2822 |
Bovendien was het nooit zijn bedoeling geweest dat ze het fluis terjuweel ook werkelijk zou gebruiken. |
2823 |
Vol rancune rekte hij zich uit en nam het juweel in zijn hand, en zijn vuist sloot zich stevig om de kleine steen. |
2824 |
Maar eenmaal in zijn vuist werd het kleinood een hel van ijs en staken de herinneringen als messen. . |
2825 |
Zijn vuist bleef gesloten. De kou tegen de palm van zijn hand veranderde van pijn in gevoelloosheid. |
2826 |
Het was zijn idee geweest. Het blijft misschien niet zo, had hij tegen haar gezegd, een oud volkslied aanhalend. |
2827 |
Ze was niet gekomen. Daarna had hij nooit meer verwacht dat ze een beroep zou doen op zijn belofte. |
2828 |
De ruimtehaven was destijds opgezet voor twintig schepen per dag, maar er ging er nu hoogstens nog één per maand. |
2829 |
Maar daarna stonden ze heel dicht bij elkaar en keken allebei wat voor sporen de tijd had achtergelaten. |
2830 |
Hij was in werkelijkheid broodmager, hoewel zijn schouders iets ronder waren door zijn ingezakte manier van lopen. |
2831 |
Het fluister juweel was vanaf Worlorn verstuurd, dus wist hij niet veel meer dan waar hij haar kon vinden. |
2832 |
Ze zijn nog maar kort geleden hun eigen wagens gaan produceren. Dit moet een dier voorstellen, de zwarte banshee. |
2833 |
Rondom heerste duisternis tot aan de onzichtbare horizon waar de zwarte grond overging in nog zwartere lucht. |
2834 |
Dat zou makkelijk moeten zijn. Vroeger zei je altijd tegen me dat iedere kwestie wel dertig kanten heeft. |
2835 |
Bij zijn aankomst hier had hij zelfs heel even gedacht dat Ruark misschien... en dat had hem niet gestoord. |
2836 |
Hij zat weggedoken in zijn stoel, alleen met zijn gedachten, terwijl een koude wind over zijn gezicht streek. |
2837 |
Stuur dit aandenken, en ik zal komen, en er zullen geen vragen zijn. Dat was de belofte, de enige belofte. |
2838 |
Met enige inspanning ging hij rechtop zitten, trok zijn armen uit elkaar en trotseerde de bijtende wind. |
2839 |
Ik wist het niet, maar dat doet er niet toe. Ik ben blij dat ik gekomen ben en jij zou ook blij moeten zijn. |
2840 |
Hoog op een van de pieken was een sprankje bloedrood licht te zien dat groter werd naarmate ze dichterbij kwamen. |
2841 |
En laag: de berg stak er hoog bovenuit, zijn donkere steen door het reflecterende licht met bloed besprenkeld. |
2842 |
Het was olijfgroen, hoekig en gepantserd, met laserkanonnen op de voorkap en pulsbuizen aan de achterkant. |
2843 |
Enkele minuten later verscheen er een tweede, iets groter en lichter, aan een ander deel van de horizon. |
2844 |
En om beide onderarmen – donkere onderarmen, bedekt met fijn, zwart haar – droeg hij armbanden, allebei massief. |
2845 |
Dat is wel iets bijzonders, vind je niet, voor een wereld die zo lang geleden in ni eeuwen zwaar beschadigd werd. |
2846 |
Nu houdt dat schild op dezelfde wijze de warmte nog wat vast. Maar zoals alles heeft ook dat zijn grenzen. |
2847 |
Ik hoopte je alleen aan te treffen en dat tegen je te zeggen voordat de anderen wakker zouden worden. |
2848 |
Vikary leidde Dirk erlangs over een enorm, diepzwart tapijt, naar een eetkamer die bijna net zo groot was. |
2849 |
Hij was nog nauwelijks weg toen er een andere deur openging en Gwen met een slaperige glimlach binnenkwam. |
2850 |
Daarna veegde ze haar lippen af met de rug van haar hand, lachte tegen Janacek en gaf hem de lege kroes. |
2851 |
Ze kaatste de bal een paar keer terug, maar het klonk wat zwakjes. Janacek beheerste het spel veel beter dan zij. |
2852 |
Zelfs nu nog kunnen de buitenwerelden zich op minder dan twaalf ecologen onder hun wetenschappers beroemen. |
2853 |
Misschien is die psionisch, misschien hebben die dingen een bewustzijn, misschien is het allemaal instinct. |
2854 |
Worlorn is tegenwoordig een gemakkelijke, lege wereld en zijn schaduwen en woestenijen zijn vol vreemde zaken. |
2855 |
Hij was precies zo gekleed als zij; ze had hem het pak gegeven, want ze mochten niet opvallen in de wildernis. |
2856 |
Gwen gaf hem het stuurinstrument aan en hij bevestigde het zo om zijn pols dat het uitklapte in zijn handpalm. |
2857 |
Hij speelde met zijn schakelaar en schoot recht omhoog, nog steeds worstelend om rechtop te blijven. |
2858 |
Daar zag hij iets van een rivier, een kronkelend lint van donker water in het flauw verlichte groen van de bossen. |
2859 |
Hij knikte en ze begonnen een langzame afdaling naar het warrige, donkere groen van de bossen beneden hen. |
2860 |
Ze maakten een geslaagde landing midden in het bos, naast een meer dat ze al vanuit de lucht gezien hadden. |
2861 |
Gwen gleed prachtig omlaag in een elegante curve die haar op een mossig strandje aan de waterkant deed belanden. |
2862 |
Tenminste, dat probeerde hij. Toen hij zijn arm om haar heen wilde slaan, ontweek ze hem en hij wist het weer. |
2863 |
Het water was olieachtig groen en het stille oppervlak was bezaaid met eilandjes vol violette zwammen. |
2864 |
Haar blik ontweek de zijne opnieuw en dwaalde van hem af naar het meer. De overkant was in nevelen gehuld. |
2865 |
Namen zijn overal erg belangrijk maar de Kavalaren zijn daar meer van doordrongen dan de meeste anderen. |
2866 |
Hij was altijd het slachtoffer van plagerijen en had in wezen geen vrienden totdat hij Garse ontmoette. |
2867 |
Die is een stuk jonger, maar toch trad hij in een later stadium van zijn kindertijd als Jaans beschermer op. |
2868 |
Zo kreeg hij dus een strijdnaam, een soort rang, en een religieuze naam. Eens waren zulke namen heel belangrijk. |
2869 |
Gebaseerd op mij misschien, maar grotendeels een fantoom, een wens, een droom die je voor jezelf geschapen had. |
2870 |
Die droom knoopte je aan mij vast, je hield van ons samen en op den duur voelde ik mij inderdaad Jenny. |
2871 |
Niet om hem terug te roepen, dat niet. Maar om hem eindelijk te vertellen waarom ze hem had weggestuurd. |
2872 |
Zijn boosheid vervaagde op slag tot een lusteloze melancholie. Zand liep koud en onopgemerkt door zijn vingers. |
2873 |
Ik dacht, als wij uit elkaar konden gaan, Dirk en ik, dan is er niets meer zeker, dan kun je nergens van op aan. |
2874 |
En nu is het antwoord dat ik heb gevonden, eruit gekomen. Het spijt me als het voor jou een pijnlijk antwoord is. |
2875 |
Als ze sprak, was haar stem gedempt en eerbiedig als het gefluister van een kind in een grote kathedraal. |
2876 |
En ze kenden de bomen. Gewone ahorns en vuurahorns, schijneiken en echte eiken, zilverdennen, gifdennen en espen. |
2877 |
Toen keek hij wat nauwkeuriger en zag dat de ahorns allemaal kaal waren, hun vale bladeren lagen onder zijn voeten. |
2878 |
Hij stond stil en trok een blad van een vuurahorn en zag dat de fijne, rode nerven zwart waren geworden. |
2879 |
Verrotting zou het volgende stadium zijn. In gedeelten van het bos was dat verrottingsproces al begonnen. |
2880 |
Ze knielde neer en hield hem een handvol van het zwarte goedje onder de neus, zodat hij zijn hoofd wegdraaide. |
2881 |
Worlorn was te ver afgeweken, en in de verkeerde richting; het effect van het Wiel was verloren gegaan. |
2882 |
De van huis uit vertrouwde beplanting hield op en ging over in iets vreemders, iets unieks, iets wilders. |
2883 |
En nu was de zilverden nauwelijks nog te zien: een grote, dode staak die verloren ging in de uitdijende wurger. |
2884 |
Maar er waren dieren. Dirk zag ze door de donkere wirwar van wurgers bewegen en hoorde hun hoge, kwetterende kreet. |
2885 |
Ze kleuren uitstekend bij de wurg bomen en ze kunnen zich sneller dan wat ook door de takken bewegen. |
2886 |
En hij had alleen maar een klein fluister juweel in de vorm van een traan, vol verblekende herinneringen. |
2887 |
Hij maakte minder fouten dan eerst, maar de vooruitgang was niet in staat zijn stemming te verbeteren. |
2888 |
Dirk vond een rustbed temidden van de pastelkleurige wanden, de beelden en de potplanten van Kimdiss. |
2889 |
Het glas was van fijn, dun kristal, glad en zonder versiering, op een fijn mat laagje van snel smeltend ijs na. |
2890 |
Ruark zou het wel weten. Haar vriend, had ze in het bos tegen hem gezegd, de enige met wie ze kon praten. |
2891 |
Veel daarvan is gewijd aan de teyn , aan de band van ijzer en gloeisteen, niets aan die van jade en ziÉrer. |
2892 |
Ze zouden haar alleen maar dwingen om terug te komen. Een hoogbonder moet zijn betheyn vasthouden en beschermen. |
2893 |
Hij had alles uitgelegd, werkelijk, het was allemaal zo zonneklaar, en het was ook zonneklaar wat Dirk moest doen. |
2894 |
Hij bracht een hand naar zijn voorhoofd. Onder zijn krullende grijsbruine haar was het nat van het zweet. |
2895 |
Dirk zat heel stil. Heel in de verte hoorde hij borden en schalen rinkelen, maar hij sloeg er geen acht op. |
2896 |
Maar hij had niet verwacht dit tafereel te zullen aantreffen. Er waren vier personen in de gewelfde woonkamer. |
2897 |
Hij stond met zijn rug naar de deur, maar toen de anderen opkeken draaide hij zich om en fronste zijn voorhoofd. |
2898 |
Janacek, die boos keek en zijn hoofd schudde, draaide zich om en verdween gauw naar een andere kamer. |
2899 |
Hij voelde hoe de boosheid als een rijzend rood tij langs zijn hals omhoog kroop en probeerde zich te beheersen. |
2900 |
Verkeerd – ja, dat zie ik wel in – verkeerd omdat jij een mens bent, een persoon, niemands eigendom. |
2901 |
Helaas zijn die geschiedenissen voor een groot deel verzinsels en legenden, vol etnocentrische leugens. |
2902 |
Toch werden die verhalen geloofd tot de tijd dat de sterrenschepen weer verschenen, in de tijd na het interregnum. |
2903 |
In de hoop iets van hun bekwaamheid en kracht te bemachtigen, verviel hij ertoe hun lichamen op te eten. |
2904 |
De computers geven aan dat ze daar een tijdlang in slaagden. Ze ontdekten een planeet, ruig en hard, maar rijk. |
2905 |
Om zich de planeet toe te eigenen, brengen de Hrangans er contingenten van hun slavenrassen naartoe. |
2906 |
De mijnen worden de eerste vestigingen, andere worden later gebouwd, diep uitgehouwen in het gesteente. |
2907 |
Tegelijkertijd beginnen zich onder de radioactieve ruïnes van de steden menselijke mutaties te ontwikkelen. |
2908 |
Toch erkenden ze elkaar als mensen, onderworpen aan de regels van de oorlogvoering en de Kavalaanse duelleercode. |
2909 |
Het waren wezensvreemde dieren. Eeuwen later werd er voor de sport gejaagd op degenen die nog over waren. |
2910 |
Hij had zijn eerste jachttrofee al binnen en dat gerucht was tot Braith doorgedrongen, en daarna tot ons. |
2911 |
We reizen zo ver weg als we kunnen en bezoeken alle steden, op zoek naar mensen die nog op Worlorn zijn. |
2912 |
De prooi die hij achternazat was een man op een luchtschuiver die in zijn eentje boven de bergen vloog. |
2913 |
Vandaag zal ik je de steden laten zien. Die hebben ook een speciale bekoring en een soort macabere schoonheid. |
2914 |
Worlorns hemel gaf hem een gevoel alsof hij net terugkwam van een expeditie, in plaats van eraan te beginnen. |
2915 |
Ze ontmantelden de mooiste gebouwen en namen de prachtigste beelden mee toen het Festival op zijn einde liep. |
2916 |
Dirk staarde en piekerde en zweeg. Bij tussenpozen keek ze hem aan, en dan moest ze onwillekeurig glimlachen. |
2917 |
Ze hadden zelf geen ruimteschepen. Zoals ze op hun eigen wereld een vissersvolk waren, werden ze dat hier ook. |
2918 |
Ze visten met geweven netten vanuit kleine bootjes; tengere, zwarte mannen en vrouwen, naakt tot aan hun middel. |
2919 |
Leven, zei Gwen tegen hem, zouden ze daarginds aantreffen, pal in het westen, in de richting van de zonsondergang. |
2920 |
Het was een stad van licht, met metalen, vensterloze wanden die zinderden in een withete schittering. |
2921 |
Dirk vloog erheen, en toen hij een van de banen bereikte, werd die automatisch door zijn komst verlicht. |
2922 |
Dirk sneed een kromme poot af van zijn gerecht, ontdeed die van het vel en proefde het witte, smeuïge vlees. |
2923 |
Allemachtig, die Emereli moeten een hele vloot nodig hebben gehad om al dat eten hiernaartoe te krijgen. |
2924 |
Twee oude geliefden die met elkaar staan te praten. Komt zo vaak voor, en levert zo vaak spanningen op. |
2925 |
Nee, het gaat om man en man en misschien vrouw, maar zelfs dan is ze niet verschrikkelijk belangrijk. |
2926 |
Ze staarde hem aan met een trillende bovenlip, terwijl ze probeerde zich te beheersen en kracht te verzamelen. |
2927 |
Jaan had me natuurlijk alles van tevoren uitgelegd, heel geduldig, heel gewetensvol en ik had het geaccepteerd. |
2928 |
Je zou zelfs kunnen zeggen dat hij teder was. Ik vertrouwde hem; hij luisterde en toonde betrokkenheid. |
2929 |
Hij houdt zich vrij vaak rustig, maar ophouden doet hij nooit. Hij is in zekere zin echt opmerkelijk. |
2930 |
Hij zou iedere Kavalaar die mij maar half zo erg zou beledigen zoals hij dat doet, uitdagen en doden. |
2931 |
Dat was de laatste keer dat ik er na aan toe was in huilen uit te barsten. Ik vocht ertegen en ik won. |
2932 |
De Kimdissi was haar goede vriend en haar vertrouweling; geen wonder dat ze hem te hulp had geroepen. |
2933 |
De robotkelner sneed hun de pas af en versperde hun de doorgang, zijn hoofd een metalen ei zonder gezichtstrekken. |
2934 |
Wat Uitdaging betreft, waar het op neer komt is dat het bestaan ervan alleen nog een zinloos mechanisme is. |
2935 |
De stad laadt zichzelf op door kernfusie en stoot zijn energie weer uit in vuurwerk waar niemand naar kijkt. |
2936 |
Ik geloof dat je nog eens goed moet nadenken over wat je daarnet in het restaurant over Jaan en mij zei. |
2937 |
Toch keek ze hem alleen maar zwijgend aan totdat ze de luchtsluis bereikten. Toen stapte ze het voertuig uit. |
2938 |
Het klonk griezelig en wild en bijna onmenselijk, het zwol aan en zwakte af en veranderde voortdurend. |
2939 |
Toen bouwden ze de torenspitsen en in de top daarvan zit een opening. De wind bespeelt de stad als een instrument. |
2940 |
Hij knikte en ze cirkelden omlaag. Ze vonden een open landingssleuf in de zijwand van een van de torens. |
2941 |
Maar nadat jij bij me was weggegaan... Ik weet het niet, alles ging verkeerd, kreeg een bittere bijsmaak. |
2942 |
En als er eens iets goed ging, merkte ik dat het er niets toe deed, dat het geen enkel verschil maakte. |
2943 |
Het was allemaal leeg. Ik bleef het proberen, maar het enige resultaat was vermoeidheid, apathie en cynisme. |
2944 |
Misschien ben ik daarom hierheen gekomen. Jij... nou ja, ik voelde me toen beter, toen ik bij jou was. |
2945 |
Ik dacht dat als ik jou terugvond, ik misschien ook mezelf terug zou vinden. Maar zo is het niet precies gelopen. |
2946 |
Maar dan kom ik hier... of soms heb ik het niet zo druk en dan denk ik een beetje te lang na en ga ik piekeren. |
2947 |
Het is voorbij, mijn dromerige oude liefde, voorbij, en dat is het beste, want dat is het enige wat het goedmaakt. |
2948 |
Er bewoog iets over het kanaal. Dobberend, drijvend, licht op het water rustend kwam het zijn kant op. |
2949 |
Als je zwak bent, negeer je het. Je doet of het niet bestaat, snap je wel, en misschien verdwijnt het dan. |
2950 |
De woorden en hun betekenis gingen volledig verloren, maar het geluid van de stemmen en de toon ervan niet. |
2951 |
Vier uur en een stuk of zes koppen koffie later legde hij het manuscript opzij, geeuwde en wreef in zijn ogen. |
2952 |
Erger nog: de ziekte bleef sluimeren; de meisjes bereikten maar nauwelijks de puberteit of de pest sloeg toe. |
2953 |
Dus herschreef hij alle mondeling overgeleverde verhalen toen hij zijn demonenliederen cyclus publiceerde. |
2954 |
Andere vrouwen leidden een wat vrijer leven onder de bescherming van jade en zilver, maar dat waren er niet veel. |
2955 |
Een man die erin slaagde een betheyn te winnen, kreeg onmiddellijk zijn erenamen en een plaats onder de heersers. |
2956 |
Het was hem natuurlijk om Gwen begonnen; hij hoopte te weten te komen of ze voor hem verborgen werd gehouden. |
2957 |
De woonkamer was verlaten, het haardvuur gedoofd; niets leek te ontbreken of van plaats verwisseld te zijn. |
2958 |
Garse is een naam voor mijn teyn, mijn cro betheyn en mijn kethi, niet voor iemand van een andere wereld. |
2959 |
De fijne lijnen die de oude esper in de steen had gegraveerd zouden geen weerklank vinden in Janaceks geest. |
2960 |
Hij bezocht de barak van mijn leeftijdgenoten die hele winter niet meer, maar ten slotte zag ik hem weer. |
2961 |
Van mijn kant viel ik hem telkens in het wilde weg aan, en iedere keer verraste ik hem en dolf hij het onderspit. |
2962 |
Daardoor werd hij het eerste jaar waarin hij de duelleerleeftijd had bereikt, keer op keer uitgedaagd. |
2963 |
Er werden zoveel eyn kethi van zijn vestiging gedood dat er maar weinig overbleven om nieuwe soldaten te baren. |
2964 |
Dirk zag dat er vijf rijen van de zwarte ijzeren banshee speld op rood vilt in lagen. Janacek hield er een omhoog. |
2965 |
Dirk zat op een hoek van het dak met zijn benen bungelend boven de straat zijn mogelijkheden te overdenken. |
2966 |
De andere twee luchtwagens, de grijze mantavleugel en de heldergele traanvormige wagen, waren ook weg. |
2967 |
Hij vroeg zich af wat hij moest doen. Plotseling wist hij het, terwijl hij daar zo zat en over luchtwagens nadacht. |
2968 |
Er waren mogelijkheden tot het huren van een luchtwagen op de ruimtehavens van tien van de veertien steden. |
2969 |
Dirk zette nadenkend zijn glas neer, veegde zijn mond af met de rug van zijn hand en liep terug naar het scherm. |
2970 |
Als de Kavalaren luchtwagens hadden achtergelaten in de lege schaal van hun stad, zou hij ze daar kunnen vinden. |
2971 |
Het beest knaagde op een kluif maar stond op toen Dirk voorbijkwam en gromde met een diep keelgeluid. |
2972 |
Degene die in dat gebouw woonde had blijkbaar geen behoefte aan bezoekers. De ondergrondse liftbuizen werkten nog. |
2973 |
Een bolwerk waarvan geen enkel gedeelte makkelijk te overmeesteren zou zijn. Maar nu geheel verlaten. |
2974 |
Dirk zwierf wel een halfuur door de stoffige ruimten voor hij een wagen vond. Maar die kon hij niet gebruiken. |
2975 |
Een van de siervleugels was verwrongen en half gesmolten en van de luchtwagen zelf was alleen nog het frame over. |
2976 |
Hij was helemaal in zilver en wit uitgevoerd en de metalen kap was zo gevormd dat hij op een wolfskop leek. |
2977 |
Hij klom naar binnen, sloot de kap en keek met een spottend lachje op zijn gezicht door de grote ogen van de wolf. |
2978 |
Hij had nu het vervoermiddel gevonden waar hij naar zocht, als hij het tenminste durfde te gebruiken. |
2979 |
Maar hij mocht zichzelf niets wijsmaken; deze wagen was geen wrak zoals de andere die hij had gevonden. |
2980 |
Hij trok voorzichtig de kap van de luchtwagen omlaag, en die sloot met een zachte maar hoorbare klik. |
2981 |
Lang voordat hij hen zag kon hij de Kavalaren al horen praten en hun voetstappen luid horen weerkaatsen. |
2982 |
Hij was veel pleiner dan de andere man, ongeveer even groot als Dirk en ook jonger, maar heel mager. |
2983 |
De kap sluit automatisch als hij helemaal dichtgetrokken wordt. Hij kan van binnenuit geopend worden, maar. |
2984 |
Luister naar mij, mijn teyn. Jij bent jong, maar ik weet zulke dingen van kethi die lang geleden gestorven zijn. |
2985 |
Zijn wangen leken uit te zakken en zijn brede schouders hingen onmiskenbaar naar voren van vermoeidheid. |
2986 |
Het was er ooit wel geweest, maar de stenen waren uit hun zetting gerukt en nu zat de zilveren armband vol gaten. |
2987 |
Het leek allemaal vreselijk angstaanjagend totdat je, zoals Dirk, bedacht dat het allemaal weloverwogen was. |
2988 |
Dirks gedachten vlogen terug naar het eerste deel van de middag en het gesprek bij de luchtwagen met de wolfskop. |
2989 |
Dirk, nadenkend en beheerst, had alle angst achter zich gelaten, toen ze de luchtwagens hoorden aankomen. |
2990 |
Chell keek op en kwam langzaam uit zijn zittende houding overeind. Hij leek plotseling tien jaar jonger. |
2991 |
Twee tegelijk, de grijze wagen en de olijfgroene; ze vlogen zij aan zij met een bijna militaire precisie. |
2992 |
Zo ja, dan kan hij geen korariel zijn; en als hij geen man is en hij is korariel dan moet hij uw eigendom zijn. |
2993 |
Of hij het wil of niet, u kunt hem niet beschermen. Mijn kethi zullen erop toezien dat u het niet doet. |
2994 |
Aangezien je geen teyn hebt, staat de keuze van de aantallen vast. Het moet een gevecht van man tegen man worden. |
2995 |
Het was nu helemaal donker, de zwarte hemel slechts hier en daar verlicht door de sterren van de buitenwerelden. |
2996 |
Ik zal niet de spot drijven met heel de wijsheid van mijn vestiging. Mijn teyn zag het juister dan ik. |
2997 |
Werkelijk, het was een ernstige fout van mij om zelfs maar te proberen een duel met u te vermijden, leugenaar. |
2998 |
Dus sprak hij even zacht als anders, en zijn rauwe woede bleef in zijn keel steken zodat hij bijna barstte. |
2999 |
Je verbreekt de verplichtingen die je zojuist op je genomen hebt. Je zou een keth zoiets niet aandoen. |
3000 |
Ik heb het gehoord. Janacek sloeg haar en sindsdien hebben jullie tweeën haar bij mij vandaan gehouden. |
3001 |
Het was niet de beste wijn die hij ooit geproefd had, maar goed genoeg. Janacek dronk zijn glas leeg en stond op. |
3002 |
Na wat je zei moest de Braith wel wraak eisen, als hij niet wilde dat zijn eigen teyn op hem zou spugen. |
3003 |
Toch heb je in zekere zin gelijk, want in aanmerking genomen wie en wat hij is, kon hij geen ander antwoord geven. |
3004 |
Hij voelt zich meer thuis in het doodsvier kant dan in de wildernis, te oordelen naar wat ik over hem heb gehoord. |
3005 |
Hij zal voor jou geen genade kennen. Ik hoop dat je hem een beetje zal weten te verwonden voor je sterft. |
3006 |
Hij had begrip voor hen gehad, met hen te doen gehad. Maar nu begon hij medelijden met zichzelf te krijgen. |
3007 |
Op een woord van de scheidsrechter loopt elk van jullie met zijn zwaard naar het midden. Daar vechten jullie. |
3008 |
Je moet gewoon lopen, heel bedaard. Als je de buitenkant van het vierkant hebt bereikt, ben je veilig. |
3009 |
Het kan een onschuldige strijd zijn, maar ook een dodelijke, afhankelijk van de bedoelingen van de deelnemers. |
3010 |
Zulke lasers vuren met impulsen van een halve seconde en de recycling vereist maar liefst vijftien volle seconden. |
3011 |
Iemand die te haastig schiet of nodeloos moeilijk doet, een man die schiet om te ontwapenen – die is al dood. |
3012 |
Gwen liet de sensortas voorzichtig van haar schouder op de grond glijden maar haar hand bleef de riem vasthouden. |
3013 |
Hij zag er nogal komiek uit in zijn lange kamerjas, terwijl hij met een sombere blik zijn drankje omklemde. |
3014 |
Hij was er verre van zeker van. Om iets te bewijzen, dacht hij, maar hij wist niet wat of tegenover wie. |
3015 |
Jaantony mag dan een Kavalaar zijn met alle slechtheid van dien, toch zal zelfs ik hem geen lafaard noemen. |
3016 |
En hij heeft een excuus, misschien denkt hij dat hij voor iets vecht, zijn volk probeert te veranderen. |
3017 |
Plotseling waren al zijn overtuigingen en beslissingen verdampt. De stilte in de werkkamer was te snijden. |
3018 |
Maar duelleren zal ik ook niet. Ik ga naar ze toe en zeg tegen ze dat ik besloten heb niet te vechten. |
3019 |
Ze zouden niet in dit duel betrokken zijn geraakt als Vikary niet had geprobeerd mij uit de problemen te halen. |
3020 |
Jaans gezicht: hoge jukbeenderen, de gladde, vierkante kaak, het wijkende zwarte haar, de vlotte glimlach. |
3021 |
Die hem omstrengelde, haar borsten gloeiend en rood, terwijl de blos zich over haar hele li chaam verspreidde. |
3022 |
Een eenzame, zwarte schaduw die met een stok een lage bark voortboomt door een eindeloos en donker kanaal. |
3023 |
Ik was er vanmiddag nog niet uit of ik Jaan van mijn besluit moest vertellen of gewoon moest weggaan. |
3024 |
Ik dacht, misschien kunnen we er hier over praten en dan samen naar boven gaan om het hem te zeggen. |
3025 |
Maar die knoop is al doorgehakt door de kwestie van het duel. Ze zouden je nu niet laten vertrekken. |
3026 |
Daarna zien we elkaar op het dak. We gaan met de luchtwagen en nemen de beslissing als we onderweg zijn. |
3027 |
Ze wekte hem toen de glanzende spits van Uitdaging in zicht kwam, door zachtjes tegen zijn schouder te duwen. |
3028 |
Bretan zou ongeduldig lopen ijsberen, daar was geen twijfel aan en dan zijn afschuwelijke geluid maken. |
3029 |
De wagen was op de kleur na identiek met het voertuig dat hen tijdens hun vorige bezoek had rondgereden. |
3030 |
Deze keer had hij meer geluk. Er werden binnen de komende twee standaardmaanden drie schepen verwacht. |
3031 |
Dit zou een makkelijke plek zijn om te leven. Daarbij vergeleken verkeerden de andere steden in een treurige staat. |
3032 |
Hij zette die gedachten van zich af en sloot zijn ogen. Toen hij wakker werd, was het laat in de middag. |
3033 |
Ze liepen hand in hand. Hun compartiment was een van de vele duizenden in een woongedeelte van het gebouw. |
3034 |
Eromheen lagen andere compartimenten, identiek aan het hunne, afgezien van de nummers op de zwarte deuren. |
3035 |
Zoals hij had verwacht was het compartiment niet bezet en ging het op zijn aanraking gemakkelijk open. |
3036 |
Vanaf hun toren konden ze de verre bergen en het fletse donkergroen van de Meent zien, ver beneden hen. |
3037 |
Een twaalftal lopende banden – zes op, zes neer – vormden de middenstrook van de licht hellende boulevard. |
3038 |
Ze aten een hapje op een terras in een ooit drukbezocht winkelcentrum, maar zonder dat het hun erg smaakte. |
3039 |
Dirk stond in de smalle ruimte tussen het bed en de muur toen hij de knoppen in de juiste volgorde indrukte. |
3040 |
Zijn ogen bleven heen en weer schieten, op zoek naar een punt om zich op te richten, veronderstelde Dirk. |
3041 |
Een werktuig van de Braiths, die scheidsrechter, ja, hij was het eens met alles wat die beesten wilden. |
3042 |
Nou ja, in theorie wist ik het wel, maar het ziet er anders uit als ze allemaal op één plaats bij elkaar komen. |
3043 |
Ik denk dat Garse harder zijn best zal doen om je te vinden, maar hij zal je niet als een dier opjagen. |
3044 |
Maar allereerst moet je je spionnen inplanten en dat doe je door het slachtoffer met een pijl te verdoven. |
3045 |
Ik heb geen van tweeën ooit gedaan, maar ik denk niet dat ze ook maar enigszins te vergelijken zijn. |
3046 |
Ik ben door andere Kavalaren zo vaak drogmens en betheyn teef genoemd dat ik soms op die namen reageer. |
3047 |
Haar armen waren strak voor haar borst gekruist en ze had een frons op haar voorhoofd, maar ze zei niets meer. |
3048 |
Haar bond en zijn teyn beschermen haar. En een vrouw met een geweer zou zichzelf kunnen doodschieten. |
3049 |
Ze begon de seconden te tellen. Na dertien seconden gingen de lichtbollen op de kruispunten van de gangen weer aan. |
3050 |
Maar het blauwe schijnsel was een vage, spookachtige glans, nauwelijks genoeg om bij te kunnen zien. |
3051 |
Ze stonden als verlamd in de schemerige gang. Gwen was een vaag, blauw silhouet, haar ogen zwarte gaten. |
3052 |
Uitdaging was mijn stad niet. Het enige wat ik weet is dat de ondergrondse verdiepingen niet bewoond waren. |
3053 |
Als die vernield kan worden. Ik dacht dat het een heel netwerk van computers was, verspreid over de stad. |
3054 |
De Stem was een supercomputer, erop berekend om miljarden bits aan informatie tegelijkertijd te verwerken. |
3055 |
Dat kan geen enkel mens. Bovendien was de input niet bedoeld om begrijpelijk te zijn voor hem, jou of mij. |
3056 |
Kavalaren bouwen hun vestigingen diep in de rotsen en het laagste niveau is altijd het veiligst, het zekerste. |
3057 |
Toen hoorde Dirk boven het gestage gezoem van de rolbanen uit het andere geluid, zwak, maar onmiskenbaar. |
3058 |
Vandaar sprongen ze van de ene rolband op de andere, tot ze de snelste band naar beneden hadden bereikt. |
3059 |
Toen hij naakt was, liet Gwen hem met zijn benen zo ver mogelijk uit elkaar staan, zijn armen boven zijn hoofd. |
3060 |
Hij voelde zich koud en dwaas en heel kwetsbaar terwijl ze hem van voor en achter en van top tot teen behandelde. |
3061 |
Gwen pakte hem op en gooide hem over de leuning op de snel bewegende strook van een opgaande rolband. |
3062 |
Eerst stopte de langzaamste rolband, daarna die ernaast en ten slotte de neergaande waar zij op stonden. |
3063 |
Hij keek naar de nummers toen ze van de grijze in de blauwe schemering terechtkwamen: verdieping 468. |
3064 |
Gwen hijgde nog en snakte naar adem als gevolg van het harde rennen. Ze waren een heel eind gekomen. |
3065 |
Zijn gedachten gingen heen en weer en tolden door zijn hoofd. Ze hadden allebei gelijk, dacht hij steeds maar. |
3066 |
De kwallenkinderen en de andere Zwartewijners, die niet tot de cultus behoren, dragen elkaar weinig liefde toe. |
3067 |
Wat je ook doet, of laat, er zal tussen jou en mij niets veranderen. Dit gesprek verandert niets aan de situatie. |
3068 |
Gwen stond vlak buiten de deur te wachten, tegen de beklede muur geleund, haar handen voor haar gezicht. |
3069 |
Ze verwachten vast niet dat we daarheen gaan als ze weten dat we langs de omloop naar beneden gingen. |
3070 |
Gwen had iets uit haar sensorpak gehaald, een instrument van zilverblank metaal, niet groter dan een hand. |
3071 |
Ze keken het samen na terwijl het al rondtollend wegzweefde en daarbij het licht ving en terugkaatste. |
3072 |
Toen zijn laars de rand raakte, zette hij zich zo hard mogelijk af. Zijn sprong voerde hem voorwaarts en omhoog. |
3073 |
Hij kon zich eenvoudig optrekken. Hij was de centrale schacht recht overgestoken en elf etages hoger beland. |
3074 |
Ze vloog als een gracieuze, onmogelijke vogel. Haar zwarte haar glansde achter haar hoofd terwijl ze zweefde. |
3075 |
Maar hij deed het toch. Gwen stond al op hem te wachten, haar sensorpak en velduitrusting op haar rug. |
3076 |
Ze stapten de brede gang rond de centrale schacht in, waar de inmiddels vertrouwde, blauwe schaduwen heersten. |
3077 |
De startbaan en hun wagen waren nu heel dichtbij; het zou een wrede ironie zijn als ze die niet zouden bereiken. |
3078 |
Aan de andere kant van de omloop – kale gang, twee hoeken om – was een brede deur die niet gemakkelijk openging. |
3079 |
Dirk stond naar haar te kijken en huiverde; Ruarks warme overjas was weg en de nachtlucht was heel koud. |
3080 |
Metalen panelen zwaaiden naar achteren en omhoog en de ingewanden van Kavalaanse machine werden zichtbaar. |
3081 |
Ze liep naar de voorkant van de wagen en schakelde een geel licht onder aan een van de helften van de kap aan. |
3082 |
De vleugellasers zijn zelfs niet aangesloten. We zouden evenveel plezier beleven aan een paar ornamenten. |
3083 |
Ik ben misschien nooit echt ridderlijk geweest, maar op Avalon vond ik het prettig te denken dat ik het wel was. |
3084 |
Hij had het nog steeds koud in zijn dunne kleren, maar dat leek op een of andere manier niet belangrijk. |
3085 |
Toen maakten ze lange tijd zelf veel wind, terwijl ze steeds sneller door de grijze schemering vlogen. |
3086 |
Haar aandacht was op de luchtwagen gericht. Dirk sloeg haar gade in het bleke, grijze licht dat hun nog restte. |
3087 |
Hij had wit haar dat tot op zijn schouders viel. Toen, na een eeuwigheid van bevroren beweging, was hij weg. |
3088 |
Achter hen – Dirk wierp een blik achterom – maakte een hond die lawaaiig twee kettingen voortsleepte, jacht op hen. |
3089 |
Ze zijn stevig gebouwd. Deze wagen is erop berekend om zo lang mogelijk weerstand te bieden aan laservuur. |
3090 |
Toen zag ze iets en bracht de wagen bijna tot stilstand zodat ze zweefden en langzaam vooruitgleden. |
3091 |
Nadat ze hun honden een stuk hadden laten proeven natuurlijk, als beloning. Maar de jdgers nemen wel trofeeën mee. |
3092 |
De Stem zou als vanzelfsprekend zijn ordebewaarders verzamelen om de levensfuncties van de stad te beschermen. |
3093 |
Ze vuren wel slaappijlen af en ik denk dat ze traangas kunnen spuiten vanuit die roosters in hun onderkant. |
3094 |
De cirkel ging verder naar links; rechts begon de buitenste omloop aan zijn twee kilometer lange klim. |
3095 |
Hij hoorde de bladeren ritselen en dacht dat hij ook de andere luchtwagen hoorde, die van de naderende Braiths. |
3096 |
Toen raakte iets hards zijn arm aan, zodat hij schrok. Daarna voelde hij andere dingen langs zijn gezicht schuren. |
3097 |
Een tak die omlaag gedrukt werd en toen terugzwiepte, sloeg pijnlijk tegen zijn wang, zodat hij bloedde. |
3098 |
Ten slotte klonk er een zachte plof toen de vleugels van de manta tegen een massieve, dikke tak op botsten. |
3099 |
Ze konden niet hoger meer. Daar zweefden ze, blind, omhuld door duisternis en onzichtbaar gebladerte. |
3100 |
Heel kort daarop schoot er beneden hen een lichtflits voorbij. Die boog af naar rechts, de omloop op. |
3101 |
Hij voelde weer aan zijn wang. Tevreden met het resultaat, stopte hij de punten van zijn shirt weer in zijn broek. |
3102 |
Het station was stil en die stilte was doortrokken van de dood, veel meer dan de stille gangen van Uitdaging. |
3103 |
Soms had Dirk het gevoel dat ze helemaal niet bewogen, zo saai en zonder afwisseling was hun vlucht. |
3104 |
Hij dacht er verder niet over na; zijn hersens waren te beneveld door angst en vermoeidheid om te kunnen nadenken. |
3105 |
Ten slotte knipte hij de zaklantaarn en daarmee het zicht op zijn Jenny uit en probeerde zelf ook te slapen. |
3106 |
Dirk was zich er slechts flauw van bewust toen het voor het eerst in zijn welverdiende slaap binnendrong. |
3107 |
Hij mompelde wat en draaide zich ervan af. Dichtbij klonken stemmen en iemand lachte met een kort, scherp geluid. |
3108 |
In de war en gepijnigd, niet wetend waar hij was, probeerde hij om rechtop te gaan zitten. Zijn slaap bonsde. |
3109 |
Hij leunde tegen de tunnelmuur en probeerde zich te herstellen, maar zijn hoofd bonsde en alles was wazig. |
3110 |
Hij begon eindelijk wat bij te komen van de schop die hij had gekregen. Gwen keek op toen hij sprak. |
3111 |
Hij drukte zich hard tegen de steen aan en probeerde zo onopvallend mogelijk zijn spieren te spannen. |
3112 |
Hij hield de stok losjes vast, zijn hand om het midden van de schacht, en sloeg er ritmisch mee tegen zijn been. |
3113 |
Er zijn er maar weinig die zich met mij kunnen meten in de oude, edele jachtkunst. Niemand overtreft mij. |
3114 |
Pyr stapte elegant achteruit en met een geweldige zwaai trof hij Dirk opnieuw, ditmaal in zijn kruis. |
3115 |
Een tijdlang was dat alles wat er was.. Maar langzamerhand keerde er een nevelig soort bewustzijn terug. |
3116 |
Op en neer ging het, op en neer. Hij ging zelf ook op en neer, bemerkte hij ten slotte, schuddend en deinend. |
3117 |
Deze stem was verder weg dan de eerste twee; hij kwam van ergens voor hem uit, waar het flakkerende licht was. |
3118 |
Twee van onze kethi zijn door hem gedood en Koraat heeft een gebroken ruggengraat en ligt op sterven. |
3119 |
Het heeft ons bijna de hele dag gekost en we hebben lang moeten lopen, maar ten slotte kregen we ze te pakken. |
3120 |
Pyr Braith liep voorop met de lantaarn en praatte tegen een kleinere man, gekleed in het wit met paars. |
3121 |
Dirk vroeg zich af of ze haar gekneveld hadden maar dat was moeilijk te zeggen omdat hij alleen haar rug kon zien. |
3122 |
Een andere Braith in het wit met paars hield de voorkant vast, zijn grove vuisten om de houten stokken geklemd. |
3123 |
De knokige lacher, Pyrs teyn, liep dan waarschijnlijk achter hem, aan het andere einde van de draagbaar. |
3124 |
Hij werkte op geen enkele manier mee. Hij hield zich slap en liet zich als een stuk dood vlees versjouwen. |
3125 |
Pastelblauwe muren schoven voorbij en hij dacht eraan hoe ze de avond daarvoor die helling waren afgedaald. |
3126 |
Om de een of andere reden had het toen een bijzonder goed idee geleken om de ondergrondse in te vluchten. |
3127 |
Zijn ledematen trappelden krachteloos en de pijn kwam weer terug, totdat hij eraan toegaf en weer ging liggen. |
3128 |
Hij zat met zijn rug tegen het koude metaal, zijn gebonden polsen schrijnden en hij wachtte, keek en luisterde. |
3129 |
Ze waren niet meer dan geluiden en schimmen, totdat ze binnen de kleine lichtkring stapten en weer mensen werden. |
3130 |
Hij had één reusachtige hond bij zich. Binnen de lichtcirkel stond hij stil en knipperde met zijn ogen. |
3131 |
Pyrs teyn, de slungelige Kavalaar met het wilde zwarte haar, kwam naar voren en rees dreigend boven haar uit. |
3132 |
Toen sprak de tengere grijsaard – de bejaarde man met de klauw die het kinderhoofd aan zijn gordel had hangen. |
3133 |
Jullie kennen de manier van doen van de drogmensen, de leugenaars, de weerwolven, de grote bedriegers. |
3134 |
Dirks pijn – zijn hoofd bonsde – leek plotseling niet belangrijk meer. Zijn lichaam beefde en schokte. |
3135 |
Zijn blikken gingen van de ene spreker naar de andere en tweemaal scheen hij op het punt te staan iets te zeggen. |
3136 |
Ze aarzelde even, maar haalde toen haar armen van achter haar rug en stak ze uit, de handpalmen omlaag. |
3137 |
Gwen lag er onbeweeglijk bij, haar hoofd tegen de metalen deur waar Myrik het tegenaan had geslagen. |
3138 |
Gerustgesteld stond hij weer op, keerde zich om naar de Braiths en keek hen aan met een van woede vertrokken mond. |
3139 |
Dirk onderzocht haar achterhoofd. Daar begon het donkere haar al aan elkaar te kleven van het geronnen bloed. |
3140 |
Toen sloeg de deur dicht. Dirk schakelde het zwaartekrachtrooster in en ze schoten naar voren en omhoog. |
3141 |
Dirk was dankbaar voor de zwaarbepantserde Braithse luchtwagen met zijn warme cabine, die hen helemaal inkapselde. |
3142 |
Daarna verviel hij weer in stilzwijgen en in stilte legden ze de eenzame kilometers naar hun bestemming af. |
3143 |
Al mijn inspanningen zijn in rook opgegaan. De mensen die ik dacht te redden zijn niet langer veilig. |
3144 |
Dirk cirkelde rond tot hij het gebouw vond waar Gwen hen naartoe had gebracht en maakte aanstalten om te landen. |
3145 |
Het bleek een suite te zijn: vier onderling verbonden kamers, allemaal kaal, met hoge plafonds en verre van schoon. |
3146 |
Vikary bevochtigde een strook grijze stof en begon het gedroogde bloed van Gwens achterhoofd te verwijderen. |
3147 |
Koortsdromen achtervolgden hem die eindeloze nacht; intense surrealistische visioenen, brandend van angst. |
3148 |
In plaats daarvan sloot hij zijn ogen en probeerde krampachtig alles te vergeten. En toen was het ochtend. |
3149 |
Later zal ze vast wel met je willen praten, maar ik denk dat je haar op dit moment niet moet wekken. |
3150 |
Hij streek zijn haar – vol klitten en hopeloos smerig – uit zijn ogen en wachtte tot Jaan iets zou zeggen. |
3151 |
Er zat een hond in de wagen. Ik hoorde hem huilen, door het dolle heen vanwege de naargeestige muziek. |
3152 |
De oude gebruiken eisen van iemands teyn niet minder dan van enig ander dat hij een duelbreker doodt. |
3153 |
Eens, toen we allebei jonger waren, nam een oudere man aanstoot aan een van zijn grappen en eiste genoegdoening. |
3154 |
Zonder haar te storen liepen ze samen naar de landingsbaan. Vikary had de luchtwagen grondig leeggehaald. |
3155 |
Ik had het gevoel dat ik zijn kaak had gebroken, zijn kaak of mijn vingers, maar hij merkte het niet eens. |
3156 |
Even gingen haar ogen dicht, toen gingen ze weer open, waarna ze ze sloot om ze niet meer te openen. |
3157 |
Ze lag stil op haar zij, opgerold tot een soort bal, haar handen in kleine vuisten onder haar kin gebald. |
3158 |
Ze deed haar ogen weer open – heel even maar – en schudde heftig haar hoofd, in een zwijgende kreet. |
3159 |
Het licht viel zo dat het maar één kant van de matras bescheen; Gwen lag half in het licht en half in de schaduw. |
3160 |
Hij voelde in de lucht om er zeker van te zijn; er was geen stof meer, geen warmte, geen zonlicht. Hij knikte wijs. |
3161 |
Hij schudde zijn hoofd, wendde zijn blik af van de wanden en keek naar de plaats waar zij in het donker lag. |
3162 |
Ze wilde hem iets duidelijk maken. Maar hij wist het al, maakte het op uit haar zwijgen, wist het dankzij. |
3163 |
Na dat alles, nu hij zich tegen zijn teyn , zijn vestiging en zijn wereld heeft gekeerd, kan ik niet zomaar. |
3164 |
Maar ik ga niet naar hem terug als zijn betheyn, nooit. Het zal meer moeten inhouden dan jade en zilver. |
3165 |
De kanalen waren zwarte linten en het landschap was doordrenkt van de dofpaarse gloed van fosforescerend mos. |
3166 |
Achter haar wekten grijswitte dansers de wanden tot leven. Dirk hoorde trommels en fluisteringen en beloften. |
3167 |
Geloof me, dat was de eerste keer dat ik van je komst hoorde. Ik wist niet wat ik ervan denken moest. |
3168 |
Hij... hij bood aan om mee te gaan om mij moreel te steunen. En hij zei dat hij jou ook graag wilde ontmoeten. |
3169 |
Het laatste licht was nu ook van de torenspitsen verdwenen. Daarboven schitterden een handvol sterren. |
3170 |
Hij tilde het op en voelde nog eens aan het enigszins vettige oppervlak van het glanzende, zwarte plastic. |
3171 |
Hij bracht het wapen naar zijn schouder, richtte en vuurde. De lichtstaaf bleef minstens een volle seconde hangen. |
3172 |
Beneden in de luchtsluis waren de muren echte muren – geen spoken, geen muurcomposities, geen lichten. |
3173 |
Geen bepantsering natuurlijk, en zijn enige wapen was het lasergeweer, dat hij over zijn knieën legde. |
3174 |
De wagen was maar iets minder afgestorven dan de rest van Worlorn, maar dat kleine beetje was genoeg. |
3175 |
En de verwarming kon hij ook wel missen, zolang hij de leren jas maar droeg als bescherming tegen de kou. |
3176 |
Aan deze kant van de bergen hoorde geen licht te zijn, wist hij; wat het ook was, het moest onderzocht worden. |
3177 |
Onder zich zag hij verscheidene lichten. De grootste schijnsel was van een vuur afkomstig, zoals hij nu zag. |
3178 |
De vlammen rezen hoog op om hem te begroeten, lange oranje tongen, helder afgetekend tegen de rookpluimen. |
3179 |
Er waren andere mensen in de buurt – die kring van kunstmatige lichten – en hij wilde liever niet opgemerkt worden. |
3180 |
In plaats van zich uit te breiden was het vuur zichtbaar aan het doven. Dirk wachtte en keek toe hoe het uitging. |
3181 |
Dat was ge noeg; dit was geen luchtwagen die hij kende, al was hij duidelijk van Kavalaanse makelij. |
3182 |
Dirk zou ze nauwelijks opgemerkt hebben als ze zich niet bewogen hadden, zo goed versmolten ze met hun omgeving. |
3183 |
Twee lichtpunten, in feite, maar het vuur was nog slechts een flauwe oranje gloed, die steeds verder verbleekte. |
3184 |
Hij hield de laser stevig in zijn greep toen hij uit de wagen klom. De wereld was stil en karmozijnrood. |
3185 |
Het was alsof er een stukje ijs pijnlijk in zijn borst stak, maar dat was niet zo erg, het was Jenny. |
3186 |
Hij had heel even de tijd om eraan te wennen; toen was het over. Zoute tranen rolden langs zijn wangen. |
3187 |
De muren waren beschadigd door laservuur. De bank lag op zijn kant en was op tal van plaatsen opengesneden. |
3188 |
Een van de waterspuwers leunde tegen de onderkant van de schoorsteenmantel, onthoofd en op zijn kop. |
3189 |
Garse Janacek lag op de grond te slapen, zonder shirt, zijn rode baard nog roder gekleurd door gemorste wijn. |
3190 |
Enkele van de donkerrode edelstenen waren uit hun zettingen gesloopt; de lege gaten zagen er obsceen uit. |
3191 |
Janacek luisterde zonder te bewegen, zijn armen stevig gekruist voor zijn naakte, met littekens overdekte borstkas. |
3192 |
Ik kreeg de indruk dat je misschien toch wat menselijke gevoelens koesterde voor de man die je teyn was. |
3193 |
Ik herinnerde me dat je mij eens vertelde dat jij en Jaan een band hadden, sterker dan ik ooit had gekend. |
3194 |
Wij waren blijkbaar verbonden door iets wat heel wat sterker was dan jullie Kavalaanse ijzer en vuur. |
3195 |
Al die verdomde Kavalaanse verbonden van jullie houden al met al dus niet méér in dan schuld en verplichting. |
3196 |
Zijn ogen gingen half beschaamd naar de zware ijzeren armband die nog steeds om zijn bebloede onderarm hing. |
3197 |
Natuurlijk zegt dat weinig. Het tastbare ijzer betekent niets meer als het andere ijzer verdwenen is. |
3198 |
De cabine was vaag verlicht en geheel afgesloten, met overal meters en instrumenten, zelfs boven de deuren. |
3199 |
Geen ramen; een paneel met acht kleine kijkschermen bood de piloot zicht op acht verschillende punten. |
3200 |
Toch deinsden ze er niet voor terug lasers van drogmensen aan te schaffen. Zo ontstond de laatste grote oorlog. |
3201 |
Vikors banier werd al spoedig afgedankt en vergeten, totdat het Festival ons de vlag in herinnering bracht. |
3202 |
Arkin Ruark was gewoon zichzelf, en geen archetype uit de geschiedenis van de buitenwerelden, zo kreeg ik te horen. |
3203 |
Een tweede mogelijkheid was om ze plotseling te overvallen, zonder waarschuwing, en er zoveel mogelijk te doden. |
3204 |
Het zou natuurlijk het beste zijn als we er konden landen, Jaan opsporen en hem veilig en in het geheim weghalen. |
3205 |
Pyr zal je mogelijk voor zich opeisen. Ik hoop dat ze je lossnijden, je uitkleden en je het bos injagen. |
3206 |
Mocht Bretan zich alsnog bij de jagers voegen, dan is het waarschijnlijk dat ze hun meningsverschil hervatten. |
3207 |
De honden waren aangelijnd en sliepen aan de waterkant, maar ze werden wakker toen de vreemde luchtwagen daalde. |
3208 |
Hij gromde tegen Janacek en trok zijn rattensnuit tegen hem op, waarbij hij een rij gelige tanden ontblootte. |
3209 |
Het dansende vuurschijnsel toverde rode lichtjes in zijn baard toen hij zijn dunne, dreigende glimlach toonde. |
3210 |
Je krijgt niet de kans om een voor een met ons te duelleren en op die manier je uitgestoten teyn te redden. |
3211 |
Janacek bracht zijn linkerhand naar zijn mes en trok het met een soepele glijbeweging uit de schede. |
3212 |
Toen hij klaar was, lagen de gloeistenen in het zand verspreid als de kolen van een uiteengevallen vuur. |
3213 |
Dirk verwachtte bijna een sissend geluid te horen toen hij in het donkere water van het meer wegzonk. |
3214 |
Ze sneden zijn touwen los en lieten hem zijn polsen en enkels wrijven om zijn bloed weer goed op gang te krijgen. |
3215 |
Het sieraad zei hem niets; zijn brein reageerde niet op de patronen die de esper in de edelsteen had gegraveerd. |
3216 |
Zijn hals deed pijn en het droge zand onder zijn voeten voelde ruw en koud aan. Hij voelde zich zeer kwetsbaar. |
3217 |
Roseph was met een frons zijn schouder aan het masseren; hij was hard gevallen toen Dirk zich had losgerukt. |
3218 |
Saanel leunde meesmuilend tegen de luchtwagen. Dirk deed een paar weifelende stappen in de richting van het bos. |
3219 |
Hij struikelde over boomwortels, haalde zijn knieën en handpalmen open, viel in kuilen. Maar het was ook te licht. |
3220 |
De dageraad kwam te snel, veel te snel; het licht verspreidde zich als een kwelling tussen de bomen. |
3221 |
Maar een kilometer is een heel eind als je door de wildernis moet, naakt en op een haar na verdwaald. |
3222 |
Hij rende. Hij rende in dierlijke paniek, hijgend, bloedend, zijn hele lichaam bevend en schrijnend. |
3223 |
Hij kwam bij een plek met gladde, grijze leisteen en probeerde er vlug overheen te klauteren, maar viel. |
3224 |
Zijn kin sloeg met een klap tegen de steen en zijn mond vulde zich met bloed, en hij spuugde het uit. |
3225 |
Geen wonder dat hij was gevallen; het was allemaal zijn bloed, afkomstig uit de sneden in zijn voeten. |
3226 |
Toen hij haar weer vond, stond ze achter hem, een eindje opzij, heel flets, een vaag lichtpuntje in een rode lucht. |
3227 |
Zijn borst stak vol messen, maar hij bleef rennen, wankelde, struikelde en viel, stond weer op en rende verder. |
3228 |
Hij probeerde eromheen te rennen, maar het beest besprong hem, smeet hem tegen de grond en hapte naar hem. |
3229 |
De hond schoot toe, gooide hem om, drukte hem opnieuw op de grond en trok zijn arm bijna uit het lid. |
3230 |
De hond trok zich terug en wachtte, klaar om weer toe te springen, zijn bek nat van het bloed en de kwijl. |
3231 |
De kreet van het roofdier had het hele bos tot zwijgen gebracht. De andere honden waren niet te horen. |
3232 |
De cabine was zwartgeblakerd en vormeloos, en er was een groot gat in geslagen met onregelmatige randen. |
3233 |
Hij ging in de koude as liggen met zijn hoofd op zijn arm en probeerde niet de denken, niets te voelen. |
3234 |
Een poosje wenste hij vurig dat de pijn zou ophouden, dat zijn hoofd niet zo vreselijk zou blijven tollen. |
3235 |
Toen veranderde hij van gedachte. De pijn, bedacht hij, was waarschijnlijk het enige wat hem bij bewustzijn hield. |
3236 |
Vlakbij straalde heel helder een enkele, gele zon, een kleine vonk aan het firmament. Hij knipoogde ernaar. |
3237 |
Tien meter verderop doken de jagers gretig van tussen de bomen op. Niet zo dichtbij als hij had verwacht. |
3238 |
Natuurlijk, dacht hij, ze waren om de wurgbomen heen gelopen in plaats van zich er een weg doorheen te banen. |
3239 |
Het rennen was juist erg moeilijk geweest. Het doden was de gewoonste zaak van de wereld, het was bijna makkelijk. |
3240 |
Zijn mond hing een tel lang lachwekkend open voordat hij op zijn gezicht viel en Dirk hem niet meer zag. |
3241 |
Hij rolde over de grond naar de lange geul die daar door de vleugel van de luchtwagen was getrokken. |
3242 |
De honden hadden de luchtwagen omsingeld en blaften naar hem zodra hij maar even verschoof of zijn hoofd optilde. |
3243 |
Dat was het werk van de jager. Dirk richtte zorgvuldig en schoot de hond die het dichtste bij was in de keel. |
3244 |
En daar was de dichtstbijzijnde hond, in de lucht. Dirk liet zich vallen en bracht het geweer omhoog. |
3245 |
De hond die nog steeds vastzat, gromde en viel uit. Dirk staarde het dier met open mond en bijna zonder begrip aan. |
3246 |
Zijn arm ook, daar waar hij gebeten was. Eindelijk werd de hond stil, maar helemaal stil werd het niet. |
3247 |
Hij sleepte zich door het vuil en de as, over de verkoolde stam van een wurger, tot waar de jagers waren gevallen. |
3248 |
Hij tilde de hand opzij, en de andere hand ook, en hij keek naar het gat dat hij in Pyrs maag had gebrand. |
3249 |
Maar de Braith stootte slechts een benauwd, gesmoord geluid uit en hervatte toen zijn zachte gejammer. |
3250 |
Na een poosje was de fontein van bloed nog maar een stroompje en na nog een tijdje hield het bloeden helemaal op. |
3251 |
Maar de kreet leek ver weg en misschien kwam het gewoon door de koorts, of misschien was het de wind maar. |
3252 |
Hij klemde de koude traan hard in zijn hand en zijn ziel nam het ijs in zich op. Hij dwong zichzelf op te staan. |
3253 |
Hij trok zijn laarzen uit en hield zijn voeten in het ijskoude stromende water tot ze helemaal gevoelloos waren. |
3254 |
De donkere opening van een grot staarde hem aan, een belofte van slaap en rust waar hij niet op inging. |
3255 |
Hij raakte de weg kwijt, zocht naar de zon, vond die en volgde hem tot hij opnieuw de weg kwijtraakte. |
3256 |
Hij keek door een weefsel van takken naar de sombere lucht om het dier op te sporen, zonder resultaat. |
3257 |
De cabine was donker, bedompt en nauw. Na het zo lang koud gehad te hebben, had hij het nu bijna onaangenaam warm. |
3258 |
Hij was het liefst gaan liggen om te slapen. Maar eerst dwong hij zichzelf het voorraadkastje te doorzoeken. |
3259 |
Hij vond een verbandtrommel, haalde die eruit en maakte hem open. De trommel zat vol met pillen, verband en sprays. |
3260 |
De zwelling van zijn arm was ook wat afgenomen, al was die nog steeds dikker dan normaal en tamelijk stijf. |
3261 |
Het water was nogal koud, maar daar raakte hij vlug aan gewend en de modder welde verzachtend tussen zijn tenen op. |
3262 |
Hij maakte de wonden aan zijn voeten grondig schoon en verbond ze voor hij weer in Pyrs laarzen stapte. |
3263 |
Hij slikte weer een handvol pijnstillers en spoelde ze deze keer weg met fris water dat hij uit het meer schepte. |
3264 |
Hij voorzag zich van een riem van messing, een van de lasergeweren en een jas van kameleonstof tot op zijn knieën. |
3265 |
De wind ranselde zijn jaspanden tegen zijn benen aan en blies telkens opnieuw zijn lange haar in zijn ogen. |
3266 |
Hij kwam over een groot meer en hoorde iets plonzen in het zwarte water, gevolgd door nog meer ge plons. |
3267 |
Toen hij naakt door het bos liep, had de banshee een vreselijke dreiging gevormd, de dood in vleugelgedaante. |
3268 |
Rood licht glansde gedempt op hun wasachtige takken. Dirk steeg verder op en zijn horizon verbreedde zich. |
3269 |
Hij tikte het stuurplaatje in zijn handpalm aan en begon vlug te dalen, luisterend, plotseling weer heel alert. |
3270 |
Hij verloor de banshee uit het oog – die deed er nu niet meer toe – en ging op het snel vervagende geluid af. |
3271 |
Het was mogelijk dat de honden naar hém zouden gaan blaffen in plaats van naar de banshee als hij te laag vloog. |
3272 |
Naakte rotsen staken eruit op als rotte tanden, bruin en misvormd, het water raasde er wit en woedend omheen. |
3273 |
Een vierkante, kleine man in het geelbruin, die tegen de stroom vocht om de overkant van de rivier te bereiken. |
3274 |
Als het jachtgezelschap zich had opgesplitst, zou hij gemakkelijker met de afzonderlijke paren kunnen afrekenen. |
3275 |
Hij zag er afgetobd uit. Zijn gezicht en kleren waren vuil en zijn rode baard was nat van het zweet. |
3276 |
Jaan is nu heel dichtbij, misschien nog maar een half uur voor ons uit. Ze mogen hem niet als eersten bereiken. |
3277 |
Hij had de laarzen en de tweede schuiver uit zijn rugzak gehaald. Janacek pakte alles zonder commentaar aan. |
3278 |
Hij trok een gezicht en gaf een harde ruk om zijn tegenstribbelende voet er met geweld in te persen. |
3279 |
Lorimaar had daar feitelijk een vrijstelling voor, omdat hij gewond was, maar desondanks nam hij de uitdaging aan. |
3280 |
Ze vochten in het doodsvierkant, met messen. Chell liep veel verwondingen op, te veel waarschijnlijk. |
3281 |
Lorimaar is nu te vermoeid om achterdochtig te zijn. Hij denkt aan niets anders dan aan de prooi die hij wil doden. |
3282 |
Dus verliet ik ze en ging stroomopwaarts, en een tijdlang dacht ik dat ik een vergissing had begaan. |
3283 |
Zijn hand tastte in zijn zak, hij haalde er iets uit en ging open. Op zijn handpalm lag een gloeisteen. |
3284 |
Beneden hen ruiste de rivier onvermoeibaar voort en het geluid van het water spoorde hen aan om op te schieten. |
3285 |
Het waren maar mensen, geen pionnen van buitenwereldse soorten, niet verwant aan weerwolven of zielzuigers. |
3286 |
Het waren mensen die niet te vertrouwen waren, mensen die hun codes vergeten waren, mensen zonder bindingen. |
3287 |
Janacek mocht de luchtschuivers dan denigrerend als speelgoed betitelen, hij wist er wel mee om te gaan. |
3288 |
De stille meren kwamen en gingen en ook het stuk met de witte zwammen die het bos als schurft bedekten. |
3289 |
Een keer hoorde hij Lorimaars honden blaffen, ver achter hem, de vage geluiden aangedragen door de wind. |
3290 |
De smalle, scharlakenrode draad schampte hem en trof de zilveren slee waarop hij stond, vluchtig en snel. |
3291 |
Plotseling stopte het geschreeuw. De witte torens losten op en de storm die hem voortjoeg, blies de flarden weg. |
3292 |
Maar aan de hoogste tak zag hij een gescheurde strook stof hangen, wapperend in de wind en van kleur verschietend. |
3293 |
Dirk richtte zijn laser en vuurde tot het beestje niets meer was dan een roetvlek op de gele schors. |
3294 |
Overal rondom hem rezen dikke stammen op; hun knoestige, gele vingers kronkelden stijf en jichtig alle kanten op. |
3295 |
Het rechteroog was weg en in de oogkas was bloed opgeweld dat langzaam over zijn wang op de grond sijpelde. |
3296 |
Geen ogenblik. Ik probeerde hem alleen maar tegen te houden, de luchtschuiver buiten werking te stellen. |
3297 |
Hij zei niets. Vikary sidderde; zijn stem werd minder toonloos, er klonk een scherpe wanhoop in door. |
3298 |
De larven in het hart van het nest bedekten hem al helemaal, witte dingen, ook de volwassen dieren.. |
3299 |
Vikary stak het lege ijzer in zijn zak. Dirk hield zijn tranen en zijn tong in bedwang en zei niets. |
3300 |
Ze hadden pas enkele ogenblikken gelopen toen ze op een hoge steile richel van ruwe zwarte rots stuitten. |
3301 |
Zijn schaduw viel op hen, zijn grote vleugels rimpelden zich en vouwden zich, en toen streek hij neer. |
3302 |
Een ogenblik later was hij alleen en had hij zowel de spoken als het lichaam in zijn hongerige greep genomen. |
3303 |
De banshee vouwde zijn grote driehoekige vleugels weer open en ze fladderden wat, zwakjes en onbeholpen. |
3304 |
Een gebouw in de buurt, door het vuur ondermijnd, zakte in een grote wolk van rook en vlammen in elkaar. |
3305 |
Hij kwam naar haar toe en liet zijn hoofd op haar schouder rusten en sloeg zijn armen stevig om haar heen. |
3306 |
Dirk deed zijn hinderlijke rugzak af en zette die op de grond. Hij leunde tegen het bedieningspaneel. |
3307 |
Ik kwam er net aan om hem bij te staan, maar ze waren me voor. Maakte me ook bezorgd over haar, echt waar. |
3308 |
Jaan lag vlakbij met zijn hoofd tegen een boom geleund niets ziend naar het vuur in de verte te staren. |
3309 |
De gloeisteen, rond en ruw geslepen, zacht oplichtend van binnenuit, smeulend in de holte van zijn hand. |
3310 |
En hij zag wat ik mezelf aandeed, en hij wist dat als het aan mij lag, ik nooit bij Jaan weg zou gaan. |
3311 |
Vikary onderzocht het lichaam dat languit bij de liftkokers lag en kwam toen terug naar de luchtwagen. |
3312 |
Ongeveer de helft van zijn borst is weggeschoten door een projectielgeweer. Zijn eigen laser zit nog in de holster. |
3313 |
Hij leek niets anders te willen dan zich veilig verborgen te houden en deze wereld zo spoedig mogelijk te verlaten. |
3314 |
Hij had nu geen rol te vervullen; in plaats daarvan had hij onbeperkt de tijd om te piekeren. Dat was niet goed. |
3315 |
Dirk sloeg hem door de verrekijker nauwlettend gade, zijn ellebogen op de vensterbank voor het smalle raam geleund. |
3316 |
In de dagen die daarop volgden zag hij de Shanagates diverse malen en ze bleven hem onwerkelijk voorkomen. |
3317 |
Dirk knikte en gaf Gwen zijn verrekijker en zijn plaats bij het raam, en al snel spraken ze over andere dingen. |
3318 |
De liftdeuren schoven achter hem dicht en de man bleef onbeweeglijk staan; het was begrijpelijk dat hij schrok. |
3319 |
Mijn teyn en ik troffen de wagen in de wildernis aan toen we achter een vluchtende ijzerhoorn aanzaten. |
3320 |
Een vijand had hen in hun kamp opgewacht, in de luchtwagen, denken wij, en toen ze van de jacht terugkwamen. |
3321 |
Wij maakten de wagen schoon en namen hem in bezit. Mijn teyn komt achter mij aan in onze eigen wagen. |
3322 |
Niemand sprak. Uit hun voeten groeiden langgerekte schaduwen die hen volgden door de sombere karmozijnrode straten. |
3323 |
Jaan had hem gezegd dat hij dan in de toren de wacht moest blijven houden, en Ruark had daarin toegestemd. |
3324 |
Toen hij een ogenblik later terugkwam, ging het minder vlot. Hij viel de laatste meter en staarde hen aan. |
3325 |
Bretan Braith zou niet naar de stad terugkomen, wist hij; de wacht was nu een nutteloze formaliteit. |
3326 |
Hij liep een hele tijd. Andere wachttorens, gelijk aan de hunne, stonden op regelmatige afstanden van elkaar. |
3327 |
Hij passeerde er zes en schatte de afstand van de ene toren naar de andere ruwweg op een derde kilometer. |
3328 |
Iedere toren had zijn eigen waterspuwer en geen van die waterspuwers was precies hetzelfde, merkte hij op. |
3329 |
Een man moest ook een code hebben. Een vriend, een teyn, iets om naar te streven – iets anders dan hijzelf. |
3330 |
Dirk liep naar de buitenste rand van de muren en staarde naar beneden. Het was steil en diep, heel diep. |
3331 |
Hij stond met zijn handen in zijn zakken, terwijl de wind door zijn haar woelde, en hij huiverde een beetje. |
3332 |
De oude man bekeek het, zijn hardblauwe ogen tot spleetjes geknepen, zijn cape fladderend in de kille wind. |
3333 |
Dirk keek hem na. Hij wierp een blik op de verre horizon, verduisterd door een blauwgrijze wolkenbank. |
3334 |
Neem één klap in ontvangst en sla één keer terug, dat is alles, zei hij tegen zichzelf. Hij was heel bang. |
3335 |
Dirk grijnsde op de manier waarop Garse gegrijnsd zou hebben, streek het haar uit zijn ogen en trad hem tegemoet. |
3336 |
Nu dan, dat hij zijn hand niet uitsteke, en neme ook van den boom des levens, en ete, en leve in eeuwigheid. |
3337 |
Phssthpok zat te dromen in zijn crisisbank. Onder zijn linkerhand bevonden zich de bedieningsorganen van de cabine. |
3338 |
Al die tijd had hij niets bewogen, alleen zijn handen en zijn kaken. Zijn ogen hadden zich helemaal niet bewogen. |
3339 |
Zijn doelwit was al helderder dan de sterren eromheen, maar nog steeds te vaag om meer dan een ster te zijn. |
3340 |
Maar het was helderder dan Phssthpok had verwacht en hij wist dat hij de tijd door zijn vingers had laten glijden. |
3341 |
De interstellaire waterstof komt bij de snelheid die een stuwschep haalt opzetten als gammastraling. |
3342 |
Hij had nu het waarschijnlijkste gedeelte van de ruimte bereikt. Voor hem hing de waarschijnlijkste ster. |
3343 |
Ze kenden misschien vuur en misschien ook niet, maar ze zouden in ieder geval niet beschikken over telescopen. |
3344 |
Als ze er waren, als ze er waren, dan wachtten ze al tweeëneenhalf miljoen jaar. Hij zou ze niet teleurstellen. |
3345 |
Meestal sterft hij. In zijn geest of ergens in een klier roert zich een reflex, en hij voelt geen honger meer. |
3346 |
De stilte van de ruimte hing om hem heen, want zijn oren hadden geleerd het gezoem van de aandrijving te negeren. |
3347 |
In de praktijk betekent dat dat een op monopolen gebaseerde motor of instrument een veel groter bereik heeft. |
3348 |
Monopolen waren waardevol op plaatsen waar gewicht belangrijk was, en in de Gordel telde gewicht altijd mee. |
3349 |
De Buitenstaander zou het eerste intelligente buitenaardse wezen zijn dat met het menselijke ras in contact kwam. |
3350 |
Brennan had geen drugs nodig om bij zijn verstand te blijven en zonder gezelschap redde hij het ook best. |
3351 |
Er was heel wat stof hier, zo ver van Sol af, en een stel rotsen die de moeite van het bekijken waard waren. |
3352 |
Niet interessant. Maar iets in de buurt schitterde met de metalen glans van een door mensen gemaakt voorwerp. |
3353 |
Brennan was een onverbeterlijke optimist. Het voorwerp was de lege huls van een vaste brandstof raketmotor. |
3354 |
Op een heel andere manier vormde de huls toch een probleem. Hij stond ernaast, op de slanke metalen fusiebuis. |
3355 |
De antieke motor was half zo groot als zijn eigen schip, maar heel licht, niet veel meer dan een metalen huid. |
3356 |
Smokkelen zou van hieruit gemakkelijk moeten gaan. Zo ver van de zon vandaan waren er geen jakkeraars meer. |
3357 |
Maar de wezens naar wie hij op zoek was, beschikten niet over het verstand om dit soort voertuigen te maken. |
3358 |
Dan hadden hij en zijn duizenden voorgangers hun lange leven gegeven voor niet meer dan een steriele wraakoefening. |
3359 |
Hij was van plan geweest om door het zonnestelsel heen te glijden tot hij een onmiskenbare aanwijzing vond. |
3360 |
Hij had al een blauwwitte vonk gevonden die met hoge snelheid op weg was naar het hart van het stelsel. |
3361 |
Op de voorkant van zijn pak zat een schilderij en hij tikte er even beminnelijk tegen voor hij naar binnen ging. |
3362 |
Nu is het voor het grootste deel remstuwing, en de versnelling is gezakt naar nul komma veertien gee. |
3363 |
Als hij op – dit punt weer nul komma tweeënnegentig aan gaat houden dan is zijn snelheid acht dagen na nu nul. |
3364 |
Een paar uur geleden was hij af gaan remmen, om met een niet te hoge snelheid bij de Maan aan te komen. |
3365 |
Net als alle andere mensen uit de Gordel ziet ook hij eruit als een basketballspeler met veel te weinig spieren. |
3366 |
Zijn gladde, donkere haar loopt in een tweeëneenhalve centimeter brede strook van zijn voorhoofd naar zijn nek. |
3367 |
Brennans snelheid nam toe, maar die van het vreemde schip nam af, al had dat nog steeds een enorme vaart. |
3368 |
De eerste mogelijkheid was de gemakkelijkste. Hij had geen schijn van kans meer om iets te smokkelen. |
3369 |
Gemakkelijk genoeg. Het is volkomen onmogelijk om een vijandelijk schip in de ruimte tot staan te brengen. |
3370 |
Brennan kon alle kanten op en het enige dat de Buitenstaander kon doen was achter hem aan gaan of hem vernietigen. |
3371 |
Er vandoor gaan zou het verstandigste zijn. Brennan had een gezin dat hij niet onbeschermd achter wilde laten. |
3372 |
Eén ogenblik lang voelde hij zich als een dier in de val. Alsof het lot spelletjes speelde met zijn leven. |
3373 |
Op dat scherm waren twee vlekken paarswit licht te zien, een groter dan de ander, en ook wat minder scherp omlijnd. |
3374 |
Als de andere piloot nu maar uit zijn cabine wilde klimmen en op de romp van zijn schip wilde gaan staan. |
3375 |
Hoe groot de cilinder ook was, hij kon niet genoeg brandstof hebben bevat voor een interstellaire reis. |
3376 |
Het draaide met Brennan mee toen het voorbijgleed, en hij vond het moeilijk om die enge blik vast te houden. |
3377 |
De regering van de Gordel had toch zeker wel een betere ontmoeting dan nu hier plaatsvond kunnen organiseren. |
3378 |
Het kleinere, andere uiteinde was puntig en glad, het glansde bijna. Bren nan knikte tegen zichzelf. |
3379 |
Maar dat betekende dat het leefsysteem de eindcocon tegen de straling van de aandrijving moest beschermen. |
3380 |
Wat er ook in de laatste cocon zat, het moest belangrijker zijn dan de piloot, en de piloot deelde die mening . |
3381 |
Als dat niet zo was, hadden piloot en ontwerper niets van hun vak verstaan of ze waren krankzinnig geweest. |
3382 |
Maar het was door het ronde raam heen gestapt. Het stond nu op de huid van de cocon, roerloos, wachtend. |
3383 |
Het gebruikte een drukpak. Het had een wapen bij zich – of een reactiepistool, dat kon hij niet zeggen. |
3384 |
Chauvinisme of geen chauvinisme, het gezicht van de Buitenstaander zou een computer nog laten stoppen van schrik. |
3385 |
Phssthpoks eerste duidelijke herinneringen dateerden van de dag dat hij besefte dat hij een Beschermheer was. |
3386 |
Maar zelfs toen, dertien eeuwen in biologische tijd geleden, had hij niet die ontzettende verwarring gekend. |
3387 |
Phssthpoks besef dat hij aan een gewichtige missie bezig was, had meer dan twaalf eeuwen onwrikbaar standgehouden. |
3388 |
Het was gemaakt van een flexibel materiaal, ook de transparante bol. Bij de gewrichten zaten rijgkoorden. |
3389 |
Daarna, zijn hand nog steeds in een ijzeren greep om Brennan, draaide het wezen zich om en keek hem aan. |
3390 |
De schouders, knieën en heupen waren wratmeloenen. Het hoofd was een scheve kalebas op een non existente nek. |
3391 |
Het pak weerstond de druk, rekte uit, en scheurde toen van boven naar beneden in tweeën. Lucht klapte eruit. |
3392 |
Het wezen merkte het en keek hoe Brennan nog twee keer trapte voor hij verder ging met zijn inspectie. |
3393 |
Toen wachtte hij, slap van verlegenheid, tot het onderzoek zou zijn afgelopen. Abrupt was het voorbij. |
3394 |
De Buitenstaander nam hem onder een arm en ging door de ronde deuropening naar buiten, het vacuüm van de ruimte in. |
3395 |
Brennan voelde het transparante plastic om hem heen uitbollen, zodat de lucht binnenin de zak nog dunner werd. |
3396 |
Het was een hele tijd geleden dat hij in een eenmansschip had gezeten. Hij hield niet zo van de hoge zwaartekracht. |
3397 |
Nilsson knikte voldaan, en zijn grijzende, blonde Gordel kuif streek langs de binnenzijde van zijn helm. |
3398 |
Einar had hem aangenomen op verzoek van zijn vader, een oude vriend. De computerprogrammeur was heel iets anders. |
3399 |
Einar wantrouwde eigenlijk mensen die niet genoeg vertrouwen in zichzelf hadden om alleen te vliegen. |
3400 |
Einar blikte omhoog naar het met diamanten bezaaide zwart van de hemel, bijna recht tegenover de zon. |
3401 |
De bewoners van de Gordel accepteerden geen regering die hun handel en wandel op enigszins grondige wijze bijhield. |
3402 |
Twee keer was hij een lading radioactief erts kwijtgeraakt aan een jakkeraar. Eén keer zou typisch zijn geweest. |
3403 |
Nick fronste zijn wenkbrauwen. Soms raakten mijnwerkers hun houvast op de werkelijkheid kwijt, daar in de ruimte. |
3404 |
De Buitenstaander was er nu eenmaal, hier in het zonnestelsel, en iemand moest hem toch tegemoettreden. |
3405 |
Brennan bevond zich helemaal alleen in een kleine ruimte. Het was een rauwe, angstaanjagende tocht geweest. |
3406 |
Als een doorzichtige geest dreef hij naar hem toe, dreigend en uitnodigend, en Brennan begon zenuwachtig te lachen. |
3407 |
Hij begon om zich heen te kijken. Het licht was groener dan de zonlichtbuizen waaraan hij was gewend. |
3408 |
Links van hem stond een massieve, rechthoekige bak met een deksel erop, die op een grote diepvrieskist leek. |
3409 |
Dit was een vrachtruim. Maar de helft van de ruimte in dit druppelvormige ruim bevond zich buiten zijn bereik. |
3410 |
En de lucht was doortrokken van een eigenaardige geur, alsof hij een parfum rook dat hij niet kende. |
3411 |
Deze hier was anders. Onder hem, achter een net van grofgeweven stof, zaten dingen die eruitzagen als gele wortels. |
3412 |
Hij viste hem uit de lucht en bekeek hem. Hij ontdekte hoe hij hem open en dicht moest doen – van buitenaf. |
3413 |
Zelfs in zijn eigen pak zou het riskant geweest zijn om zonder rugpak twaalf kilometer door de ruimte af te leggen. |
3414 |
Hij kon geen kist van de wand trekken, ook niet toen hij er met alle kracht van rug en benen aan trok. |
3415 |
Brennan vroeg zich af wat voor vreemde plant het geweest was. Er zat een hermetisch gesloten plastic zak in. |
3416 |
Het zag eruit en voelde aan als een sterk soort cellofaan dat van ouderdom vol kreukels was komen te zitten. |
3417 |
Wat erin zat, zag eruit als fijn stof, dat zo op elkaar was geperst dat het bijna een vierkante klomp was geworden. |
3418 |
Het zag er donker uit door het plastic. Brennan zweefde naast de kisten, een hand om het gescheurde deksel. |
3419 |
Wanhoop was een fatale vergissing. De geur van de wortels had op de loer gelegen en sloeg nu onverhoeds toe. |
3420 |
Zijn linkerpink deed ontzettend pijn, zat vreemd scheef aan zijn hand, en terwijl hij keek begon hij op te zwellen. |
3421 |
De wortel was tegen de wand geketst en naar hem terug gezweefd. Hij was taai en vezelig tussen zijn tanden. |
3422 |
In een laatste ogenblik van helder denken vroeg Brennan zich af hoe lang het zou duren voor hij stierf. |
3423 |
Met zijn superieure reflexen had hij niet eens zijn reactiepistool nodig. Zijn gevangene zat veilig opgeborgen. |
3424 |
Het was wel duidelijk dat het niet nodig was voor een goed functioneren van het schip. Phssthpok vond geen wapens. |
3425 |
Als hij de goede materialen had gehad, had hij binnen een uur zijn eigen kristal zink fusie buis gemaakt. |
3426 |
De inheemse bevolking was misschien intelligenter dan hij had gedacht, of misschien hadden ze meer geluk. |
3427 |
Maar – voor een groep die al vijfhonderdduizend jaar onderweg was, zou het onweerstaanbaar geweest zijn. |
3428 |
Zijn doelwit moest zich in de richting bevinden van waaruit hij gekomen was, meer naar het hart van de Melkweg. |
3429 |
Phssthpok had daar misschien wel aan gedacht als het schilderij op Brennans borst een ander schilderij was geweest. |
3430 |
Een methode om een Beschermheer in leven en in functie te houden, lang na de dood van zijn bloedlijn. |
3431 |
Bergen dreven boven een zachte, blauwe zee, tegen alle wetten van de zwaartekracht in, de onderkant vlak en glad. |
3432 |
Hij wilde niets kapot maken voor hij had ontdekt hoe hij astronomische gegevens uit de computer kon halen. |
3433 |
En Phssthpoks ongewapende schip gebruikte een grotere massa zuidpolen dan in heel dit zonnestelsel te vinden was. |
3434 |
Waarschijnlijk zaten ze nu al achter hem aan. Ze konden hem niet binnen afzienbare tijd te pakken krijgen. |
3435 |
Hun aandrijvingen zouden krachtiger zijn; de zwaartekracht op hun planeet was ongeveer één punt nul negen. |
3436 |
Voor hun zwaardere aandrijving verschil kon gaan uitmaken, zouden ze door hun brandstof heen zijn... |
3437 |
Hij miste de beugel. Hij dreef door de lege ruimte, terwijl zijn spieren verslapten en volkomen krachteloos werden. |
3438 |
Brennan lag nu helemaal slap en roerloos. Zijn ogen waren half dicht; onder de leden was nog het wit te zien. |
3439 |
In zijn hand klemde hij nog een halve wortel. Phssthpok liet hem ronddraaien zodat hij hem kon bekijken. |
3440 |
Nu moest hij een schuilplaats vinden. Er was geen kwestie van om nu nog dit zonnestelsel te verlaten. |
3441 |
Het stond een beetje gelijk aan al je kinderen verstoppen in dezelfde grot, maar daar was niets aan te doen. |
3442 |
De polarisator was niet in staat om de zwaartekracht van de planeet waarop hij zou landen te overwinnen. |
3443 |
Hij had de gevangene niet durven vastbinden of zijn bewegingsvrijheid op een andere manier belemmeren. |
3444 |
De romp, waarin het polarisatorveld was ondergebracht, zou onder deze acceleratiesnelheid kunnen smelten. |
3445 |
Een gasreus voor hem, met manen – te ver van hem vandaan. Hij zou dagen nodig hebben om er te komen. |
3446 |
Hij had hem bestudeerd toen hij nog een telescoop had. Klein, met een spoortje atmosfeer, en weinig zwaartekracht. |
3447 |
Met een beetje geluk zouden er diepe stofgaten zijn. Hij had er eerder tijd en aandacht aan moeten besteden. |
3448 |
Hij zocht het, voorzichtig, met de toppen van zijn vingers, pakte het van de tafel en probeerde te drinken. |
3449 |
Hij maakte geen aanstalten om het dubbelwandige glas aan te pakken. In plaats daarvan begon hij zacht te klingelen. |
3450 |
Het afgelopen jaar had hij met de rest meegestemd om de autodoc van de Club de serveerrobots te laten peilen. |
3451 |
Luke was een heel goed voorbeeld. Hij naderde, met weinig enthousiasme, zijn honderdvijfentachtigste verjaardag. |
3452 |
Een nauwelijks hoorbaar gemompel van stemmen vulde de leeskamer met een vormeloos, aanzwellend gefluister. |
3453 |
Iemand kwam naar hem toe gelopen met een doelbewuste tred die geen van de Struldbrugs hem had kunnen nadoen. |
3454 |
De man had het lange, smalle lichaam van iemand die een paar jaar op een rekbank heeft doorgebracht. |
3455 |
Je weet dat het schip van de Buitenstaander bestond uit drie gemakkelijk vast en los te koppelen delen. |
3456 |
Alleen de ogen en tanden leken jong, en de tanden waren nieuw, wit en scherp, en pasten niet bij de rest. |
3457 |
Dat je bent aangenomen als piloot is slechts een technisch punt, iedereen zal doorhebben waar het om begonnen is. |
3458 |
Hij ontwikkelde zich bijna normaal. Het zou een monster worden, maar misschien geen hulpbehoevend wezen. |
3459 |
Over een paar weken zou hij zijn lange, lange taak hebben voltooid, of zou blijken dat hij had gefaald. |
3460 |
Er waren niet veel Voortplanters over in het dal, maar wie nog in leven was, moest worden beschermd. |
3461 |
Daarbij werd overeengekomen dat zij en hun steriele Voortplanters het dal mochten behouden tot hun dood. |
3462 |
Van de overlevende Voortplanters was door proeven komen vast te staan dat ze in essentie allen steriel waren. |
3463 |
Ze zou ideaal gebouwd zijn om te vechten, maar ze zou niets hebben om voor te vechten. Ze zou ophouden met eten. |
3464 |
Een kinderloze Beschermheer werd door niemand vijandig bejegend, want hij had geen reden meer om te vechten. |
3465 |
De reisgenoten gingen bij de ingang uit elkaar, en Phssthpok zag er tweeëndertig jaar lang niet een van hen terug. |
3466 |
Boomdes levens wortels vormden een volmaakt voedsel voor een Beschermheer, maar hij kon bijna alles eten. |
3467 |
Hij bleef in dezelfde afdeling omdat hij er weinig voor voelde om ergens anders van voor af aan te beginnen. |
3468 |
Met welke afdeling van de Bibliotheek hij zich ook bezighield, zijn leven zou afhankelijk zijn van anderen. |
3469 |
Het was angstaanjagend om geen honger te hebben. De laatste tientallen jaren was het een paar keer gebeurd. |
3470 |
Het meest recente bericht meldde altijd dat Ttuss nog in leven was ten tijde van het verzenden van de boodschap. |
3471 |
Hij overwoog om naar het dal terug te keren, maar hij wist dat hij op weg erheen van honger zou sterven. |
3472 |
Hij las het zorgvuldig door, het boek in één hand en een wortel in de andere. Wat later at hij de wortel op. |
3473 |
Een ionenmotor en een hoeveelheid cesium... Ze verwachtten langzaam vooruit te komen, en dat gebeurde ook. |
3474 |
De blauwdrukken lagen ergens in de Bibliotheek, met een lijst suggesties over hoe het ontwerp kon worden verbeterd. |
3475 |
Dit was zo ongewoon dat een gedetailleerde medische beschrijving deel had uitgemaakt van het bericht. |
3476 |
De hemel om hen heen was duisterder geworden naarmate de zonnen zeldzamer werden. Ze hadden een planeet gevonden. |
3477 |
Ze hadden wat er nog van het plutonium over was, in de motoren van de landingsvaartuigen gezet en waren geland. |
3478 |
De kleine voorraad wortels die hen nog restte, vertegenwoordigde een aantal werkuren waaraan niet te tornen viel. |
3479 |
Hij kon al zien dat alle kinderloze Beschermheren van zijn wereld bij zijn plan betrokken zouden raken. |
3480 |
Hij was te dichtbij gekomen; hij was gedwongen geweest te landen. Dat zou nog geen probleem zijn geweest. |
3481 |
Ik heb nooit geloofd dat de Buitenstaander alleen, in een eenmansschip, tussen de sterren vandaan zou komen. |
3482 |
Daar moet ie een reden voor hebben gehad. Misschien is het iets dat hij niet onder het stof kon doen. |
3483 |
Die vlaklander regering van je is eindelijk in actie gekomen en heeft ons een paar schepen gestuurd. |
3484 |
Ik kan een versnellingsbank zien door het glas – als het tenminste glas is – en bedieningsapparatuur eromheen. |
3485 |
Verder is hier niets te zien dat op voedsel of een keuken wijst. Ik denk dat ik maar eens verder ga. |
3486 |
Ze gebruikte haar heetpunter. De deur bezweek vlot, heel wat vlugger dan het materiaal waarvan de lens was gemaakt. |
3487 |
Ze maakte de camera los, zette hem tegen een muur, gericht op de oefenmachine, en deed een tweede poging. |
3488 |
Al even gecompliceerde apparatuur voor het omzetten van vloeibaar en vast afval. Het was ongelooflijk. |
3489 |
Blijf in de buurt en houd je aandrijving warm. Als er iets gebeurt, maak dan meteen gebruik van je fusievlam. |
3490 |
En dat meen ik nog echt ernstig ook. We zullen moeten wachten en kijken hoe de zaak zich ontwikkelt. |
3491 |
Brennans hand liet de laatste paar centimeter van de wortel los, en hij draaide zich om en hield op met bewegen. |
3492 |
Hij zei tegen zichzelf dat het te vroeg was, maar zijn maag geloofde het niet. Hij zou net lang genoeg leven. |
3493 |
Hun laserbericht kwam met de snelheid van het licht terug; houd rekening met de kromming van de ruimte. |
3494 |
De expeditie zal zelf fouten hebben gemaakt in het uitzetten van de koers, zal wijzigingen hebben aangebracht. |
3495 |
Iets bonkte drie keer tegen de wand. Eén ogenblik dacht hij dat het een herinnering was, zo ver heen was hij. |
3496 |
Hij had geweten dat er een soort non organisch fotosynthese pro ces gaande was, in de bovenlaag van het stof. |
3497 |
Intelligente wezens waren nieuwsgierig. Fluïdokrimp was tegen veel bestand, maar onkwetsbaar was het niet. |
3498 |
Hij deed de deur naar het ruim dicht, controleerde of hij wel goed op slot zat. Hij hees zich snel in zijn drukpak. |
3499 |
Phssthpok gaf er een harde ruk aan, stak zijn arm door het weke stuk en kreeg iets zachters beet. Hij trok. |
3500 |
Phssthpok gaf het een moordende klap waar het hoofd op de schouders zat. Er brak iets en het wezen verslapte. |
3501 |
Phssthpok tastte het lichaam af op zachte delen. Ergens middenin het lichaam was een niet door bot beschermde plek. |
3502 |
Iets in de atmosfeer van de hut zorgde ervoor dat het wezen rook uitsloeg. Dat zag er veelbelovend uit. |
3503 |
De speer wees niet op een hoge graad van beschaving. Ze hadden waarschijnlijk niets dat door fluïdokrimp kon komen. |
3504 |
Hij haalde een handje water en liet het op een been van de dode druppelen. Een vuurbal was het resultaat. |
3505 |
Van een plek aan de andere kant van de hut keek hij hoe het wezen verbrandde. Dat leek nogal duidelijk. |
3506 |
De gevangene had niets gemerkt. Het water zou de inboorlingen een poosje op een afstand moeten houden. |
3507 |
Einar is ziek geworden, heel ziek. Hij probeerde me te vermoorden toen ik de wortel van hem afpakte. |
3508 |
Hij was ook het grootst. Misschien wilde hij wel graag de kick beleven van het ontdekken van een nieuwe smaak. |
3509 |
De wortel levert een bijna normale analyse op. Hoog gehalte aan carbohydraten, waaronder een aantal suikers. |
3510 |
De wortel heeft een voor mij ondefinieerbare geur. Heeft nog het meeste weg van de geur van zure melk of zure room. |
3511 |
De autodok was ingebouwd in de achterwand, boven een van de drie versnellingsbanken. Einar lag in die bank. |
3512 |
Zijn toestand was steeds slechter geworden. Het zag er niet uit als een ziekte; het leek meer op ouderdom. |
3513 |
Einar was het afgelopen uur tientallen jaren ouder geworden. Hij had dringend een menselijke dokter nodig. |
3514 |
De krater was oeroud, leek maar net jonger dan de planeet zelf. Maar er liepen kriskras jongere scheuren doorheen. |
3515 |
Een paar randen waren bijna scherp; de lucht en het stof waren te dun om voor een snelle erosie te zorgen. |
3516 |
Het moest zijn gemaakt met de communicatielaser van de basis. Daar waren ook de boten, langs het pad. |
3517 |
Luke was licht op zijn schouders, en zijn eigen lichaam was hier ook licht, maar samen waren ze topzwaar. |
3518 |
Nick kwam teruggelopen met een groene tank op zijn schouder. Hij pompte brandstof in de boot via een injectorslang. |
3519 |
Het duurde twee uur voor ze de koepel weer opklapten en op weg gingen naar de opening in de wand van de krater. |
3520 |
Vaalbruine, rond afgeslepen rotsen staken af en toe boven het stof uit, ongerijmde, Dali achtige elementen. |
3521 |
Het was een paar honderd meter van de kraterwand. Naarmate ze dichterbij kwamen werd het duidelijker zichtbaar. |
3522 |
Hij klonk nogal onder de indruk. Met zijn pistool schietklaar boog hij zich over de rand van de boot. |
3523 |
Het was mensachtig, op dezelfde manier als een getekend poppetje mensachtig is. Het bestond uit niets dan knobbels. |
3524 |
De uitdrukking op het gezicht van het wezen veranderde niet, en waarschijnlijk was dat ook niet mogelijk. |
3525 |
Hij kwam het zonnestelsel binnengedenderd in een schip dat nét goed genoeg was om hem zover te brengen. |
3526 |
Nergens aan boord was iets te zien van beveiligingsapparatuur, voor het geval er iets verkeerd zou gaan. |
3527 |
Het scheen het niet eens haastig te doen. Het legde het pistool achterin de boot en ging rechtop zitten. |
3528 |
De woorden zaten vol klikkende en gonzende en ritselende geluiden. De platte, harde snavel zou wel hinderlijk zijn. |
3529 |
Eerst zijn ze Groeier, een stadium dat gelijkstaat aan onze jeugd, en dat ik niet verder hoef uit te leggen. |
3530 |
Jullie zijn bang om een buitenwerelds monster in de buurt te laten komen van een werkend ruimtevaartuig. |
3531 |
Je moet wel. Er zijn genoeg bewijzen, vooral in de verschillende godsdiensten, en ook in volksverhalen. |
3532 |
Het virus kan niet buiten de wortel leven, dus af en toe moet een Beschermheer weer een wortel eten. |
3533 |
Als zich in de grond geen thallium bevindt, dan groeit de wortel nog wel, maar het virus kan er niet in leven. |
3534 |
Zijn soort had teveel tijd gehad om te muteren. Maar hij had op de juiste manier gereageerd op de wortels. |
3535 |
Als het mogelijk was zou hij de gevangene leren wat hij moest weten, want hij moest het werk voortzetten. |
3536 |
Zijn opgerolde lichaam ontrolde zich, strekte zich in zijn volle lengte uit, en hij opende zijn ogen. |
3537 |
Ik was de figuur waarop hij al zijn hoop gericht had. Hij kon zich niet eens verdedigen uit angst me te bezeren. |
3538 |
Ik doodde hem omdat hij zou hebben geprobeerd de mensheid te vernietigen als hij achter de waarheid was gekomen. |
3539 |
De wereld van de Paks is in haar hele geschiedenis nog geen ogenblik volkomen vrij van oorlog geweest. |
3540 |
We hebben het zonnestelsel gekoloniseerd en hebben zelfs een paar interstellaire kolonies op poten gezet. |
3541 |
Alles wat niet meteen kan worden gebruikt, gaat verloren, tenzij iemand het in de Bibliotheek boekt. |
3542 |
Twee eenmansschepen vallen al met hem mee, en het schip van de Buitenstaander heeft zelf een beproefde sleeplijn. |
3543 |
Hij informeerde niet naar zijn vrouw, omdat ze voor zichzelf kan zorgen. Hij informeerde naar zijn lading. |
3544 |
Ik kan zelfs buiten de romp blijven, in een vrachtnet, als jullie me tenminste een radioverbinding geven. |
3545 |
Ergens had hij zich in deze affaire het stuur uit handen laten nemen. Het ging allemaal veel te snel. |
3546 |
Je betaalt ervoor in extra brandstof en voorraden en manuren en vertraging. Maar neem de tijd ervoor. |
3547 |
Brennan zag hij nooit meer. De rest van zijn leven herinnerde hij zich het gesprek in die volgepropte ruimte. |
3548 |
Maar wees niet bang, ik ben niet van plan om ze dag in dag uit met alle mogelijke zorgen te omringen. |
3549 |
Ik vermoed dat de drang van een Beschermheer om na de dood van zijn bloedlijn ook te sterven cul tuurbepalend is. |
3550 |
Zorg voor een maandelijkse verbinding met Ceres, zodat ik op de hoogte kan blijven van recente gebeurtenissen. |
3551 |
Nick Sohl heette hem welkom, en hielp hem zich naar beneden te trekken, waar een reisstoel stond te wachten. |
3552 |
Het was ze bepaald niet duidelijk hoe de hele zaak in elkaar zat, en veel hulp kon ik ze niet geven. |
3553 |
Ik wilde er gewoon niet over praten – en nu ook nog niet, trouwens – en het was veel te laat ook, verdomme. |
3554 |
Je blijkt de hele romp doorzichtig te kunnen maken, of maar een deel, zoals het was toen we het schip vonden. |
3555 |
Hij zei dat als we het achterstevoren wilden slepen, we allerlei beveiligingssystemen op hol zouden jagen. |
3556 |
Brennan stond erop om al het werk zelf te doen, en zelfs hij moest een stralingspak gebruiken, en een schild. |
3557 |
We maakten zijn eigen eenmansschip aan de sleepkabel vast, voor het geval er op weg naar huis iets zou gebeuren. |
3558 |
We bleven op een afstand. Toen – toen draaide hij gewoon om en ging op weg naar de interstellaire ruimte. |
3559 |
Maar we kunnen ze wel waarschuwen, en het zo regelen dat onze opvolgers ze over vijftien jaar weer waarschuwen. |
3560 |
Na verloop van tijd verhongert hij wel. Ondertussen weten we op elk ogenblik van de dag waar hij zich bevindt. |
3561 |
Als hij een manier weet te vinden om in winterslaap te gaan, dan zou hij bij Wunderland kunnen komen. |
3562 |
Gebeurtenissen zijn de meetlat van de tijd. In tweehonderdtwintig jaar gebeurden er heel veel dingen. |
3563 |
Er ontstond een zekere tweespalt over de vraag of het nu wel of niet bij de mensachtigen moest worden gerekend. |
3564 |
Omstreeks het jaar 2340 had het probleem zichzelf opgelost. De mensen hadden geleerd hoe ze het moesten aanpakken. |
3565 |
De bevolking van de Aarde was stabiel gebleven; waar nodig werd die stabiliteit onder dwang gehandhaafd. |
3566 |
Hij werd meteen helemaal wakker en deed zijn ogen open; hij zag een zwarte nacht en heldere sterren. |
3567 |
Die ochtend was hij gaan trekken in de Pinnacles, na een hele week gewoon met een rugzak te hebben gewandeld. |
3568 |
De vreemde verticale geologische opbouw van de Pinnacles strekte zich als een menigte vingers naar de hemel uit. |
3569 |
Hij voelde zich prima, zijn lichaam deed nergens pijn. Nu werd zijn arm helemaal kil, en weer verbaasde hij zich. |
3570 |
Zijn voeten waren in prima conditie, en het lege, verlaten rotslandschap was een genoegen voor het oog. |
3571 |
Niemand gilde dat hij zijn mond moest houden. Zijn benen deden geen pijn, ondanks de klautertocht die middag. |
3572 |
Een mededelingsspoel lag op de amusementsspeler in zijn auto. Hij klikte hem vast en luisterde naar wat erop stond. |
3573 |
Je zult nu al wel beseffen – of misschien ook niet – dat vier maanden uit je jonge leven zijn verdwenen. |
3574 |
Je inspanningen zouden een kostbare en vruchteloze affaire worden, en ik hoop dat je er vanaf zult zien. |
3575 |
Hij was zijn eerste, en tot op heden enige, vrouw kwijtgeraakt omdat hij alleen met tegenzin geld uitgaf. |
3576 |
Op zijn vijfentwintigste had hij zijn vader zover gekregen dat hij het geld aan hem ter hand stelde. |
3577 |
Hij zou écht rijk zijn geworden, zo klonk het tenminste. Maar het was een ingewikkeld geval van oplichting geweest. |
3578 |
Hij kon het onmogelijk allemaal al hebben uitgegeven, zelfs met de stijl van leven die hij er op nahield niet. |
3579 |
Als je werkte had je geen tijd om een goede baard te onderhouden. Tweeduizend per jaar, zijn leven lang. |
3580 |
Truesdale belde zijn huis. In het geheugen van zijn foon zaten vier maanden aan oproepen en berichten opgeslagen. |
3581 |
Barrett was een met veel gevoel voor smaak geklede dame van middelbare leeftijd, die competent en kortaf optrad. |
3582 |
Het was nauwelijks een bedrag waar je van kon leven, maar het zou een aardig extraatje zijn bovenop zijn salaris. |
3583 |
In ieder geval had hij niet gelogen. Vijfhonderd mark per drie maanden, een tikje luxe in zijn leven. |
3584 |
Kijk eens goed in die ogen, dan twijfel jij ook aan het verhaal dat je hem misschien net hebt verteld. |
3585 |
Ze was honderddrieënzeventig toen ik werd geboren. Niemand van ons verwachtte eigenlijk dat ze ooit zou sterven . |
3586 |
En ik heb ongeveer een half miljoen mark geërfd, van een fortuin dat ongelooflijk groot moet zijn geweest. |
3587 |
Het lijkt wel of hij eerst met een verdover in slaap is gebracht, en daarna vier maanden in een vriescel is gelegd. |
3588 |
Je zou denken dat als je iemand van een berg kidnapt je ook wat sporen zou moeten achterlaten, maar nee hoor. |
3589 |
Uw wagen is op de parkeerplaats blijven staan omdat het parkeergeld vooruit was betaald. De toelage ook. |
3590 |
Hoogst ingenieuze, bewonderenswaardige apparatuur, waarvan hij zich nog nooit rekenschap had gegeven. |
3591 |
Het vertrek was klein, maar heel comfortabel. Het bureaublad was voorzien van koffie en theekraantjes. |
3592 |
Robinson leunde achterover in zijn stoel, alsof hij blij was dat iets hem even van zijn werk haalde. |
3593 |
We hebben niet kunnen nagaan waar het geld vandaan komt, maar we weten zeker dat het niet van uzelf afkomstig is. |
3594 |
Verder hebben we twee gevallen aangetroffen waarbij van hetzelfde soort selectieve amnesie sprake is. |
3595 |
Maar ze had een heel ander verhaal, dat heel veel op het uwe leek, en ook zij had een jaargeld gekregen. |
3596 |
In de twee vorige gevallen moest het geld naar onderzoek naar prothesen ter vervanging van lichaamsdelen. |
3597 |
Als zij iets met hem uit te staan heeft gehad, dan hebben wij die connectie in ieder geval niet kunnen vinden. |
3598 |
Dit was iets dat hij al een hele tijd van plan was geweest, maar waar hij nooit geld voor had gehad. |
3599 |
Ze was even lang als de gemiddelde man of vrouw uit de Gordel, maar haar spieren waren veel beter ontwikkeld. |
3600 |
De anderen zongen, vals en af en toe uit de maat. Het weerkaatste tussen het betonnen dak en de vloer. |
3601 |
Haar gezicht was mooi, op een heel scherpe, hoekige manier, en er lag geen erg bereidwillige uitdrukking op. |
3602 |
Maar als de telescopen ze die vier maanden lang niet kunnen vinden, kan iemand natuurlijk vragen gaan stellen. |
3603 |
Het was een drukpak met een stasisveld voor noodgevallen, en het ding dat in het drukpak zat, was heel gevaarlijk. |
3604 |
Even had hij een heel vaag antwoord, maar het wilde geen vaste vorm aannemen. Hij borg het weg in zijn geheugen. |
3605 |
Het was voorgekomen dat ze alle vijf aan dezelfde kant van de zon waren geweest, maar dat gebeurde zelden. |
3606 |
Vesta was het kleinst van de vijf. De steden lagen aan de oppervlakte, onder vier grote, dubbele koepels. |
3607 |
De zwaartekracht, en niet genoeg ervaring. Hij was heel beleefd gebleven, maar ze hadden elkaar niet teruggezien. |
3608 |
Ik wist nog steeds niet zeker of ik wel wilde gaan. Per slot van rekening kon ik altijd mijn plaats annuleren. |
3609 |
Een aantal bewoners van de Gordel gaf voor alleen maar minachting te hebben voor de spieren van vlaklanders. |
3610 |
Hij was in een snelle baan op weg naar een asteroïde met wat kleine machine onderdelen toen... niets meer. |
3611 |
Hij zag het heelal, zó dichtbij dat hij het kon aanraken. En de kamer kostte hem meer dan genoeg geld. |
3612 |
Hij moest leren om weer geld uit te geven zonder er een gezicht bij te zetten of hij op een citroen zoog. |
3613 |
Maar fusie was goedkoop en toen het water eenmaal was gemaakt, kon het steeds weer opnieuw worden gedestilleerd. |
3614 |
Ze was gekleed in een wijde broek en een blouse; geen formele kleding voor een diner, volgens Truesdale. |
3615 |
Misschien had hij er een paar uit de vrachtcocon gehaald, en aan boord van het schip van de Pak waren er nog wat. |
3616 |
Hij heeft te veel medegevoel voor een niet menselijk wezen, en hij is te sterk om een mens te kunnen zijn. |
3617 |
Hij moet het principe erachter hebben begrepen, en het ding hebben verbeterd tot een zwaartekrachtgenerator. |
3618 |
Nu was hij tweehonderdtwintig jaar lang, en zijn activiteiten strekten zich over het hele zonnestelsel uit. |
3619 |
De wodka martini kwam behoorlijk hard aan. Hij had niet geluncht en nu was zijn maag een gapend vacuüm. |
3620 |
Als je helemaal aan de grond zit, kun je jezelf ermee in leven houden en het groeit vrijwel vanzelf. |
3621 |
Maar we hebben geen bewijzen. We hebben een theorie, met een gapend gat erin, en dat is het enige dat we hebben. |
3622 |
Toen de kelner met een zacht luchtgefluister kwam aanglijden, tikte ze de code voor nog twee glazen cognac in. |
3623 |
Als hij op dit ogenblik hier is, dan moet hij de aandrijving van het Pak schip onbemand verder hebben gestuurd. |
3624 |
We gaan er vanuit dat hij een manier heeft gevonden om de wortels te verbouwen en zo aan voedsel is gekomen. |
3625 |
De cognac deed zich gelden. Als hij nu struikelde over een ingewikkeld woord, zou ze alleen maar om hem lachen. |
3626 |
Hij kan op dit ogenblik overal zijn binnen dat gebied, en morgen kan ie weer heel ergens anders zijn. |
3627 |
Hij zou erboven kunnen blijven hangen tot hij een gat had gebrand door de bevroren lagen, en dan landen. |
3628 |
Toen hij er zeker van was dat de planeet manen had, koppelde hij de aandrijving van het Pak schip los. |
3629 |
Van goede cognac krijg je een kater, maar geen hoofdpijn. Het was een van de betere nachten geweest. |
3630 |
Hij wist ze weer te pakken te krijgen, maar het werd wel een scheve stapel. Ze smaakten naar pannekoeken. |
3631 |
Misschien moest je de volkomen naakte bakster erbij optellen om er een typisch gerecht uit de Gordel van te maken. |
3632 |
Als je in de Gordel woont, besteed je een te groot deel van je tijd aan het in de oneindigheid kijken. |
3633 |
Als je die omgeving weet, en zijn motieven kent, zou je zijn handelingen precies kunnen voorspellen. |
3634 |
Verder kijkt hij naar de bewegende lichtjes van fusiemotoren met zijn eigenaardige versie van een telescoop. |
3635 |
Na twee dagen merkte je het alleen nog als je je erop concentreerde. Dat gevoel was niet veranderd – dacht hij. |
3636 |
Alice lag naast hem in de andere hangmat. Haar ogen waren open, om haar mond lag een wat gespannen trek. |
3637 |
We hebben genoeg brandstof om dat twee keer te doen, een keer op de heenreis, een keer op de terugreis. |
3638 |
En als ze brandstof moesten gebruiken om te verkennen dan zouden ze met een lagere topsnelheid terugkomen. |
3639 |
Het gevoel van de één gee zwaartekracht verdween langzaam. Het trillen van de aandrijving was verdwenen. |
3640 |
Voortplanters doen dat vaak niet. Erger nog, misschien heeft hij wel een metgezel aan boord van dat grote schip. |
3641 |
Lasers, natuurlijk. Lasers zijn te nuttig als een voor alles bruikbaar stuk gereedschap om achter te laten. |
3642 |
Truesdales logische aanpak is een munt opgooien, twee keer. Brennan weet dat hij slim genoeg is om dat te beseffen. |
3643 |
Nu hebben we weer levende misdadigers en op de een of andere manier moeten ze weer terug in de maatschappij. |
3644 |
Er was iets vóór hen. In de telescoop en de radar was het niet te zien, maar de massa detector gaf het aan, nét. |
3645 |
Alice hing voorover tegen de riemen om haar hangmat heen; haar lichaam wees naar de neus van het schip. |
3646 |
Hij klemde ze vast om niet te vallen en trok het pak met één hand aan. De trekkracht was een paar pond, meer niet. |
3647 |
Alice was weer eerder dan hij klaar en zweefde nu de ladder af, naar de neus. De massa detector draaide dol. |
3648 |
En – hij wist dat het waar was – ze kon afhankelijkheid van anderen niet aanvaarden, niet opbrengen. |
3649 |
De vooruitstekende kin en de ronding van het voorhoofd verknoeiden de gladde lijnen van het Pak hoofd. |
3650 |
Ze had haar drukpak nog aan, maar de kap was open. Daar was het schip, met de buik naar beneden op.. |
3651 |
Ik wilde alleen dat je niet met vlammende wapens landde. Dit eco systeem is niet zo gemakkelijk in stand te houden. |
3652 |
Een met gras begroeide bol, waar aan een kant een reusachtige boom uit stak. Het schip lag naast de stam. |
3653 |
Voortplanters, ingevroren natuurlijk, voor het geval we na tweeëneenhalf miljoen jaar waren uitgestorven. |
3654 |
Als je zo intelligent bent als een Pak, is er maar een goed antwoord, gegeven de apparatuur waarover ze beschikten. |
3655 |
Hij zou ophouden met eten, natuurlijk. Maar eerst zou hij zijn schip ter bestemder plekke willen afleveren. |
3656 |
Hier waren fruitbomen geplant, en notebomen en groentebedden, sommige net boven de grond, andere al vruchtdragend. |
3657 |
Maar een atoomgenerator van dat formaat zouden ze hebben gezien . Alice keek van de oever op hem neer. |
3658 |
Hij dook onder wild warrelend water door, en kwam aan de andere kant van de waterval uit, op weg naar beneden. |
3659 |
Hij wist niet hoeveel storing er moest zijn, of hoe sterk die moest zijn, om het instrument te activeren. |
3660 |
De lippen krulden zich in een plotselinge glimlach, en het gezicht begon te smelten... Kobold was gedraaid. |
3661 |
Mijn schip is een kopie van het schip dat door Phssthpok is gebruikt, afgezien van wat verbeteringen hier en daar. |
3662 |
Het is voor een deel dank zij mijn activiteiten dat jullie al zo lang geen oorlog meer hebben gehad. |
3663 |
En daarom zijn jullie zachtaardiger geworden, en aardiger in de omgang, en daar mag je gelukkig mee zijn. |
3664 |
Roy knipperde met zijn ogen, vocht tegen de duizeligheid. De sterren kwamen met een ruk tot stilstand. |
3665 |
Nu moet ik er vanuit gaan dat hij ons in de gaten heeft gehouden om te zien of Phssthpok hier wegging. |
3666 |
Maar ze zouden verder weg zijn dan je zou afleiden uit de dichtheid van je rare chemische verbindingen. |
3667 |
Brennan scheen niet naar haar te luisteren – hij was bezig met de telescoop – maar ze ging toch verder. |
3668 |
Maar er waren wel een paar honderd blauwe puntjes, allemaal even groot, heel klein, een eind uit elkaar. |
3669 |
Voor ik je weer in de Pinnacles alleen liet, heb ik je hele geest uitgewist, toen speelde ik de opname erin. |
3670 |
Hij ging ze voor, een luchtsluis in, en liet ze iets zien aan de andere kant van de glazen binnenkant. |
3671 |
De hemel was nu zwart. De zon was groter en minder fel; je kon je ogen niet beschadigen door ernaar te kijken. |
3672 |
Even later zwom Brennan de vijver over, naar de plek waar ze zaten, zijn armen tollend als propellers. |
3673 |
Als ik een geweldig nieuw wapen kon bedenken dat ik mee kon nemen zou ik hier nog een jaar blijven om het te maken. |
3674 |
Dit liep in hoog tempo uit de hand. Brennan had ze geconfronteerd met teveel belangrijke beslissingen tegelijk. |
3675 |
Terwijl Roy toekeek schoof de zon iets naar links, werd zwakker, en het schip was middenin de bol te zien. |
3676 |
Brennan had de vijver leeg laten lopen; het was nu een ondiepe modderzee. Kobold was zijn magie al kwijt. |
3677 |
De koele modder gleed tussen zijn tenen door. Brennan bukte zich, stak zijn arm diep in de modder, en trok. |
3678 |
Kobold begon in elkaar te kreukelen, alsof het een bal papier was die door een onzichtbare hand werd verfrommeld. |
3679 |
Rotsen kolkten en begonnen te gloeien met een geel licht. Roy kreeg een eng gevoel in zijn hart en zijn maag. |
3680 |
Natuurlijk moet je dat precies op het goede ogenblik doen, anders heeft hij er niet zoveel last van. |
3681 |
Een groen paradijs, misschien; een fijne plek om er je leven door te brengen... tot Brennan arriveerde. |
3682 |
Lang geleden heb ik er ook aan gedacht om naar een Pak vloot uit te kijken, maar ik heb het niet gedaan. |
3683 |
Rond de honderdvijftig schepen. Ik ga er maar van uit dat ze geen veranderingen hebben aangebracht in het ontwerp. |
3684 |
Of de verkenners kunnen zijn ontploft. Of anders ontgaat je misschien waar ik heen wil – ze zijn er al bijna. |
3685 |
Dat is genoeg tijd om een maagdelijke wereld tot ontwikkeling te brengen; als je uitgaat van een bevolking van. |
3686 |
Als het plasma dicht genoeg was, kon de vijand zijn aandrijving niet eens afzetten zonder te worden gecremeerd. |
3687 |
De vijftienhonderd kilometer lange vleugels van een stuwschepveld zouden gemakkelijker te raken zijn. |
3688 |
Ze smeten bommen naast hem die een onredelijk grote snelheid hadden, waarschijnlijk door een lineaire versneller. |
3689 |
Hij had het voorste schip geraakt, maar het achterste schip was er nog... en de snelheid ervan werd minder. |
3690 |
Roy concentreerde zich op het tweede stel, dat nog steeds de afstand verkleinde. Hij probeerde een draai. |
3691 |
Toen was de helft van zijn wapenpaneel rood en hij moest maar raden wat er in de cocon achter hem was ontploft. |
3692 |
Waarschijnlijk die idiote projector: hij had geprobeerd een gat te maken in het stuwschepveld van het ene schip. |
3693 |
Hij vuurde een hele serie bommen af uit de zijkant van de vrachtcocon die het verst van de ontploffing was. |
3694 |
Roy moest zichzelf keer op keer voorhouden dat het niet echt was, dat het alleen maar doen alsof was. |
3695 |
Wat er aan de andere kant uitkomt is helium en nog wat overgebleven waterstof en een aantal hogere fusie produkten. |
3696 |
Hij maakte een wijde kegel voor het eerste schip en liet die achter het schip bijna in een punt toelopen. |
3697 |
Je krijgt fusie van een hogere orde dan jij produceert; zijn uitstoot zou rijk aan beryllium moeten zijn. |
3698 |
Je bent klaar voor het gevecht, beter kan niet. Wees alleen voorzichtiger met die elektromagnetische projector. |
3699 |
Hij zweefde door kale spelonken en tunnels in de rots en kreeg het drukkende gevoel ver onder de grond te zijn. |
3700 |
De vierde dag hield het lawaai in de werkplaats op, en toen hij ging kijken lag Brennan ogenschijnlijk te slapen. |
3701 |
Hij raakte gewend aan Brennans gewoonte om een gespreksonderwerp van dagen geleden weer op te vatten. |
3702 |
De prisma wierp een regenboog spectrum op een witte ondergrond. Brennan wees naar een felgroene lijn. |
3703 |
We zijn nog maar een paar lichtweken van Sol vandaan en hij een lichtjaar, en ik denk dat hij aan het afremmen is. |
3704 |
Een maand kost ons niet veel – en ik moet weten hoeveel er zijn, en waar ze zijn, en waar ze heengaan. |
3705 |
In de lege oefenzaal zweefde hij tussen vloer en plafond en liet zijn armen en benen wijde cirkels beschrijven. |
3706 |
Hij rilde in zijn pak, al zat het veel prettiger dan het ooit gezeten had. Brennan was er aan bezig geweest. |
3707 |
Robots die op weg naar de te koloniseren wereld averij opliepen, konden op tijd door andere worden vervangen. |
3708 |
Misschien vonden ze het een vermakelijke gedachte om zichzelf en hun nakomelingen vlaklanders te horen noemen. |
3709 |
Als het me niet lukt moet ik er van uit gaan dat ze hun tandems op een andere manier bij elkaar houden. |
3710 |
Als ze me in die maand ontdekken, komen ze achter me aan, als ik ze kan laten denken dat ik gevaarlijk genoeg ben. |
3711 |
En tegen die tijd kunnen ze heel goed tot de conclusie komen dat ik te gevaarlijk ben om me te laten ontsnappen. |
3712 |
Ik haal gewoon twee bommen naar het leefgedeelte en tussen de generatoren maak ik een metalen schelp. |
3713 |
Brennan pakte hem onder zijn oksels beet en tilde hem overeind. Zijn handen waren zo hard als schoppen. |
3714 |
Ik heb het expres zo laag gehouden omdat ik bang was dat ze zouden denken dat ik sneller kon dan zij. |
3715 |
Ik vermoedde dat een gezonde Pak tot in lengte van dagen drie gee kon verdragen, en vijf jaar lang zes gee. |
3716 |
Langer zou zijn dood zijn. Ze wisten wat ze konden verdragen en wat niet, en pasten hun ontwerp daaraan aan. |
3717 |
Ze gingen zó snel dat de sterren achter hen een rood verschuiving hadden ondergaan en nu zwart waren. |
3718 |
Brennan liep naast hem, klaar om hem op te vangen. Het voelde wérkelijk aan of hij ziek was geweest. |
3719 |
Toen werd de zwaartekracht weer twee komma een zes gee, en was hij opnieuw een tweehonderd kilo wegende zwakkeling. |
3720 |
Brennan had het allemaal al gelezen; hij las zó snel dat hij zijn twee jaar voorsprong niet eens nodig had gehad. |
3721 |
Bedenk wel dat de eerste honderd mensen die op Thuis stierven elkaar even goed kenden als jij je broer. |
3722 |
Ze waren nog te ver weg, en het licht dat ze afgaven, viel niet geheel binnen het zichtbare spectrum. |
3723 |
Brennan had hem nooit laten zien hoe hij dat wapen moest gebruiken. Het was te fijn afgestemd, te intuïtief. |
3724 |
Alleen maar heliumlijnen. Achterste schip weg, het voorste schip komt met ongeveer één gee op me af. |
3725 |
Logica zei hem dat hij tweeëneenhalve dag lang niets zou zien... En hij had het bij het verkeerde eind. |
3726 |
Het felle licht kwam van onder hem, verlichtte het binnenste van de cocon waarin het leefgedeelte zat. |
3727 |
Ze hebben toch al zware lasers bij zich, die zijn nodig om met de hoofdvloot te kunnen communiceren. |
3728 |
Nu zaten ze opgesloten in een grijze huls, en de verkenners waren alleen maar op het telescoopscherm te zien. |
3729 |
De lasers kwamen in twee stralen verschroeiend groen licht, en de Beschermheer was van achteren blind. |
3730 |
Een deel van de huid van het schip kookte op angstaanjagende wijze weg. De onderhuid had een spiegel oppervlak. |
3731 |
Terwijl hij plaatsnam achter het instrumentenpaneel, werd de cabine overspoeld door een vloed groen licht. |
3732 |
Oké, we hebben ongeveer een uur voor we weer naar buiten moeten. Zorg dat we in de goede positie komen. |
3733 |
Erger nog: het getij effect zou de stukken op één lijn hebben gebracht met het midden van de massa van de ster. |
3734 |
Roy begreep dit. Voor ze het schip verlieten, begreep hij het niet alleen, maar kon hij het voelen ook. |
3735 |
Hij ging op het doorzichtige plastic van de patrijspoort in de neus staan en klauterde toen langs de wand. |
3736 |
De sporten waren erop berekend een andere kant op te klimmen. Het zich de luchtsluis in manoeuvreren was moeilijk. |
3737 |
Nog wat minuten, en het getij zou hem hebben fijngedrukt tegen de patrijspoort, een insekt onder een schoenzool. |
3738 |
Het schip zakte van hem vandaan. Hij zag een minuscuul mensachtig figuurtje, ineengedoken in de luchtsluis. |
3739 |
De kracht werd sterker. Zachte handen grepen zijn hoofd en voeten en probeerden hem uit elkaar te trekken. |
3740 |
Ik zag je bezig. De zwaartekracht van de ster moet de kogels uit de goede richting hebben getrokken. |
3741 |
Waar ik echt bang voor ben is dat schieten op de Pak schepen wel eens zinvol geweest zou kunnen zijn. |
3742 |
Alle andere dingen die je doet zijn ook zinvol, vroeg of laat. Als dat hiervoor ook opgaat, schei ik ermee uit. |
3743 |
En als ze me wilden volgen, dan moest dat op een koers die maar heel weinig mocht afwijken van de mijne. |
3744 |
Roy werkte met zijn schouders een beetje opgetrokken tegen dodelijk groen licht, maar dat kwam niet. |
3745 |
Hij ontdekte het een paar dagen later toen hij zijn kamer in liep en langs een berghelling naar beneden staarde. |
3746 |
Uren zat hij naar de ongrijpbaar on aardse landschappen te kijken, en wilde dat hij er zo in kon lopen. |
3747 |
Een in vrede levend volk was niet zó gemakkelijk te overreden tot het op poten zetten van een totale verdediging. |
3748 |
Die gebruiken we als kanonnen. En ik heb ontwerpen voor wapens die zijn gebaseerd op kunstmatige zwaartekracht. |
3749 |
Toch werd vechten een onderdeel van hun programma. Er waren allerlei soorten manieren om de tijd te doden. |
3750 |
We hebben meer dan voldoende brandstof, en op de een of andere manier voel ik dat je wel graag naar beneden wilt. |
3751 |
Het afgelopen jaar waren op zijn visiemuren alleen stukken van het landschap van Thuis te zien geweest. |
3752 |
De schattende blik die bij Roy soms de gedachte deed postvatten dat hij een idiote suggestie had gedaan. |
3753 |
Roy begon zijn inspectie met de apparatuur die moest zorgen voor voedsel, water en lucht. Allemaal in orde. |
3754 |
Om zijn mond speelde een flauwe glimlach. Weer liet hij de gedachten die hij toen had gehad de revue passeren. |
3755 |
De gedachtengang was nog steeds afschuwwekkend, maar als er een logische fout in zat kon hij hem niet vinden. |
3756 |
Brennan wilde hem op één plek vasthouden, het hem onmogelijk maken iets te doen. Maar dat ging niet door. |
3757 |
Hij begon te vallen. Het kostte hem een volle minuut om de aandrijving zover te krijgen dat hij wat stuwkracht had. |
3758 |
Hij wist de juiste frekwentie, en de plek waarop hij moest richten... als die aan de goede kant van de planeet zat. |
3759 |
Irrationeel, maar geen tijd om erover na te denken. Hij klauterde snel de stoel uit en een ladder af. |
3760 |
Daartoe moest hij aan boord gaan van het vrachtschip. Een daad die zou getuigen van een onmogelijk soort heroïek. |
3761 |
Op de buitenwand van het vrachtschip een sleeplijn lassen, voor Roy veel vermogen uit zijn motor wist te krijgen. |
3762 |
De deur was niet van hetzelfde materiaal als de romp; hij boog wat door onder de druk, maar bezweek niet. |
3763 |
Zijn arm deed hem helemaal geen pijn, maar het geluid van Brennans val zorgde voor een wurgende pijn in zijn maag. |
3764 |
Roy was er zich van bewust dat Brennan zijn hemd verscheurde om er een tourniquet onder de schouder van te maken. |
3765 |
De gebeurtenissen die volgden maakte Roy maar nauwelijks mee; hij ijlde en was vaak maar half bij bewustzijn. |
3766 |
Zijn gewonde arm scheen een afdoende verklaring voor de comatoestand waarin hij verkeerde toen ze hem vonden. |
3767 |
Het duurde even voor ze beseften dat hij iets anders te pakken had. Twee van de piloten hadden het toen ook al. |
3768 |
Als de nood aan de man kwam, hoefde hij er alleen maar voor te zorgen dat hij of zijn lijk Thuis bereikte. |
3769 |
Maar op een gegeven ogenblik had hij ook een variëteit gevonden die het deed in het menselijk lichaam. |
3770 |
Ze was aan de andere kant van een flexibele plastic wand. Ze hadden ons met onze infectie geïsoleerd. |
3771 |
Er waren twee rijen bedden, en op elk bed een half veranderde Beschermheer, die er halfverhongerd uitzag. |
3772 |
Ik dacht er over na, terwijl de verpleegster een dokter ging halen en de dokter een drukpak aantrok. |
3773 |
We dachten zelfs dat hij niet meer bestond. Als ik had gedacht dat er ook maar de minste kans was... |
3774 |
Tussen de bedrijven door won ik zoveel mogelijk informatie in over de verschillende industrieën op Thuis. |
3775 |
Overigens waren er nog andere manieren waarop hij had kunnen vervalsen wat ik had gezien van de Pak verkenners. |
3776 |
Het leek me niet meer dan redelijk om dit rapport in romanvorm te gieten. Er is zoveel dat ik niet zeker weet. |
3777 |
Truesdale mogen jullie voor waar houden, op grond van het feit dat ik niet zonder reden over hem zou liegen. |
3778 |
Als we zo lang in leven weten te blijven zullen we hun spoor moeten volgen, terug naar de ontploffing in de Kern. |
3779 |
Maar Chalk was, nu hij de les van de pijn voor de zoveelste keer leerde, het middelpunt van de groep. |
3780 |
Het klimmen ging verder. Bleke vlezige handen strekten zich uit om glanzende stangen vast te grijpen. |
3781 |
Hij had de lippen van een slank iemand, de lippen van een bedoeïen die tot op het bot door de zon verbrand was. |
3782 |
Spieren die door de spanning waren verstrengeld en verwrongen kwamen weer glad te liggen. Chalk glimlachte. |
3783 |
Hij werkte hard, zelfs nu, om velen genot te brengen, pijn bij enkelen, genot en pijn tegelijkertijd bij zich zelf. |
3784 |
Chalk boog zich naar voren, waarbij de ene buikplooi zich over de andere vouwde. Hij veinsde belangstelling. |
3785 |
Mijn zuster heeft me aan mijn haren getrokken. Mijn moeder dwong me chemifix bij het ontbijt te eten. |
3786 |
Toch lag er onder het glasachtige oppervlak van voortgezette kinderlijkheid wezenlijke pijn. Chalk voelde het. |
3787 |
Chalk bekeek aandachtig de glimmende ringen die gebed lagen in de vetranden van zijn korte, dikke vingers. |
3788 |
Hij doet zijn kunstje en iedereen applaudisseert, en dan laten we hem weer in zijn poeltje terugvallen. |
3789 |
De patronen van zijn zenuwstromen waren bizar; de gewaarwordingen werden afgebogen, versterkt, afgeketst. |
3790 |
Nu waren de Torens aangevreten, pokdalig geworden door de tijd, doorboord door de pijlen van het verval. |
3791 |
De verlichting van de kamer was gebrekkig. Flitsen indirect licht verschenen volgens een toevallig patroon. |
3792 |
Een lange man, breedgeschouderd en vierkant, tamelijk gespierd en met dik zandkleurig haar. Zo was hij geweest. |
3793 |
De vreemde chirurgen hadden de fundamentele structuur intact gelaten. Maar al het andere was veranderd. |
3794 |
Ik ben een monster. In één klap ben ik jouw wereld uitgestapt en in de wereld beland van de gebochelden. |
3795 |
Ze leiden niet langer meer een onafhankelijk bestaan en ze raken verstrikt in het feit van hun eigen misvormingen. |
3796 |
Er was geen beweging mogelijk zonder het omhulsel van ongemakken en pijn. Zijn lichaam vergezelde hem nog steeds. |
3797 |
Binnenin hem kronkelden slangen in en uit elkaar. Nietige afsluitkraantjes lieten mysterieuze hormonen in hem vrij. |
3798 |
Met een wilde handbeweging stelde hij de spiegel in werking en aanschouwde zijn eigen naakte lichaam. |
3799 |
De tere vlokken verdwenen bijna direct nadat ze op de grond waren gevallen, maar het rijspoor was glibberig. |
3800 |
Als Chalk hem kon verdenken van dergelijke verlangens, dan moest hij alle vertrouwen in hem verloren hebben. |
3801 |
Het enige waar ik aan dacht was dat ik er genoeg van had om naar het hutspotlichaam van Burris te kijken. |
3802 |
Hij schudde zijn hoofd. Het voertuig schoot vooruit, een naald die de zwarte stof van de nacht doorboorde. |
3803 |
Ze konden de sneeuw snel genoeg de baas zodra het de grond raakte, maar ze konden niet verhinderen dat het viel. |
3804 |
Bolle, nog ongevormde gezichten met knopjes van neuzen en glimmende natte kwijlmondjes en nietsziende ogen. |
3805 |
Fijne oortjes, pijnlijk volmaakt. Gebalde kleine handjes met onwaarschijnlijk schitterende nageltjes. |
3806 |
De lift bracht haar snel naar de begane grond. De wind zwiepte door de smalle gang tussen de hoge gebouwen. |
3807 |
Muisgrijs haar dat om haar oren wapperde. Een dunne nek, afhangende schouders, een ontoereikend lichaam. |
3808 |
Microinjectie was zelfs toen niets nieuws meer, maar het werk met cellen van zoogdieren vertoonde gebreken. |
3809 |
Lona knipperde met haar ogen. Hijgen en stoten en een rilling tussen de dijen en er is een baby gemaakt. |
3810 |
Misschien twee. Lona gooide haar smalle schouders naar achteren, vulde haar benauwde longen met lucht. |
3811 |
Het gebaar deed haar borsten omhoog en naar voren komen en er verscheen kleur op haar hoekige wangen. |
3812 |
Zijn hand ging naar beneden, vond haar heup, bewoog zich wellustig over haar platte bil, haar magere lendenen. |
3813 |
Ze zag de gokafdelingen waar iemand alle mogelijke spelletjes kon spelen voor alle mogelijke inzetten. |
3814 |
Roulettes draaiden, lichten floepten aan en uit, knoppen klikten. Lona begreep niets van de gokspelletjes. |
3815 |
Vrouwen voor mannen, mannen voor vrouwen, jongens voor meisjes, meisjes voor jongens, en elke denkbare combinatie. |
3816 |
Degenen die verkochten waren niet gedwongen om te verkopen. Ze konden bijvoorbeeld ook in een winkel gaan staan. |
3817 |
Een luiaard sloeg gretig zijn klauwen in een dode boom. Nerveuze coatimundis liepen in hun kooi heen en weer. |
3818 |
De stank van wilde dieren werd uit de zaal weggezogen door zoemende pompen onder de flagstone vloer. |
3819 |
Duncan Chalk had de tapes van het paar drie dagen lang bestudeerd en schonk het project bijna onverdeelde aandacht. |
3820 |
De grondstof waaruit ze waren gevormd was menselijk. Een spermatoïde, een ovum, een reeks erfelijke factoren. |
3821 |
Een jongetje, een meisje, schone leien die nog door de griffel van het leven beschreven moeten worden. |
3822 |
Zijn gedwongen rokkenjagerij was daar een aanwijzing voor. Als je nu naar hem keek, zag je de schijn van kracht. |
3823 |
Chalk voelde de onder de oppervlakte aanwezige uitstraling van angst en nervositeit. Aoudad wachtte. |
3824 |
En als de een of andere stomme puber haar te pakken krijgt en haar bezoedelt, is het verhaal bedorven. |
3825 |
Wanneer de liefde tot geld en de liefde tot macht beide bevredigd zijn, blijft de liefde tot liefde over. |
3826 |
Chalk zag boten aan de horizon. Mannen die op hem af kwamen, hoog opgericht en met grimmige gezichten. |
3827 |
Hij zwom vlak onder de oppervlakte, wit glimmend in het middaglicht. Water stroomde in cascaden van zijn rug. |
3828 |
Burris voelde dat ze hem gaarne zouden ontleden om zijn geheimen meer gedetailleerd te weten te komen. |
3829 |
Hij lag er vredig bij. Hij zag er zo rustig uit als een monster er zelfs in zijn dood maar rustig kan uitzien. |
3830 |
Een officier, het hoogste product van de mensheid, gewapend, met hogere wiskunde en nog hogere topografie. |
3831 |
Ze hadden een stel van dergelijke tentakels onder zijn armen kunnen doen bijvoorbeeld, dat zou handig geweest zijn. |
3832 |
Ze hadden hem op een tafel uitgestrekt, of het Manipoolequivalent van een tafel, iets hellends en onstabiels. |
3833 |
Ze hadden krompassers over de vliezen van zijn oogballen gelegd. Ze hadden de celinhoud van de zaadbuis berekend. |
3834 |
Ze hadden bloedvaten afgebonden. Ze hadden de grijze zijdeachtige massa van de hersenen blootgelegd. |
3835 |
Sta stil, eeuwig bewegende hemelsferen, opdat de tijd moge ophouden en middernacht nooit moge komen . |
3836 |
Dat had hem diep aangegrepen, twaalf was hij toen – een zo fundamentele verandering in zijn lichaam, zo permanent. |
3837 |
De nuclei van het merg, die impulsen ontvingen van het voorhof van het oor – weg. De basale gangliae. |
3838 |
Je moet beseffen dat meneer Chalk je – eh – ongeluk onmogelijk op een dergelijke manier zou kunnen uitbuiten. |
3839 |
Toch – laat ik openhartig zijn – denk ik dat je graag terug zou keren naar een normale menselijke vorm. |
3840 |
Hij wierp de spottende gereserveerdheid van zich af waarachter hij, besefte Aoudad, zijn wanhoop verborg. |
3841 |
Burris stond op en begon met eigenaardige vloeiende en glijdende stappen de kamer op en neer te lopen. |
3842 |
Ze hadden een eeuw nodig gehad om de techniek te perfectioneren, en nu voegden ze alles samen in éen project. |
3843 |
Ze volgde de daaropvolgende stappen. De eitjes werden verzorgd in kunstmatige eileiders totdat ze rijp waren. |
3844 |
De zwemmende spermatozoïden kronkelden naar hun doel. Eén donor, één explosieve uitbarsting in oogsttijd. |
3845 |
Vele ova waren in de voorafgaande stadia verloren gegaan. Vele waren niet vruchtbaar of niet bevrucht. |
3846 |
Er was sprake van dat men honderd andere vrouwen zou zoeken om de honderd ontluikende zygoten te dragen. |
3847 |
Koekoeksfoetussen, die de verkeerde buiken lieten zwellen. Uiteindelijk werd dit echter buitensporig bevonden. |
3848 |
Een tiental paar dijen openden zich niet voor een minnaar, maar voor alledaags grijze aluminium kokers. |
3849 |
Een zachte duw, het binnen dringen van de vloeistof, de voltooiing van de implantatie. Sommige pogingen mislukten. |
3850 |
De acht vrijwillige moeders deden het goed. De zwangerschap werd in hun lichaam kunstmatig versneld. |
3851 |
De draagsters, de metalen schoten – ze hadden warmte en steun gegeven, maar ze waren geen moeder voor de kinderen. |
3852 |
Dokters naast haar om haar antwoorden te leiden. Haar moment van roem, duizelig makend, verbijsterend. |
3853 |
Lona zei eigenlijk heel weinig. Deels kwam haar zwijgzaamheid voort uit angst, deels uit onwetendheid. |
3854 |
Diep dreunende akkoorden; een droevige klaagzang over de moeder van een honderdling. Het werd overal gespeeld. |
3855 |
Het kind werd haar afgenomen en in zijn antiseptische ruimte teruggelegd. Ze mocht ze geen tweede keer bezoeken. |
3856 |
Een verdovend middel. Een waas waarin ze wegzonk, maar waardoorheen ze zich van de penetratie bewust was. |
3857 |
Doktoren die leven konden schenken aan een stofdeeltje konden ook het leven behouden in de bron van dat deeltje. |
3858 |
Een wonder dat negen dagen duurt, wordt op de tiende dag obscuriteit verleend. Obscuriteit, maar geen rust. |
3859 |
Burris veranderde de uitdrukking op zijn gezicht niet. De man knipperde bij het zien van het onverwachte. |
3860 |
Maar dat was beter, dacht Burris, dan dat de nachtmerrie in je leven zelf was geslopen, zoals bij hem gebeurd was. |
3861 |
Ze stapten in de auto. Het was alsof hij de ene schoot ruilde voor een andere, minder ruim maar uitnodigender. |
3862 |
Burris deed zijn hoed af. Hij wende zich er in korte stadia aan om zich aan andere mensen te vertonen. |
3863 |
Maar de stoel was geprogrammeerd voor een omvangrijker iemand. Hij leek te gonzen alsof de spanning te hoog was. |
3864 |
Het voertuig schoot naar binnen en kwam tot stilstand in het binnenste van het gebouw. Het portier sprong open. |
3865 |
Hij ervoer een moment van schrik toen hij zich zo onverwacht bekeken voelde worden door een vreemde. |
3866 |
Burris stond voor hem, zijn handen gevouwen, de kleine buitenste tentakels ineengestrengeld en dan weer van elkaar. |
3867 |
Ze zeggen dat de ledematen van iemand die een amputatie heeft ondergaan nog jaren nadat ze zijn verwijderd kloppen. |
3868 |
De medici die me onderzochten waren heel vergenoegd met mijn gewrichten. Ook over mijn pezen en gewrichtsbanden. |
3869 |
Ik ben nog niet lang op aarde terug. Ze hebben me even een tijdje bestudeerd, en toen kwam ik in opstand. |
3870 |
Ik ben een menselijk wezen dat een andere vorm heeft gekregen. Van binnen ben ik nog steeds menselijk. |
3871 |
Ze vinden iets wat nieuw is nooit leuk. Ik vind dat gezicht van je heel aantrekkelijk op een bepaalde manier. |
3872 |
Zijn oogleden gleden naar beneden, en het zag er uit alsof hij op datzelfde moment in slaap gevallen was. |
3873 |
De circulatie wordt gehandhaafd door de bovenkaaksbeen en halsslagaders te koppelen. Lussen, begrijp je. |
3874 |
Nog drie jaar, Burris, en menselijke wezens ruilen net zo gemakkelijk van hersens als nu van armen en benen. |
3875 |
We stellen een golem samen, zie je, uit de bank voor losse onderdelen, maar we maken er geen hersens in. |
3876 |
Ik heb die gedachte al naar voren gebracht bij de doktoren die me na mijn terugkeer onderzocht hebben. |
3877 |
Ik krijg mijn investeringen in jou er zelfs niet bij benadering uit, maar ik wil terug hebben wat ik kan. |
3878 |
Zoveel werd er bericht, en daarna verdween je uit het gezicht. Ik wil je weer voor het voetlicht terug. |
3879 |
Zijn handen kropen omhoog langs haar lichaam, verwijlend bij de magnetische sluitingen en deze depolariserend. |
3880 |
Haar laatste kledingstuk gaf zich over. Hij keek op landschappen van blankheid, eilanden van zwart en rood. |
3881 |
Iets van het overvloedige leven van de woestijn was ook het terrein van het ziekenhuis binnengedrongen. |
3882 |
Hier stond een saguaro van zesmaal manshoogte, met een ruige stam en vijf armen die naar de hemel wezen. |
3883 |
Een echt vastbesloten zelfmoordenaar slaagt altijd. Laat ze in een atoomsplitser stappen of zoiets permanents. |
3884 |
Lona opende haar ogen niet. Ze kon niet eens zeggen hoeveel er over haar heen gebogen hadden gestaan. |
3885 |
Deze keer was ze er zeker van geweest dat ze dood zou gaan. Er zijn manieren en manieren om de dood te zoeken. |
3886 |
Als haar een uur de tijd gegeven was, daar spartelend op de koude vloer, dan zou dat ook gebeurd zijn. |
3887 |
Ze hadden de minder belangrijke beschadigingen gisteravond hersteld en haar neus en keel waren al aan het genezen. |
3888 |
Over een paar dagen zouden haar longen ook weer heel zijn. De dood hield dit land niet meer in zijn greep. |
3889 |
Een uitstalling van medische uitrusting die nauwgezet verzegeld was achter een vlies doorzichtig plastic. |
3890 |
Door het raam kon ze de verwrongen, gekwelde, stekelige gedaanten zien van de cacteeën in de achtertuin. |
3891 |
De ene, een behoorlijk lange man, droeg een gele ziekenhuisjas. Zijn schouders waren ongewoon breed. |
3892 |
Naast hem liep een kleinere man in confectiekleren, mager, rusteloos. De lange wees de ander een cactus aan. |
3893 |
Ze bleef kijken toen ze dichter bij haar raam kwamen. Ze zag de puntige oren en grijze kraaloogjes van de kleinste. |
3894 |
Lona voelde een diepe afgunst. Ja, die man had pijn geleden, maar de dokters zouden dat allemaal weer heel maken. |
3895 |
Ze sturen hem weer naar huis, groot en sterk en weer knap, terug naar zijn vrouw, terug naar zijn... |
3896 |
Er kwam een verpleegster binnen, een menselijke, geen robot. Hoewel ze dat best geweest had kunnen zijn. |
3897 |
Ze hadden haar lichaam opengesneden, hadden haar een nieuw stuk long gegeven, en haar weer dichtgemaakt. |
3898 |
Nu zou ze weer naar huis moeten, levend, onveranderd. De lange man liep weer in de tuin te wandelen. |
3899 |
Ze kon haar ogen niet van hem afhouden. De aanblik van die kunstmatige gelaatstrekken fascineerde haar. |
3900 |
Convexe rijen stekels liepen in spiralen naar de top. Bloesemknoppen leken zich aan het ontwikkelen. |
3901 |
Een aanpassing aan een harde omgeving. cacteeën kunnen zich niet veroorloven om te transpireren zoals bladplanten. |
3902 |
Het verband dat hij op zijn eerste dag hier had gedragen kwam hem nu voor als een absurde uitvinding. |
3903 |
Tot zijn verrassing voelde Burris de schijnbaar duurzame kalmte van de laatste paar dagen snel oplossen. |
3904 |
Maar uit zijn ontsteltenis ontwikkelde zich wreedheid, een ijzige bereidheid om iemand pijn te doen. |
3905 |
Zelf geen ruimtevaart, maar alleen omdat ze daar niet in geïnteresseerd waren. Ze spraken enkele talen. |
3906 |
Malcondotto dacht dat ze fusie energie gebruikten, maar daar hebben we geen zekerheid over gekregen. |
3907 |
Elise keek hem woedend aan, aan de ene kant smachtend van verlangen en aan de andere kant half frigide van woede. |
3908 |
Ze begon hem te kussen waarbij ze zijn mond bijna verslond ondanks de starre onbeweeglijkheid daarvan. |
3909 |
Haar borsten gingen wild op en neer; haar ogen hadden de glans van jade. Ze klauwde naar zijn kamerjas. |
3910 |
De hete vloed van sensualiteit spoelde over hem heen. Zijn jas ging uit en hij stond naakt voor haar. |
3911 |
Hij zag de opengesperde neusvleugels, haar gloeiende huid. Hij was haar gevangene, haar slachtoffer. |
3912 |
Zich naar haar omdraaiend greep hij haar bij haar schouders, dwong haar op de matras en ging bovenop haar liggen. |
3913 |
Met een plotselinge uitbarsting van demonische energie overmeesterde hij haar en spleet haar tot het merg. |
3914 |
En daarna zetten ze je aan de kant, vergaten je. Alsof je niet meer was dan een ding, een robotbabymaker. |
3915 |
Hij ging naar een vreemde planeet en werd gevangen genomen door monsters en die hebben hem toegetakeld. |
3916 |
Een grote man. Van een afstand kan je misschien niet zo goed zien dat er iets is aan hem, tot je zijn gezicht ziet. |
3917 |
Chalk wil hem helpen. De manier waarop hij hem wil helpen is dat hij wil dat iemand aardig voor hem is. |
3918 |
Laat hem zien dat hij nog steeds tot de mensen behoort, dat er nog steeds iemand van hem kan houden. |
3919 |
Telexlinten en nieuwsbanden kronkelden overal om hem heen, maar hij schiftte ze zonder enige moeite. |
3920 |
Natuurlijk, de documenten werden geschreven op bamboematjes in die dagen, dus veel zwaarder dan minivelletjes. |
3921 |
Het gekronkel van zijn ondergeschikten voedde hem niet meer dan een hap stro. Hij had rood vlees nodig. |
3922 |
Een kosmische huwelijksreis. Misschien zelfs een bundeltje vreugde om het verhaal wat op te fleuren. |
3923 |
Chalk had de gebeurtenis al driemaal afgedraaid, maar er waren steeds weer nieuwe nuances te ontdekken. |
3924 |
Chalk friemelde aan zijn onderkinnen toen de nietige figuurtjes op het scherm het ritueel verrichtten. |
3925 |
Een paar uur geleden had de wulpse dame buiten kennis op een dokterstafel gelegen, de zware benen uit elkaar. |
3926 |
De gepotte cactus roerde hem. Het scheen een te nederig gebaar om iets anders te betekenen dan vriendelijkheid. |
3927 |
Maar wacht, ik mag niet zoveel over mezelf praten. Ik wilde je alleen maar laten weten waarom ik hier ben. |
3928 |
Ik zal dan doordrammen over de onrechtvaardigheid van het blinde universum. Ik zeg dan een heleboel stomme onzin. |
3929 |
Maar dat heb ik allemaal al eindeloos gezegd, meestal tegen mezelf maar ook tegen wie ook maar wou luisteren. |
3930 |
Hij zag haar neusvleugels trillen, zag haar lippen zich van opwinding krullen. Een glimlach brak door. |
3931 |
Ze leek een jaar of twee ouder te worden, aan kracht en persoonlijkheid te winnen. En zelfs aan vrouwlijkheid. |
3932 |
Toen ze een moment later terugkwam met een stel wasachtige kaarten, ging ze bij hem op liet bed zitten. |
3933 |
Ze stonden naast elkaar bij de energiecentrale van het ziekenhuis, kijkend door de transparante muur. |
3934 |
Lona probeerde er naar te luisteren, maar het interesseerde haar eigenlijk niet genoeg om het te willen weten. |
3935 |
Het was moeilijk om je op iets dergelijks te concentreren, iets wat zo ver van haar ervaringswereld aflag. |
3936 |
Hij houdt van cacteeën, hield ze zich voor. Ik moet geen aanmerkingen maken op dingen waar hij iets om geeft. |
3937 |
Het was midden op de dag en de bleke zon sneed scherpe schaduwen in de korst van droge aarde. Lona huiverde. |
3938 |
Hij vertelde haar een heleboel over cacteeën. Ze liepen de tuin op en neer door de lanen van stekelige planten. |
3939 |
Maar hier waren knoppen, vertelde hij haar. Deze heeft in juni een mooie rode, op een appel lijkende vrucht. |
3940 |
Ze zag een nietig lijfje en iets wat een lange, rechte snavel kon zijn. Een donkere wolk hing om het vogeltje heen. |
3941 |
Hij zou een reusachtig starend oog in het midden van zijn borstkas kunnen hebben. Of een mond onder elke arm. |
3942 |
Maar al heel vlug lette ze er niet meer op. Zijn stem was aangenaam en normaal, en hij was zo knap, zo boeiend. |
3943 |
Het land was bruin in de greep van de winter in het noorden; zomergroen lag beneden het gekromde midden. |
3944 |
Kijk, het is net zoiets als een misdaad begaan, Lona, en iemand anders betalen om de straf daarvoor te ondergaan. |
3945 |
Er is geen druk op de organen die niet zijn waar ze horen te zijn. Ik voel niet die verdomde steken in mijn borst. |
3946 |
Chalk, sensitief als hij was, ving nog altijd de uitstralingen van pijn op. Niet alleen maar psychische pijn. |
3947 |
Van het meisje kwam een soort milde, doffe tevredenheid, een nietszeggend moederachtig soort iets. Ja, ze wou. |
3948 |
Aoudad, wiens reflexen lang niet zo goed waren als die van hun, was al te laat om hem nog overeind te houden. |
3949 |
Nikolaides had het routinewerkje op zich genomen om hen in te schrijven. Ze zouden hier twee dagen blijven. |
3950 |
Hij kon de diepte van haar gevoelens niet peilen en op dat punt had hij ernstige twijfels omtrent de zijne. |
3951 |
De ornamenten van gesponnen glas op de tafel, warm in de hand, zongen lieflijke melodieën. Ze waren kostbaar. |
3952 |
Dat van haar was rond en draaide als je op een knop drukte. Er zaten spiegels in het plafond van de slaapkamers. |
3953 |
Burris zelf, niet zo licht onder de indruk van luxe, koesterde wel interesse in de mate van comfort. |
3954 |
Hij inspecteerde zijn garderobe. Ze hadden hem bevoorraad alsof hij de ster was in een driedimdrama. |
3955 |
Linnen, katoen, de stoffen van vroeger. Maar zijn persoonlijke smaak telde in deze onderneming niet mee. |
3956 |
Hier stond hij, een vrijwillige marionet dansend aan Chalks touwtjes, en hij diende de juiste danspassen te doen. |
3957 |
Vernuftig vormde de kleding zich naar zijn lichaam. Het geheel nam niet meer dan vijf minuten in beslag. |
3958 |
Smal om de schouders, nog smaller om haar heupen, zodat het contrast met haar smalle middel verloren ging. |
3959 |
Haar ruggengraat rees op als een onderaardse gang, steil, beschaduwd. Haar billen waren als van een jongen. |
3960 |
Ze deinsde terug, er naakter dan ooit uitziend, en de tranen begonnen opnieuw uit haar ogen te wellen. |
3961 |
Dat was, voelde hij, precies wat ze wilde. En hij moest toegeven dat ze niet zo erg weelderig gebouwd was. |
3962 |
Hem dwingen om erbij te staan terwijl ze pirouettes maakte onder de verstuiver en zich met elegantie omhulde. |
3963 |
Hij bewonderde de techniek. De tranen, het ineengedoken naakte lijfje, de arme kleine meisjes aanpak. |
3964 |
De verstuiver had een japon uitgesproeid die niet geheel doorzichtig was, niet helemaal strak om haar huid zat. |
3965 |
Ze hield haar schouders recht, en haar borsten staken naar voren in een verrassende gedaanteverandering. |
3966 |
Ze had geen vijf, maar vijftien minuten nodig om de tranensporen van haar gezicht te wissen, maar hij vergaf haar. |
3967 |
Haar ogen waren nu omrand met glanzend poeder, haar lippen glommen stralend op, gouden oorclips bedekten haar oren. |
3968 |
Burris voelde hun blik langs zijn oorloze kaken gaan, over zijn klik klik oogleden en zijn veranderde mond glijden. |
3969 |
Lona leunde tegen een onyxpilaar. Haar gezicht was dieprood, maar verder had zelfs haar make up niet geleden. |
3970 |
Burris, die nu knetterde van spanning achteraf, voelde pijnscheuten in zijn dijen, zijn polsen, zijn borst. |
3971 |
Er kon van alles gebeuren. Dit restaurant was in een droom bedacht, maar niet noodzakelijk een fijne droom. |
3972 |
Burris hielp haar erop en direct gleed hij uit zijn houder en begon te stijgen. Lona keek niet naar omlaag. |
3973 |
Lona keek een ogenblik op zijn zijkant en zag dat hij een schitterende corona had van indirect licht. |
3974 |
Lona ging opgelucht in haar stoel zitten, die zich onmiddelijk naar de contouren van haar rug en billen voegde. |
3975 |
En er zijn nog geen toeristische vluchten naar naburige sterren. Maar natuurlijk ga ik wel weer van de aarde af. |
3976 |
Manipool heeft zeker een groot aandeel in mijn lot gehad. Maar ik kan wel zeggen dat ik geen ziener ben. |
3977 |
Van tijd tot tijd word ik getroffen door een sterke overtuiging dat ik er nog een keer naar terugga. |
3978 |
Ze zag, toen hij zijn hand sloot, dat het kleine buitenste tentakel zich netjes over de rug van zijn vingers legde. |
3979 |
Maar natuurlijk, het was niet zo verschrikkelijk moeilijk om elkaar niet kruisende banen te programmeren. |
3980 |
Hij lijkt zo verdomd schoolmeesterachtig als hij zo glimlacht, dacht ze. Me berispen zonder een woord te zeggen. |
3981 |
Ze liet haar woede zakken. Ze was eigenlijk kwaad op zichzelf en niet op hem, besefte ze na een moment. |
3982 |
Het glas was van doorschijnend kwarts. Het was voor drievijfde gevuld met een stroperige groene vloeistof. |
3983 |
Ik bedoel, hier sta je, reusachtig groot, en je vernietigt gewoon iets, en het zal nooit weten waarom. |
3984 |
Toen namen ze een slok. Het aperitief prikkelde haar tong; het was vaag olieachtig, maar delicaat, opwekkend. |
3985 |
Maar dingen die ik eigenlijk wil hebben, staan er niet op. Zoals een gehakte proteïnebiefstuk en een glas melk. |
3986 |
Ze merkte opeens dat ze zat te denken: had ik hem maar ontmoet voordat ze ... en brak die gedachte af. |
3987 |
Ze schoven me een gebroken stukje mens toe, en ik help hem weer te maken, en niemand zal hem van me afnemen. |
3988 |
Een vreemde, tunnelachtige helderheid van geest toonde haar geïsoleerde beelden terwijl ze aarzelde. |
3989 |
Het vergulde meisje in transparante kledij, niet veel ouder dan zij, maar oneindig veel zekerder van zichzelf. |
3990 |
De tuin van kleine gevorkte bomen twee niveaus lager. De koorden van levend licht als guirlandes in de lucht. |
3991 |
Een dienblad dat door de open ruimte scheerde met daarop drie kroezen donker glanzende onbekendheid. |
3992 |
Daarna ging hij de kamer uit. Lona was verrast hoe snel ze haar evenwicht hervond nu ze uit het restaurant was. |
3993 |
Een bedieningspaneel regelde naar wens de bewegingen en vormen van het bed, maar Lona keek er niet naar om. |
3994 |
De uitstaande ribachtige strepen waren zo vreemd dat ze al het andere vreemde aan zijn lichaam bijna teniet deden. |
3995 |
Het diner was een ramp geweest, dacht ze. Het restaurant, zo flonkerend, was als een martelkamer voor haar geweest. |
3996 |
Hij was bij lange na niet zo angstaanjagend om te zien als ze tevoren had gedacht. Natuurlijk, hij was wel vreemd. |
3997 |
Zijn borst leek te breed ten opzichte van zijn heupwijdte. Zijn knieën staken niet uit zoals normale knieën deden. |
3998 |
Tegen alle waarschijnlijkheid in scheen hij normaal mannelijk te zijn. Voor zover ze dat kon zien tenminste. |
3999 |
Ze trok haar mond weg van de zijne. Haar kaken werden van elkaar gewrongen en een spierbundel trilde in haar keel. |
4000 |
Ze sloeg het beeld stuk met een bliksemschicht en het vergruizelde en verkruimelde. Ze klemde zich aan hem vast. |
4001 |
De bevolkingsgroei werd geleid. De mens vervuilde zijn eigen milieu niet langer met iedere dagelijkse daad. |
4002 |
Natuurlijk, het duizendjarige rijk was nog niet gearriveerd; er bestond nog misdaad, ziekte, honger op dit moment. |
4003 |
Degenen die een crisis zochten, zochten die daarin. De communicatie in deze wereld was ogenblikkelijk. |
4004 |
De aarde kende voorspoed. De ideologieën van de armoede verdorren pijnlijk in een tijd van overvloed. |
4005 |
Het bracht hem rijkdom, macht, de bevrediging van het ego, en – in de mate waarin hij die begeerde – roem. |
4006 |
Van het centrum van zijn imperium volgde Chalk de lotgevallen van zijn door het noodlot achtervolgde liefdespaar. |
4007 |
Maar op dit moment had Chalk zijn loopjongens niet langer nodig om hem te vertellen wat er aan de hand was. |
4008 |
Hij was bereid om een fortuin in te zetten om dit punt te bewijzen. Ze zouden veranderen ten opzichte van elkaar. |
4009 |
Hij kreeg kramp in zijn middenrif terwijl mysterieuze organen hun secreties van woede in zijn bloed spoten. |
4010 |
Het ijs voelde stevig aan als je er op liep. In tien minuten hadden ze het hotel ver achter zich gelaten. |
4011 |
Maar hij had zijn geduld verloren. Ze was vreselijk onwetend, maar dat had hij van het begin af aan al geweten. |
4012 |
Wat hij niet had geweten was hoe snel haar onwetendheid ophield charmant te zijn en irriterend begon te werken. |
4013 |
Om met pijn en wanhoop wakker te worden en je te moeten blootstellen aan die zeurderige stroom van puberale vragen. |
4014 |
Dat was wel eerder gebeurd, maar nog nooit had er een warm en zacht wezen naast hem gelegen dat hem troostte. |
4015 |
Ze had hem gestreeld en hem gekalmeerd totdat de nachtmerrie weer uit de werkelijkheid was verdwenen. |
4016 |
Toen bukte ze zich, raapte een handvol sneeuw op, maakte er een bal van en gooide die lachend in zijn gezicht. |
4017 |
Ze bleef staan, een donkere vlek op het wit, en pakte nog meer sneeuw. Hij keek hoe ze een sneeuwbal maakte. |
4018 |
Het ijswater drupte naar omlaag, langs haar keel, in haar schoot, onder haar kleren, langs haar borsten, haar buik. |
4019 |
Toen lag ze in zijn armen, en hij hield haar stevig vast, nagelde haar op de vloer van het levenloze continent. |
4020 |
Hij had die avond veel zitten piekeren. De dag was heel plezierig verlopen – op dat nare moment na in het begin. |
4021 |
Geen bomen die schaduwen wierpen, geen beweging van de zon waarop ze zich zou kunnen oriënteren en geen kompas. |
4022 |
Ze brachten geen bezoek aan de ondergrondse wetenschappelijke basis die een paar honderd meter verderop lag. |
4023 |
Ze wisselde een blik van verstandhouding met Burris en hij knikte, en de gids nam hen weer mee op zijn motorslee. |
4024 |
Het was als het intreden van de schemering, maar in dit jaargetijde was er geen schemering aan de Pool. |
4025 |
We keken alleen maar of onze vrienden de Jansens al naar beneden waren gekomen om een drankje te nemen. |
4026 |
Ineens hadden ze elkaar niets te vertellen. Overal om hen heen scheen de conversatie onnatuurlijk luid te zijn. |
4027 |
Burris zat stijf rechtop, met zijn schouders omhoog in een houding waarvan Lona wist dat die hem pijn moest doen. |
4028 |
Ze dacht dat ze er wel iets aan zou kunnen doen. Ongeveer een uur voor het diner gingen ze naar hun kamer terug. |
4029 |
Na een tijdje stond hij op en begon naar zijn benen te kijken, waarbij hij ze naar voren en achteren zwaaide. |
4030 |
Midden in de zaal stond een reusachtig scherm opgesteld waarop voor een groep gasten het zuiderlicht getoond werd. |
4031 |
Ze kozen de pinguintocht en toen ze daarna naar beneden gingen om te dineren, zetten ze hun naam op de lijst. |
4032 |
Lona voelde dat de storm zich samenbalde in hem en ze wist dat hij zou losbarsten voordat de ochtend aanbrak. |
4033 |
Ze lagen gebed in de duisternis; het raam moest verduisterd worden om de onvermoeibare zon buiten te sluiten. |
4034 |
Ze werd wakker, badend in haar zweet, en merkte dat ze naakt in een vreemde kamer naast een vreemde man lag. |
4035 |
Ze hoorde ergens van ver lachen. Maar ze week niet van zijn zijde en ze probeerde ook niet meer te slapen. |
4036 |
Zijn mond was expressief op zijn scharnierachtige wijze; hij gleed open, sloot zich, gleed weer open. |
4037 |
Nee; onmogelijk; dat moest haar eigen huid zijn. Hij sloeg en trapte en de deken belandde op de vloer. |
4038 |
Zijn linkerarm bungelde er nu slap bij, zo te zien aan de elleboog op de verkeerde manier gebogen. Hij kalmeerde. |
4039 |
Hij knipperde drie of viermaal op die afschuwelijke zijwaartse manier van hem en bracht zijn hand naar zijn lippen. |
4040 |
Lona, nerveus, kroop bij hem vandaan en wachtte totdat een lichte sluimering haar voor de tweede maal omhulde. |
4041 |
Het was een nare droom, maar niet naar genoeg om haar te wekken en na een tijdje viel ze in een diepere slaap. |
4042 |
Toen ze ontwaakte, zaten er donkere kringen onder haar ogen en haar gezicht zag er bedrukt en hol uit. |
4043 |
Een arts had hem eens verteld dat hardop praten, zelfs als je alleen was, neuropsychisch een gunstig effect had. |
4044 |
Voor iemand die buiten stond was Chalk niet te zien; een ingenieuze optisch ingenieur had daarvoor gezorgd. |
4045 |
De avond was gevallen, maar er waren geen sterren, slechts een roodachtige damp van niet zichtbare wolken. |
4046 |
De vlokken vormden gecompliceerde arabesken terwijl ze neerspiraalden naar het oppervlak van de koepel. |
4047 |
Hij sloot zijn ogen en verduisterde zijn koepel en dreef op zijn gemak rond in de warme geurige kuip. |
4048 |
Onder de vleeskwabben op zijn borst spanden en ontspanden de dikke spierbundels zich met ritmische bewegingen. |
4049 |
Als een vrijwillig gekozen boetedoening voor mijn terugtrekken uit de wereld. Ter wille van de discipline. |
4050 |
Het voertuig gleed een talud op en ze waren in het ruimteschip. Het dak van het voertuig sprong open. |
4051 |
Toen ze met hem brak had hij gedacht dat hem de rest van zijn leven nooit iets ergers kon overkomen. |
4052 |
We moeten u verzoeken om op uw banken te blijven liggen totdat de periode van maximale versnelling voorbij is. |
4053 |
Ik zei dat ik me best voelde. En jij begon een grote ingewikkelde fantasie op te bouwen dat ik me rot voelde. |
4054 |
Hij drukte zijn schouders weer op de krib en trachtte de tentakels van zijn hand weer in bedwang te krijgen. |
4055 |
Hij hoefde niet gekalmeerd te worden bij een lancering. Hij werd al jaren voor ze geboren werd gelanceerd. |
4056 |
Je kon hem helemaal zien. Het westelijk halfrond was naar hen toegekeerd en lag onder een laaiende zon. |
4057 |
Ze verlieten hun cabine en liepen het ruimteschip rond. Ze zagen de aarde vanuit verschillende hoeken. |
4058 |
Aoudad glimlachte tegen hen uit zijn zitplaats in de toeristenklasse. Er werd behoorlijk veel naar ze gestaard. |
4059 |
Burris werd met een schok wakker en staarde naar het slapende meisje en knipperde tegen de duisternis. |
4060 |
Een kind – niet meer dan dat – was ze. Onschuldig, enthousiast, simpel – hij stipte haar kwaliteiten aan. |
4061 |
Er was geen lucht daarbuiten, niets om de kruitdeeltjes te steunen terwijl ze naar beneden zweefden. |
4062 |
Haar vragen, wist ze, vond hij precies even vervelend als zij zijn antwoorden. Een fijn stel zijn we. |
4063 |
Het was een kermis van het traditionele soort, volgens een patroon dat al eeuwen geleden was vastgelegd. |
4064 |
Ze pakte zijn hand en hield die stijf vast. Door het meer van kwikzilver kwam een vonk aandrijfkracht. |
4065 |
De schelp leek te kantelen, plat op zijn dragende medium te belanden en zich dan weer op te richten. |
4066 |
We ruiken de dingen die onze geest ons voorschotelt. Ze geven ons niet een bepaalde geur, maar meer de grondstof. |
4067 |
Het binnenste van de schelp werd koud, en dan weer warm; de vochtigheid varieerde in een complexe cyclus. |
4068 |
Hij draaide duizelingwekkend, een laatste stuiptrekking, en plotseling waren ze weer veilig in de haven. |
4069 |
Ze passeerden een kraam waar je kleine glazen bolletjes op gouden doelen op een bewegend scherm moest gooien. |
4070 |
Mannen met aardse spieren worstelden met de zwaartekracht en misten, terwijl pruilende meisjes toekeken. |
4071 |
Burris legde geld neer en raapte zijn knikkers op. Zijn eerste worp miste het doel op zes centimeter. |
4072 |
Drie van drank stinkende gezichten doken op, keken naar Burris, begonnen te bulderen van het lachen. |
4073 |
Tot dan toe was hij verdraagzaam geweest, vaag geamuseerd, slechts een ietsje verveeld. Nu werd hij vijandig. |
4074 |
Maar zijn rusteloosheid kreeg de over hand. Na een paar minuten vroeg hij opnieuw of ze teruggingen. |
4075 |
Boven hun hoofd spatte vuurwerk uit elkaar. Een bonte slang met zeven staarten kronkelde door de hemel. |
4076 |
Voor hen verrichtten drie in elkaar grijpende wielen een ingewikkelde vuurdans. Trillend licht sprong en flikkerde. |
4077 |
Toch geeft ze er niets om. Ze zit daar voor iedereen te kijk en heeft er plezier in om haar steentje bij te dragen. |
4078 |
Het meisje was nu aan het dansen, gooide haar benen omhoog, wild zwaaiend. Haar naakte lichaam glom. |
4079 |
Plotseling stroomden de tranen uit haar ogen. Ze viel naast hem neer op de bank, snakkend naar adem. |
4080 |
Burris had het al dagen aan zien komen en was totaal niet verrast. Het kwam als een soort opluchting voor hem. |
4081 |
Soms losten ze het conflict op met een hevige, zwetende passie en soms in slapeloze nachten vol gepieker. |
4082 |
In minder stormachtige momenten betreurde hij dat, want Lona was teder en lief en hij stelde haar warmte op prijs. |
4083 |
Er moest wel een breuk komen. Ze putten zichzelf uit, vermorsten hun levenssappen in deze veldslagen. |
4084 |
Maar op Titan zouden aangeboren goede manieren een koele onverschilligheid voor zijn verschijning dicteren. |
4085 |
Aoudad had ze zien ruziemaken. Burris voelde zich er bedrukt door, en wel om redenen die hij verachtelijk vond. |
4086 |
Hij verwittigde het hotel dat ze enkele dagen eerder zouden komen dan gepland was. En weg gingen ze. |
4087 |
Dan zal je zien dat het niet éen ring is, maar meerdere. De binnenste ringen bewegen zich sneller dan de buitenste. |
4088 |
Maar hij aarzelde om buiten het onpersoonlijke te gaan, en zij eveneens. Hun zenuwen waren nog te gespannen. |
4089 |
Bij het diner op de eerste avond kwam er een industrieel met grote bezittingen op Mars aan hun tafel zitten. |
4090 |
Die vrouw zou me niet aanraken. De gedachte alleen al zou haar een maand lang van streek brengen, geloof me. |
4091 |
Er was een orkest in avondkleding uit het niets verschenen. De rinkelende, meeslepende tonen werden luider. |
4092 |
Toen hij zijn hand op haar naakte rug legde, huiverde ze en rolde van hem weg. Hij kon niets tegen haar zeggen. |
4093 |
Burris, die wist hoe dicht ze allemaal bij een levende begrafenis waren, was in somber gepeins verzonken. |
4094 |
Het was niettemin tot zijn grote opluchting dat hij de warmte en veiligheid van de koepel weer om zich heen had. |
4095 |
Ze timmerde op hem los, beukte op hem met haar vuisten, klauwde naar zijn wangen met haar scherpe nagels. |
4096 |
Door zijn aderen joegen al de bijprodukten van woede. Ik zou haar makkelijk kunnen doden, dacht hij. |
4097 |
Maar het feit dat hij even stopte om een coherente gedachte door zich heen te laten gaan kalmeerde hem. |
4098 |
Er zaten vlekken op haar hals die bijna hetzelfde waren als de vlekken die er net op zijn gezicht waren verschenen. |
4099 |
Zijn gewrichten gaven het op en hij gleed slap op de grond en was zelfs niet in staat om op zijn handen te steunen. |
4100 |
Waarschijnlijk leek het voor de welverzorgde vrouwen die langs hem heen zeilden alsof hij dronken was. |
4101 |
Best, zei hij, als ze naar huis wil, laat haar dan maar naar huis gaan. Zet haar op het eerstvolgende ruimteschip. |
4102 |
Er zijn hier zat vrouwen die maar wat graag haar plaats willen overnemen. Je zou er verbaasd van staan hoeveel. |
4103 |
Haar kleding was op een kuise manier onbescheiden. Haar stem, vederlicht, streelde zijn oorloze wangen. |
4104 |
Het was al lang daarvoor slecht. Je hoeft niet op die manier pijn gedaan te worden om pijn gedaan te worden. |
4105 |
Nu is hij voorbij en ik heb mij aan mijn deel van de afspraak gehouden en Chalk moet zich aan de zijne houden. |
4106 |
En bovenal, de verschrikkelijke uitputting na elke ruzie... Ze zou de dikke man recht in zijn gezicht kijken. |
4107 |
Geef hem de datum wanneer je geboren bent en het jaar; hij vertelt je welke dag van de week dat was. |
4108 |
En hij houdt van ongelukkige gevoelens. Hij wil dat we samen ongelukkig zijn omdat dat hem gelukkig maakt. |
4109 |
Elise ging ook rechtop zitten en drukte zich tegen hem aan. In dit vreemde licht zag ze er witter uit dan ooit. |
4110 |
Ze raakte zijn huid aan. Ze moest hem altijd aanraken, alsof ze zwelgde in de verkeerdheid van zijn structuur. |
4111 |
Ik kan je niet laten zweten. Ik kan zelfs niet naar je kijken zonder een beetje misselijk te worden. |
4112 |
Haar delicate neusvleugels trilden en haar ogen begonnen te tranen. Maar ze zei niets terwijl hij kneep. |
4113 |
Eén been had ze onder zich opgevouwen, het andere naar voren gestrekt om de lijn van haar arm te beantwoorden. |
4114 |
Ze kwam op een wellustige manier neer. Toen ze rechtop ging zitten gaf hij haar een klap op haar lippen. |
4115 |
Ze zou het dak open hebben gedaan, zei hij tot zichzelf. Ze zou met me zijn gaan zwemmen in dat methaanmeer. |
4116 |
Burris ging naar zijn kamer en sloot de deur snel achter zich en deed hem op slot. Elise klopte een paar keer. |
4117 |
De vermoeidheid kwam terug, de ontzettende afmatting die hij sinds de laatste ruzie met Lona niet meer had gevoeld. |
4118 |
Een uur later kwam de leiding van het hotel hem halen. Drie mannen met ernstige gezichten die zeer weinig zeiden. |
4119 |
Daar woonde ze in een eenpersoonskamer, ging zelden uit, deed zelden andere kleren aan, sprak met niemand. |
4120 |
Hij stapte naar binnen, glimlachte niet zijn equivalent van een glimlach, raakte haar niet aan, gaf haar geen zoen. |
4121 |
Toen liep hij zonder een woord te zeggen naar de deur, deed hem open, liep de hal in en besprong iets. |
4122 |
Ze gingen naar binnen en ja, Chalk wilde ze ontvangen als ze nog eventjes wachtten in de kamer daarnaast. |
4123 |
Lona hield de gepotte cactus in haar handen. Het was het enige wat ze uit haar kamer had meegenomen. |
4124 |
Hij kromp ineen, niet bij machte zich te bewegen, toen ze hem hun ziel gaven met hartstochtelijke intensiteit. |
4125 |
Nu eens was hij als een veer gespannen, dan weer werd hij heen en weer gesmeten op het ritme van destructie. |
4126 |
De drie gestalten bewogen zich niet: degenen die hun ziel hadden weggeslingerd en degene die ze had ontvangen. |
4127 |
Het zou vele dagen kosten eer ze zich weer helemaal hadden gevuld, maar er zou tenminste geen zuiging meer zijn. |
4128 |
De winter was voorbij en de grijze nevel van een lenteavond bedekte de stad. De sterren waren nauwelijks zichtbaar. |
4129 |
Hij haakte de dunne poten achter zijn oren en ging naar de glazen afscheiding om naar het net te kijken. |
4130 |
Ik dacht dat je er al zou zijn toen ik kwam. Kivrin is per slot van rekening jouw favoriete leerling. |
4131 |
Badri liet niet blijken dat hij hem gehoord had. Hij liep rond de dozen en de kisten en keek op zijn meter. |
4132 |
We hebben twee jaar lang onbemande reizen in de twintigste eeuw uitgevoerd voordat we iemand op weg stuurden. |
4133 |
Hij had haar moeten terugsturen naar haar eigen faculteit om de kwestie met haar begeleider te bespreken. |
4134 |
Ze namen platte broden, manchetten, en als ze hun vlees op hadden braken ze die in stukken en aten ze op. |
4135 |
De mortaliteit is nog altijd een tien waard, ook al slaagt Gilchrist erin de middeleeuwen open te stellen. |
4136 |
Ze is beschermd tegen alle mogelijke virussen en ik heb haar een korte cursus middeleeuwse geneeskunde gegeven. |
4137 |
Hij keek weer door de glazen wand. Latimer pakte het kistje voor de derde keer op en zette het weer neer. |
4138 |
Ik weet nog dat je niet kon wachten om naar Londen te gaan, ook al was er een bombardement aan de gang. |
4139 |
Ze droeg de met wit konijnebont afgezette mantel en de felblauwe jurk die ze hem gisteren had laten zien. |
4140 |
Gilchrist ging naar Badri, zei iets tegen hem en pakte een elektronische checklist die op het bedieningspaneel lag. |
4141 |
Kivrin zei nog iets, op beslistere toon, en Montoya knielde neer om de kist dichter naar de kar toe te schuiven. |
4142 |
De recorder wordt geactiveerd als ze haar handpalmen tegen elkaar drukt. Als ze praat is het net of ze bidt. |
4143 |
Gilchrist keek op, zag Dunworthy en haastte zich met een geërgerde uitdrukking naar de glazen afscheiding. |
4144 |
Gilchrist ging naar het muurpaneel en drukte op een knop, waarna hij tegenover Dunworthy ging staan. |
4145 |
Ze schudde haar hoofd en even later streepte Gilchrist het volgend punt aan met een abrupt boos gebaar. |
4146 |
Ze had de Latijnse missen in haar hoofd gestampt en zichzelf geleerd te borduren en een koe te melken. |
4147 |
Badri zei iets in de microfoon, keek somber naar de resultaten op het scherm en ging terug naar Kivrin. |
4148 |
Badri boog naar voren en opende het net. De lucht binnen de plooien begon ineens te glinsteren door de condensatie. |
4149 |
Erg klein en erg leuk, echt een zaak waar ze niet aan kerstversiering en synthetische carillonmuziek doen. |
4150 |
De decaan van Geschiedenis hoort niet op vakantie te gaan zonder een telefoonnummer achter te laten. |
4151 |
Dunworthy overwoog zijn jas aan te trekken, maar voor dat kleine eindje leek het hem niet de moeite. |
4152 |
Dunworthy herkende de kleine terts. Mary slaagde er nog altijd niet in haar paraplu open te krijgen. |
4153 |
Hij zette zijn bril af en wreef de glazen schoon aan de kraag van zijn overjas. Mary deed de deur dicht. |
4154 |
Aan het uiteinde van de tapkast stond een grote kerstboom van glasdraad op een ronddraaiend onderstuk. |
4155 |
Op de tafel stond een kerststalletje, compleet met nietige schaapjes en een halfblote baby in een kribbe. |
4156 |
Maar misschien moet ik nog dankbaar zijn dat hij haar niet in een heel andere maand heeft laten gaan. |
4157 |
Twee weken ongedeerd in het bos van Belleau en dan loopt hij hier tegen de fiets van een circusacrobaat op. |
4158 |
Zijn moeder was hem dit semester zes keer komen opzoeken, de eerste keer om William een paar oorwarmers te brengen. |
4159 |
Maar hij was naar het Oxford van 1956 gestuurd en het zou zeker tien minuten duren voor ze zover waren. |
4160 |
Colin blijft een week en ik heb geen idee wat ik met hem aan moet. Behalve me zorgen maken, natuurlijk. |
4161 |
Dunworthy keek gespannen op. Zijn secretaris stond op de drempel en speurde met half toegeknepen ogen de pub af. |
4162 |
De dominee heeft gebeld om te vragen of u op kerstavond tijdens de oecumenische dienst uit de Schrift wilt lezen. |
4163 |
Hij wendde zich af alsof hij van plan was weer naar buiten te gaan, maar Latimer was al bijna bij hun tafel. |
4164 |
Vrouwen werden vaak alleen vermeld als gehuwd met die en die, zelfs in parochieregisters en op grafstenen. |
4165 |
De vrouw liep voorover tegen de regen in, met de paraplu bijna recht voor zich uit, en zag Badri niet aankomen. |
4166 |
Hij gaf het regenscherm aan de vrouw, wier gezette gezicht rood zag van woede of kou, of van allebei. |
4167 |
Net als in de pub leek hij zich ineens te herinneren waar hij was en hij zette het weer op een lopen. |
4168 |
Het was een ijl en metalen geluid, net als de ingeblikte muziek die ze met de kerstdagen in de High speelden. |
4169 |
Twee jaar geleden, en toen ze hem gisteren haar kleding liet zien probeerde hij haar nog steeds om te praten. |
4170 |
U zei dat jonge vrouwen in de middeleeuwen nooit alleen op reis gingen, dat ze altijd iemand bij zich hadden. |
4171 |
Gilchrist vond het nodig nog eens helemaal uit te leggen hoe de recorder werkte, net of ze een eerstejaars was. |
4172 |
Wie het ook was, de deur bleef enige tijd open. Ze hoorde de klokken, maar ze kon de melodie niet herkennen. |
4173 |
Ze lag op haar linkerzij, met haar benen half over elkaar alsof de rovers haar tegen de grond hadden gesmeten. |
4174 |
Ze hield een arm nog voor haar gezicht om de slag af te weren die haar een hoofdwond had opgeleverd. |
4175 |
Ze vroeg zich af waarom de klok werd geluid. Het kon net zo goed voor de ochtend als voor de avondmis zijn. |
4176 |
De pijn in haar zij werd steeds erger, alsof er iets door haar huid was gedrongen en nu in haar long stak. |
4177 |
Kivrin vond een paar minuten erg weinig, want volgens de verwachting zouden er niet veel reizigers op de weg zijn. |
4178 |
Het kon veel langer duren voordat er iemand kwam en ze dacht dat het beter zou zijn als ze zich bewusteloos hield. |
4179 |
De grond was koud, ze had pijn in haar zij en haar hoofd begon te bonzen op het ritme van de kerkklok. |
4180 |
Plotseling begonnen de vogels weer te zingen, wat betekende dat het geen wolf was of anders dat die was weggegaan. |
4181 |
Ze kreunde opnieuw en knipperde met haar ogen. Er stond niemand bij haar en het was ook niet midden in de nacht. |
4182 |
Tussen de verwarde boomtakken zag ze een wazige, grijsblauwe lucht. Ze ging rechtop zitten en keek rond. |
4183 |
Er zaten een heleboel nesten in de boom, maar de vogels hadden haar zien bewegen en hielden geschrokken hun snavel. |
4184 |
Net als de boomstammen, de kar en het eiloof glinsterden ook de paddestoelen in de ijzige gloed van het net. |
4185 |
De weg moest meer naar het noorden lopen en zij bevond zich ten zuiden ervan, in het bos van Wychwood. |
4186 |
Ze wachtte tot het weer rustig was en ging op haar knieën liggen. Ook die beweging leidde tot angstig gefladder. |
4187 |
Kivrin klauterde over een omgevallen boom en bereikte een paar treurwilgen, vanwaar ze over de weg uitkeek. |
4188 |
Ze keek naar wat ze dacht dat het noorden moest zijn en zag dat de bomen maar tot halverwege de heuvel groeiden. |
4189 |
Ze kon nog net een glimp van de blauwe kap onderscheiden, maar niemand anders zou daar erg in hebben. |
4190 |
Maar eerst moest ze deze plaats duidelijk markeren. Aan de wilgen langs de weg was niets opvallends te zien. |
4191 |
Ook als ze een dorp zag liggen, zou ze eerst teruggaan om de plaats van het rendez vous duidelijk aan te geven. |
4192 |
Het bos waaruit ze kwam liep tot halverwege de heuvel en strekte zich nog heel ver naar het zuiden en westen uit. |
4193 |
Nog een geluk dat ze niet dieper in het woud was beland, dan zou ze werkelijk hopeloos zijn verdwaald. |
4194 |
Het karrepad was uitgestorven. Aan de voet van de heuvel verdween het onmiddellijk in een ander klein bos. |
4195 |
Aan haar linkerhand, ongeveer halverwege de vlakte die tussen haar en Oxford lag, zag ze iets bewegen. |
4196 |
Het werd snel donker. Over een halfuur werden er misschien lampen aangestoken, maar daar kon ze niet op wachten. |
4197 |
Ze kon in de richting van Oxford gaan lopen, maar daar zou ze nooit aankomen voor het stikdonker was. |
4198 |
Kon ze maar een dorpje vinden, dan zou ze daar de nacht kunnen doorbrengen en later op zoek gaan naar Skendgate. |
4199 |
Eerst die van Carfax, met een vertrouwde klank, ook al was die klok sinds 1300 minstens drie keer opnieuw gegoten. |
4200 |
De hemel werd paarsblauw en in het zuidoosten was een ster te zien. Kivrin hield haar handen nog tegen elkaar. |
4201 |
Een exacte tijdbepaling is onmogelijk voordat ik in het dorp ben en iemand kan vragen welke dag het is. |
4202 |
In 1320 zou Londen immers meer dan vijfenzeventig kilometer hiervandaan liggen in plaats van vijfendertig. |
4203 |
Het is hier heel mooi. Je hebt niet het idee dat er zevenhonderd jaar verschil met je eigen tijd is. |
4204 |
Ze rommelde in haar boodschappentas, haalde er een pieper uit en hield een van de knoppen vijf seconden ingedrukt. |
4205 |
Hij had een woedende uitdrukking op zijn gezicht. Ik kan u verzekeren dat we overal rekening mee hebben gehouden . |
4206 |
Badri haalde nog adem, zijn hart klopte nog en voor zover Dunworthy kon zien was hij ook niet gewond. |
4207 |
Misschien was hij gewoon flauwgevallen. Maar mensen vallen niet zomaar om, behalve in boeken en films. |
4208 |
Dunworthy draaide zich om en keek naar het grote beeldscherm. Er waren nog steeds dezelfde cijferreeksen te zien. |
4209 |
De technicus haalde zwaar adem, alsof het vervoer op de brancard een te grote inspanning was geweest. |
4210 |
De ziekenbroeder was bezig hem aan een ontzagwekkend aantal monitoren te leggen en keek verstoord naar Dunworthy. |
4211 |
Maar tegen Gilchrist had hij gezegd dat de eerste uitslagen slechts een minimale verschuiving lieten zien. |
4212 |
Hij was bewusteloos toen ze hem uit de ambulance haalden. Bewusteloos en met een temperatuur van 39,5. |
4213 |
Hij probeerde zich te herinneren of er nog andere technici waren die de kerstdagen in Oxford doorbrachten. |
4214 |
Gilchrist was nergens te zien, maar de twee ambulanceverpleegkundigen stonden er met een zuster te praten. |
4215 |
Gilchrist zou wel terug zijn gegaan naar Brasenose om de volgende reis of zelfs de daaropvolgende voor te bereiden. |
4216 |
De ambulancezuster was al op een stoel neergevallen en zat onderuitgezakt met haar handen in haar zakken. |
4217 |
Of maanden. De broeder deed vast melk en suiker in een kopje en begon te roeren terwijl de snelkoker pruttelde. |
4218 |
De vrouw leek in slaap te zijn gevallen. Dunworthy staarde naar haar terwijl hij over de verschuiving nadacht. |
4219 |
Volgens Badri wezen de eerste resultaten op een minimaal tijdverlies, maar dat was slechts een voorlopige uitkomst. |
4220 |
Hoe verder een historicus terug in de tijd werd gestuurd, hoe groter de gemiddelde tijdverschuiving. |
4221 |
Voor de twintigste eeuw ging het meestal maar om een paar minuten, voor de achttiende om een paar uur. |
4222 |
Dunworthy dacht dat ze meteen zou terugkomen zodra ze de broeder alle instructies had gegeven, maar ze bleef weg. |
4223 |
Hij liep de gang op. Mary en de broeder waren niet te zien, alleen de zuster van de eerstehulpafdeling. |
4224 |
Sta erop dat je haar persoonlijk aan de lijn krijgt. Zij zal je precies vertellen welke gegevens ze nodig heeft. |
4225 |
Zeg dat ik hem dringend moet spreken en geef hem dit telefoonnummer. Zeg maar dat het een noodgeval is. |
4226 |
Latimer stond bij de serveerwagen aan een suikerzakje te prutsen. De ambulancezuster zat weer te slapen. |
4227 |
Sindsdien heb ik aan de telefoon gezeten om u te waarschuwen, maar ik dacht dat u het misschien al wist. |
4228 |
Dunworthy had gezien hoe iemand van het ziekenhuis de ampullen in ontvangst nam toen de ziekenwagen stopte. |
4229 |
Het is gelukkig beslist geen retrovirus of picornavirus, maar het duurt nog wel even voor we het precies weten. |
4230 |
Volgens de computer zijn er binnen de Gemeenschap geen soortgelijke gevallen gemeld en dat is een goed teken. |
4231 |
Misschien heeft hij al vaker zulke symptomen gehad, maar het kan ook zijn dat er een test is overgeslagen. |
4232 |
Nieuwe Hindoes geloofden dat alle levensvormen heilig waren, zelfs dode virussen, als dood het goede woord was. |
4233 |
De universiteit gaf hun vrijstelling op religieuze gronden, maar stond niet toe dat ze op de campus woonden. |
4234 |
Dat zijn de primaire contacten. De mensen die alleen met u in aanraking zijn geweest, zijn de secundaire contacten. |
4235 |
De zuster deelde de formulieren uit aan de anderen. Dunworthy ging zitten en begon de zijne in te vullen. |
4236 |
Kivrin was die dag voor haar laatste onderzoek in het ziekenhuis, wat een gelukkige bijkomstigheid was. |
4237 |
Een mogelijke besmettelijke ziekte deed haar helemaal niets, maar ze schrok toen ze over de quarantaine hoorde. |
4238 |
Latimer zat geduldig met opgerolde mouw aan de tafel te wachten. De ambulancezuster zat nog te slapen. |
4239 |
Op het scherm zag hij de klaphekjes en een geagiteerde stationschef die door een hele groep reizigers werd omstuwd. |
4240 |
Dunworthy probeerde een flinke jongen met blond haar en blauwe ogen te ontdekken, maar de chef kwam weer in beeld. |
4241 |
Al die mensen zijn boos en willen weten hoe lang de quarantaine gaat duren en wat ik dáár nu weer aan ga doen. |
4242 |
Hij zag de telefooncel die hij eerder had gebruikt, liep er snel naartoe en toetste het nummer van Balliol in. |
4243 |
Ze was jonger dan hij had verwacht, niet veel ouder dan dertig en ze leek nogal teer voor een carillonspeelster. |
4244 |
Ik heb mijn secretaris opdracht gegeven u zo goed mogelijk onder te brengen en als ik iets voor u kan doen. |
4245 |
Als dat niet het geval is, zullen we moeten wachten tot we de bron van de besmetting hebben opgespoord. |
4246 |
De Spaanse griep van 1918 werd veroorzaakt door een myxovirus en eiste twintig miljoen slachtoffers. |
4247 |
Ze is gedeeltelijk immuun en het is niet gezegd dat ze is besmet. Badri is nauwelijks bij haar in de buurt geweest. |
4248 |
De deur aan het eind van de gang werd opengegooid en een grote vrouw met een koffer in haar hand kwam naar voren. |
4249 |
Het van de heuvel afdalen was nog vermoeiender geweest dan de beklimming en ze had het ontzettend koud. |
4250 |
Haar mantel en haren bleven telkens achter wilgetakken haken en ze kreeg een lange striem op haar arm. |
4251 |
De dieren waren blijkbaar aan haar gewend, want ze onderbraken hun avondlijk gekwinkeleer geen ogenblik. |
4252 |
Kivrin pakte haastig de verspreid liggende dozen en versplinterde vaatjes en gooide ze op de scheefhangende kar. |
4253 |
Een van de kisten viel eraf. Kivrin legde de kist terug en liep om de wagen heen om te zien waar hij vastzat. |
4254 |
Ze ging naar de andere kant, pakte het wiel met twee handen beet en begon te duwen. Er gebeurde niets. |
4255 |
De voet van een man, alleen waren mannen in de veertiende eeuw een stuk kleiner geweest, kleiner dan zij was. |
4256 |
Als ze nog langer talmde zou het helemaal donker zijn en dan kreeg ze de kar nooit meer naar de weg. |
4257 |
Misschien had hij hem zelfs uit het niets zien opduiken, vonken schietend als het brouwsel van een alchemist. |
4258 |
Hij was om een onverklaarbare reden het bos ingegaan en had haar naast de kapotte wagen zien liggen. |
4259 |
In dat geval zou ze beter kunnen blijven waar ze was tot hij terugkwam. Ze moest zelfs weer gaan liggen. |
4260 |
Het hielp iets, maar niet veel. Misschien kwam het door de kou dat ze hoofdpijn had en buiten adem was. |
4261 |
En de bladeren waren ook vochtig, veel te vochtig. Ze moest droog hout en een scherpe tak hebben om vuur te maken. |
4262 |
Ze hield haar hoofd recht terwijl ze de takken op een hoopje bij een boomwortel legde en ging terug naar de kar. |
4263 |
Ze kreeg twee splinters in haar hand, maar het hout van de kar was tenminste droog, zij het ook koud. |
4264 |
Ze bukte om het eraf te trekken, maar ineens werd ze duizelig en moest zich vastgrijpen om niet te vallen. |
4265 |
Daarna kon ze vuur maken. Maar daarvoor zou ze weer moeten bukken en alleen het idee maakte haar al misselijk. |
4266 |
Haar tanden begonnen weer te klapperen, net als op de heuvel, en haar hele lichaam schokte van de rillingen. |
4267 |
Het leek ondenkbaar dat ze in slaap was gevallen zoals ze daar in elkaar gedoken op de koude grond zat. |
4268 |
Maar ze moest wel geslapen hebben, want toen ze haar ogen weer opende was het nacht op de open plek. |
4269 |
IJzige sterren waren zichtbaar tussen het web van takken boven haar hoofd en ze lag bijna languit op de grond. |
4270 |
Hij had de lantaren neergezet en het licht viel op de kap van zijn mantel en op zijn gevouwen handen. |
4271 |
Nu was hij teruggekomen. Kivrin probeerde een hand op te tillen om hem af te weren, maar haar mantel zat in de weg. |
4272 |
Dat heb ik drie jaar gestudeerd en Latimer heeft me alles over de verbuiging van de adjectief geleerd. |
4273 |
Stel je voor, als ik die trein had gemist en de volgende had genomen, dan zou ik onderweg zijn gestrand. |
4274 |
Latimer zat geduldig met een opgerolde mouw aan de tafel te wachten. Montoya was nog steeds aan de telefoon. |
4275 |
En vooral die tombe. De inscriptie is gedeeltelijk verweerd, net als een deel van het beeldhouwwerk. |
4276 |
Ze stond op en ging de ambulancezuster wekken. De vrouw liep slaperig achter haar aan naar de tafel. |
4277 |
Het uniform van de broeder was nat en hij hield zijn handen dicht bij de stoom die uit de ketel kwam. |
4278 |
Wie weet had ze haar laatste vakantie wel bij de Inuit doorgebracht om te leren hoe ze een iglo moest bouwen. |
4279 |
Toen ze hem haar kleed kwam laten zien, had ze haar handen uitgestoken. Haar nagels waren verbrokkeld en vuil. |
4280 |
De broeder pakte een van de folders en begon erin te lezen. Montoya zat haar formulieren in te vullen. |
4281 |
Dat beveelt beperkte observatie aan, met voortdurende controle op koorts en elke twaalf uur bloedafname. |
4282 |
Voorlopig raad ik u een flinke maaltijd en bedrust aan. Rust is de beste verdediging tegen virussen. |
4283 |
Gilchrist blafte hem iets toe, waarna Latimer opstond, zijn jas aantrok en zijn paraplu en formulieren pakte. |
4284 |
Aan de muur bij het hoofdeinde hingen monitoren en andere apparatuur. Het gordijn voor het enige raam was dicht. |
4285 |
Badri had zijn ogen dicht en zijn gezicht was mager en ingevallen, alsof hij sinds vanochtend gewicht had verloren. |
4286 |
Dat lag waarschijnlijk niet aan het virus, maar aan de wegwerpuniformen waarin ze onherkenbaar waren. |
4287 |
Kivrin voelde de vlammen branden. Ze moesten haar al hebben vastgebonden, al kon ze zich dat niet herinneren. |
4288 |
Ze was van het witte paard gevallen, en daarna had de moordenaar haar opgepakt en naar het vuur gedragen. |
4289 |
Dat had ze niet moeten doen. Nu dacht hij dat ze een heks was en bracht hij haar naar de brandstapel. |
4290 |
Ze had hem willen zeggen dat ze bij de kar moesten blijven, maar hij had geen aandacht aan haar besteed. |
4291 |
Die was zeker naar het vuur gekomen om er wat hout op te gooien en was daarna weer op een afstandje gaan staan. |
4292 |
Naast haar lag de vrouw die haar had gekalmeerd en te drinken had gegeven. Ze hoorde haar ademhaling. |
4293 |
Het vuur was in haar keel gedrongen. Ze voelde de oranje vlammetjes, die niet door de vloeistof waren gedoofd. |
4294 |
De struikrover kwam naar haar toe en knielde neer. Het licht van zijn lantaren danste over zijn gelaat. |
4295 |
Hij had een lamp bij zich, die zijn vriendelijke gezicht bescheen en vlammetjes in zijn rode haar toverde. |
4296 |
Daarachter was vuur en licht en klokgelui, en Kivrin wist dat ze haar toch weer naar de kar hadden gebracht. |
4297 |
De roodharige man had haar naar een dorp gebracht. Ze waren langs een kerk naar een groot huis gereden. |
4298 |
Haar haren stonden in brand. Oranje en rode vlammen lekten rond haar gezicht en verschroeiden haar lokken tot as. |
4299 |
Kivrin schudde wild met haar hoofd om aan het vuur te ontsnappen, maar nu hielden ze ook haar hoofd stil. |
4300 |
Er hing rook in de kamer toen ze wakker werd. Het vuur moest uit zijn gegaan terwijl ze lag te slapen. |
4301 |
Kivrin kon in de walm niet eens zien of ze jong of oud was. De roodharige man moest het vuur hebben gedoofd. |
4302 |
Ze probeerde haar hoofd op te tillen om hem te zien, maar het was te rokerig. Latijn kan ik wel spreken, dacht ze. |
4303 |
Dunworthy keek gespannen naar de monitoren, maar die waren nog net zo onbegrijpelijk als even tevoren. |
4304 |
De kaart rolde over het scherm. De contacten met het ambulancepersoneel en met iedereen in het lab werden vermeld. |
4305 |
Badri had hem verteld dat hij zondag ook in Londen was geweest, maar hij kon zich het tijdstip niet herinneren. |
4306 |
Dunworthy had Badri graag behoorlijk toegedekt, maar de leerlinge hing een andere infuuszak aan de standaard. |
4307 |
Het was tien uur. Er kon nog niemand anders ziek zijn geworden als de incubatietijd twaalf uur bedroeg. |
4308 |
Daarna ging hij op de klapstoel zitten en keek naar de lijst met contacten die hij tot dusver had opgesteld. |
4309 |
Ze ging naar het raam en deed het gordijn open. Ze bleef staan en friemelde aan de koordjes van het gordijn. |
4310 |
Het is niet zo ernstig. Ze hebben je antimicrobia gegeven en er wordt aan een gericht medicijn gewerkt. |
4311 |
Het was heel goed mogelijk dat hij nog nooit ziek was geweest, zelfs niet verkouden, zoals hij had gezegd. |
4312 |
Er is iets mis. Dunworthy zette zijn bril af en wreef over zijn ogen, die staken door het ontsmettingsmiddel. |
4313 |
Het was tien voor halfvijf. Badri was nog steeds in slaap, met een bijna vredige uitdrukking op zijn gezicht. |
4314 |
De zuster stond op de gang te wachten met een fles ontsmettingsmiddel en zei dat hij de lift kon gebruiken. |
4315 |
Een paar verpleegkundigen, allemaal onherkenbaar in hun steriele uitmonstering, rolden een brancard door de gang. |
4316 |
Een arts stelde vragen aan een magere, angstig kijkende vrouw in een natte jas en een even natte regenhoed. |
4317 |
De andere vrouw stond op. Een van de formulieren viel op de grond en ze klemde de andere onhandig tegen haar borst. |
4318 |
Dat wees op een incubatietijd van vijftien uur, en vijftien uur geleden was Kivrin volledig immuun geweest. |
4319 |
Hij bukte en nam hem mee naar een van de stoelen. Mary kwam terug met de ketel, die ze neerzette en inschakelde. |
4320 |
Antimicrobia zijn een werkzaam medicijn en als de symptomen goed worden behandeld, is het virus niet dodelijk. |
4321 |
Influenza verspreidt zich als een lopend vuurtje en dat wordt door de quarantaine alleen maar erger. |
4322 |
We leven niet in de middeleeuwen, niet eens in de twintigste eeuw. We hebben metabolica en allerlei hulpmiddelen. |
4323 |
En zodra ze die gedachte had gevormd, drong ook al het andere tot haar door. Het is 1320 en ik ben ziek geweest. |
4324 |
Ze voelde zich uitgeput, alsof ze een vreselijke krachtproef had doorstaan die al haar energie had opgeslokt. |
4325 |
Ze had gedroomd dat haar haar werd afgesneden. Ze had gedroomd dat de mensen een taal spraken die ze niet verstond. |
4326 |
Ze dacht dat het maar één nacht was geweest, maar nu herinnerde ze zich de gezichten die zich over haar heen bogen. |
4327 |
Misschien waren er weken voorbijgegaan en had ze het rendez vous al gemist. Maar dat was onmogelijk. |
4328 |
Je bleef geen weken buiten kennis, zelfs niet als je tyfus had, en zij had geen tyfus. Ze was ingeënt. |
4329 |
Ze wilde de deken optrekken en meteen kwamen er uit het donker handen die iets zachts over haar heen legden. |
4330 |
Ze waren bijna even dik als tapijten en met een koord aan de bedposten vastgebonden. De vrouw ging rechtop staan. |
4331 |
Als dit het dorp was waar ze naartoe had gewild, lag het rendez vous op nog geen twee kilometer afstand. |
4332 |
Ze probeerde zich te herinneren hoe lang de tocht naar het dorp had geduurd. Heel erg lang, scheen het. |
4333 |
En zodra ze weer wat was aangesterkt, kon ze natuurlijk vragen of ze haar naar de kar wilden brengen. |
4334 |
Gisteravond kon ze niet op de woorden komen, maar dat lag natuurlijk aan de koorts. Ze had er nu geen moeite mee. |
4335 |
Het was van hetzelfde vergeelde linnen als haar mutsje, in gerafelde repen gescheurd en onder de bruinrode vlekken. |
4336 |
De pap smaakte goed. Kivrin probeerde de kom leeg te maken, maar al na een paar slokken voelde ze zich uitgeput. |
4337 |
Die legde het verband op het kistje dat ze bij het bed op de grond had geplaatst en zette de kom ernaast. |
4338 |
Ze herinnerde zich nog veel van de nachtelijke reis, ook al waren het stukken en brokken, als van een droom. |
4339 |
Ik viel van het paard, dacht ze, en de man met het rode haar tilde me op. En we kwamen langs een kerk. |
4340 |
Ze was langs de flank van het paard naar beneden gegleden tot ze op de weg zat. Het is de koorts, dacht ze. |
4341 |
Volgens haar was er niets aan de hand. Alleen na haar inenting tegen de pest had ze ook last gehad van jeuk. |
4342 |
Ze was gevaccineerd tegen alle in 1320 veel voorkomende ziekten en ze kon hier ook niet zijn besmet. |
4343 |
Pestlijders vragen zich niet af of ze de ziekte hebben, die hebben het te druk met doodgaan. Het was niet de pest. |
4344 |
Er waren allerlei vreemde ziekten in de middeleeuwen geweest, koningszeer en sint vitusdans en onbekende koortsen. |
4345 |
Zoiets moest het zijn, een aandoening die haar versterkte afweersysteem niet zo gauw had kunnen thuisbrengen. |
4346 |
De oude vrouw pakte Kivrin ruw beet en sloeg een arm om haar heen alsof ze haar uit bed wilde helpen. |
4347 |
Ze voelde zich meteen duizelig. Ze bleef met haar blote voeten net boven de grond zitten tot het voorbij zou gaan. |
4348 |
En middeleeuwers hadden ook geen badkamer, dacht ze. Ze hoopte dat ze niet naar een latrine ergens buiten hoefde. |
4349 |
Ze deed een paar stapjes en voelde de duizeligheid terugkomen. Ik haal het nooit naar buiten, dacht ze. |
4350 |
Op de grond stond een lage houten kist met op het deksel de ruw uitgesneden omtrek van een vogel of een engel. |
4351 |
Het is geen gewone computer, het is een chemische stof die je spraakvermogen en je geheugen versterkt. |
4352 |
Als de tolk die maar vaak genoeg hoorde, zou hij ze als sleutel tot de rest van de code kunnen gebruiken. |
4353 |
De twee vrouwen hadden zich omgedraaid naar het venster, ook al konden ze niet door het linnen heen kijken. |
4354 |
Ze staarde naar het venster alsof ze dwars door het stijve linnen kon kijken, haar handen als in gebed gevouwen. |
4355 |
Ze botste bijna tegen de oude vrouw en de kamerpot. Het ronde gezicht van het kind was rood en betraand. |
4356 |
Ja, dat was beslist haar moeder. Het kind sloeg haar armen stijf om de hals van de vrouw en begon te jammeren. |
4357 |
Ze wees naar een ander kind dat net binnen was gekomen. Dat meisje was een stuk ouder, zeker tien jaar. |
4358 |
Ze hoorde rechtstreeks de vertaling van de tolk, nog onvolmaakt en bepaald niet simultaan, maar wel begrijpelijk. |
4359 |
De oude dame hield de kamerpot nog steeds in haar handen. Kivrin vroeg zich af waarom ze hem niet ging leeggooien. |
4360 |
Kivrin vroeg zich af of Gawyn de man was die haar op zijn paard had gezet en naar dit huis had gebracht. |
4361 |
Kivrin wist niet wie Maisry was, vermoedelijk een bediende, maar zo te horen zou ze de wind van voren krijgen. |
4362 |
De naam galmde over de trap. Rosemund maakte van de gelegenheid gebruik om naast haar moeder te gaan staan. |
4363 |
De pest kan het niet zijn, want daarvan heb ik geen enkel symptoom en ik ben al aan de beterende hand. |
4364 |
Ik herinner me een kerk en ik geloof dat ik me op een heerlijkheid bevind. Ik lig in bed op een bovenkamer. |
4365 |
Ik kan niet uit bed komen zonder dat ik val, ze hebben mijn haar afgesneden en ik weet niet wat ik moet beginnen. |
4366 |
Ze tilde haar hoofd op, maar de beweging maakte haar meteen draaierig. Ze legde haar hoofd weer neer. |
4367 |
Ik hoopte dat zij ons iets over de rovers kon vertellen, met hoeveel ze waren en uit welke richting ze kwamen. |
4368 |
Daar kom ik alleen terug als ik weet waar het rendez vous is en u bent de enige die me dat kan vertellen. |
4369 |
En ze spraken alsof ze elkaar al heel lang kenden. Haar behoedzaamheid moest een andere reden hebben. |
4370 |
Zelfs de klok zweeg en het licht dat door de wasdoek naar binnen viel was vaal. Het wordt al donker. |
4371 |
Als deze kamer aan de voorkant lag, zou ze door het venster in elk geval kunnen zien welke kant hij uitging. |
4372 |
Ze schoof haar voeten over de bedrand, maar ze werd meteen duizelig. Ze ging weer liggen en deed haar ogen dicht. |
4373 |
Agnes bleef even bij het venster staan, alsof ze zich afvroeg waar ze nu haar toneelstukje zou gaan opvoeren. |
4374 |
Daarna rende ze naar de deur, maar halverwege kreeg ze Kivrin in de gaten en ze bleef opnieuw staan. |
4375 |
In 1320 stierven driekwart van alle pokkenlijders en haar versterkte afweersysteem functioneerde niet goed. |
4376 |
En hij was aardig geweest. Hij had haar hand vastgehouden en gezegd dat ze niet bang hoefde te zijn. |
4377 |
Het was of ze anders sprak dan eerst, luchtiger, met de zachte Franse accenten die ze van de vrouwen had gehoord. |
4378 |
Ze had moeten vragen waar ze was en sinds wanneer, hoewel Agnes vermoedelijk te klein was om dat te weten. |
4379 |
Ik had haar moeten vragen hoe oud ze was, dacht Kivrin, maar misschien wist het kind dat ook wel niet. |
4380 |
De vrouw haalde er een klein stoffen zakje uit, sprenkelde de inhoud in de kom en ging verder met roeren. |
4381 |
Al haar goederen zijn gestolen, de kisten opengebroken en leeggehaald. Maar hij zei dat de wagen goed gemaakt was. |
4382 |
Kivrin dacht dat ze het bij het verkeerde eind had gehad, de oorvijg had blijkbaar toch effect gesorteerd. |
4383 |
Maar in de middeleeuwen dreigden de priesters voortdurend met het jongste oordeel en de verschrikkingen van de hel. |
4384 |
Hij is in Bath, waar hij moet getuigen op een proces tegen een vriend en dat is blijkbaar een riskante onderneming. |
4385 |
In de veertiende eeuw werden er bijna net zoveel rechtszaken aangespannen als aan het eind van de negentiende. |
4386 |
Ik ben te lang, mijn tanden zijn te wit en na al dat graven in Skendgate zijn mijn handen nog te netjes. |
4387 |
Iedereen hier, zelfs de kinderen, loopt met geschaafde en bloedende handen. Het is per slot van rekening december. |
4388 |
Het was pas in de achttiende eeuw in zwang gekomen, maar de tolk maakte nu soms de raarste sprongen. |
4389 |
Fronsend probeerde ze het zich te herinneren. Ze was van het paard gevallen en ze had het vuur gezien. |
4390 |
Gawyn had een zwart paard. Ze waren door het bos gereden, een heuvel af en langs een kerk, en de moordenaar. |
4391 |
Het was hopeloos. Die hele nacht was een vage droom vol angstaanjagende gezichten en klokgelui en vlammen. |
4392 |
Ze moest beter worden. Ze voelde zich wat sterker, maar ze kon nog niet zonder hulp naar de kamerpot. |
4393 |
Ze probeerde een paar keer rechtop te gaan zitten en haar benen over de rand van het bed te schuiven. |
4394 |
Even later kwam ze terug met een stoof vol gloeiende kolen. Kivrin had haar nog nooit zo druk in de weer gezien. |
4395 |
Ze wachtte een uur nadat Maisry was weggegaan om er zeker van te zijn dat iedereen het huis uit was. |
4396 |
Veel warmte gaf het ding niet. Kivrin rilde in haar dunne hemd en drukte haar armen tegen haar borst. |
4397 |
Ze werd gewekt door de klok. Het geluid kwam uit zuidwestelijke richting, net als toen ze was doorgekomen. |
4398 |
Het binnenvallende licht was schemerig geworden, maar dat kwam door de laaghangende wolken die zich samenpakten. |
4399 |
Kivrin trok haar mantel aan en deed de deur open. De trap was steil, uitgehakt in de stenen muur, zonder leuning. |
4400 |
Erachter hingen wandtapijten en aan de zijkant een ladder die naar een bovenkamer of hooizolder moest leiden. |
4401 |
In het kleine portaal stonden een paar oude laarzen, een houten emmer en het speelgoedwagentje van Agnes. |
4402 |
Kippen werden alleen gehouden voor de eieren. In de veertiende eeuw werd het vlees van duiven meer gewaardeerd. |
4403 |
Aan de andere kant lag de stal met de grote deur en los daarvan stond de stenen schuur. Ze ging eerst naar de stal. |
4404 |
Ze zette het vrolijk blaffende hondje weer in de stal en sloot de zware houten deur. Gawyn was er niet. |
4405 |
Iedereen is weg en het gaat sneeuwen. Ze keek naar de poort en naar de smalle doorgang tussen de schuur en de stal. |
4406 |
Ze liep naar de poort, waardoor de kip geschrokken haar toevlucht zocht achter de waterput, en keek de weg af. |
4407 |
Maar daar zag ze geen heuvels, geen kerk en geen dorp, geen enkele aanwijzing dat dit de goede richting was. |
4408 |
Ze had de klok gehoord toen ze in bed lag. Kivrin stak de voorhof weer over en volgde het modderige paadje. |
4409 |
Alleen de kerk voldeed aan haar verwachtingen. De klokketoren stond apart, tussen het kerkhof en het open veld. |
4410 |
Ze trok de mantel strak om zich heen en drukte hem met een vlakke hand tegen haar borst, waarna ze verder ging. |
4411 |
Kivrin kreeg pijn in haar borst. Ze drukte haar hand nog steviger tegen zich aan en probeerde sneller te lopen. |
4412 |
De klok werd in een traag, gelijkmatig ritme geluid en Kivrin merkte dat ze in hetzelfde tempo was gaan lopen. |
4413 |
Stel je niet aan, dacht ze, je moet de open plek terugvinden. Je bent ziek, je moet terug naar huis. |
4414 |
Maar iedereen was buiten in die ijzige wind, om het joelblok te halen of de dieren uit de wei te halen. |
4415 |
Ik moet het rustig aan doen, dacht ze, en ze ging weer op weg. Bij elke stap voelde ze de pijn in haar borst. |
4416 |
Ze zou niet eens meer terug kunnen komen. Ik moet gaan zitten, dacht ze, maar het pad was veel te modderig. |
4417 |
Ze zocht een plek waar ze kon zitten, maar het hele open veld was een modderpoel. Ze kon alleen de hut binnengaan. |
4418 |
Ze moest meneer Dunworthy vertellen dat middeleeuwse hutten niet zo bouwvallig waren als ze eruitzagen. |
4419 |
Ze hield zich stevig beet aan het hek, dat ze netjes achter zich sloot en met het riempje vastmaakte. |
4420 |
Het dier volgde haar een eindje, alsof ze dacht dat Kivrin haar ging melken, maar daarna ging ze door met grazen. |
4421 |
De deur van een van de onbewoonbare krotten ging open en een jongen kwam op blote voeten naar buiten. |
4422 |
Hij was afschuwelijk mager, met armen en benen die niet dikker waren dan de twijgen van de schutting. |
4423 |
Zijn lippen waren gesprongen en er zaten rode vegen op zijn gezicht, alsof hij een bloedneus had gehad. |
4424 |
Het zag eruit als een hooischuur van houten palen, waarvan de tussenruimten waren opgevuld met gras en riet. |
4425 |
Nog erger dan een stal. Behalve beesten en het haardvuur rook ze schimmel en de kwalijke geur van ratten. |
4426 |
Ze trok haar voeten onder haar mantel, pakte een kapmes dat naast de zak lag en stookte het vuurtje ermee op. |
4427 |
Het vuur gaf niet genoeg licht om in het hok te schijnen, maar Kivrin hoorde een krabbelend geluid in die hoek. |
4428 |
Het geluid kwam niet uit het aanbouwsel achter het miezerige hekje, maar uit een kooi met een rond dak. |
4429 |
Niemand weet waar ik ben, dacht ze, en drukte een hand tegen haar borst alsof ze met een mes was gestoken. |
4430 |
Wat er ook gebeurt, hield ze zich voor, je bent nooit helemaal alleen. De gedachte sterkte haar een beetje. |
4431 |
De lage heuvel waarop de kerk stond was helemaal bedekt met sneeuw. Kivrin ging op weg naar de kerk. |
4432 |
Gawyn had alles naar het huis gebracht, elk spoor van het rendez vous uitgewist. Zelfs de kar was er niet meer. |
4433 |
Ze droeg een kleed dat met bont was afgezoomd en zulke lange mouwen had dat ze bijna over de grond sleepten. |
4434 |
Ze heeft een moeilijk te verstaan accent, hoewel ik geloof dat ze daarmee vooral vrouwe Imeyne probeert na te doen. |
4435 |
Toen ze mij zag deed ze een stap terug, de eerste die blijkbaar besefte dat ik besmettelijk zou kunnen zijn. |
4436 |
Hij liet je bij hem achter om de rovers te gaan zoeken, maar toen hij die niet kon vinden is hij teruggekomen. |
4437 |
Ik ben nu vijf dagen ziek en als het een virus is zou de incubatietijd maar twaalf tot achtenveertig uur zijn. |
4438 |
Rosemund zit op het bankje rode wol op een stuk linnen te borduren en Blackie ligt naast me te slapen. |
4439 |
Ik hoop dat hij gauw komt, dan kan hij me vertellen waar het rendez vous is en mijn hand vasthouden. |
4440 |
Hij wilde weten op welke school ik zat, maar ik vroeg heel verontwaardigd of hij dat dan niet kon zien. |
4441 |
Ze willen mensen voornamelijk binnen het afgezette gebied houden. Ik ben doorgelopen tot ik een telefooncel vond. |
4442 |
Er was niemand op straat. Dunworthy wist niet of dat door de quarantaine of door het vroege tijdstip kwam. |
4443 |
Misschien liggen ze op Balliol allemaal te slapen, dacht hij, dan kunnen wij tenminste ook meteen naar bed. |
4444 |
Hij draaide zijn hoofd weer om en wilde het gebouw binnengaan, maar hij kwam meteen in botsing met een jong stel. |
4445 |
Ik heb een sterretje gezet bij de namen van de mensen die u moet terugbellen. En hier zijn uw afspraken. |
4446 |
Als hij zei dat er maar vier patiënten waren, zou ze er waarschijnlijk op staan dat hij haar naar Ely bracht. |
4447 |
Dunworthy kwam tenslotte van hem af met de belofte het ministerie te bellen en extra wc papier te eisen. |
4448 |
En als hij hier met zijn schoenen in zijn hand bleef zitten, zou er van slapen helemaal niets komen. |
4449 |
Door het raam viel slechts een dofgrijs schijnsel naar binnen door de verwarde takken van de nog donkerder klimop. |
4450 |
Misschien miezerde het alleen nog of zou het dadelijk weer gaan beginnen. Het was al zo donker voor de middag. |
4451 |
Hij haalde zijn hand onder de deken vandaan en keek naar de lichtgevende cijfers van zijn horloge. Twee uur pas. |
4452 |
Badri had al zijn vaccins gehad. Colin was door zijn moeder op de trein gezet en had extra geld meegekregen. |
4453 |
Dunworthy was op zijn eerste tijdreis naar Londen bijna niet meer teruggekomen, ondanks alle voorzorgsmaatregelen. |
4454 |
Het hokje van de kaartverkoop was donker en een ijzeren hek sloot de toegang tot de houten klaphekjes af. |
4455 |
Hij trok de deken tot over zijn schouder. Er kon van alles mis zijn gegaan, dingen waar niemand aan had gedacht. |
4456 |
Colins moeder had er waarschijnlijk nooit rekening mee gehouden dat de trein niet verder zou gaan dan Barton. |
4457 |
Misschien was er toch een grotere verschuiving opgetreden dan verwacht en was het station al gesloten. |
4458 |
Maar ook aan het ijzeren hek dat hem bij de klaphekjes weghield en aan het donkere station daarachter. |
4459 |
Ik kan nu drie of vier keer ademhalen zonder te hoesten en vanochtend had ik zelfs mijn eetlust weer terug. |
4460 |
Agnes heeft me ook verteld dat ze drie oudere broers heeft, die allemaal bij hun vader in Bath zijn. |
4461 |
Hij is ongetijfeld werkelijk zo bijgelovig en ongeletterd als zij beweert, maar onbekwaam is hij niet. |
4462 |
Hij hield mijn hand vast toen ik op sterven lag. Hij zei dat ik niet bang hoefde te zijn en dat was ik ook niet. |
4463 |
Ik weet niet of mijn eigen kleren ongepast worden gevonden of dat ze gewoon te mooi zijn voor doordeweeks. |
4464 |
Toch weet ik zeker dat ik om de haverklap iets fout doe, daarom is vrouwe Imeyne ook zo achterdochtig. |
4465 |
Vrouwe Eliwys maakt zich te veel zorgen over het proces om mijn fouten op te merken en de meisjes zijn te jong. |
4466 |
Ik sloeg mijn ogen neer en hoopte dat hij me zou aanspreken. Hij kwam naar me toe en ging op een knie zitten. |
4467 |
Ik weet waarom Eliwys zo op haar hoede was toen hij binnenkwam en waarom hij een bende rovers uit zijn duim zoog. |
4468 |
Het ministerie wees alle inwoners van Oxford en omgeving op het gevaar van omgang met besmette personen. |
4469 |
Hij had tot halfacht aan het net gewerkt en was daarna teruggegaan naar zijn flat om zich te kleden voor het bal. |
4470 |
Het enige hiaat was de tijd tussen twaalf uur en halfdrie, in die periode zou ze Badri gezien kunnen hebben. |
4471 |
Misschien had zij Badri eerder nog gezien, of wist ze waar hij maandag tussen twaalf uur en halfdrie was geweest. |
4472 |
Hij was helemaal niet in de woning, alleen de inhoud van zijn tas lag over het vloerkleed uitgespreid. |
4473 |
Slechte eetgewoonten en een volslagen gebrek aan discipline. Het is een schande zoals dit college wordt geleid. |
4474 |
Het kon geen sjaal zijn. Hij trok zijn eigen das om zijn hals en ging door de regen op weg naar het ziekenhuis. |
4475 |
Op de terugweg zou hij iets voor hem kopen, speelgoed of een videoband, zolang het maar geen sjaal was. |
4476 |
In het ziekenhuis werd hij meteen naar de isolatie afdeling gebracht om de nieuwe patiënten te ondervragen. |
4477 |
Ik weet niet of hij je iets kan vertellen. Hij heeft nog steeds hoge koorts, wat bij de diagnose past. |
4478 |
Op de monitor was een diagram te zien met net zoveel takken als de grote beuk op de binnenplaats van Balliol. |
4479 |
Ik had nog niet alles, maar als je de sjaal en zo voor me zou willen inpakken, dan heeft hij in elk geval iets. |
4480 |
Ze had de halve stad afgelopen en er waren zeker vijfhonderd mensen die haar aangestoken konden hebben. |
4481 |
Colin was niet meer bij de poort en evenmin in de eetzaal, waar Finch bijna door zijn suiker en boter heen was. |
4482 |
Ze sluiten normaal al vroeg, maar sommige winkels zijn vanwege de quarantaine al tussen de middag gesloten. |
4483 |
Vorig jaar was het droog geweest en toen was de kerk nog maar halfvol. Kivrin was met hem meegegaan. |
4484 |
Dunworthy had haar in de Bodleian aangetroffen en had haar uitgenodigd op zijn cocktailparty en voor de mis. |
4485 |
Hij bleef in het portaal staan en wreef de glazen schoon aan zijn das, maar direct daarop besloegen ze opnieuw. |
4486 |
Ik ging nog liever naar de kerk, dus ik vroeg of ik mevrouw Taylor kon helpen met het dragen van de klokken. |
4487 |
Over een tijdje zijn ze met geen stok meer uit huis te krijgen, maar nu zoeken ze troost bij elkaar. |
4488 |
In de grote ruimte was het nog warmer en er hing een sterke geur van vochtige wol en vochtige steen. |
4489 |
Het gedraai van de dominee had niet het gewenste effect gehad. Hij legde zijn das en jas op de plaats naast hem. |
4490 |
Ze moest aan de Latijnse mis in 1320 denken, met echte kaarsen die op de vensterbanken stonden te flakkeren. |
4491 |
Ik vraag me af of het ook werkelijk zo is, dacht hij, tot hij besefte dat het bij haar nu geen kerstavond was. |
4492 |
Hij kwam als een onwetend en hulpeloos kind, onbewust van het kwaad en van het verraad dat op zijn weg zou komen. |
4493 |
Ze zit ongedeerd in Skendgate, ze weet wanneer het rendez vous is en haar recorder is al voor de helft vol. |
4494 |
Straks gelooft ze nog dat ik een heks ben. Overigens heb ik meteen een probleem nu ik niet meer bedlegerig ben. |
4495 |
Het is een Normandische kerk, met een middenschip, zuilen van zandsteen en grote tegels op de vloer. |
4496 |
In het midden bevindt zich een enkele graftombe, misschien wel dezelfde die ik bij de opgraving heb blootgelegd. |
4497 |
Bovenop ligt een gebeeldhouwde ridder met gekruiste armen, zware handschoenen en een zwaard aan zijn zijde. |
4498 |
Het ene laat zien hoe de gelovigen de hemel betreden, op het andere worden de verdoemden naar de hel gestuurd. |
4499 |
Het altaar is onopgesmukt, met een witte linnen doek eroverheen en aan beide zijden een zilveren kandelaar. |
4500 |
Het zal wel helemaal ondergesneeuwd zijn, maar het is vandaag zonnig en het begint zelfs een beetje te dooien. |
4501 |
Ze was zogenaamd overvallen en voor dood achtergelaten en nu wilde ze met twee kleine meisjes het bos in. |
4502 |
Rosemund wilde nog iets zeggen, maar ze bedacht zich en ging haar mantel halen die aan de tussenmuur hing. |
4503 |
Gawyn was weg, maar ze had toestemming om met de paarden naar het bos te gaan en de priester ging met hen mee. |
4504 |
De pony was helemaal geen pony, maar een flinke vos die bijna net zo groot was als het paard van Rosemund. |
4505 |
Meneer Dunworthy had er meteen op aangedrongen dat ze zou leren paardrijden en dat was haar vrij vlot gelukt. |
4506 |
Ze had haar paard aan het hek van het kerkhof vastgebonden en stond met haar handen op haar heupen rond te kijken. |
4507 |
Ze hadden genoeg lawaai gemaakt om de doden op het kerkhof te wekken, maar er was niemand uit de kerk gekomen. |
4508 |
Kivrin knielde eveneens om een kruisteken te maken, waarna ze in het pikkedonker met Agnes naar het koorhek liep. |
4509 |
Ze maakte zich los en holde weg, niet in de richting van de klokketoren maar naar de noordkant van de kerk. |
4510 |
Kivrin volgde haar naar het kerkhof en zag haar in de toren verdwijnen. Ze vroeg zich af waar de priester kon zijn. |
4511 |
Kivrin knielde neer en pakte de kaars, die net was aangestoken. De was rond de pit was nauwelijks gesmolten. |
4512 |
Bijna alsof iemand in de buurt de adem stond in te houden, verborgen achter de graftombe of een van de zuilen. |
4513 |
In het bos was ook niemand geweest, dacht ze, en waagde zich nog verder naar voren. Bij de tombe was niemand. |
4514 |
Haar hart bonkte net zo luid als in het bos, luid genoeg om zachte voetstappen of een ademhaling te overstemmen. |
4515 |
Ze draaide zich met een ruk om, waardoor het vlammetje van de kaars een lichtspoor in de donkere ruimte trok. |
4516 |
Hij staarde haar alleen maar aan, net als op de open plek. Het was geen droom, dacht ze angstig, hij was er echt. |
4517 |
Kivrin holde over de stenen vloer, trok de deur open en schoot naar buiten. De kaars viel uit haar hand. |
4518 |
Agnes was al bijna bij het hek, maar ze bleef staan zodra ze Kivrin zag en wilde naar haar toe gaan. |
4519 |
Dat kon ook haast niet. Vanuit de deuropening gezien was de kerk bijna helemaal in het donker gehuld. |
4520 |
Ze drukte haar gezicht tegen Kivrins rokken toen de deur openging en klemde zich vast aan haar been. |
4521 |
Het duurde even voordat de tolk zijn woorden vertaalde en Kivrin vroeg zich af waarom ze hem niet zelf verstond. |
4522 |
De stem waarmee hij haar de laatste sacramenten toe had gediend en gezegd dat ze niet bang hoefde te zijn. |
4523 |
Ik ben gekomen om te zien hoe jullie leven, maar ik ben ziek geworden en nu weet ik niet waar het rendez vous is. |
4524 |
Hij stak een hand uit alsof hij Kivrin wilde zegenen, maar in plaats daarvan betastte hij haar slaap. |
4525 |
Ze passeerden een groepje wilgen, maar die stonden te ver van het pad en er liep een deels bevroren beekje langs. |
4526 |
Daarachter stond een rij lijsterbessen, met zulke regelmatige tussenruimten dat ze wel aangeplant leken. |
4527 |
Ze waren over dit pad gekomen en ze had gehoopt dat ze iets zou herkennen, maar dat was niet het geval. |
4528 |
En later was ze bij een tweesprong van het paard gevallen. Ze waren nog niet bij een tweesprong gekomen. |
4529 |
Ze zou het in haar eentje nooit terug kunnen vinden. Ze kon nauwelijks tien meter ver het bos in kijken. |
4530 |
Vader Roche verliet het pad, worstelde zich langs een paar sparren en bleef staan bij een hulstboom. |
4531 |
Hij stak met zijn takken boven de sparren uit en de rode bessen gloeiden tussen de glanzende bladeren. |
4532 |
Kivrin pakte ze aan en stopte ze in de zak, waarbij ze ervoor zorgde de stijve bladeren niet te breken. |
4533 |
En ze herinnerde zich heel duidelijk dat hij bij de kar geweest was. Het had geen zin eromheen te draaien. |
4534 |
Ze kon zich niet herinneren dat ze terug waren gegaan, maar het was ook allemaal zo vaag en verward. |
4535 |
Ze moest hier terugkomen voordat het ging dooien en de weg markeren met inkepingen in de bomen of met stukjes stof. |
4536 |
Al na een paar honderd meter wist ze niet meer in welke richting het pad lag, ondanks de afdrukken in de sneeuw. |
4537 |
Hans en Grietje hadden maanden kunnen rondzwerven zonder hun huis of het hutje van de heks te vinden. |
4538 |
De takken spreidden zich uit als een tentdak en de bodem eronder was slechts met een dun laagje sneeuw bedekt. |
4539 |
Ze herinnerde zich het vuur, waarvan ze dacht dat het de brandstapel was. Maar dat kon het niet zijn. |
4540 |
Daarna had hij het vuur gedoofd door er met zijn laarzen op te stampen en de rook had haar verblind. |
4541 |
Vader Roche stond bij de ezel te wachten, nog altijd met die vreemd plechtige uitdrukking op zijn gezicht. |
4542 |
Kivrin kon de tweesprong niet zien en ze had geen idee of dit hetzelfde pad was waarover ze waren gekomen. |
4543 |
Alles zag er hier hetzelfde uit, de wilgen, de open plekken en de eiken. Ze begreep nu wat er was gebeurd. |
4544 |
De twee paden liepen bijna honderd meter vrijwel naast elkaar, waarna een ervan afboog naar een lage heuvel. |
4545 |
Hij drukte zijn hoeven in de aarde en verplaatste zijn gewicht, waardoor hij bijna door zijn achterpoten zakte. |
4546 |
Het dichte geboomte aan weerskanten zat nog onder de sneeuw. Rosemund stond al op de volgende heuvel te wachten. |
4547 |
Sneeuw daalde in wolken neer toen ze de aan elkaar gevroren takken opzij duwde. Vogels vlogen schreeuwend op. |
4548 |
Ze herkende de eik en verderop in het bos de berken met hun witte stammen. Dit moest de open plek zijn. |
4549 |
Die kon ze zich helemaal niet herinneren. Het komt door de sneeuw, dacht ze, daardoor lijkt de plek groter. |
4550 |
Maar Gawyn had het juwelenkistje niet naar het huis gebracht, want dat had ze in de berm van het pad verstopt. |
4551 |
Ze liep langs Rosemund en worstelde zich tussen de wilgen door zonder zich om de sneeuwlawines te bekommeren. |
4552 |
Het meisje had op het pad van haar pony willen klimmen, maar zat met haar voet vast in de stijgbeugel. |
4553 |
Kivrin nam haar in haar armen en duwde tegen haar middel om haar ademhaling weer op gang te brengen. |
4554 |
Kivrin had bijna geroepen dat hij ook moest oppassen, maar Agnes overstemde alles met haar gejammer. |
4555 |
Hier moest het zijn. Misschien had ze het kistje toch verder van het pad af gelegd en had de sneeuw. |
4556 |
De wanten waren kletsnat geworden. Kivrin deed haar geleende handschoenen uit en gaf die aan het meisje. |
4557 |
Ze reikten helemaal tot aan haar schouders, wat ze prachtig vond, en Kivrin dacht al dat ze haar knie was vergeten. |
4558 |
Colin had natuurlijk met alle geweld op een onchristelijk tijdstip willen opstaan om zijn cadeautjes open te maken. |
4559 |
Hij ging op de grond zitten en begon zijn pakjes open te maken. De zeeptabletten waren een doorslaand succes. |
4560 |
Haar gedrag is stuitend. Ze bekritiseert alles en iedereen en staat erop dat ze op de kamer van haar zoon slaapt. |
4561 |
Het water droop van de verlichte kerstboom op de binnenplaats. Iedereen zat nog aan tafel, behalve het bellenkoor. |
4562 |
De toestand is hier gewoon onbeschrijfelijk. Ik begrijp niet dat er nog niet eerder een epidemie is uitgebroken. |
4563 |
De dominee had gezegd dat de mensen zich in huis zouden opsluiten als de epidemie verder om zich heen greep. |
4564 |
Of ze lagen te slapen na een overdadig kerstmaal. Of ze waren zo verstandig niet in de regen te gaan lopen. |
4565 |
Ze droeg nog dezelfde witte jas als twee dagen geleden. Iemand had een takje hulst op haar revers gespeld. |
4566 |
Zijn gezicht was weer donker van de koorts en zijn ogen waren gezwollen, alsof hij een klap had gekregen. |
4567 |
Ze is nu al vier dagen in het verleden. Daar kunnen we niets meer aan veranderen; het is al gebeurd. |
4568 |
Als ik iemand kan vinden om het net te openen. Colin haalde de toverbal uit zijn mond en keek er peinzend naar. |
4569 |
Het ding had witte en blauwe vlekken en zag er wel een beetje uit als de maan. Hij stopte hem weer in zijn mond. |
4570 |
Daar kun je niets aan veranderen. Het net gaat gewoon niet open als we iets aan de geschiedenis willen veranderen. |
4571 |
Dunworthy keek gespannen om naar de ingang van het ziekenhuis, maar zelfs de demonstranten waren niet meer te zien. |
4572 |
Hun hutjes bieden geen beschutting tegen de wind en waar ik binnen ben geweest was geen deken te bekennen. |
4573 |
Ze moeten letterlijk doodvriezen en volgens Rosemund heeft de meier gezegd dat het tot de kerst blijft regenen. |
4574 |
Een ontstoken wond kan gevaarlijk zijn. In de middeleeuwen hadden ze nog geen middel tegen microben. |
4575 |
Nog een geluk voor hem dat er niet echt twintig met zwaarden, knotsen en strijdbijlen bewapende rovers waren. |
4576 |
Dunworthy dacht erover het weg te leggen, maar hij wilde de jongen niet wekken. Hij ging naar zijn slaapkamer. |
4577 |
De middeleeuwers wisten niet dat de ziekte door rattevlooien werd verspreid. Ze hadden geen benul van de oorzaak. |
4578 |
Die laatsten waren vermoord, oude vrouwen opgehangen. Vreemdelingen waren naar de brandstapel gesleept. |
4579 |
Op zijn tenen ging hij naar Colin toe en haalde voorzichtig het boek onder het hoofd van de jongen uit. |
4580 |
Badri had zich van tevoren zorgen gemaakt over een verschil van hooguit enkele weken, niet van jaren. |
4581 |
Finch kwam binnen in zijn ochtendjas, met een vervallen uiterlijk en een zorgelijke blik in zijn ogen. |
4582 |
Die vrouw had het over indianen met pijl en boog gehad, daarom verwachtte hij nog geen bende Sioux tegen te komen. |
4583 |
Andrews had niet gezegd hoe laat hij zou bellen, maar Dunworthy wilde de telefoon niet onbeheerd achterlaten. |
4584 |
We mogen niet een vervangster inzetten als iemand ineens omvalt. En het zou desastreus zijn voor de harmonie. |
4585 |
Ze hadden versterking gekregen van een stel knapen van Colins leeftijd met zwart beschilderde gezichten. |
4586 |
Hij zat te typen. Zijn polsen lagen op zijn knieën en zijn vingers roffelden razendsnel op de deken. |
4587 |
De monitoren aan de muur begonnen te piepen en heftige pieken te vertonen. Op de gang klonk een alarmbel. |
4588 |
Badri zag er afgemat en apathisch uit, bijna verveeld. Op zijn arm vormde zich al een nieuwe blauwe plek. |
4589 |
Voornamelijk wartaal, koortsdromen zonder betekenis. Hij ging naar buiten en probeerde een taxi te vinden. |
4590 |
Misschien had hij zich vergist toen hij zei dat het maar vier uur was en was het in werkelijkheid vier jaar. |
4591 |
Dat kan niet goed zijn, had hij gezegd. Dunworthy holde het binnenplein over en ging naar zijn kamer. |
4592 |
Het regende niet zo hard meer en er waren weer wat mensen op straat, hoewel veel winkels gesloten waren. |
4593 |
Ik heb een ingenieur gevonden die de lokalisatie door de telefoon kan natrekken. We moeten de computer aansluiten. |
4594 |
Hij is rood en erg gevoelig, ze schreeuwt het gewoon uit als ik haar knie aanraak. Ze kan nauwelijks lopen. |
4595 |
Ik heb Gawyn gevraagd naar hem toe te gaan en de boodschap door een van zijn knechten te laten overbrengen. |
4596 |
Haar knie zag er slecht uit. Ze kon helemaal niet lopen en ik zag een rode streep onder de huid erboven. |
4597 |
Het is moeilijk te zien, want de hele knie is rood en opgezet, maar ik durfde niet langer te wachten. |
4598 |
Ze hadden in 1320 geen middel tegen bloedvergiftiging en het is mijn schuld dat de wond is ontstoken. |
4599 |
De middeleeuwers beschouwden God als een levend wezen, bijna even tastbaar als de zichtbare wereld om hen heen. |
4600 |
Het leven in dit lichaam is een onbelangrijke illusie, het echte leven behoort toe aan de onsterfelijke ziel. |
4601 |
Veel lichter was het er niet. Zijn huis is nauwelijks groter dan de hut waarin ik heb geschuild en niet hoger. |
4602 |
Kivrin moest het beamen. Er was die nacht bijna dertig centimeter sneeuw gevallen en de bui hield nog steeds aan. |
4603 |
Aan het eind van de ochtend hield het plotseling op met sneeuwen en tegen twee uur begon het op te klaren. |
4604 |
Ze schrok op toen Maisry binnenkwam en viel tegen haar uit omdat ze moddervlekken op de vloer maakte. |
4605 |
Die zou hij bij zonsondergang aansteken om er het verstrijken van de uren tot middernacht mee bij te houden. |
4606 |
Haar terugkeer moest binnen een week plaatsvinden, maar ze had nog geen idee waar het rendez vous was. |
4607 |
Ze herinnerde zich dat ze zich aan de magere rug van de koe had vastgeklampt toen ze naar de open plek had gezocht. |
4608 |
Ze bukte en hield een handvol haver onder zijn neus, waar het beest niet de geringste belangstelling voor toonde. |
4609 |
Ze bleef staan met een hand op de rug van het dier, haar gezicht verborgen achter haar lange donkere haar. |
4610 |
Imeyne zag er echter niet ontevreden uit, dus waarschijnlijk had hij de boodschap aan de aartsdiaken overgebracht. |
4611 |
Verschillende nieuwkomers hadden rood haar, onder wie een vrouw die ongeveer even oud als Imeyne leek te zijn. |
4612 |
Ze was ervan uitgegaan dat de dikkerd getrouwd was met de rossige feeks of met de vrouw met de stijve haarkap. |
4613 |
Rosemund bleef met haar vuurrode wangen stokstijf staan terwijl hij met zijn vette handen aan haar hals friemelde. |
4614 |
Zo te zien zouden ze hier de hele winter blijven. Ook over haar eigen lot had ze niet hoeven in te zitten. |
4615 |
Vrouwe Imeyne zat bij de muur te praten met de kloeke vrouw en een bleke man die als een geestelijke was gekleed. |
4616 |
Hij was een onbenul en een knoeier, die zondag tijdens de mis het confiteor voor het adjutorum had gezegd. |
4617 |
Eliwys speelde met haar zware ring. Gawyn ging zitten, veegde het stro van zijn broek en trok de laars weer aan. |
4618 |
Kivrin had gehoopt dat ze Gawyn in de loop van de avond kon spreken, maar dat was in dit gezelschap niet mogelijk. |
4619 |
Latimer had verteld dat de middeleeuwers de toekomst voorspelden uit de schaduwen die het joelblok wierp. |
4620 |
Het rode lint begon al te rafelen en zou niet vaak meer gebruikt kunnen worden. Ze boog zich eroverheen. |
4621 |
Haar vader hield van haar en wilde niet dat haar iets zou overkomen, maar toch luisterde ze niet naar hem. |
4622 |
Een van hun bedienden kwam snel aanlopen om hun mantels aan te geven, waarvan er een met eekhoornbont was gevoerd. |
4623 |
De jongste zoon van de meier kwam Kivrin haar witte mantel brengen, waarvan hij de zoom over de grond liet slepen. |
4624 |
Behoedzaam maakte ze de rode mantel van Agnes vast om haar niet te prikken met de naald van de gesp. |
4625 |
Maar je kunt hem nu niet meenemen, we moeten naar de mis. Daarna worden de klokken voor het feest geluid. |
4626 |
Een van heer Bloets bedienden stak de hoornlantarens aan met een takje uit het vuur en deelde ze uit. |
4627 |
Toortsen verlichtten het hele kerkhof tot aan de klokketoren. Kivrin kon de teerachtige geur van de fakkels ruiken. |
4628 |
Bij een fakkel zag iedereen er als een moordenaar uit. Geen wonder dat de elektriciteit was uitgevonden. |
4629 |
Nachtmissen zouden later door de kerk worden verboden vanwege het overdadige drankgebruik en andere uitspattingen. |
4630 |
Een andere knecht deed hetzelfde voor heer Bloet, die zich puffend en met een rood gezicht liet zakken. |
4631 |
Ze had het lint juist strakker moeten aantrekken, dan zou het belletje niet bij elke beweging rinkelen. |
4632 |
Hij droeg een zwarte kazuifel onder zijn witte kleed, beide gewaden waren van kostbare stof gemaakt. |
4633 |
Als Roche zich over het altaar boog, kon ze ruim tien centimeter van zijn versleten bruine broek zien. |
4634 |
De misgewaden hadden waarschijnlijk aan zijn voorganger toebehoord of waren afdankertjes van Imeynes kapelaan. |
4635 |
Hij had tegen Kivrin gezegd dat de mis volstrekt authentiek was, ook al was hij naar de middag verplaatst. |
4636 |
Het arme kind moest uitgeput zijn. Ze was al voor dag en dauw opgestaan en was al die tijd druk in de weer geweest. |
4637 |
Bij hen moest het nu 2 januari zijn, bijna het eind van de vakantie. Alle versieringen waren al weggehaald. |
4638 |
Ze draaide haar hoofd om. Gawyn had een verveeld gezicht en was er wat gemakkelijker bij gaan zitten. |
4639 |
Het belangrijkste van de voorstelling was achter de rug en de eerste mensen gingen weg om uit de drukte te komen. |
4640 |
De gesprekken werden al hervat voordat ze de kerk uit waren. Kivrin kon de zegen nauwelijks verstaan. |
4641 |
Ze leunde wat zwaarder op zijn arm. De klokken waren allemaal weer gaan luiden, helemaal uit de maat. |
4642 |
Kivrin vroeg zich af of hij degene was die zo uitbundig de klok luidde. Haar slapende voet begon te tintelen. |
4643 |
Ze waren helemaal alleen op het open veld. De rest van de familie had bijna de poort van het riddergoed bereikt. |
4644 |
Voor de kerk stonden nog veel mensen, net als langs het pad, waar iemand een vreugdevuur had aangestoken. |
4645 |
De rovers hadden uw kostbaarheden meegenomen en ik heb geprobeerd ze te vinden, maar dat is niet gelukt. |
4646 |
Eliwys ging staan en stak haar armen uit in een gebaar van verwelkoming. Kivrin bleef staan en snakte naar adem. |
4647 |
Een bode van de bisschop en twee andere geestelijken zijn aangekomen. Ze kwamen kort na de nachtmis. |
4648 |
Ze denkt dat de bisschop haar een nieuwe kapelaan heeft gestuurd, maar daar ben ik nog niet zo zeker van. |
4649 |
Ze hebben helemaal geen bedienden bij zich en ze zijn erg gespannen, alsof ze op een geheime missie zijn. |
4650 |
Agnes dacht eerst dat ze de drie wijzen uit het oosten waren en ze maken ook een koninklijke indruk. |
4651 |
De gezant van de bisschop heeft een mager, aristocratisch gezicht, en alle drie zijn ze gekleed als koningen. |
4652 |
Een van de mannen draagt een paarse fluwelen mantel met op de rug een kruis van witte zijde geborduurd. |
4653 |
De gezant droeg een eveneens zeer fraaie rode mantel, versierd met goudstiksel en een zoom van sabelbont. |
4654 |
Hij heeft een prachtige ring aan elk van zijn dikke vingers en hij gedraagt zich helemaal niet als een monnik. |
4655 |
De grootste verschuiving bij echte tijdreizen deed zich voor bij een reis naar de zeventiende eeuw: 226 dagen. |
4656 |
Mary zag eruit alsof ze in haar hospitaalkleding had geslapen en haar masker bungelde aan haar hals. |
4657 |
In de eerste test was een fout geslopen en daarom moesten ze opnieuw beginnen. Ik verwacht het resultaat morgen. |
4658 |
Die zou zich alleen maar gesterkt voelen in zijn mening dat het laboratorium gesloten moest blijven. |
4659 |
Hij schoof het toestel naar de portier, die meteen achter de balie vandaan kwam om hem naar de uitgang te brengen. |
4660 |
Hij had helemaal niet meer aan haar gedacht. Hij had haar sinds de dienst op kerstavond niet meer gezien. |
4661 |
Dat zou kunnen betekenen dat ze niet alleen wist op welke vis Basingame was, maar ook waar de man zelf uithing. |
4662 |
Hij probeerde haar flat nog een keer en liet de zoemer overgaan terwijl hij Williams verslag bekeek. |
4663 |
William maakte zich met tegenzin los van een kleine brunette in een Burberry regenjas en ging naar binnen. |
4664 |
Er zijn een heleboel plekken die niet in de gaten worden gehouden. De politieagenten staan niet graag in de regen. |
4665 |
Zelf had hij alleen maar onderbrekingen meegemaakt, maar door de muziek voelde hij zich toch opgewekter. |
4666 |
Ze stond voor de half opgegraven ruïne van de kerk. Hij zag ook waarom ze zo graag terug had gewild. |
4667 |
Alles zat onder de modder: de grafstenen, de lampen die ze had opgehangen, de spaden die tegen de muur stonden. |
4668 |
Alle studenten archeologie zijn meteen met vakantie gegaan en ik kon maar af en toe een vrijwilliger vinden. |
4669 |
Montoya ging rechtop staan, een plat kistje vol modder in haar handen. Ze legde het op een hoek van de tombe. |
4670 |
We zitten midden in een akker waar gerst wordt verbouwd. Varkens zijn er hier niet, net zomin als vogels of vissen. |
4671 |
Montoya hield een steen tegen het licht, krabde met haar nagels wat modder weg en wreef over het oppervlak. |
4672 |
Plotseling zag hij dat het geen steen was, maar een stuk bot. Het zou een voetbotje van de ridder kunnen zijn. |
4673 |
Blijkbaar had ze gevonden wat ze zocht, een onregelmatig bot ter grootte van een walnoot, met een ronde zijkant. |
4674 |
Hij was te zeer gesteld op de theorie dat een of ander veertiende eeuws virus door het net was gekomen. |
4675 |
En hij was te zeer gesteld op zijn gezag als waarnemend hoofd van Geschiedenis om zijn theorie te laten varen. |
4676 |
Toen u mij met de kerst belde, zei u dat u hem nodig had om toestemming van de Gezondheidsraad te krijgen. |
4677 |
Het regende hard, water stroomde uit de afvoerpijpen en spoelde zaken van onschatbare historische waarde weg. |
4678 |
De monnik had een dienstmaagd van heer Bloet mee naar een hoek genomen en speelde met haar hoofddoek. |
4679 |
Ze kon onmogelijk ongemerkt in de buurt van Gawyn komen, laat staan hem naar de open plek in het bos vragen. |
4680 |
Het hondje was al in slaap gevallen, uitgeput van al het gesol. Kivrin legde hem in het stro naast het veldbed. |
4681 |
Ze nam de bel in beslag legde een tweede deken over ze heen, waarna ze naast het meisje ging liggen. |
4682 |
Het maakte trouwens weinig uit, want op Eliwys kon hij geen indruk meer maken, zij was niet meer in de zaal. |
4683 |
Of de gezant en zijn slippendragers nu vertrokken of niet, het was nog maar vijf dagen tot het rendez vous. |
4684 |
Hij gaf geen antwoord, maar ze hoorde hem zacht bidden. Hij lag achter het koorhek op zijn knieën bij het altaar. |
4685 |
Ik heb haar soep gebracht, maar ze wilde niet eten. Walthef moest overgeven na al het drinken en dansen. |
4686 |
Ik zal niet bevreesd zijn, ook al zijn dit de dagen van toorn en van oordeel, want U heeft een grote hulp gezonden. |
4687 |
Fronsend vroeg ze zich af of ze een of ander voorschrift had overtreden in haar ijver om hem te helpen. |
4688 |
Ze haalde de half opgebrande kaarsen uit een zware kandelaar. De zijkanten waren bedekt met gestolde was. |
4689 |
Het kind had te kort geslapen om uitgerust te zijn en ze weigerde stil te staan om haar haar te laten borstelen. |
4690 |
De meeste kerkgangers hadden zo te zien weinig slaap gehad en sommigen hadden blijkbaar een zware kater. |
4691 |
De gezant begon tijdens de mis steeds sneller te praten, alsof hij er zo snel mogelijk vanaf wilde zijn. |
4692 |
Het open veld was in beslag genomen door de dorpelingen, die het feest van de vorige avond wilden voortzetten. |
4693 |
Tenslotte legde ze hem in een hoek achter een zeis en liet Agnes handenvol stro over hem heen gooien. |
4694 |
Ik weet niet waar het rendez vous is. De cisterciënzer kwam naar buiten, met een mantel over zijn witte habijt. |
4695 |
Rosemund liep opgewekt verder door het gewoel van de knechten die de bagage op de paarden aan het laden waren. |
4696 |
Ik vrees dat hij gisteravond wat te uitbundig feest heeft gevierd en de gevolgen van te veel wijn ondervindt. |
4697 |
Als Imeyne nog in de kerk was, nam ze zich voor achter een van de hutten weg te duiken en in het bos te verdwijnen. |
4698 |
Twee knechten van heer Bloet worstelden met een zware kist, die vlak voor haar voeten op de grond viel en kantelde. |
4699 |
Ze deed een stap terug en liep eromheen, waarbij ze ervoor zorgde niet te dicht bij de paarden te komen. |
4700 |
Uit de chaos van bedienden, kisten en paarden was een ordelijke stoet gevormd en Cob had de poort geopend. |
4701 |
De paarden van de drie koningen deden nu dienst als lastdieren en waren met de teugels aan elkaar gebonden. |
4702 |
Ze was van plan de mantel aan de eerste de beste knecht te geven en zelf op weg te gaan naar de hutten. |
4703 |
Iedereen leek opgelucht te zijn, maar ook een beetje katterig en uitgeput door het gebrek aan slaap. |
4704 |
Niemand maakte aanstalten de tafels op te ruimen, die nog vol stonden met vuile borden en halflege schalen. |
4705 |
Eliwys liet zich op de hoge stoel zakken, met haar armen slap neerhangend, en keek afwezig naar de rommel. |
4706 |
De voorhof was verlaten. Het vreugdevuur op het open veld smeulde nog na, maar er stonden geen mensen meer omheen. |
4707 |
Misschien had de gezant toch niet gelogen en was de klerk inderdaad de nieuwe kapelaan, of hij het wilde of niet. |
4708 |
Kwam Gawyn nu maar terug, dan kon ze hem naar de open plek vragen terwijl de anderen lagen te slapen. |
4709 |
Langzaam liep ze terug over het veld en luisterde of ze zijn paard kon horen. Gawyn zou wel over de hoofdweg komen. |
4710 |
Ze zette de spade tegen de omheining van het varkenskot en liep langs de muur van het riddergoed naar de poort. |
4711 |
Of misschien kon hij het haar zo ook wel duidelijk maken, of een kaartje tekenen waarmee ze zelf de weg kon vinden. |
4712 |
Ze bleef bij de poort staan tot ze het koud kreeg, waarna ze langs de muur terugging naar het varkenskot. |
4713 |
En ondanks de wijnkruiken was het ook geen kwestie van overmatig drankgebruik. Hij was ziek, heel erg ziek. |
4714 |
Onverklaarbare sterfgevallen deden zich voor in kloosters en kathedralen. Sterfgevallen die anderen goed uitkwamen. |
4715 |
De klerk leek haar niet te horen. Zijn ogen waren half gesloten en ook de oogleden waren wat opgezet. |
4716 |
De klerk tilde zijn hand op en veegde de doek van zijn voorhoofd, waarna zijn arm slap langs zijn zij viel. |
4717 |
Plotseling gooide hij zijn armen omhoog, sloeg de doek uit haar hand en begon naar haar te slaan en te schoppen. |
4718 |
Ze pakte een van zijn polsen, maar hij haalde uit met zijn andere hand en trof haar vol op haar borst. |
4719 |
De anderen in de kamer stonden als aan de grond genageld toe te kijken, alleen Imeyne lag nog op haar knieën. |
4720 |
Maisry was op de vensterbank gaan zitten, met haar handen tegen haar oren en haar ogen stijf dichtgeknepen. |
4721 |
De familie was hier niet gekomen vanwege het proces, niet omdat heer Guillaume onmin had met de koning. |
4722 |
Vandaag eigenhandig vijf van mijn kinderen in één enkel graf gelegd... Geen doodsklokken, geen tranen. |
4723 |
Onder hen ook mevrouw Taylor, die negenenveertig slagen voor het einde van een optreden in elkaar was gezakt. |
4724 |
Ik kreeg het bijna om mijn nek. Ze wilde nog doorgaan toen ze weer bijkwam, maar toen was het natuurlijk te laat. |
4725 |
Hij was er niet in geslaagd een ingenieur te bereiken, laat staan om er een naar Oxford te laten komen. |
4726 |
Dunworthy bekeek de blaadjes terwijl hij bij de telefoon zat te wachten op antwoord van een ingenieur of een gids. |
4727 |
William was erin geslaagd beslag te leggen op de vertrouwelijke medische gegevens van de eerste zieken. |
4728 |
Londen heeft beloofd morgen een nieuwe voorraad te sturen, maar we hebben niet genoeg meer voor bezoekers. |
4729 |
Dunworthy baande zich een weg naar de dienstdoende arts, die hem vertelde hoe hij bij de voorraadkamer moest komen. |
4730 |
De stretchers in de gangen waren inmiddels wat ordelijker neergezet, zodat er in het midden een smal pad overbleef. |
4731 |
Hij besefte tot zijn schrik dat het mevrouw Gaddson was, maar gelukkig had ze het te druk om hem op te merken. |
4732 |
Ze was blijkbaar opgeroepen om tijdens de epidemie bij te springen, want ze was zeker negentig jaar oud. |
4733 |
Vanmiddag bleken drie zieken bij aankomst te zijn overleden. Een van hen was een baby van zes maanden. |
4734 |
Er zijn al twintig verpleegkundigen ziek en ze kunnen niemand meer oproepen. Ze vragen nu studenten om te helpen. |
4735 |
Dat betekende dat er een hele dag voorbij was gegaan en dat niemand had opgeschreven wat Badri had gezegd. |
4736 |
Zelfs met zijn handschoen aan voelde hij dat die ijskoud was. Hij keek naar een van de beeldschermen. |
4737 |
Na een tijdje kwamen de handen wat tot bedaren, hoewel Dunworthy niet wist of dat een goed teken was. |
4738 |
Maskers waren uitverkocht en de thermometers en aspirine waren schandalig geprijsd. Hij kocht de hele voorraad op. |
4739 |
Hij hoorde niet eens de zoemtoon, maar hij had nog niet neergelegd of het toestel begon te rinkelen. |
4740 |
Dunworthy legde neer. Hij had gerustgesteld moeten zijn, maar hij voelde zich helemaal niet opgelucht. |
4741 |
Ze stond in haar nachthemd op de binnenplaats en zwaaide plechtig met haar armen in een onduidelijk ritme. |
4742 |
Hij maakte een pakje snoep open en stopte een lichtblauw stuk zeep in zijn mond. Ook het briefje was kletsnat. |
4743 |
Het waren polsbeentjes geweest en Montoya had geen benen spoor, maar een kleine recorder tegen het licht gehouden. |
4744 |
Ik was bang dat hij een fout met de siderische berekening had gemaakt, want die zou niet zo gauw te ontdekken zijn. |
4745 |
Dunworthy drukte zich rillend tegen het hek om zo min mogelijk last te hebben van de ijskoude regen. |
4746 |
Kivrin zou ongetwijfeld naar het rendez vous zijn teruggegaan zodra ze besefte dat ze zich in het jaar 1348 bevond. |
4747 |
Ineens drong het tot hem door dat de portier erg lang wegbleef, misschien wel om Gilchrist te waarschuwen. |
4748 |
Colin holde de binnenplaats over, het boek in zijn grijze sjaal gewikkeld en weggestopt onder zijn kletsnatte jas. |
4749 |
Hij maakte zijn bril droeg met het papier en zette hem weer op. De glazen zaten nog onder de strepen. |
4750 |
In de veertiende eeuw wisten ze niets van bacteriën af, niets van de manier waarop ziekten werden overgedragen. |
4751 |
Ze had er voor haar studie over gelezen en dokter Ahrens had haar erover verteld toen ze in het ziekenhuis was. |
4752 |
De derde vorm was longpest, waarbij het slachtoffer hoestte en bloed opgaf en zijn hele omgeving kon aansteken. |
4753 |
Ze deinsde terug en rukte de natte doek van haar gezicht. Met trillende vingers probeerde ze zich schoon te vegen. |
4754 |
Dit is de builenpest, dacht ze, je kan het niet krijgen van speeksel. En je bent ingeënt tegen de pest. |
4755 |
Maar ze was ook tegen andere dingen ingeënt en haar afweersysteem was versterkt, toch was ze ziek geworden. |
4756 |
De klerk ging overeind zitten en zwaaide een van zijn blote benen over de bedrand, alsof hij met haar mee wilde. |
4757 |
Ze keek naar de klerk, die nog schuin op het bed lag. Zijn open mond werd helemaal gevuld door zijn gezwollen tong. |
4758 |
De klerk deed zijn ogen open. Ze waren rood en opgezet en er klonk een zwakke ruis in zijn ademhaling. |
4759 |
Net als ik. Ook zij had een ziekte meegebracht en het was niet aan haar te danken dat er niemand aan was bezweken. |
4760 |
Ze had iedereen kunnen aansteken. Roche had haar de laatste sacramenten toegediend, hij had haar hand vastgehouden. |
4761 |
Kivrin tilde voorzichtig het hoofd van de klerk op en legde het op het kussen. Daarna ging ze naar de deur. |
4762 |
Hij zette het mandje op de kist aan het voeteneind en keek naar de klerk, die steeds moeizamer ademde. |
4763 |
De pest wordt verspreid door rattevlooien, door de adem van de zieken, door de aanraking van hun kleren. |
4764 |
Er mag op het open veld niet meer gefeest of gedanst worden. De mensen mogen niet hier of in de kerk komen. |
4765 |
En hierna zal er een prachtige tijd aanbreken. De renaissance, sociale hervormingen en nieuwe muziek. |
4766 |
Er zullen nieuwe medicijnen komen, zodat niemand meer hoeft te sterven aan pokken of longontsteking. |
4767 |
De klerk was wakker geworden en vroeg herhaaldelijk om water, zodat ook de tweede bak al snel leeg was. |
4768 |
Gespannen begon ze heen en weer te lopen. Het is al te laat, dacht ze, ze zijn allemaal blootgesteld. |
4769 |
Maisry lag op een van de banken bij de tafel op de verhoging. Zelfs in haar slaap had ze een nukkig gezicht. |
4770 |
Kivrin vroeg zich af of ze iets had gehoord, maar even later kwam Eliwys terug en ging verder met haar werk. |
4771 |
Kivrin daalde zo stil mogelijk de treden af, maar niet stil genoeg. Agnes liet haar wagentje los en sprong op. |
4772 |
Agnes lachte en ze keken allemaal naar het stuk kool, dat onder een van de banken tot stilstand kwam. |
4773 |
Ze ging op haar knieën liggen, sloeg haar boek open en liet de kralen afwezig door haar vingers glijden. |
4774 |
De klerk was er slechter aan toe. Hij lag te woelen en reciteerde op luide toon zinnen uit de mis voor de doden. |
4775 |
Bij de put stond een andere emmer, half gevuld, maar ze gooide hem leeg op de stenen en vulde hem met vers water. |
4776 |
Hij zuchtte alsof het hem goed deed en dommelde weer in. Zijn koorts was afgenomen toen hij ontwaakte. |
4777 |
Er kwam geen bloed of etter meer uit de buil onder zijn oksel en de ruis was uit zijn ademhaling verdwenen. |
4778 |
In sommige plaatsen waren maar een of twee zieken geweest, in andere was helemaal niemand gestorven. |
4779 |
Ze zei iets tegen Roche, die bleef staan om zijn masker voor te doen voordat hij naar haar toe ging. |
4780 |
Gawyn liep de voorhof op, zijn paard aan de teugel meevoerend. Hij bleef abrupt staan toen hij haar zag. |
4781 |
Gawyn had nog dezelfde uitdrukking op zijn gezicht, vol hoop en verlangen, en Kivrin ergerde zich eraan. |
4782 |
De gezant van de bisschop is ook ziek geworden en Gawyn is teruggekomen om de anderen te waarschuwen. |
4783 |
Haar haar was sinds de vorige dag niet meer geborsteld en stak aan alle kanten onder haar linnen mutsje uit. |
4784 |
Ze probeerden de klerk te laten eten, maar het meeste liep van zijn dikke tong weer uit zijn mond. Er werd geklopt. |
4785 |
Ze kwam met haar hoofd hard op de vloer terecht. Kivrin sprong over de bank en knielde bij haar neer. |
4786 |
Rosemund had haar ogen weer gesloten en ze haalde langzaam en gelijkmatig adem, alsof ze in slaap was gevallen. |
4787 |
Kivrin trok de zware mouw op tot over de schouder van het meisje en tilde de arm op om naar haar oksel te kijken. |
4788 |
Ik ben nu wat rustiger. Ik geloof dat het helpt als ik tegen u kan praten, ook al zult u me misschien nooit horen. |
4789 |
Kivrin legde een paar dekens over Rosemund heen, stopte haar goed in en legde de bontsprei weer op het bed. |
4790 |
De klerk was nog steeds heel rustig, maar het ruisen in zijn borst was weer begonnen en af en toe hoestte hij. |
4791 |
Eliwys had haar armen om hem heen geslagen en hij zou alles doen wat ze maar wilde, zelfs haar echtgenoot halen. |
4792 |
Ze vroeg Roche naar de beek te gaan om wilgetakken te halen en daar brouwde ze een bittere thee van. |
4793 |
Hij was te ver heen om zich iets van de smaak aan te trekken en zijn temperatuur leek iets te dalen. |
4794 |
Kivrin stak de talglampjes aan en stopte Rosemund weer in terwijl ze zich afvroeg waar de priester bleef. |
4795 |
Hij was niet ziek geworden. Maar ze stond toch op en klom op de bank om door het venster naar buiten te kijken. |
4796 |
De baljuw had tenminste geen longpest, dus er was een kans dat hij zijn vrouw en twee zoons niet zou aansteken. |
4797 |
Het was net of hij had gedronken, zo slecht was hij te verstaan. Zijn voeten en handen waren koud en gevoelloos. |
4798 |
Ze had zelf in een van die hutten bij het haardvuur gezeten. Daar kon een kat zich nog niet aan warmen. |
4799 |
Zijn hele tong was nu wit uitgeslagen en zijn adem stonk zo erg dat Kivrin haar hoofd moest afwenden. |
4800 |
Zijn buil was weer opengegaan en er kwam een donker, stroperig vocht uit dat naar rottend vlees stonk. |
4801 |
Imeyne zat in stilte te bidden toen Kivrin het voor haar neerzette en vroeg wat er in de linnen zakjes zat. |
4802 |
Tegen de avond lag de klerk onafgebroken te hoesten en Rosemund had rode vlekken op haar buik en armen gekregen. |
4803 |
Toch was de toestand van de klerk verbeterd nadat zijn buil was opengegaan en hij leefde nog steeds. |
4804 |
Ze moest de open plek zien te vinden, maar het bos was zo groot, er waren overal eikebomen en open plekken. |
4805 |
Kivrin nam de kruik die Roche had meegebracht, sprenkelde wat wijn op een doek en wreef zacht over de plek. |
4806 |
Het was net of er een steen onder de huid zat en ze vroeg zich af of het mes wel scherp genoeg zou zijn. |
4807 |
Na de eerste druppel begon het bloed uit de wond te gutsen en Kivrin dacht dat ze een slagader had geraakt. |
4808 |
Rosemund verroerde zich niet. Al het bloed leek uit haar gezicht te zijn weggetrokken, wat ook het geval was. |
4809 |
Ook de klerk is er slechter aan toe. Hij heeft telkens nieuwe bloeduitstortingen en het einde nadert. |
4810 |
Vanmorgen gaf ze Maisry een oorvijg en zei dat haar luiheid en stommiteiten de plaag over ons hebben gebracht. |
4811 |
Hij was al zwak van de scheurbuik en Kivrin wist niet of er slagaderen onder de schouderbladen lagen. |
4812 |
Rosemund leek er helemaal niet op vooruit te zijn gegaan, hoewel Roche beweerde dat haar polsslag krachtiger was. |
4813 |
Ze zag heel bleek, alsof al het bloed uit haar gezicht was getrokken, en ze lag roerloos op haar bed. |
4814 |
Kivrin ging wat van hun eigen brandhout halen en stukken schors voor het aanmaken en bracht alles naar de hut. |
4815 |
Ze knielde neer en stookte het vuur op met het nieuwe hout. Kivrin onderzocht de jongen nog een keer. |
4816 |
Roche kwam net uit de hut van de meier en vertelde dat twee andere kinderen eveneens ziek waren geworden. |
4817 |
De meier kwam hen aan het eind van de dag opnieuw halen, nu voor zijn jongste dochter. Zij was de achtste zieke. |
4818 |
Ze ging bij het vuur liggen en deed haar ogen dicht, maar ondanks alles kon ze de slaap niet vatten. |
4819 |
Het kind was ook niet in de ziekenkamer. Maisry was uit de stoel gekomen en zat nu doodsbang tegen de muur gedrukt. |
4820 |
Ze ging weer naar buiten en knipperde met haar ogen tegen het schelle daglicht. Roche kwam net uit de keuken. |
4821 |
Hij keek naar de poort en hield zijn hoofd schuin, alsof hij ingespannen luisterde. Kivrin hoorde helemaal niets. |
4822 |
Op hetzelfde moment hoorde ze het paard. Het hoefgetrappel klonk luid op de harde grond en kwam snel naderbij. |
4823 |
Roche stak zijn armen in de lucht, maar de ruiter was al door de poort. De priester liet zijn armen zakken. |
4824 |
De jongen snakte naar adem en zijn neus en oren waren rood van de kou. Hij begon af te stijgen en staarde hen aan. |
4825 |
Tijdens het gesprek met de bode was er een koude wind opgestoken en er leek sneeuw in de lucht te zitten. |
4826 |
Maisry lag nog op dezelfde plaats te murmelen en Kivrin moest zich bedwingen om haar geen schop te geven. |
4827 |
De oude vrouw sloeg geen acht op haar. Ze liet de ketting door haar vingers glijden en prevelde een gebed. |
4828 |
Het begon laat te worden en de wind floot in het portaal. Kivrin rende naar buiten en volgde het pad naar het dorp. |
4829 |
Er was geen mens te zien op het besneeuwde veld en de wind rukte aan haar kleren terwijl ze naar de kerk holde. |
4830 |
Ze had het graf van haar hondje willen zien. Kivrin had haar niet verteld dat ze hem in het bos had gelegd. |
4831 |
Kivrin zag niemand op de begraafplaats, maar ze ging toch door het hek naar binnen. Agnes was er wel geweest. |
4832 |
De afdrukken van haar kleine laarzen liepen van het ene graf naar het andere en verdwenen achter de kerk. |
4833 |
Ze holde de hoek om en volgde de voetstappen, die langs de kerk naar de ingang leidden. Kivrin deed de deur open. |
4834 |
Er kwam geen antwoord, maar ze hoorde een vaag geluid bij het altaar, alsof er een rat over de stenen vloer liep. |
4835 |
Ze klemde zich tegen de ruwe stenen rokken van de heilige aan en keek met grote angstige ogen om zich heen. |
4836 |
Agnes rilde omdat ze al die tijd in de ijskoude kerk was geweest, maar haar gezicht gloeide tegen Kivrins huid. |
4837 |
Ze vroeg of het meisje hoofdpijn had. Agnes maakte alleen een beweging met haar hoofd zonder iets te zeggen. |
4838 |
Kivrin liep nog sneller door, op de voet gevolgd door Roche, langs het huis van de meier naar de voorhof. |
4839 |
Ze draaide het meisje zelfs om en bekeek de huid tussen de schouderbladen, waar de jongen een buil had gehad. |
4840 |
Hij kwam terug met een gerafelde sprei die blijkbaar van zijn eigen bed afkomstig was en legde Agnes daarop. |
4841 |
Roche en ik hebben geprobeerd de koorts te verlagen door koude omslagen, maar dat heeft niet geholpen. |
4842 |
De jongste zoon, Lefric, was de enige met een buil en ik heb hem hier laten komen om die door te prikken. |
4843 |
Het was licht buiten, maar het licht wierp geen schaduwen. Het kon middag of halverwege de ochtend zijn. |
4844 |
Er was geen klok in de kamer en hij was te zwak om zich om te draaien en op de beeldschermen aan de muur te kijken. |
4845 |
Het licht was nog precies hetzelfde toen hij wakker werd, net als de regen en de afwezigheid van schaduw. |
4846 |
Dunworthy zag hem in gedachten door de gangen dwalen en in de wachtkamer zitten tot iemand hem iets kwam vertellen. |
4847 |
Het was ongelooflijk zwaar, zo zwaar dat hij het tegen de bedrand moest zetten om de bladzijden te kunnen omslaan. |
4848 |
Hij moest zijn hoofd helemaal opzij draaien om iets te kunnen lezen, maar eindelijk vond hij wat hij zocht. |
4849 |
Hij viel in slaap met zijn bril op zijn neus, maar hij werd wakker toen de zuster hem wilde afzetten. |
4850 |
Na haar ontslag uit het ziekenhuis was ze natuurlijk regelrecht naar de opgraving gegaan om de recorder te zoeken. |
4851 |
Zij wilde dat de recorder op een benen spoor zou lijken, zodat hij bewaard zou blijven als zij het niet overleefde. |
4852 |
Ze zei nog dat u zich zorgen maakte om niets, maar als het kon zou ze zich op het kerkhof laten begraven, dan. |
4853 |
Ze zal de ziekte alleen maar verspreiden of niet verder komen dan een ander dorp waar de pest al heerst. |
4854 |
Rosemund is nog steeds bewusteloos en haar pols is heel zwak. Agnes ligt te ijlen, ze woelt en schreeuwt het uit. |
4855 |
Ze roept dat ik bij haar moet komen, maar als ze me ziet begint ze te schoppen en om zich heen te slaan. |
4856 |
Ik geloof nooit dat hij de avond haalt. Hij ruikt zo vreselijk dat we hem in een hoek hebben moeten leggen. |
4857 |
Roche heeft vanmorgen een deel van het open veld gewijd, want op het kerkhof is bijna geen plaats meer. |
4858 |
Dat is niet waar en misschien verdient ze geen vergiffenis, maar ze verdient het ook niet om zo weg te rotten. |
4859 |
De miswijn is op en er is geen olijfolie meer. Roche gebruikt nu olie uit de keuken, die smerig ruikt. |
4860 |
Het was ook werkelijk om bang van te worden, maar de stilte is nog erger. Het lijkt wel het einde van de wereld. |
4861 |
Meneer Finch belde mijn moeder, maar die kon niet komen, daarom heeft hij alles voor de begrafenis geregeld. |
4862 |
De zuster kwam binnen en gaf hem weer een slaapmiddel. Toen hij wakker werd voelde hij zich ineens beter. |
4863 |
Gilchrist heeft het net gesloten. Ze klemde het draagbare infuus aan zijn schouder en hielp hem in zijn badjas. |
4864 |
Hij deed de deur open. Latimer lag languit op zijn rug, zijn gebogen linkerarm vol met sensoren en infuusnaalden. |
4865 |
Het was een vage, peinzende uitdrukking, alsof hij zich een passage uit Chaucer probeerde te herinneren. |
4866 |
Zij is ouder dan Colin, ze zal allerlei verzachtende omstandigheden kunnen bedenken, ook dat hij ziek was geworden. |
4867 |
Patiënten horen niet rond te lopen. U zult nog een terugval krijgen en doodgaan, en dan is het uw eigen schuld. |
4868 |
Hij leek wel een oude man, zijn donkere gezicht doorgroefd met witte rimpels onder zijn ogen en rond zijn mond. |
4869 |
De goede kant op. Natuurlijk ben ik depressief, maar dat is een normaal verschijnsel na een virusinfectie. |
4870 |
Badri keek weer door het raam naar buiten en Dunworthy vroeg zich af of hij het ook onverdraaglijk vond. |
4871 |
Hij bleef zwijgend toekijken terwijl Badri het ceintuur verfrommelde en hij voelde een groot medelijden. |
4872 |
Daar wilde ik u voor de kerst nog over spreken, maar u was er niet. Ik had een briefje achtergelaten. |
4873 |
De coördinaten voor tijd en plaats zijn al ingevoerd, maar ik weet niet hoeveel verschuiving er zal optreden. |
4874 |
De zuster zei dat u een eindje was gaan lopen, maar ik kon u nergens vinden. Ik dacht dat u verdwaald was. |
4875 |
Haar kleed en hemdje waren stijf van het bloed en braaksel en haar andere kleren waren allang aan repen gescheurd. |
4876 |
Ik had hier niet moeten komen, er zouden verschrikkelijke dingen gebeuren. Nou, die zijn ook gebeurd. |
4877 |
Terwijl Kivrin in de keuken was, had de klerk de deken van zich afgegooid en was half over de banken geklommen. |
4878 |
Er waren wel een paar gedroogde oranjekleurige blaadjes die er enigszins als papaverblaadjes uitzagen. |
4879 |
Heer Guillaume dacht dat ze hier veilig waren, maar ze zullen het allemaal krijgen, de een na de ander. |
4880 |
Ze heeft alleen koorts. Misschien hebben ze nog een andere hofstede waar we heen kunnen, ergens in het noorden. |
4881 |
Je bent heel ziek geweest, maar het ergste is voorbij. Je moet veel rusten om weer helemaal beter te worden. |
4882 |
En Rosemund zou geen familie en geen vrienden hebben om haar te beschermen en voor haar te zorgen als ze ziek was. |
4883 |
Omdat ze niet wisten dat ze in 1348 was. Als ze het wel wisten, zouden ze haar eerder hebben teruggehaald. |
4884 |
Meneer Dunworthy had zich zorgen gemaakt over die verre reis, hij was bang geweest voor onvoorziene complicaties. |
4885 |
Ze slaagde er niet in. Ze werd met de dag zwakker, hoewel ze nog geen enkel symptoom van de pest vertoonde. |
4886 |
Maar die middag was ze weer gaan liggen en haar koorts werd geleidelijk aan heviger. Roche nam haar de biecht af. |
4887 |
Hij zag er afgemat uit, net als alle anderen. Ze hoefden hun ogen maar dicht te doen om in slaap te vallen. |
4888 |
Terwijl Kivrin de banken verschoof om de tocht uit het portaal te weren, begon de klerk ineens te schreeuwen. |
4889 |
Zijn hele lichaam verkrampte alsof hij een stroomstoot had gekregen en zijn gezicht werd een gruwelijk masker. |
4890 |
Zijn mond ging open en een straaltje zwart slijm liep over zijn lippen. Hij is dood, dacht ze ongelovig. |
4891 |
Ik zei tegen Rosemund dat hij niet haar graf aan het delven was, dacht ze, maar dat deed hij juist wel. |
4892 |
Ik moet ze in veiligheid brengen voordat ze allemaal ziek zijn geworden. Want ze zouden allemaal de pest krijgen. |
4893 |
Zijn deken zat onder de troep en toen Kivrin zijn gezicht afveegde was hij te zwak om zijn hoofd op te tillen. |
4894 |
Misschien kon de meier haar helpen hem te herstellen. Ze stak een olielampje aan en ging naar de stal. |
4895 |
Het was helemaal donker toen ze weer naar buiten kwam en de sterren waren even helder als op kerstavond. |
4896 |
Het smeulende vuur bescheen zijn gezicht van onderen, zodat hij weer op de moordenaar van die eerste nacht leek. |
4897 |
Ze keek geschrokken naar Rosemund, maar die lag rustig op haar zij te slapen, met een hand onder haar wang. |
4898 |
Zijn benen waren helemaal bedekt en het was een obsceen gezicht, bijna alsof hij een bad had willen nemen. |
4899 |
Roche legde een zwarte doek over zijn gezicht en om beurten namen ze de spade om het graf te dichten. |
4900 |
Als ze vroeg op pad gingen, konden ze tegen de middag uit het bos zijn en dan de hoofdweg naar York volgen. |
4901 |
Ze kon alvast gaan pakken terwijl Roche de doodsklok luidde en hem daarna vertellen wat ze van plan was. |
4902 |
Rosemund lag gelukkig nog te slapen. Het had geen zin haar te wekken voordat ze klaar waren om te gaan. |
4903 |
Ze stopte alles in een zak en nam die mee naar de put. Rosemund stond in de deuropening en leunde tegen de post. |
4904 |
Ze had haar tunica en schoenen aangetrokken, maar ze stond toch al te rillen in de koude buitenlucht. |
4905 |
De appels waren gerimpeld en de meeste zaten onder de bruine vlekken, maar Kivrin sleepte de zak toch naar buiten. |
4906 |
Kivrin zocht appels uit die goed genoeg waren om mee op reis te nemen en vroeg zich af hoeveel de ezel kon dragen. |
4907 |
Kivrin bukte om hem op te rapen. Er was een hapje uit, wit afstekend tegen de gerimpelde rode schil. |
4908 |
De klerk had een beurs met zilvergeld bij zich. En u hoeft zich geen zorgen te maken, wij redden ons wel. |
4909 |
Apocalyptisch was hoogstwaarschijnlijk de juiste uitdrukking om zijn plan te beschrijven, dacht Dunworthy. |
4910 |
Hij moest zich laten inenten tegen de pest. Hij vroeg zich af hoe snel het vaccin werkzaam zou zijn. |
4911 |
Mary had Kivrin ingeënt toen ze in het ziekenhuis was om haar recorder in haar pols te laten zetten. |
4912 |
Mevrouw Gaddson zat bij het bed driftig in haar bijbel te bladeren, op zoek naar plagen, kwalen en krankheden. |
4913 |
Er zaten kleren in: een lang overhemd en een broek, allebei zwart en niet erg middeleeuws, en een zwarte maillot. |
4914 |
Nog twee of drie dagen. Die middag liep hij geruime tijd over de gang om nieuwe krachten op te doen. |
4915 |
Ze maakte geen zenuwachtige of steelse indruk, wat betekende dat William kennelijk toestemming had gekregen. |
4916 |
Het was de kaart met zijn medische gegevens, even onbegrijpelijk als de kaart die hij van Badri had gezien. |
4917 |
William had haar toegangscode achterhaald, misschien via zijn kennis op de administratie, en die ingevoerd. |
4918 |
Ze had hem behandeld tot ze niet meer op haar benen kon staan. Geen wonder dat haar hart het had begeven. |
4919 |
Er kwam de hele avond geen bezoek. De hoofdzuster kwam om acht uur met zijn koortspil en voelde zijn pols. |
4920 |
Hij knipte de lamp uit, stak hem in de zak van zijn veel te grote jas en deed zachtjes de deur dicht. |
4921 |
Dunworthy kon vaag een ambulance zien staan. Colin reed hem er naartoe en klopte met zijn vuist op de achterdeur. |
4922 |
Dunworthy hield zich met één hand zo goed mogelijk vast en probeerde met de andere zijn broek aan te trekken. |
4923 |
Colin hield als een echte schildknaap de sleep van de ruimvallende mantel omhoog terwijl Dunworthy uitstapte. |
4924 |
Trouwens, als het zo erg is, moet u helemaal niet alleen gaan. Ik zal niet in de weg lopen, echt niet. |
4925 |
Dunworthy keek naar de monitoren, maar zonder bril kon hij niets onderscheiden. Montoya was een wazige vlek. |
4926 |
Ze legde haar naast het graf neer. Ze zag er afschuwelijk mager uit in haar mantel, bijna helemaal weggeteerd. |
4927 |
De vingers van haar rechterhand, nog gekromd om de weggerolde appel tegen te houden, waren weinig meer dan botjes. |
4928 |
Kivrin moest zijn grote hand beetpakken om hem te helpen uit de kuil te klimmen. Hij begon te bidden. |
4929 |
Terwijl ze de spade in de bevroren aarde stak probeerde ze te berekenen hoever ze konden komen voor de avond viel. |
4930 |
Ze maakte het riempje vast en begon de manden te vullen. Die waren te klein voor alles wat ze wilde meenemen. |
4931 |
Ze bond de zakken op de rug van de ezel en nam hem mee over het open veld naar de kerk. Roche was nergens te zien. |
4932 |
Kivrin moest de dekens en de kaarsen nog halen, maar ze wilde eerst de sacramenten in de manden doen. |
4933 |
Hij wilde nog iets zeggen, maar ineens spuugde hij een grote straal braaksel en bloed over Kivrins tuniek heen. |
4934 |
O nee, nee, nee, nee. Hij keek verbijsterd naar haar besmeurde tuniek en zijn woede was op slag verdwenen. |
4935 |
Hij was niet in de klokketoren of op het kerkhof en hij kon onmogelijk naar de ridderzaal zijn gegaan. |
4936 |
Roche lag nog te slapen. Geruisloos ging ze naar buiten en rende naar de put om een emmer water te halen. |
4937 |
Hij had toch geen bloeduitstortingen, zijn huid had alleen gevlekt geleken in het flakkerende licht van de kaarsen. |
4938 |
Hij had de zieken verpleegd, de stervenden getroost, de doden begraven. God zou hem om vergeving moeten smeken. |
4939 |
We hebben Rosemund verzorgd en een arme bode uit het dorp geweerd en een baby van zes maanden begraven. |
4940 |
Ze maakte een machteloos gebaar, niet in staat hem de absolutie te schenken, maar hij leek het niet te merken. |
4941 |
Kivrin pakte zijn hand voorzichtig beet om zijn huid niet te beschadigen en legde hem tegen haar wang. |
4942 |
Kon ik dat maar, dacht ze. Ze vroeg zich af hoe lang het net open was gebleven voordat ze het opgaven. |
4943 |
Roche was het dus die vlak bij haar had gestaan toen ze met haar arm voor haar gezicht op de open plek lag. |
4944 |
Ze legde zijn handen op zijn borst en probeerde de sprei weer over hem heen te trekken, maar hij duwde haar weg. |
4945 |
Ze schoof zijn tuniek omhoog. Hij droeg een broek van grof geweven wol, die strak om zijn middel zat. |
4946 |
Ze zou hem nooit omlaag kunnen krijgen zonder Roche op te tillen en door de stof heen kon ze niets zien. |
4947 |
Heel voorzichtig legde ze een hand op zijn dijbeen, want ze herinnerde zich hoe gevoelig Rosemunds arm was geweest. |
4948 |
Roche was zelfs nu nog niet wakker geworden. Zijn gezicht was vlekkerig en hij haalde luidruchtig adem. |
4949 |
Ze moest het ontsmetten voordat ze er de buil mee doorprikte. De gezwollen lymfklier kon elk moment barsten. |
4950 |
Ze rende langs het lege varkenskot naar de voorhof. De staldeur stond open en ze hoorde daarbinnen iets. |
4951 |
Het was al vuil toen ze het uit de keuken haalde en daarna had het tussen de mest in de stal gelegen. |
4952 |
Ze herinnerde zich de kruik van de klerk die nog in de bovenkamer moest liggen. De koe stootte haar aan. |
4953 |
De gordijnen rond het bed waren door de klerk half naar beneden getrokken en de matras lag schuin op de grond. |
4954 |
De kist bij het voeteneind was open, met het bewerkte deksel ernaast. De zware paarse mantel van de klerk lag erin. |
4955 |
Het was of hij bewusteloos was geslagen. Zijn ademhaling was zwaar en ongelijkmatig, alsof hij lag te rillen. |
4956 |
Het was in elk geval oude wijn, vol alcohol. Ze goot wat over het lemmet heen en wreef het af aan haar broekspijp. |
4957 |
Ze wachtte een minuut en knielde daarna tussen zijn voeten neer, het mes in haar hand. Roche kreunde. |
4958 |
Nog steeds schreeuwend lag hij te wiegen als een kind, zijn benen helemaal opgetrokken tot op zijn borst. |
4959 |
Ze spuugde in haar hand, bang dat ze bloed zou zien. Ze bleef even zo zitten, voorovergebogen tegen de pijn. |
4960 |
Hij had met zijn voet een van de kaarsen omgegooid en die lag nu brandend naast hem in een gele plas. |
4961 |
Het mes had de huid niet eens geschramd. Ze hield de kaars nog hoger om te zien waar het mes was gebleven. |
4962 |
Roche heeft me verteld waar de open plek is, maar ik heb mijn ribben gebroken en alle paarden zijn weg. |
4963 |
Ik weet dat u me zou hebben teruggehaald als u had gekund, maar ik had Agnes nooit ziek kunnen achterlaten. |
4964 |
Toen ik de open plek niet kon vinden en de pest uitbrak, leek u zo ver weg dat ik u nooit meer dacht terug te zien. |
4965 |
Hij zag alleen maar bomen. De grond was bedekt met sneeuw en kristallen zweefden glinsterend in de lucht. |
4966 |
Het was een dikke laag, maar niet dik genoeg om de kapotte kar en de verspreide kisten te verbergen. |
4967 |
Hij kon zich niet voorstellen dat Kivrin hier ergens was, in een van die dorpen die hij niet kon zien. |
4968 |
Het was het enige zichtbare dorp, als het al een dorp was, en het lag op ongeveer een kilometer afstand. |
4969 |
Hij liep verder over het pad. De smalle akkers liepen tot aan de bosrand en de weg draaide terug naar het noorden. |
4970 |
Het was nog smaller dan het spoor bij het rendez vous en niemand had erover gelopen sinds de sneeuw was gevallen. |
4971 |
Het pad liep in westelijke richting, waar het dorp niet lag, en maakte iets verderop een bocht naar het noorden. |
4972 |
Hij liep stampvoetend rond in de sneeuw en een vogel vloog geschrokken op. Dunworthy keek fronsend naar de lucht. |
4973 |
Dunworthy zag de ribben uitsteken bij de buikriem. De riem was losgeschoten en het zadel hing een beetje scheef. |
4974 |
In zijn pogingen om zich te bevrijden was de hengst hopeloos verstrikt geraakt in de doornige takken. |
4975 |
Dunworthy moest ze opzij duwen en met zijn vrije hand de teugels lostrekken. Hij zat meteen onder de schrammen. |
4976 |
Een paar hadden nog bij de bomen beschutting gezocht tegen de wind en de sneeuw. Colin had ze nog niet gezien. |
4977 |
Hij duwde de deur helemaal open, maar er viel nauwelijks licht naar binnen en alles had een rode gloed. |
4978 |
De tafel was leeg en het haardvuur had al dagen niet meer gebrand. De kleine ruimte stonk naar koude as. |
4979 |
Ze waren niet meer begraven, hoewel er bij de kerk een ondiepe kuil was met een besneeuwde hoop aarde ernaast. |
4980 |
Misschien waren dit de eerste slachtoffers, toen er nog mensen waren om ze te begraven. Hij ging naar de kerkdeur. |
4981 |
De bovenste was een oude man, de onderste een vrouw. Hij zag de ruwe stof van haar mantel en een van haar handen. |
4982 |
Het kleed van de vrouw was vuil en besmeurd met bloed, maar hij zag nog iets van de helblauwe kleur. |
4983 |
Ook de vingers en de pols zaten onder het bloed. Haar arm was gebogen alsof ze haar val had willen breken. |
4984 |
Ze was aan de builenpest gestorven. Een gore gele vlek zat op haar blauwe kleed, vlak bij haar oksel. |
4985 |
Colin keek langs hem naar de vrouw. Haar gezicht was blauwwit tegen de witte sneeuw en haar helblauwe kleed. |
4986 |
En ik kan niet nog meer lijken omdraaien in de verwachting dat zij het is. Zijn knieën begonnen te knikken. |
4987 |
Hij rukte er met twee handen aan, de naad scheurde open en het graan stroomde eruit. Het paard at er gretig van. |
4988 |
Het koperbeslag was dof geworden en er zat een snee in het leren deksel, maar verder zag het er gloednieuw uit. |
4989 |
Dunworthy zag een rol leer en de roestige punt van een houweel, die de blauwe stof aan de binnenkant had gescheurd. |
4990 |
En er waren lange pauzes tussen de slagen, maar hij hoorde ze wel. Hij stond op en ging naar buiten. |
4991 |
Hij had het ijskoud. Dat kwam natuurlijk door de koorts, net als het kloppen van zijn slapen en de duizeligheid. |
4992 |
Koorts was een goed teken, een bewijs dat zijn lichaam tegen het virus streed en nieuwe manschappen opriep. |
4993 |
Ze kwamen bij een volgende splitsing en nog een, en elke keer raadpleegde Colin de kaart en zijn lokator. |
4994 |
Hij wreef in zijn handen en blies ertegen. Ze reden nog steeds door het bos en het pad begon smaller te worden. |
4995 |
In de sneeuw zagen ze slechts de vage omtrekken van een riddergoed, een paar hutten, de kerk met de toren. |
4996 |
Hij zag nergens lijken liggen, maar er liepen ook geen mensen rond en er kwam geen rook uit de hutten. |
4997 |
Dunworthy had het ook gezien, een flauwe beweging die net zo goed door een vogel of een tak veroorzaakt kon zijn. |
4998 |
Hij liet zich van de rug van het paard glijden en moest zich aan de zadelknop vasthouden om niet om te vallen. |
4999 |
De jongen had een smerig gezicht, vol met modder en bloed, ook zijn tuniek en opgerolde broek zaten onder de troep. |
5000 |
Ik ben te laat, dacht hij radeloos. Hij zag haar te midden van die graven staan met haar bloederige tuniek. |
5001 |
Aan de linkerkant zag hij een lage, zware gedaante, misschien een lijk, en de donkerder omtrekken van de pilaren. |
5002 |
De rest van de kerk lag helemaal in het duister. Colin stond naast hem in zijn ruime zakken te zoeken. |
5003 |
Een eind verder begon een klein vlammetje te flikkeren, dat meteen weer uitging. Dunworthy liep erheen. |
5004 |
Colin richtte zijn lamp die kant op. Kivrin knielde neer bij iemand die bij het koorhek op de vloer lag. |
5005 |
Zijn benen en onderlichaam waren bedekt met een paarse deken en zijn grote handen lagen kruislings op zijn borst. |
5006 |
Het was inderdaad donkerder geworden terwijl ze in de kerk waren en er zat nog meer sneeuw in de lucht. |
5007 |
Dunworthy ging naar binnen. Het was in de toren net zo koud en donker als in de kerk en het stonk er naar ratten. |
5008 |
Hij besefte nu pas hoe moeilijk het was. Bij elke ruk aan het touw leek de lucht uit zijn longen geperst te worden. |
5009 |
Hij mocht niet loslaten. Taylor was flauwgevallen en het touw van haar klok was wild gaan slingeren. |
5010 |
Hij trok het touw omlaag en bleef eraan hangen tot hij zeker wist dat hij op zijn voeten kon blijven staan. |
5011 |
De koe duwde de deur met haar kop open. Dunworthy duwde het beest ruw opzij en ging terug naar de kerk. |
5012 |
Het licht van de lamp danste over het plafond. Dunworthy liet zich op een knie zakken en steunde op de vloer. |
5013 |
Colin kwam terug met een emmer die halfvol was met water dat hij blijkbaar ergens uit een plas had geschept. |
5014 |
Dunworthy stak zijn hand uit, maar ze kwam zelf overeind en liep naar de deur, haar hand tegen haar zij gedrukt. |
5015 |
De sneeuw viel stil en vredig neer op het paard en de ezel die bij het hek van het kerkhof stonden te wachten. |
5016 |
Zodra hij haar losliet leunde ze een beetje naar achteren tegen de zadelrug en drukte een hand tegen haar zij. |
5017 |
Daarom ben ik langs de versperring geslopen en die agent riep dat ik moest blijven staan en kwam achter me aan. |
5018 |
Hij wees naar het pad dat naar rechts ging, klom weer achter Kivrin in het zadel en ging verder met zijn avonturen. |
5019 |
Hier in dit vreselijke jaar, in deze eeuw die voor iedereen verboden zou moeten zijn, was ze nog niet gestorven. |
5020 |
Kivrin sloeg haar armen om hem heen, ook al moest dat verschrikkelijk pijn doen, en Colin liet hem langzaam zakken. |
5021 |
Kivrin was op de schommelende ezel gaan zitten en ze gingen weer op weg. Colin was alweer aan het vertellen. |
5022 |
Ze zouden het wel redden, zelfs als ze het rendez vous niet terugvonden, zelfs als Kivrin hem niet kon vergeven. |
5023 |
Hij trok onhandig aan de teugel en de hengst begon de heuvel af te dalen. Kivrin ging ernaast lopen. |
5024 |
Ik heb van meneer Dunworthy een boek gekregen en daar staat in dat ze bedorven vlees en zwanen en zo aten. |
Комментарии